Zonsopgang of wagnertuba
door Laurens Woudenberg 01 mrt. 2018 01 maart 2018
'Ik had mezelf in gedachten al ingedeeld voor dit programma. De bekende balletmuziek van Stravinsky vind ik geweldig en de eerste hoornpartij is heel dankbaar en technisch uitdagend.'
Toen ik de programmering van dit seizoen voor het eerst onder ogen kreeg, ging mijn hart bij een aantal programma’s sneller kloppen. Onder meer bij De vuurvogel van Stravinsky onder leiding van Riccardo Chailly. Dat de oud-chef komt is al uniek, maar dat het hele ballet geprogrammeerd staat, is dat ook: meestal spelen we de suite.
Ik had mijzelf in gedachten al meteen ingedeeld voor dit programma. De bekende balletmuziek van Stravinsky vind ik geweldig en de eerste hoornpartij is zeer dankbaar en technisch uitdagend. Vooral de ‘zonsopgang’ aan het eind vind ik erg mooi.
In de symfonische literatuur wordt de zonsopgang vaak verklankt. Enkele bekende voorbeelden zijn Also sprach Zarathustra en Eine Alpensinfonie van Richard Strauss. Wagner laat ook regelmatig de zon opkomen in zijn opera’s. In Götterdämmerung zelfs tweemaal. En dan zijn er natuurlijk Morgenstimmung van Grieg en ‘Lever du jour’ uit Daphnis et Chloé van Ravel.
Niet zelden zijn er hoorns bij betrokken. Volgens Daniele Gatti zijn de eerste noten van de hoorns in Mahlers Eerste symfonie de eerste stralen van de lentezon.
Toen ik de programmering van dit seizoen voor het eerst onder ogen kreeg, ging mijn hart bij een aantal programma’s sneller kloppen. Onder meer bij De vuurvogel van Stravinsky onder leiding van Riccardo Chailly. Dat de oud-chef komt is al uniek, maar dat het hele ballet geprogrammeerd staat, is dat ook: meestal spelen we de suite.
Ik had mijzelf in gedachten al meteen ingedeeld voor dit programma. De bekende balletmuziek van Stravinsky vind ik geweldig en de eerste hoornpartij is zeer dankbaar en technisch uitdagend. Vooral de ‘zonsopgang’ aan het eind vind ik erg mooi.
In de symfonische literatuur wordt de zonsopgang vaak verklankt. Enkele bekende voorbeelden zijn Also sprach Zarathustra en Eine Alpensinfonie van Richard Strauss. Wagner laat ook regelmatig de zon opkomen in zijn opera’s. In Götterdämmerung zelfs tweemaal. En dan zijn er natuurlijk Morgenstimmung van Grieg en ‘Lever du jour’ uit Daphnis et Chloé van Ravel.
Niet zelden zijn er hoorns bij betrokken. Volgens Daniele Gatti zijn de eerste noten van de hoorns in Mahlers Eerste symfonie de eerste stralen van de lentezon.
In het geval van De vuurvogel gaat het alleen om de solohoorn. Even voor de grote finale wordt de nacht ingeluid door een prachtig slaaplied, gespeeld door de fagot, begeleid door de strijkers. Als de melodie wegsterft blijft alleen een zacht tremolo van de strijkers klinken. Sinistere, dalende en steeds zachter wordende akkoorden; je hoort hoe de nacht steeds kouder en duisterder wordt.
Als er bijna niets meer te horen is, en de hele zaal de oren gespitst heeft, komt ineens de zon tevoorschijn: een uiterst zachte, maar tegelijkertijd warme, ronde, stralende hoornklank vult de zaal en er klinkt een prachtige, gedragen melodie.
De noten zijn heel eenvoudig, maar door de sfeer van de muziek en de extreem zachte dynamiek is het toch altijd een spannend moment. De strijkers spelen zo zacht dat je het hart van de hoornist haast zou kunnen horen kloppen... Maar uiteindelijk is het geweldig om zoiets te mogen spelen!
Helaas zal ik deze zonsopgang niet meemaken... Er staan namelijk ook vier wagnertuba’s in de partituur voorgeschreven en als die bespeeld moeten worden, ben ik erbij – zoals in mijn contract staat.
Over het algemeen is dat fantastisch, maar in De vuurvogel gaat het om een paar nauwelijks hoorbare noten, te spelen van achter de bühne, oftewel op de gang...
Voor zonsopgang zit mijn instrument waarschijnlijk alweer in de koffer.
Laurens Woudenberg is solohoornist in het Koninklijk Concertgebouworkest
In het geval van De vuurvogel gaat het alleen om de solohoorn. Even voor de grote finale wordt de nacht ingeluid door een prachtig slaaplied, gespeeld door de fagot, begeleid door de strijkers. Als de melodie wegsterft blijft alleen een zacht tremolo van de strijkers klinken. Sinistere, dalende en steeds zachter wordende akkoorden; je hoort hoe de nacht steeds kouder en duisterder wordt.
Als er bijna niets meer te horen is, en de hele zaal de oren gespitst heeft, komt ineens de zon tevoorschijn: een uiterst zachte, maar tegelijkertijd warme, ronde, stralende hoornklank vult de zaal en er klinkt een prachtige, gedragen melodie.
De noten zijn heel eenvoudig, maar door de sfeer van de muziek en de extreem zachte dynamiek is het toch altijd een spannend moment. De strijkers spelen zo zacht dat je het hart van de hoornist haast zou kunnen horen kloppen... Maar uiteindelijk is het geweldig om zoiets te mogen spelen!
Helaas zal ik deze zonsopgang niet meemaken... Er staan namelijk ook vier wagnertuba’s in de partituur voorgeschreven en als die bespeeld moeten worden, ben ik erbij – zoals in mijn contract staat.
Over het algemeen is dat fantastisch, maar in De vuurvogel gaat het om een paar nauwelijks hoorbare noten, te spelen van achter de bühne, oftewel op de gang...
Voor zonsopgang zit mijn instrument waarschijnlijk alweer in de koffer.
Laurens Woudenberg is solohoornist in het Koninklijk Concertgebouworkest