Componiste Caroline Shaw: ‘Componeren komt uit mijn hart en geest’
door Thea Derks 26 sep. 2024 26 september 2024
Componist, violist en zangeres Caroline Shaw beperkt zich niet tot de wereld van de klassieke muziek maar werkt net zo makkelijk samen met popmusici, filmmakers en dansers. Als huiscomponist van Het Concertgebouw strijkt ze komende maand neer in Amsterdam. ‘Ik zoek naar datgene waarbij mijn hart en hersenen een sprongetje maken.’
Caroline Shaw, geboren in Greenville, North Carolina, is een van de centrale leden van het vocaal ensemble Roomful of Teeth. Met de Partita for 8 Voices die ze hiervoor schreef won ze in 2013 de Pulitzerprijs voor muziek, als jongste winnaar ooit. De cd-opname werd in 2014 bekroond met een Grammy. Hierna zouden nog liefst drie Grammy’s volgen, in 2020, 2021 en 2023.
In dit seizoen, waarin ze composer in residence is van Het Concertgebouw, betreedt ze ook zelf meermaals het podium van de Kleine Zaal. Voor haar eerste programma werkt ze samen met het Finse Kamus Quartet. Ze verklaart haar keuze: ‘Ik ontmoette hen in 2022 tijdens het Maidän Festival in Finland en werd meteen verliefd op hun generositeit, hun diepgravende spel en hun algehele nieuwsgierigheid naar muziek. Sinds die tijd hebben we voortdurend gesproken over een nauwere samenwerking en ik ben heel blij dat we nu een kleine tournee door Europa maken, inclusief dit concert in Het Concertgebouw.’
Intens verliefd
Shaw speelde op tweejarige leeftijd al viool en begon rond haar tiende stukjes te componeren. Ze groeide op in een wereld vol klassieke muziek: ‘Mijn moeder is zangeres en Suzuki-vioollerares, mijn twee oudere broers speelden viool en mijn vader is een goede amateurpianist. Greenville is een relatief kleine stad, maar er waren honderden kinderen die viool speelden volgens de Suzuki-methode [een muzieklesmethode voor heel jonge kinderen die uitgaat van het gehoor, red.], dat was dus mijn sociale omgeving. Ik was nogal competitief en vond het inspirerend de oudere kinderen liedjes te horen spelen die ik zelf over een tijdje zou gaan leren. Toen ik een jaar of tien, elf was, speelde ik voor het eerst kamermuziek. Ik was meteen verkocht en als tiener raakte ik gaandeweg intens verliefd op muziek, zeg maar gerust erdoor geobsedeerd.’
Aanvankelijk wilde ze professioneel violist worden, liefst in een strijkkwartet of symfonieorkest. Dat veranderde toen ze op haar middelbare school vaker ging zingen en componeren: ‘Ik realiseerde me dat je als musicus een onzekere carrière tegemoet gaat wanneer je je maar op één ding concentreert. Daarom probeerde ik zo veel mogelijk muzikale baantjes te vinden, variërend van dansbegeleider, kerkzanger, barokviolist en hedendaags musicus tot websiteontwerper. Zo heb ik in 2008 veel opgestoken van het mezelf eigen maken van ontwerpmodules als HTML en CSS. Dat heeft zelfs mijn eerste composities beïnvloed, waaronder Partita.’
‘Zelfs als ik wijnranken aan het terugsnoeien ben denk ik aan muziek’
Shaw zei eens dat vioolspelen bijna natuurlijker voelt dan spreken. ‘Ah’, lacht ze, ‘dat komt doordat ik vanaf mijn geboorte ondergedompeld werd in die Suzuki-vioolliedjes. Zodra ik iets kon vasthouden zonder het te laten vallen liet mijn moeder me voorzichtig kennismaken met het instrument. Als ik spreek via mijn viool voel ik me totaal op mijn gemak, terwijl ik met woorden soms vastloop.’ Zingen voelt kwetsbaarder: ‘Dat is zó direct aan je persoonlijkheid gekoppeld, aan je lichaam. Als ik gespannen ben, trilt mijn stem; als ik helemaal in de muziek opga, opent hij zich. Zingen is verbonden met je ademhaling, je innerlijk. Er zit geen hout of haar tussen jou en de lucht.’ En misschien is componeren nóg wel kwetsbaarder, denkt ze: ‘Het is nogal wat om tegen een luisteraar te zeggen, hier, ik heb dit voor jou gemaakt, het kwam uit mijn hart en geest.’
Samenwerken en groeien
Vaak benadrukt Shaw dat ze het belangrijk vindt samen te werken ‘alsof je in een band zit’. Wat bedoelt ze hier precies mee? ‘Nou’, relativeert ze, ‘dat verschilt per situatie. Elk muzikaal project is weer anders, afhankelijk van de betrokken mensen, het genre of de gebeurtenis. Onlangs heb ik gewerkt met Sō Percussion, waarbij we onze allemaal onze eigen ideeën inbrachten over teksten, harmonie, melodie, ritme en vorm. Toen ik werkte met rapper Kanye West droegen de verschillende makers ideeën aan, als stukjes van een grotere puzzel. In Ringdown, het duo dat ik vorm met mijn partner Danni Lee, gaan we ongeveer gelijk op. Als ik componeer voor een orkest of een ensemble lever ik uiteraard een vrij gedetailleerde partituur aan, hoewel ik ook daarin probeer de uitvoerenden enige ruimte te geven.’
Caroline Shaw, geboren in Greenville, North Carolina, is een van de centrale leden van het vocaal ensemble Roomful of Teeth. Met de Partita for 8 Voices die ze hiervoor schreef won ze in 2013 de Pulitzerprijs voor muziek, als jongste winnaar ooit. De cd-opname werd in 2014 bekroond met een Grammy. Hierna zouden nog liefst drie Grammy’s volgen, in 2020, 2021 en 2023.
In dit seizoen, waarin ze composer in residence is van Het Concertgebouw, betreedt ze ook zelf meermaals het podium van de Kleine Zaal. Voor haar eerste programma werkt ze samen met het Finse Kamus Quartet. Ze verklaart haar keuze: ‘Ik ontmoette hen in 2022 tijdens het Maidän Festival in Finland en werd meteen verliefd op hun generositeit, hun diepgravende spel en hun algehele nieuwsgierigheid naar muziek. Sinds die tijd hebben we voortdurend gesproken over een nauwere samenwerking en ik ben heel blij dat we nu een kleine tournee door Europa maken, inclusief dit concert in Het Concertgebouw.’
Intens verliefd
Shaw speelde op tweejarige leeftijd al viool en begon rond haar tiende stukjes te componeren. Ze groeide op in een wereld vol klassieke muziek: ‘Mijn moeder is zangeres en Suzuki-vioollerares, mijn twee oudere broers speelden viool en mijn vader is een goede amateurpianist. Greenville is een relatief kleine stad, maar er waren honderden kinderen die viool speelden volgens de Suzuki-methode [een muzieklesmethode voor heel jonge kinderen die uitgaat van het gehoor, red.], dat was dus mijn sociale omgeving. Ik was nogal competitief en vond het inspirerend de oudere kinderen liedjes te horen spelen die ik zelf over een tijdje zou gaan leren. Toen ik een jaar of tien, elf was, speelde ik voor het eerst kamermuziek. Ik was meteen verkocht en als tiener raakte ik gaandeweg intens verliefd op muziek, zeg maar gerust erdoor geobsedeerd.’
Aanvankelijk wilde ze professioneel violist worden, liefst in een strijkkwartet of symfonieorkest. Dat veranderde toen ze op haar middelbare school vaker ging zingen en componeren: ‘Ik realiseerde me dat je als musicus een onzekere carrière tegemoet gaat wanneer je je maar op één ding concentreert. Daarom probeerde ik zo veel mogelijk muzikale baantjes te vinden, variërend van dansbegeleider, kerkzanger, barokviolist en hedendaags musicus tot websiteontwerper. Zo heb ik in 2008 veel opgestoken van het mezelf eigen maken van ontwerpmodules als HTML en CSS. Dat heeft zelfs mijn eerste composities beïnvloed, waaronder Partita.’
‘Zelfs als ik wijnranken aan het terugsnoeien ben denk ik aan muziek’
Shaw zei eens dat vioolspelen bijna natuurlijker voelt dan spreken. ‘Ah’, lacht ze, ‘dat komt doordat ik vanaf mijn geboorte ondergedompeld werd in die Suzuki-vioolliedjes. Zodra ik iets kon vasthouden zonder het te laten vallen liet mijn moeder me voorzichtig kennismaken met het instrument. Als ik spreek via mijn viool voel ik me totaal op mijn gemak, terwijl ik met woorden soms vastloop.’ Zingen voelt kwetsbaarder: ‘Dat is zó direct aan je persoonlijkheid gekoppeld, aan je lichaam. Als ik gespannen ben, trilt mijn stem; als ik helemaal in de muziek opga, opent hij zich. Zingen is verbonden met je ademhaling, je innerlijk. Er zit geen hout of haar tussen jou en de lucht.’ En misschien is componeren nóg wel kwetsbaarder, denkt ze: ‘Het is nogal wat om tegen een luisteraar te zeggen, hier, ik heb dit voor jou gemaakt, het kwam uit mijn hart en geest.’
Samenwerken en groeien
Vaak benadrukt Shaw dat ze het belangrijk vindt samen te werken ‘alsof je in een band zit’. Wat bedoelt ze hier precies mee? ‘Nou’, relativeert ze, ‘dat verschilt per situatie. Elk muzikaal project is weer anders, afhankelijk van de betrokken mensen, het genre of de gebeurtenis. Onlangs heb ik gewerkt met Sō Percussion, waarbij we onze allemaal onze eigen ideeën inbrachten over teksten, harmonie, melodie, ritme en vorm. Toen ik werkte met rapper Kanye West droegen de verschillende makers ideeën aan, als stukjes van een grotere puzzel. In Ringdown, het duo dat ik vorm met mijn partner Danni Lee, gaan we ongeveer gelijk op. Als ik componeer voor een orkest of een ensemble lever ik uiteraard een vrij gedetailleerde partituur aan, hoewel ik ook daarin probeer de uitvoerenden enige ruimte te geven.’
Een ander terugkerend thema is de natuur in al haar verschijningsvormen. Dit wortelt in haar liefde voor tuinieren, zegt Shaw: ‘Voor mij is de natuur, of het nou de grond of kleine plantjes betreft, een onuitputtelijke bron van inspiratie. Tegelijkertijd is zij een metafoor voor muziek en het leven die me blijft ontroeren en onderwijzen. Als ik geen muziek maak, is mijn grootste hobby tuinieren. Er zijn eindeloos veel lessen te trekken uit de aarde, de stengel van een nieuwe bonenplant, de bast van een boom, hoe om te gaan met slakken en kevers, of… noem maar op. Zelfs als ik de wijnranken aan het terugsnoeien ben denk ik aan muziek.’ Lachend: ‘Ik zeg altijd: tuinieren is goedkoper dan therapie!’
Componeerproces
Componeren doet ze aan de computer, maar het proces lijkt verwant aan de manier waarop een tuin vorm krijgt: ‘Ik maak weken-, maanden- en soms zelfs jarenlang aantekeningen, waarbij ik spontaan woorden en ideeën noteer die in me opkomen. Elke compositie krijgt een aparte map, met daarin een tekstbestand dat alle domme of briljante ideeën bevat over muziek, concept of tekst. Ik maak bovendien een voicememo van mijn improvisaties aan een keyboard (vaak met een pianogeluid, soms ook opgenomen zang of andere samples) en ga vervolgens met al die invallen schuiven om een vorm op te bouwen. Pas daarna zet ik het via het programma Sibelius om in notenschrift. Dat voelt nog steeds als improviseren, want ik voer de noten heel vlot in (met alleen een toetsenbord met cijfers en letters), zodat ik de ideeën zo snel mogelijk kan schetsen en verplaatsen.’
‘Elk stukje partituur dat ik ooit heb gemaakt staat perfect georganiseerd op mijn laptop’
Papier en potlood komen er niet aan te pas: ‘Ik geef sterk de voorkeur aan het gigantische, dynamische vel papier dat de computer is, veel beter dan zelfs de grootste maat muziekpapier. Ik kan er immers mee reizen, elk stukje partituur dat ik ooit heb gemaakt staat perfect georganiseerd op mijn laptop. Wat betreft het eigenlijke schrijfproces, dat blijft een mysterie! Ik luister voortdurend naar het tempo van een stuk en zoek naar datgene waarbij mijn hart en hersenen een sprongetje maken. Als er iets niet klopt en ik kom er niet uit, dan helpt veelal een goede wandeling.’
Ooit uitte ze de vrees de spontaniteit van het componeren te verliezen. ‘Als tiener componeerde ik puur voor mijn plezier. Als dat instinct en die diepe, eerlijke motivatie om muziek te maken uit zicht dreigt te raken, luister ik naar iets wat me ontroerde toen ik jong was. Iets van bijvoorbeeld Bach of Mozart of Schumann, of van Fiona Apple, dat de kracht heeft me terug te voeren naar het onvoorwaardelijke, ware gevoel van liefde voor muziek dat ik had voordat ik volwassen moest worden.’ De belangrijkste sleutel is vanuit liefde voor de muziek te schrijven: de eerlijke vreugde over het ervaren van geluid en muziek die je als kind of tiener had, gaat nooit verloren! Ik zeg tegen jonge componisten vaak dat ze muziek moeten koesteren, omdat het een magische substantie is die op een onzichtbare manier voor ons allemaal zorgt. Als een soort mycelium dat onder de grond leeft. Sinds ik dat eenmaal weet, ben ik niet langer bang het plezier in het maken van of luisteren naar muziek te verliezen.’
Dutch connection
Shaw verheugt zich op haar verblijf in Amsterdam. De stad is niet nieuw voor haar: ‘Ik was hier ooit als rugzaktoerist, en begin deze eeuw met een Watson Fellowship; toen heb ik Ian Bostridge Schubert horen zingen in Het Concertgebouw.’ Ze vindt Amsterdam ‘a cool place’ en voelt sowieso een band met ons land: ‘Nederland heeft zóveel oude kunst – ik heb me hier vergaapt aan Rembrandt, Vermeer en Van Gogh – maar ook aan een geweldig moderne-kunstcircuit.’
Ze koestert ook warme herinneringen aan cellist Anner Bijlsma en violiste Vera Beths: ‘Ik leerde hen ergens rond 2002 kennen aan de muziek- en dansacademie Domaine Forget in Canada en heb ontzettend veel van hen geleerd, vooral van Bijlsma. Ik zie nog voor me hoe hij vertelde over de verschillende strijktechnieken in Bach, en ben dol op zijn opnames van de Cellosuites. Er zit tegelijkertijd vrijheid in maar ook diepe eerbied en een bereidheid extreem persoonlijk en experimenteel te zijn in zijn fraseringen. Tijdens repetities vraag ik een speler vaak een lijn zangeriger en vrijer uit te voeren, zoals een groot cellist Bach of een barokke continuolijn speelt. Het is interessant te zien hoeveel mensen glimlachen als ik de naam Anner Bijlsma noem! In mijn strijkkwartet Evergreen staat zelfs een aanwijzing een bepaalde lijn te spelen zoals hij het zou doen.’
Shaw zal enkele aaneengesloten periodes in Amsterdam wonen, samen met haar partner Danni Lee: ‘In september hopen we hier de laatste hand te leggen aan het nieuwe album van Ringdown. Ik ga ook veel fietsen en verheug me erop een groot stuk voor Sō Percussion te schrijven, waarin ik onbekend terrein ga verkennen. Ik zal daarvoor zeker op zoek gaan naar keramische plantenpotten. En als ik eens geen inspiratie heb, ga ik een stevig eind lopen: nothing breaks writer’s block like walking…’
Caroline Shaw in Nederland
Caroline Shaw treedt op 11 oktober voor het eerst op in Het Concertgebouw, en haar werk heeft er eerder nog maar weinig geklonken. Op 30 januari 2023 (vanwege corona uitgesteld van december 2021) verzorgden het Nederlands Kamerorkest en Cappella Amsterdam onder leiding van Daniel Reuss in de Grote Zaal de Nederlandse première van Music in Common Time (uit 2018; op eigen dichtregels).
Het koor herhaalde datzelfde stuk afgelopen voorjaar met het Radio Filharmonisch Orkest onder leiding van Karina Canellakis in Westergas, als onderdeel van het openingsconcert van het Holland Festival en vergezeld van een nieuwe film van associate artist van het festival Christiane Jatahy. In 2019 had het Holland Festival Caroline Shaw al eens laten overkomen voor een uitvoering van Partita for 8 Voices (Pulitzer Prize 2013) met haar eigen zanggroep Roomful of Teeth. Dit was een jaar nadat het Nederlands Dans Theater had getourd met een choreografie op Partita for 8 Voices. Voor de Holland Festival-editie van 2022 leverde Caroline Shaw een bijdrage aan de muziek voor de film Moby Dick; or The Whale van Wu Tsang.
In de Kleine Zaal combineerde het Amerikaanse Attacca Quartet op 3 april jongstleden werken van Caroline Shaw met Beethoven, Ravel en Radiohead. Het Nederlandse Ragazze Quartet, curator van het festival September Me in Amersfoort, had de componist uitgenodigd voor de jaargang 2020, maar haar daadwerkelijke komst werd door corona gefnuikt – al voerden de vier strijkers haar muziek wel uit.
Een ander terugkerend thema is de natuur in al haar verschijningsvormen. Dit wortelt in haar liefde voor tuinieren, zegt Shaw: ‘Voor mij is de natuur, of het nou de grond of kleine plantjes betreft, een onuitputtelijke bron van inspiratie. Tegelijkertijd is zij een metafoor voor muziek en het leven die me blijft ontroeren en onderwijzen. Als ik geen muziek maak, is mijn grootste hobby tuinieren. Er zijn eindeloos veel lessen te trekken uit de aarde, de stengel van een nieuwe bonenplant, de bast van een boom, hoe om te gaan met slakken en kevers, of… noem maar op. Zelfs als ik de wijnranken aan het terugsnoeien ben denk ik aan muziek.’ Lachend: ‘Ik zeg altijd: tuinieren is goedkoper dan therapie!’
Componeerproces
Componeren doet ze aan de computer, maar het proces lijkt verwant aan de manier waarop een tuin vorm krijgt: ‘Ik maak weken-, maanden- en soms zelfs jarenlang aantekeningen, waarbij ik spontaan woorden en ideeën noteer die in me opkomen. Elke compositie krijgt een aparte map, met daarin een tekstbestand dat alle domme of briljante ideeën bevat over muziek, concept of tekst. Ik maak bovendien een voicememo van mijn improvisaties aan een keyboard (vaak met een pianogeluid, soms ook opgenomen zang of andere samples) en ga vervolgens met al die invallen schuiven om een vorm op te bouwen. Pas daarna zet ik het via het programma Sibelius om in notenschrift. Dat voelt nog steeds als improviseren, want ik voer de noten heel vlot in (met alleen een toetsenbord met cijfers en letters), zodat ik de ideeën zo snel mogelijk kan schetsen en verplaatsen.’
‘Elk stukje partituur dat ik ooit heb gemaakt staat perfect georganiseerd op mijn laptop’
Papier en potlood komen er niet aan te pas: ‘Ik geef sterk de voorkeur aan het gigantische, dynamische vel papier dat de computer is, veel beter dan zelfs de grootste maat muziekpapier. Ik kan er immers mee reizen, elk stukje partituur dat ik ooit heb gemaakt staat perfect georganiseerd op mijn laptop. Wat betreft het eigenlijke schrijfproces, dat blijft een mysterie! Ik luister voortdurend naar het tempo van een stuk en zoek naar datgene waarbij mijn hart en hersenen een sprongetje maken. Als er iets niet klopt en ik kom er niet uit, dan helpt veelal een goede wandeling.’
Ooit uitte ze de vrees de spontaniteit van het componeren te verliezen. ‘Als tiener componeerde ik puur voor mijn plezier. Als dat instinct en die diepe, eerlijke motivatie om muziek te maken uit zicht dreigt te raken, luister ik naar iets wat me ontroerde toen ik jong was. Iets van bijvoorbeeld Bach of Mozart of Schumann, of van Fiona Apple, dat de kracht heeft me terug te voeren naar het onvoorwaardelijke, ware gevoel van liefde voor muziek dat ik had voordat ik volwassen moest worden.’ De belangrijkste sleutel is vanuit liefde voor de muziek te schrijven: de eerlijke vreugde over het ervaren van geluid en muziek die je als kind of tiener had, gaat nooit verloren! Ik zeg tegen jonge componisten vaak dat ze muziek moeten koesteren, omdat het een magische substantie is die op een onzichtbare manier voor ons allemaal zorgt. Als een soort mycelium dat onder de grond leeft. Sinds ik dat eenmaal weet, ben ik niet langer bang het plezier in het maken van of luisteren naar muziek te verliezen.’
Dutch connection
Shaw verheugt zich op haar verblijf in Amsterdam. De stad is niet nieuw voor haar: ‘Ik was hier ooit als rugzaktoerist, en begin deze eeuw met een Watson Fellowship; toen heb ik Ian Bostridge Schubert horen zingen in Het Concertgebouw.’ Ze vindt Amsterdam ‘a cool place’ en voelt sowieso een band met ons land: ‘Nederland heeft zóveel oude kunst – ik heb me hier vergaapt aan Rembrandt, Vermeer en Van Gogh – maar ook aan een geweldig moderne-kunstcircuit.’
Ze koestert ook warme herinneringen aan cellist Anner Bijlsma en violiste Vera Beths: ‘Ik leerde hen ergens rond 2002 kennen aan de muziek- en dansacademie Domaine Forget in Canada en heb ontzettend veel van hen geleerd, vooral van Bijlsma. Ik zie nog voor me hoe hij vertelde over de verschillende strijktechnieken in Bach, en ben dol op zijn opnames van de Cellosuites. Er zit tegelijkertijd vrijheid in maar ook diepe eerbied en een bereidheid extreem persoonlijk en experimenteel te zijn in zijn fraseringen. Tijdens repetities vraag ik een speler vaak een lijn zangeriger en vrijer uit te voeren, zoals een groot cellist Bach of een barokke continuolijn speelt. Het is interessant te zien hoeveel mensen glimlachen als ik de naam Anner Bijlsma noem! In mijn strijkkwartet Evergreen staat zelfs een aanwijzing een bepaalde lijn te spelen zoals hij het zou doen.’
Shaw zal enkele aaneengesloten periodes in Amsterdam wonen, samen met haar partner Danni Lee: ‘In september hopen we hier de laatste hand te leggen aan het nieuwe album van Ringdown. Ik ga ook veel fietsen en verheug me erop een groot stuk voor Sō Percussion te schrijven, waarin ik onbekend terrein ga verkennen. Ik zal daarvoor zeker op zoek gaan naar keramische plantenpotten. En als ik eens geen inspiratie heb, ga ik een stevig eind lopen: nothing breaks writer’s block like walking…’
Caroline Shaw in Nederland
Caroline Shaw treedt op 11 oktober voor het eerst op in Het Concertgebouw, en haar werk heeft er eerder nog maar weinig geklonken. Op 30 januari 2023 (vanwege corona uitgesteld van december 2021) verzorgden het Nederlands Kamerorkest en Cappella Amsterdam onder leiding van Daniel Reuss in de Grote Zaal de Nederlandse première van Music in Common Time (uit 2018; op eigen dichtregels).
Het koor herhaalde datzelfde stuk afgelopen voorjaar met het Radio Filharmonisch Orkest onder leiding van Karina Canellakis in Westergas, als onderdeel van het openingsconcert van het Holland Festival en vergezeld van een nieuwe film van associate artist van het festival Christiane Jatahy. In 2019 had het Holland Festival Caroline Shaw al eens laten overkomen voor een uitvoering van Partita for 8 Voices (Pulitzer Prize 2013) met haar eigen zanggroep Roomful of Teeth. Dit was een jaar nadat het Nederlands Dans Theater had getourd met een choreografie op Partita for 8 Voices. Voor de Holland Festival-editie van 2022 leverde Caroline Shaw een bijdrage aan de muziek voor de film Moby Dick; or The Whale van Wu Tsang.
In de Kleine Zaal combineerde het Amerikaanse Attacca Quartet op 3 april jongstleden werken van Caroline Shaw met Beethoven, Ravel en Radiohead. Het Nederlandse Ragazze Quartet, curator van het festival September Me in Amersfoort, had de componist uitgenodigd voor de jaargang 2020, maar haar daadwerkelijke komst werd door corona gefnuikt – al voerden de vier strijkers haar muziek wel uit.