Concertprogramma
Composer in Residence: Caroline Shaw & Kamus Quartet
Kleine Zaal 11 oktober 2024 20.15 uur
Caroline Shaw zang
Kamus Quartet:
Terhi Paldanius viool
Jukka Untamala viool
Jussi Tuhkanen altviool
Petja Kainulainen cello
Zangteksten zijn gratis verkrijgbaar aan de zaal.
Ook interessant:
- Interview met Caroline Shaw
Caroline Shaw (1982)
Moss
uit ‘Evergreen’ (2020)
voor strijkkwartet
Josquin des Prez (ca. 1450/55-1521)
Nymphes des bois (1497)
Caroline Shaw
Cant voi l’aube (2016)
Stem
uit ‘Evergreen’
Alessandro Scarlatti (1660-1725)
Sonata a quattro nr. 1 in f kl.t. (jaartal onbekend)
Caroline Shaw
Entr’acte (2011)
Will There Be Any Stars in
My Crown
uit ‘By and By’ (2015)
pauze ± 21.00 uur
Ludwig van Beethoven (1770-1827)
La malinconia: Adagio –
Allegretto quasi allegro
uit ‘Strijkkwartet in Bes gr.t.’, op. 18 nr. 6 (1798-1800)
Caroline Shaw
Blueprint (2016)
Water
uit ‘Evergreen’
And So
uit ‘Is a Rose’ (2016-18)
Root
uit ‘Evergreen’
Other Song (2021)
einde ± 22.10 uur
Met dank aan het Composer in Residence Fonds.
Caroline Shaw zang
Kamus Quartet:
Terhi Paldanius viool
Jukka Untamala viool
Jussi Tuhkanen altviool
Petja Kainulainen cello
Zangteksten zijn gratis verkrijgbaar aan de zaal.
Ook interessant:
- Interview met Caroline Shaw
Caroline Shaw (1982)
Moss
uit ‘Evergreen’ (2020)
voor strijkkwartet
Josquin des Prez (ca. 1450/55-1521)
Nymphes des bois (1497)
Caroline Shaw
Cant voi l’aube (2016)
Stem
uit ‘Evergreen’
Alessandro Scarlatti (1660-1725)
Sonata a quattro nr. 1 in f kl.t. (jaartal onbekend)
Caroline Shaw
Entr’acte (2011)
Will There Be Any Stars in
My Crown
uit ‘By and By’ (2015)
pauze ± 21.00 uur
Ludwig van Beethoven (1770-1827)
La malinconia: Adagio –
Allegretto quasi allegro
uit ‘Strijkkwartet in Bes gr.t.’, op. 18 nr. 6 (1798-1800)
Caroline Shaw
Blueprint (2016)
Water
uit ‘Evergreen’
And So
uit ‘Is a Rose’ (2016-18)
Root
uit ‘Evergreen’
Other Song (2021)
einde ± 22.10 uur
Met dank aan het Composer in Residence Fonds.
Toelichting
Toelichting
In haar eerste Kleine Zaal-optreden als composer in residence van Het Concertgebouw plaatst Caroline Shaw eigen werk voor strijkkwartet met en zonder stem naast stukken van Josquin des Prez, Alessandro Scarlatti en Ludwig van Beethoven. Rode draad in het programma vormt haar vierdelige cyclus Evergreen voor strijkkwartet, die in 2022 door het Attacca Quartet op cd werd gezet; ook vier andere stukken komen van dit album, dat in 2023 bekroond werd met een Grammy Award. Evergreen is een ode aan een boom die Shaw aantrof in een groenblijvend bos op Galiano Island voor de kust van Vancouver.
Shaw verklaart haar keuzes: ‘Ik heb het programma samen met de leden van het Kamus Quartet gemaakt. Zij zijn geestverwanten, geïnteresseerd in concerten waarin oude en nieuwe muziek met elkaar gecombineerd worden. Ik bewonder vooral hoe zorgvuldig zij omgaan met de ‘naden’ tussen de verschillende composities. Net als ik schrikken zij er niet voor terug de verschillende delen van een cyclus op te breken.’
Zo worden de vier delen van Evergreen doorsneden met andere composities: ‘We kozen voor deze cyclus omdat hij zo mooi resoneert met stukken die we ook wilden uitvoeren. De randen van de delen hebben een soort openheid waardoor ze makkelijk bij andere muziek kunnen aansluiten. Zo konden we een reis uitstippelen door verschillende werelden. Ik hou van de serendipiteit: dat je nieuwe dingen gaat horen door wat er voor of na een compositie klinkt.’
Na het eerste deel, Moss, volgt bijvoorbeeld de beroemde klaagzang Nymphes des bois van de polyfonist Josquin des Prez, in een eigen arrangement voor strijkkwartet van het Kamus Quartet. ‘Zij delen mijn liefde voor Josquin,’ zegt Shaw. ‘Ik houd erg van diens samenklanken en heb zelf ooit een zetting gemaakt voor strijkorkest en acht stemmen. Er is geen directe link met mijn stuk maar mos heeft iets begrafenisachtigs, het groeit vaak op structuren die aan het vergaan zijn; in dit geval betreft dit de takken van een dode boom.’
In haar eerste Kleine Zaal-optreden als composer in residence van Het Concertgebouw plaatst Caroline Shaw eigen werk voor strijkkwartet met en zonder stem naast stukken van Josquin des Prez, Alessandro Scarlatti en Ludwig van Beethoven. Rode draad in het programma vormt haar vierdelige cyclus Evergreen voor strijkkwartet, die in 2022 door het Attacca Quartet op cd werd gezet; ook vier andere stukken komen van dit album, dat in 2023 bekroond werd met een Grammy Award. Evergreen is een ode aan een boom die Shaw aantrof in een groenblijvend bos op Galiano Island voor de kust van Vancouver.
Shaw verklaart haar keuzes: ‘Ik heb het programma samen met de leden van het Kamus Quartet gemaakt. Zij zijn geestverwanten, geïnteresseerd in concerten waarin oude en nieuwe muziek met elkaar gecombineerd worden. Ik bewonder vooral hoe zorgvuldig zij omgaan met de ‘naden’ tussen de verschillende composities. Net als ik schrikken zij er niet voor terug de verschillende delen van een cyclus op te breken.’
Zo worden de vier delen van Evergreen doorsneden met andere composities: ‘We kozen voor deze cyclus omdat hij zo mooi resoneert met stukken die we ook wilden uitvoeren. De randen van de delen hebben een soort openheid waardoor ze makkelijk bij andere muziek kunnen aansluiten. Zo konden we een reis uitstippelen door verschillende werelden. Ik hou van de serendipiteit: dat je nieuwe dingen gaat horen door wat er voor of na een compositie klinkt.’
Na het eerste deel, Moss, volgt bijvoorbeeld de beroemde klaagzang Nymphes des bois van de polyfonist Josquin des Prez, in een eigen arrangement voor strijkkwartet van het Kamus Quartet. ‘Zij delen mijn liefde voor Josquin,’ zegt Shaw. ‘Ik houd erg van diens samenklanken en heb zelf ooit een zetting gemaakt voor strijkorkest en acht stemmen. Er is geen directe link met mijn stuk maar mos heeft iets begrafenisachtigs, het groeit vaak op structuren die aan het vergaan zijn; in dit geval betreft dit de takken van een dode boom.’
Cant voi l’aube is een eigen zetting van een liefdesgedicht toegeschreven aan de middeleeuwse trouvère Gace Brulé (ca. 1160-na 1212), met opvallend zwierige zang. Het is een traditionele aubade, met de zoetheid van verboden liefde, waarvan sommigen beweren dat ze is geschreven door een vrouw. Ik evoceer trouwens niet bewust trouvère-muziek, het zijn eerder vrije associaties binnen mijn eigen muzikale voorkeuren. De ritmes en samenklanken hinten wel naar oude muziek – zo ontstonden spontaan hemiolen (tweedelige accenten binnen een driedelige maatsoort).’
Dan klinkt Stem, het tweede deel van Evergreen. ‘De vier strijkers verklanken de knoestige vormen van de stam, in een afwisseling van langgerekte klanken en driftig door elkaar krioelende lijnen.’
Dit vormt een mooie opmaat voor de Sonata a quattro nr. 1 in f klein van barokcomponist Alessandro Scarlatti, aldus Shaw: ‘Scarlatti componeerde heerlijke muziek voor strijkers en zijn sonates hebben merkwaardige harmonische wendingen die mij als componist en luisteraar erg aanspreken.’
Shaw reflecteert graag op het werk van componisten uit het verleden. Zo is Entr’acte voor strijkkwartet geïnspireerd op een menuet van de achttiende-eeuwer Joseph Haydn. Het heeft de vorm van een klassiek menuet met trio, maar door de vele moderne speeltechnieken als Bartók-pizzicato’s [een percussieve toon die ontstaat door de snaar tegen de hals van het instrument te laten klappen, red.], vierdubbelgrepen en ruisklanken ontstaat een vervreemdend effect. Shaw: ‘Ik vind het prachtig hoe Haydn je plotseling meeneemt naar de andere kant van de spiegel van Alice in Wonderland, in een absurde, subtiele, technicolor overgang.’
Het origineel van Haydn paste ‘helaas niet meer in het programma’, maar Ludwig van Beethovens La malinconia uit diens Srijkkwartet in Bes groot, opus 18 nr. 6 haalde het wel: ‘In mijn vorig leven als violist heb ik dit kwartet vaker gespeeld en toen ik werkte aan Blueprint ben ik het opnieuw gaan studeren. Ik ben dol op de slinkse cadensen die plotselinge veranderingen in energie teweegbrengen. Bepaalde wendingen heb ik verwerkt in mijn stuk. Het is een eerbiedige knik naar het verleden en tegelijkertijd een speelse verwijzing naar het plezier van het à vue samenspelen met vrienden.’
Naast Cant voi l’aube klinken nog twee stukken voor kwartet en stem. And So stamt uit de cyclus Is a Rose (oorspronkelijk gecomponeerd voor barokorkest). De titel knipoogt naar Julia, die in Shakespeares tragedie Romeo en Julia verzucht dat een roos onder een andere naam net zo zoet zou ruiken. Het is een bespiegeling over de vergankelijkheid van het leven. Tegen spaarzame akkoorden en wufte pizzicato’s van de strijkers zingt Shaw in een vrij ritme weemoedige verzen van zichzelf, George Bernard Shaw, Robert Burns, Gertrude Stein en Billy Joel.
Van Other Song bestaan twee versies, een meer klassieke met strijkkwartet die vandaag wordt uitgevoerd en een poppy versie, die Shaw in 2021 op cd zette met Sō Percussion. Het album werd prompt beloond met een Grammy Award en tijdens haar gastverblijf in Amsterdam zal Shaw een nieuw stuk componeren voor dit slagwerkensemble. In Other Song zingt ze vloeiende cantilenen met een folky karakter tegen minimalistische patronen van de strijkers. Bij eerdere uitvoeringen vroeg Shaw het publiek de musici te ondersteunen door een aangehouden lage bes te zingen. Voor haar is het plezier van muziekmaken essentieel. In een interview van Vrouwkje Tuinman op de website van Het Concertgebouw verwoordde ze het zo: ‘Of ik nu met een strijkkwartet werk, een koor of zelfs een orkest, ik streef naar het gevoel dat je samen een bandje bent, waarin iedereen even belangrijk is.’
Cant voi l’aube is een eigen zetting van een liefdesgedicht toegeschreven aan de middeleeuwse trouvère Gace Brulé (ca. 1160-na 1212), met opvallend zwierige zang. Het is een traditionele aubade, met de zoetheid van verboden liefde, waarvan sommigen beweren dat ze is geschreven door een vrouw. Ik evoceer trouwens niet bewust trouvère-muziek, het zijn eerder vrije associaties binnen mijn eigen muzikale voorkeuren. De ritmes en samenklanken hinten wel naar oude muziek – zo ontstonden spontaan hemiolen (tweedelige accenten binnen een driedelige maatsoort).’
Dan klinkt Stem, het tweede deel van Evergreen. ‘De vier strijkers verklanken de knoestige vormen van de stam, in een afwisseling van langgerekte klanken en driftig door elkaar krioelende lijnen.’
Dit vormt een mooie opmaat voor de Sonata a quattro nr. 1 in f klein van barokcomponist Alessandro Scarlatti, aldus Shaw: ‘Scarlatti componeerde heerlijke muziek voor strijkers en zijn sonates hebben merkwaardige harmonische wendingen die mij als componist en luisteraar erg aanspreken.’
Shaw reflecteert graag op het werk van componisten uit het verleden. Zo is Entr’acte voor strijkkwartet geïnspireerd op een menuet van de achttiende-eeuwer Joseph Haydn. Het heeft de vorm van een klassiek menuet met trio, maar door de vele moderne speeltechnieken als Bartók-pizzicato’s [een percussieve toon die ontstaat door de snaar tegen de hals van het instrument te laten klappen, red.], vierdubbelgrepen en ruisklanken ontstaat een vervreemdend effect. Shaw: ‘Ik vind het prachtig hoe Haydn je plotseling meeneemt naar de andere kant van de spiegel van Alice in Wonderland, in een absurde, subtiele, technicolor overgang.’
Het origineel van Haydn paste ‘helaas niet meer in het programma’, maar Ludwig van Beethovens La malinconia uit diens Srijkkwartet in Bes groot, opus 18 nr. 6 haalde het wel: ‘In mijn vorig leven als violist heb ik dit kwartet vaker gespeeld en toen ik werkte aan Blueprint ben ik het opnieuw gaan studeren. Ik ben dol op de slinkse cadensen die plotselinge veranderingen in energie teweegbrengen. Bepaalde wendingen heb ik verwerkt in mijn stuk. Het is een eerbiedige knik naar het verleden en tegelijkertijd een speelse verwijzing naar het plezier van het à vue samenspelen met vrienden.’
Naast Cant voi l’aube klinken nog twee stukken voor kwartet en stem. And So stamt uit de cyclus Is a Rose (oorspronkelijk gecomponeerd voor barokorkest). De titel knipoogt naar Julia, die in Shakespeares tragedie Romeo en Julia verzucht dat een roos onder een andere naam net zo zoet zou ruiken. Het is een bespiegeling over de vergankelijkheid van het leven. Tegen spaarzame akkoorden en wufte pizzicato’s van de strijkers zingt Shaw in een vrij ritme weemoedige verzen van zichzelf, George Bernard Shaw, Robert Burns, Gertrude Stein en Billy Joel.
Van Other Song bestaan twee versies, een meer klassieke met strijkkwartet die vandaag wordt uitgevoerd en een poppy versie, die Shaw in 2021 op cd zette met Sō Percussion. Het album werd prompt beloond met een Grammy Award en tijdens haar gastverblijf in Amsterdam zal Shaw een nieuw stuk componeren voor dit slagwerkensemble. In Other Song zingt ze vloeiende cantilenen met een folky karakter tegen minimalistische patronen van de strijkers. Bij eerdere uitvoeringen vroeg Shaw het publiek de musici te ondersteunen door een aangehouden lage bes te zingen. Voor haar is het plezier van muziekmaken essentieel. In een interview van Vrouwkje Tuinman op de website van Het Concertgebouw verwoordde ze het zo: ‘Of ik nu met een strijkkwartet werk, een koor of zelfs een orkest, ik streef naar het gevoel dat je samen een bandje bent, waarin iedereen even belangrijk is.’
Toelichting
In haar eerste Kleine Zaal-optreden als composer in residence van Het Concertgebouw plaatst Caroline Shaw eigen werk voor strijkkwartet met en zonder stem naast stukken van Josquin des Prez, Alessandro Scarlatti en Ludwig van Beethoven. Rode draad in het programma vormt haar vierdelige cyclus Evergreen voor strijkkwartet, die in 2022 door het Attacca Quartet op cd werd gezet; ook vier andere stukken komen van dit album, dat in 2023 bekroond werd met een Grammy Award. Evergreen is een ode aan een boom die Shaw aantrof in een groenblijvend bos op Galiano Island voor de kust van Vancouver.
Shaw verklaart haar keuzes: ‘Ik heb het programma samen met de leden van het Kamus Quartet gemaakt. Zij zijn geestverwanten, geïnteresseerd in concerten waarin oude en nieuwe muziek met elkaar gecombineerd worden. Ik bewonder vooral hoe zorgvuldig zij omgaan met de ‘naden’ tussen de verschillende composities. Net als ik schrikken zij er niet voor terug de verschillende delen van een cyclus op te breken.’
Zo worden de vier delen van Evergreen doorsneden met andere composities: ‘We kozen voor deze cyclus omdat hij zo mooi resoneert met stukken die we ook wilden uitvoeren. De randen van de delen hebben een soort openheid waardoor ze makkelijk bij andere muziek kunnen aansluiten. Zo konden we een reis uitstippelen door verschillende werelden. Ik hou van de serendipiteit: dat je nieuwe dingen gaat horen door wat er voor of na een compositie klinkt.’
Na het eerste deel, Moss, volgt bijvoorbeeld de beroemde klaagzang Nymphes des bois van de polyfonist Josquin des Prez, in een eigen arrangement voor strijkkwartet van het Kamus Quartet. ‘Zij delen mijn liefde voor Josquin,’ zegt Shaw. ‘Ik houd erg van diens samenklanken en heb zelf ooit een zetting gemaakt voor strijkorkest en acht stemmen. Er is geen directe link met mijn stuk maar mos heeft iets begrafenisachtigs, het groeit vaak op structuren die aan het vergaan zijn; in dit geval betreft dit de takken van een dode boom.’
In haar eerste Kleine Zaal-optreden als composer in residence van Het Concertgebouw plaatst Caroline Shaw eigen werk voor strijkkwartet met en zonder stem naast stukken van Josquin des Prez, Alessandro Scarlatti en Ludwig van Beethoven. Rode draad in het programma vormt haar vierdelige cyclus Evergreen voor strijkkwartet, die in 2022 door het Attacca Quartet op cd werd gezet; ook vier andere stukken komen van dit album, dat in 2023 bekroond werd met een Grammy Award. Evergreen is een ode aan een boom die Shaw aantrof in een groenblijvend bos op Galiano Island voor de kust van Vancouver.
Shaw verklaart haar keuzes: ‘Ik heb het programma samen met de leden van het Kamus Quartet gemaakt. Zij zijn geestverwanten, geïnteresseerd in concerten waarin oude en nieuwe muziek met elkaar gecombineerd worden. Ik bewonder vooral hoe zorgvuldig zij omgaan met de ‘naden’ tussen de verschillende composities. Net als ik schrikken zij er niet voor terug de verschillende delen van een cyclus op te breken.’
Zo worden de vier delen van Evergreen doorsneden met andere composities: ‘We kozen voor deze cyclus omdat hij zo mooi resoneert met stukken die we ook wilden uitvoeren. De randen van de delen hebben een soort openheid waardoor ze makkelijk bij andere muziek kunnen aansluiten. Zo konden we een reis uitstippelen door verschillende werelden. Ik hou van de serendipiteit: dat je nieuwe dingen gaat horen door wat er voor of na een compositie klinkt.’
Na het eerste deel, Moss, volgt bijvoorbeeld de beroemde klaagzang Nymphes des bois van de polyfonist Josquin des Prez, in een eigen arrangement voor strijkkwartet van het Kamus Quartet. ‘Zij delen mijn liefde voor Josquin,’ zegt Shaw. ‘Ik houd erg van diens samenklanken en heb zelf ooit een zetting gemaakt voor strijkorkest en acht stemmen. Er is geen directe link met mijn stuk maar mos heeft iets begrafenisachtigs, het groeit vaak op structuren die aan het vergaan zijn; in dit geval betreft dit de takken van een dode boom.’
Cant voi l’aube is een eigen zetting van een liefdesgedicht toegeschreven aan de middeleeuwse trouvère Gace Brulé (ca. 1160-na 1212), met opvallend zwierige zang. Het is een traditionele aubade, met de zoetheid van verboden liefde, waarvan sommigen beweren dat ze is geschreven door een vrouw. Ik evoceer trouwens niet bewust trouvère-muziek, het zijn eerder vrije associaties binnen mijn eigen muzikale voorkeuren. De ritmes en samenklanken hinten wel naar oude muziek – zo ontstonden spontaan hemiolen (tweedelige accenten binnen een driedelige maatsoort).’
Dan klinkt Stem, het tweede deel van Evergreen. ‘De vier strijkers verklanken de knoestige vormen van de stam, in een afwisseling van langgerekte klanken en driftig door elkaar krioelende lijnen.’
Dit vormt een mooie opmaat voor de Sonata a quattro nr. 1 in f klein van barokcomponist Alessandro Scarlatti, aldus Shaw: ‘Scarlatti componeerde heerlijke muziek voor strijkers en zijn sonates hebben merkwaardige harmonische wendingen die mij als componist en luisteraar erg aanspreken.’
Shaw reflecteert graag op het werk van componisten uit het verleden. Zo is Entr’acte voor strijkkwartet geïnspireerd op een menuet van de achttiende-eeuwer Joseph Haydn. Het heeft de vorm van een klassiek menuet met trio, maar door de vele moderne speeltechnieken als Bartók-pizzicato’s [een percussieve toon die ontstaat door de snaar tegen de hals van het instrument te laten klappen, red.], vierdubbelgrepen en ruisklanken ontstaat een vervreemdend effect. Shaw: ‘Ik vind het prachtig hoe Haydn je plotseling meeneemt naar de andere kant van de spiegel van Alice in Wonderland, in een absurde, subtiele, technicolor overgang.’
Het origineel van Haydn paste ‘helaas niet meer in het programma’, maar Ludwig van Beethovens La malinconia uit diens Srijkkwartet in Bes groot, opus 18 nr. 6 haalde het wel: ‘In mijn vorig leven als violist heb ik dit kwartet vaker gespeeld en toen ik werkte aan Blueprint ben ik het opnieuw gaan studeren. Ik ben dol op de slinkse cadensen die plotselinge veranderingen in energie teweegbrengen. Bepaalde wendingen heb ik verwerkt in mijn stuk. Het is een eerbiedige knik naar het verleden en tegelijkertijd een speelse verwijzing naar het plezier van het à vue samenspelen met vrienden.’
Naast Cant voi l’aube klinken nog twee stukken voor kwartet en stem. And So stamt uit de cyclus Is a Rose (oorspronkelijk gecomponeerd voor barokorkest). De titel knipoogt naar Julia, die in Shakespeares tragedie Romeo en Julia verzucht dat een roos onder een andere naam net zo zoet zou ruiken. Het is een bespiegeling over de vergankelijkheid van het leven. Tegen spaarzame akkoorden en wufte pizzicato’s van de strijkers zingt Shaw in een vrij ritme weemoedige verzen van zichzelf, George Bernard Shaw, Robert Burns, Gertrude Stein en Billy Joel.
Van Other Song bestaan twee versies, een meer klassieke met strijkkwartet die vandaag wordt uitgevoerd en een poppy versie, die Shaw in 2021 op cd zette met Sō Percussion. Het album werd prompt beloond met een Grammy Award en tijdens haar gastverblijf in Amsterdam zal Shaw een nieuw stuk componeren voor dit slagwerkensemble. In Other Song zingt ze vloeiende cantilenen met een folky karakter tegen minimalistische patronen van de strijkers. Bij eerdere uitvoeringen vroeg Shaw het publiek de musici te ondersteunen door een aangehouden lage bes te zingen. Voor haar is het plezier van muziekmaken essentieel. In een interview van Vrouwkje Tuinman op de website van Het Concertgebouw verwoordde ze het zo: ‘Of ik nu met een strijkkwartet werk, een koor of zelfs een orkest, ik streef naar het gevoel dat je samen een bandje bent, waarin iedereen even belangrijk is.’
Cant voi l’aube is een eigen zetting van een liefdesgedicht toegeschreven aan de middeleeuwse trouvère Gace Brulé (ca. 1160-na 1212), met opvallend zwierige zang. Het is een traditionele aubade, met de zoetheid van verboden liefde, waarvan sommigen beweren dat ze is geschreven door een vrouw. Ik evoceer trouwens niet bewust trouvère-muziek, het zijn eerder vrije associaties binnen mijn eigen muzikale voorkeuren. De ritmes en samenklanken hinten wel naar oude muziek – zo ontstonden spontaan hemiolen (tweedelige accenten binnen een driedelige maatsoort).’
Dan klinkt Stem, het tweede deel van Evergreen. ‘De vier strijkers verklanken de knoestige vormen van de stam, in een afwisseling van langgerekte klanken en driftig door elkaar krioelende lijnen.’
Dit vormt een mooie opmaat voor de Sonata a quattro nr. 1 in f klein van barokcomponist Alessandro Scarlatti, aldus Shaw: ‘Scarlatti componeerde heerlijke muziek voor strijkers en zijn sonates hebben merkwaardige harmonische wendingen die mij als componist en luisteraar erg aanspreken.’
Shaw reflecteert graag op het werk van componisten uit het verleden. Zo is Entr’acte voor strijkkwartet geïnspireerd op een menuet van de achttiende-eeuwer Joseph Haydn. Het heeft de vorm van een klassiek menuet met trio, maar door de vele moderne speeltechnieken als Bartók-pizzicato’s [een percussieve toon die ontstaat door de snaar tegen de hals van het instrument te laten klappen, red.], vierdubbelgrepen en ruisklanken ontstaat een vervreemdend effect. Shaw: ‘Ik vind het prachtig hoe Haydn je plotseling meeneemt naar de andere kant van de spiegel van Alice in Wonderland, in een absurde, subtiele, technicolor overgang.’
Het origineel van Haydn paste ‘helaas niet meer in het programma’, maar Ludwig van Beethovens La malinconia uit diens Srijkkwartet in Bes groot, opus 18 nr. 6 haalde het wel: ‘In mijn vorig leven als violist heb ik dit kwartet vaker gespeeld en toen ik werkte aan Blueprint ben ik het opnieuw gaan studeren. Ik ben dol op de slinkse cadensen die plotselinge veranderingen in energie teweegbrengen. Bepaalde wendingen heb ik verwerkt in mijn stuk. Het is een eerbiedige knik naar het verleden en tegelijkertijd een speelse verwijzing naar het plezier van het à vue samenspelen met vrienden.’
Naast Cant voi l’aube klinken nog twee stukken voor kwartet en stem. And So stamt uit de cyclus Is a Rose (oorspronkelijk gecomponeerd voor barokorkest). De titel knipoogt naar Julia, die in Shakespeares tragedie Romeo en Julia verzucht dat een roos onder een andere naam net zo zoet zou ruiken. Het is een bespiegeling over de vergankelijkheid van het leven. Tegen spaarzame akkoorden en wufte pizzicato’s van de strijkers zingt Shaw in een vrij ritme weemoedige verzen van zichzelf, George Bernard Shaw, Robert Burns, Gertrude Stein en Billy Joel.
Van Other Song bestaan twee versies, een meer klassieke met strijkkwartet die vandaag wordt uitgevoerd en een poppy versie, die Shaw in 2021 op cd zette met Sō Percussion. Het album werd prompt beloond met een Grammy Award en tijdens haar gastverblijf in Amsterdam zal Shaw een nieuw stuk componeren voor dit slagwerkensemble. In Other Song zingt ze vloeiende cantilenen met een folky karakter tegen minimalistische patronen van de strijkers. Bij eerdere uitvoeringen vroeg Shaw het publiek de musici te ondersteunen door een aangehouden lage bes te zingen. Voor haar is het plezier van muziekmaken essentieel. In een interview van Vrouwkje Tuinman op de website van Het Concertgebouw verwoordde ze het zo: ‘Of ik nu met een strijkkwartet werk, een koor of zelfs een orkest, ik streef naar het gevoel dat je samen een bandje bent, waarin iedereen even belangrijk is.’
Biografie
Caroline Shaw, zang
Caroline Shaw is onder meer componist, producer, zanger en violist, en beweegt zich soepel tussen de verschillende media en genres. Viool studeerde de Amerikaanse aan Rice University in Houston en aan Yale University, en compositie aan Princeton University. Dit seizoen is ze composer in residence van Het Concertgebouw.
In 2013 ontving Caroline Shaw de Pulitzer Prize for Music voor haar Partita for 8 Voices, toegesneden op het vocale ensemble Roomful Of Teeth waarin ze zelf de tweede alt zingt.
Caroline Shaw heeft vier Grammy Awards op haar naam (meest recent voor Rough Magic met Roomful of Teeth) en kreeg van Yale University een eredoctoraat.
Ze werkte samen met een keur aan artiesten, onder wie de rappers Kanye West (onder meer Say You Will) en Nas, de Spaanse zangeres Rosalía, rockbands The National en Arcade Fire, het New Yorkse kwartet Sō Percussion, I Giardini, een aantal strijkkwartetten (Aizuri, Dover, Calidore, Attacca), de grote orkesten van Baltimore, Los Angeles, Cincinnati, Seattle en New York, het New York City Ballet, het National Theatre, de sopranen Renée Fleming en Dawn Upshaw en cellist Yo-Yo Ma.
Haar muziek was te horen in films en series als Fleishman Is in Trouble, Bombshell, Yellowjackets, Maid, Dark, Homecoming (van Beyoncé, 2019) en Tár. Met haar partner Danni Lee vormt Caroline Shaw het ‘electronic cinematic pop duo’ Ringdown.
Kamus Quartet, ensemble
Het Kamus Quartet werd opgericht in 2002, toen de vier leden nog studeerden aan de Sibelius Academie in Helsinki. Ruim twintig jaar later wordt het ensemble geroemd om zijn veelzijdige artistieke programmering en open opstelling jegens het hele spectrum aan kwartetmuziek – van vroegklassiek tot en met net gecomponeerd.
Van nature hebben de musici een grote affiniteit met het Finse repertoire, van Sibelius tot Saariaho. Voor hun opnames krijgen ze veel waardering, en in hun thuisland wonnen ze er de EMMA Prize mee voor het beste klassieke album alsook een prijs van de Finse Nationale Omroep.
Als actieve kracht in het Finse muziekleven ontwikkelt het Kamus Quartet nieuwe manieren om kamermuziek te presenteren, bijvoorbeeld met de concertserie TeemaHelsinki waarin het nieuwe stedelijke ruimtes voor klassieke muziek zoekt en het verband tussen de muziek en de locatie benadrukt.
Het viertal heeft bovendien een project geïnitieerd om het muzikale leven van het Finse platteland te verrijken, en voert de artistieke leiding over het internationaal gerenommeerde Meidän Festivaali (Our Festival).
Een actueel project is ook Beethoven Effect, een complete Beethovencyclus uitgevoerd in vijf dagen inclusief aanstaande opnames van alle kwartetten. De afgelopen seizoenen tourde het Kamus Quartet in Mexico, Groot-Brittannië, België en Scandinavië.
Het Kleine Zaal-debuut dateert van 11 oktober 2017; toen speelde het naast werken van Grieg en Sibelius de wereldpremière van het Tweede strijkkwartet van de toenmalige composer in residence van Het Concertgebouw Sebastian Fagerlund.