Contrabassiste Sasha Witteveen: ‘Op de contrabas kun je vederlichte klanken produceren’
door Michiel Cleij 26 aug. 2024 26 augustus 2024
Ze is eenentwintig en nu al een fenomeen. Contrabassiste Sasha Witteveen presenteert deze maand in de Kleine Zaal haar debuut-cd, maar velen kennen haar al van eerdere concerten en tv-optredens.
Toen ze tien jaar geleden deelnam aan het RTL-programma Het orkest van Nederland had Sasha Witteveen nog geen idee van haar latere succes. ‘Ik was gewoon een meisje uit Ouderkerk aan de Amstel en stond ineens in een tv-studio’, zegt Witteveen. ‘Maar tijdens de repetitieweken met het orkest ging er een wereld voor me open. Het was de basis voor mijn conservatoriumstudie in Amsterdam en voor de eerste concoursen.’
Een contrabas doet niet elk kinderhart sneller kloppen, maar Witteveen – opgegroeid in een muzikaal gezin – was er al vroeg aan verslingerd. ‘Piano was voor mij een logische keuze geweest, want mijn moeder is pianodocente. Maar toen zag ik haar lievelingsfilm Some Like it Hot met Marilyn Monroe, waarin Jack Lemmon heel cool contrabas speelt. Het heeft nog een jaar bedenktijd gekost, maar op m’n tiende wist ik zeker dat het mijn favoriete instrument was. Net als bij andere strijkinstrumenten bestaan er ‘instapmodellen’ voor kinderen; ik begon op een halve contrabas. De klassieke basis kreeg ik van huis uit mee, maar ik speelde ook popnummers in bandjes.’
Keerpunt
Een keerpunt was een solorecital van Dominic Seldis, solobassist van het Concertgebouworkest. ‘Die speelde zó aanstekelijk dat ik kennis met hem gemaakt heb. Hij presenteerde ook dat RTL-programma en liet mij audities doen. Vanaf dat moment ging het snel. Ik heb altijd geweldige docenten gehad, onder wie Olivier Thiery [lees ook het Preludium-interview]. Hij bereidde mij voor op mijn deelname aan de 2022-editie van Dutch Classical Talent, wat misschien wel de belangrijkste mijlpaal is tot nu toe. Ik behoorde tot de vier finalisten en mocht een tournee door Nederland organiseren, samen met pianist Jorian van Nee en contrabassist Jose David Ospina Gaviria. Daaruit groeide het project Into the Light, waarvan nu een cd gemaakt is: een muzikale reis die duister begint en met heldere, vrolijke klanken eindigt. Voor sommige mensen was het zelfs een bijna spirituele ervaring, ze voelden zich na afloop innerlijk verrijkt.’
‘Sommige van Bottesini’s stukken grenzen aan het onmogelijke’
Witteveen wil bewijzen dat een contrabas meer is dan de bruine brombeer in de hoek. ‘Je kunt er vederlichte, vlinderachtige klanken op produceren. En qua speeltechniek ben je nooit uitgeleerd. In seizoen 2022/2023 mocht ik deelnemen aan de Academie van het Concertgebouworkest. Dat was geweldig: een jaar lang meespelen tussen de ster-contrabassisten van het orkest. Ze bleken allemaal een eigen stijl te hebben, maar wel samen een unieke klank te produceren. Je krijgt feedback, je doet mee aan nep-audities en krijgt mentale training. Het heeft me enorm veel opgeleverd.’
Witteveen profiteert van haar vroege start. ‘Ik begon toen ik tien was, zo’n vijf jaar eerder dan de gemiddelde contrabassist. Mijn bachelor begon ik op mijn vijftiende – onofficieel, want ik kon mijn diploma pas krijgen toen ik achttien was. Nu studeer ik verder bij Rick Stotijn in Düsseldorf, en daar leer ik totaal nieuwe dingen. Eerder speelde ik met een Franse strijkstok, oftewel bovenhands en met een ‘lichtere’ streek. Nu ben ik geswitcht naar de Duitse techniek: onderhands, heel anders qua streek, gewicht en articulatie. Als ik Frans was blijven spelen zou ik nooit een kans maken in Duitstalige landen, daar is bij audities de Duitse techniek verplicht. In Nederlandse orkesten mag het allebei, en er is voor beide wat te zeggen. Sommige muziek klinkt gewoon beter met een specifieke techniek. Bij Bruckner pas je vanzelfsprekend de Duitse techniek toe, bij Debussy de Franse. Ik wil beide werelden leren kennen. Als ik incidenteel terugga naar Frans kan ik Duitse elementen toepassen en omgekeerd.’
Toen ze tien jaar geleden deelnam aan het RTL-programma Het orkest van Nederland had Sasha Witteveen nog geen idee van haar latere succes. ‘Ik was gewoon een meisje uit Ouderkerk aan de Amstel en stond ineens in een tv-studio’, zegt Witteveen. ‘Maar tijdens de repetitieweken met het orkest ging er een wereld voor me open. Het was de basis voor mijn conservatoriumstudie in Amsterdam en voor de eerste concoursen.’
Een contrabas doet niet elk kinderhart sneller kloppen, maar Witteveen – opgegroeid in een muzikaal gezin – was er al vroeg aan verslingerd. ‘Piano was voor mij een logische keuze geweest, want mijn moeder is pianodocente. Maar toen zag ik haar lievelingsfilm Some Like it Hot met Marilyn Monroe, waarin Jack Lemmon heel cool contrabas speelt. Het heeft nog een jaar bedenktijd gekost, maar op m’n tiende wist ik zeker dat het mijn favoriete instrument was. Net als bij andere strijkinstrumenten bestaan er ‘instapmodellen’ voor kinderen; ik begon op een halve contrabas. De klassieke basis kreeg ik van huis uit mee, maar ik speelde ook popnummers in bandjes.’
Keerpunt
Een keerpunt was een solorecital van Dominic Seldis, solobassist van het Concertgebouworkest. ‘Die speelde zó aanstekelijk dat ik kennis met hem gemaakt heb. Hij presenteerde ook dat RTL-programma en liet mij audities doen. Vanaf dat moment ging het snel. Ik heb altijd geweldige docenten gehad, onder wie Olivier Thiery [lees ook het Preludium-interview]. Hij bereidde mij voor op mijn deelname aan de 2022-editie van Dutch Classical Talent, wat misschien wel de belangrijkste mijlpaal is tot nu toe. Ik behoorde tot de vier finalisten en mocht een tournee door Nederland organiseren, samen met pianist Jorian van Nee en contrabassist Jose David Ospina Gaviria. Daaruit groeide het project Into the Light, waarvan nu een cd gemaakt is: een muzikale reis die duister begint en met heldere, vrolijke klanken eindigt. Voor sommige mensen was het zelfs een bijna spirituele ervaring, ze voelden zich na afloop innerlijk verrijkt.’
‘Sommige van Bottesini’s stukken grenzen aan het onmogelijke’
Witteveen wil bewijzen dat een contrabas meer is dan de bruine brombeer in de hoek. ‘Je kunt er vederlichte, vlinderachtige klanken op produceren. En qua speeltechniek ben je nooit uitgeleerd. In seizoen 2022/2023 mocht ik deelnemen aan de Academie van het Concertgebouworkest. Dat was geweldig: een jaar lang meespelen tussen de ster-contrabassisten van het orkest. Ze bleken allemaal een eigen stijl te hebben, maar wel samen een unieke klank te produceren. Je krijgt feedback, je doet mee aan nep-audities en krijgt mentale training. Het heeft me enorm veel opgeleverd.’
Witteveen profiteert van haar vroege start. ‘Ik begon toen ik tien was, zo’n vijf jaar eerder dan de gemiddelde contrabassist. Mijn bachelor begon ik op mijn vijftiende – onofficieel, want ik kon mijn diploma pas krijgen toen ik achttien was. Nu studeer ik verder bij Rick Stotijn in Düsseldorf, en daar leer ik totaal nieuwe dingen. Eerder speelde ik met een Franse strijkstok, oftewel bovenhands en met een ‘lichtere’ streek. Nu ben ik geswitcht naar de Duitse techniek: onderhands, heel anders qua streek, gewicht en articulatie. Als ik Frans was blijven spelen zou ik nooit een kans maken in Duitstalige landen, daar is bij audities de Duitse techniek verplicht. In Nederlandse orkesten mag het allebei, en er is voor beide wat te zeggen. Sommige muziek klinkt gewoon beter met een specifieke techniek. Bij Bruckner pas je vanzelfsprekend de Duitse techniek toe, bij Debussy de Franse. Ik wil beide werelden leren kennen. Als ik incidenteel terugga naar Frans kan ik Duitse elementen toepassen en omgekeerd.’
Bestaat er een contrabas-community waar de fijne kneepjes van het vak besproken worden? ‘Zeker, het is eigenlijk een klein wereldje waarin je elkaar snel kent, zeker dankzij social media. We wisselen wereldwijd informatie uit over wat je speelt en hoe je oefent. En ik doe nog altijd mee aan concoursen, zowel om te leren als om anderen te ontmoeten.’
In oktober doet Witteveen mee aan het Bottesini Concours in Italië. Het concert in de Kleine Zaal vindt aan de vooravond daarvan plaats, zodat er logischerwijs veel Bottesini-werken op haar programma staan.
‘Giovanni Bottesini was de grootste contrabassist van de romantische periode, vergelijkbaar met wat Paganini was voor de viool. Hij was een rondreizend virtuoos, componeerde zijn eigen stukken en legde de basis voor latere generaties. Alle bassisten van nu bouwen op hem voort. Hij was bevriend met Verdi en liet zich graag inspireren door Italiaanse opera. Sommige van zijn stukken grenzen aan het onmogelijke, dus je studeert je suf. Vooral in de hoge registers zocht hij de grenzen op. Maar het zijn niet enkel technische hoogstandjes, zijn muziek heeft een heel eigen zeggingskracht.’
Tevens voert ze Alice in Wonderland uit, een zesdelige suite van de hedendaagse Rus Alexander Muravjev, gebaseerd op het tijdloze fantasieverhaal van Lewis Carroll. ‘Muravjev is zelf contrabassist – uiteraard, zou ik bijna zeggen – en schreef dit werk voor zijn dochtertje. Je volgt Alice in verschillende hoogtepunten uit het verhaal, waarbij de muziek fraai inspeelt op Carrolls poëtische en soms felle schrijfstijl. Ik heb er wel een verteller aan toegevoegd: actrice Melissa Drost leest de betreffende episodes voor.’
Hoe vaak gaan we Witteveen in solorecitals horen? ‘Het contrabasrepertoire is nog altijd klein. Hopelijk ga ik componisten van nu tot nieuw werk inspireren. Ik wil zoveel mogelijk solo doen, maar dat is niet toereikend. Spelen in een orkest biedt je financieel én artistiek houvast. En het repertoire is ineens een stuk groter, haha.’
Wat neemt Sasha mee naar haar optredens? Bekijk hier de inhoud van haar koffer!
Bestaat er een contrabas-community waar de fijne kneepjes van het vak besproken worden? ‘Zeker, het is eigenlijk een klein wereldje waarin je elkaar snel kent, zeker dankzij social media. We wisselen wereldwijd informatie uit over wat je speelt en hoe je oefent. En ik doe nog altijd mee aan concoursen, zowel om te leren als om anderen te ontmoeten.’
In oktober doet Witteveen mee aan het Bottesini Concours in Italië. Het concert in de Kleine Zaal vindt aan de vooravond daarvan plaats, zodat er logischerwijs veel Bottesini-werken op haar programma staan.
‘Giovanni Bottesini was de grootste contrabassist van de romantische periode, vergelijkbaar met wat Paganini was voor de viool. Hij was een rondreizend virtuoos, componeerde zijn eigen stukken en legde de basis voor latere generaties. Alle bassisten van nu bouwen op hem voort. Hij was bevriend met Verdi en liet zich graag inspireren door Italiaanse opera. Sommige van zijn stukken grenzen aan het onmogelijke, dus je studeert je suf. Vooral in de hoge registers zocht hij de grenzen op. Maar het zijn niet enkel technische hoogstandjes, zijn muziek heeft een heel eigen zeggingskracht.’
Tevens voert ze Alice in Wonderland uit, een zesdelige suite van de hedendaagse Rus Alexander Muravjev, gebaseerd op het tijdloze fantasieverhaal van Lewis Carroll. ‘Muravjev is zelf contrabassist – uiteraard, zou ik bijna zeggen – en schreef dit werk voor zijn dochtertje. Je volgt Alice in verschillende hoogtepunten uit het verhaal, waarbij de muziek fraai inspeelt op Carrolls poëtische en soms felle schrijfstijl. Ik heb er wel een verteller aan toegevoegd: actrice Melissa Drost leest de betreffende episodes voor.’
Hoe vaak gaan we Witteveen in solorecitals horen? ‘Het contrabasrepertoire is nog altijd klein. Hopelijk ga ik componisten van nu tot nieuw werk inspireren. Ik wil zoveel mogelijk solo doen, maar dat is niet toereikend. Spelen in een orkest biedt je financieel én artistiek houvast. En het repertoire is ineens een stuk groter, haha.’
Wat neemt Sasha mee naar haar optredens? Bekijk hier de inhoud van haar koffer!