Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier

Concertprogramma

Concertprogramma

Will Liverman en Daan Boertien: Burleigh, Vaughan Williams en Still

Will Liverman en Daan Boertien: Burleigh, Vaughan Williams en Still

Kleine Zaal
08 oktober 2024
20.15 uur

Print dit programma

Will Liverman bariton
Daan Boertien piano

Dit concert maakt deel uit van de serie Vocaal 2.

Zangteksten zijn gratis verkrijgbaar aan de zaal. 

Florence Price (1887-1953)

I Grew a Rose (jaartal onbekend)

Francis Poulenc (1899-1963)

Quatre poèmes de Guillaume Apollinaire (1931)
L’Anguille
Carte postale
Avant le cinema
1904

William Grant Still (1895-1978)

Grief (1953)

Henry Thacker Burleigh (1866-1949)

Five Songs of Laurence Hope (1915)
Worthwhile
The Jungle Flower
Kashmiri Song
Among the Fuchsias
Till I Wake

pauze ± 21.00 uur

Damien L. Sneed (1979)

I Dream A World (2021)

Ralph Vaughan Williams (1872-1958)

Songs of Travel (1901-04)
The Vagabond
Let Beauty Awake
The Roadside Fire
Youth and Love
In Dreams
The Infinite Shining Heavens
Whither Must I Wander?
Bright is the Ring of Words
I Have Trod the Upward and the
    Downward Slope

Jasmine Barnes (1991)

Luxury
uit ‘A Sable Jubilee’ (2023)

Richard Strauss (1864-1949)

Wie sollten wir geheim sie halten
uit ‘Sechs Lieder aus Lotos­blätter’, op. 19 (1885-88)

Traum durch die Dämmerung
uit ‘Drei Lieder’, op. 29 (1894)

Shawn E. Okpebholo (1981)

Steal Away (2013)

einde ± 22.05 uur

Kleine Zaal 08 oktober 2024 20.15 uur

Will Liverman bariton
Daan Boertien piano

Dit concert maakt deel uit van de serie Vocaal 2.

Zangteksten zijn gratis verkrijgbaar aan de zaal. 

Florence Price (1887-1953)

I Grew a Rose (jaartal onbekend)

Francis Poulenc (1899-1963)

Quatre poèmes de Guillaume Apollinaire (1931)
L’Anguille
Carte postale
Avant le cinema
1904

William Grant Still (1895-1978)

Grief (1953)

Henry Thacker Burleigh (1866-1949)

Five Songs of Laurence Hope (1915)
Worthwhile
The Jungle Flower
Kashmiri Song
Among the Fuchsias
Till I Wake

pauze ± 21.00 uur

Damien L. Sneed (1979)

I Dream A World (2021)

Ralph Vaughan Williams (1872-1958)

Songs of Travel (1901-04)
The Vagabond
Let Beauty Awake
The Roadside Fire
Youth and Love
In Dreams
The Infinite Shining Heavens
Whither Must I Wander?
Bright is the Ring of Words
I Have Trod the Upward and the
    Downward Slope

Jasmine Barnes (1991)

Luxury
uit ‘A Sable Jubilee’ (2023)

Richard Strauss (1864-1949)

Wie sollten wir geheim sie halten
uit ‘Sechs Lieder aus Lotos­blätter’, op. 19 (1885-88)

Traum durch die Dämmerung
uit ‘Drei Lieder’, op. 29 (1894)

Shawn E. Okpebholo (1981)

Steal Away (2013)

einde ± 22.05 uur

Toelichting

Toelichting

door Piet de Loof

Will Liverman liet zich de voorbije jaren niet alleen opmerken als een geweldige bariton, maar evenzeer door zijn strijd voor inclusiviteit in de muziek. Die vertolkt hij niet alleen op zijn albums, maar ook op het podium. Livermans veelzijdigheid weerspiegelt zich perfect in dit programma. Zwarte ­componisten, ook hedendaagse, worden er gecombineerd met klassiek recitalmateriaal van de Britse Vaughan Williams, de Duitse Richard Strauss en de Franse Poulenc. 

Price, Grant Still en Burleigh

Beginnen doet Liverman met een lied van Florence Price, een van die zwarte componisten die de voorbije jaren terecht werd herontdekt. Liverman zingt van haar I Grew a Rose, op tekst van de jonggestorven zwarte dichter Paul Laurence Dunbar. Van William Grant Still horen we Grief, geïnspireerd door een beeld van een treurende engel op een begraafplaats. Minder bekend lijkt Henry Thacker Burleigh, al staat zijn naam in dikke letters in de geschiedenis van de traditionele Amerikaanse muziek. Niet toevallig was hij de man die expat Antonín Dvořák adviseerde over het gebruik van traditionele thema’s in zijn muziek. Op zijn beurt ­inspireerde Dvořák hem tot componeren en arrangeren. ­Gaandeweg werd Burleigh zelfs een leidende figuur in de zwarte New Yorkse culturele scene. Van hem horen we in dit recital een cyclus op basis van gedichten van Laurence Hope, pseudoniem van Adela Florence Cory Nicolson. Veel kleurrijke figuren bij elkaar, in alle betekenissen van het woord.

Poulenc

Kleurrijk, dan komt ook Francis Poulenc in beeld. Quatre poèmes de Guillaume Apollinaire (1931) laat Poulenc op z’n best horen: oorspronkelijk, puntig, ironisch, maar altijd met een groot hart. Zijn fascinatie voor de gedichten van Apollinaire resulteerde al op zijn negentiende in de cyclus Le bestiaire. Dat was in 1918, het jaar waarin de Franse dichter op 38-­jarige leeftijd stierf; de twee hadden elkaar maar enkele keren ontmoet. Verspreid over de decennia daarna zette Poulenc in totaal 34 gedichten van Apollinaire op muziek. De componist had er een, naar eigen zeggen, ‘mysterieuze affiniteit’ mee. Hoe diep die ging, mag blijken uit deze uitspraak: ‘Als er op mijn graf zou staan: hier ligt Francis Poulenc, de componist van Apollinaire en Éluard, dan zou ik dat mijn mooiste eretitel vinden.’ 

Vaughan Williams

Met de Songs of Travel bevestigde Ralph Vaughan Williams zijn meesterschap in het liedgenre – een meesterschap dat al jaren sluimerde in losse liederen en kortere cycli. Vaughan Williams puurde voor zijn bekendste liedcyclus uit gedichten van de Schot Robert Louis Stevenson. In 1904 werd de reeks van – toen nog – acht liederen voor het eerst uitgevoerd, hoewel niet samen gepubliceerd. En nog zonder dat mysterieuze negende lied, I Have Trod the Upward and the Downward Slope. Dat werd pas in 1960 postuum aan de cyclus toegevoegd. Het mag alleen worden uitgevoerd nadat ook de andere acht liederen zijn gezongen, zo schreef de componist op de partituur, die pas na zijn dood tussen zijn paperassen werd teruggevonden. Niet onlogisch: het is een delicate, onwereldse epiloog van amper vier, veelbetekenende verzen, waarin de atmosfeer en muzikale thema’s worden samengevat:

I have trod the upward and the downward slope;
I have endured and done in days before;
I have longed for all, and bid farewell to hope;
And I have lived and loved, and closed the door.

Wanneer dit fameuze negende lied werd geschreven, blijft voer voor vragen en gissingen. Als het samen met de andere acht werd gecomponeerd, rond 1903 of 1904, waarom werd het dan niet meteen uitgevoerd? Hield de componist het bewust achter? Maar waarom dan? Een andere denkpiste is dat Vaughan Williams het lied pas veel later schreef, als de mijmering van een oude man over de jonge vagebond uit de cyclus, wat het inhoudelijk ook is. Componisten en hun negende, jawel.

Sneed, Barnes en Okpebholo

Will Livermans aandacht voor hedendaagse (zwarte) componisten vinden we terug in liederen van Damien L. Sneed, Jasmine Barnes en Shawn E. Okpebholo – drie namen van een nieuwe generatie die Liverman al jaren onder de aandacht brengt. Typisch is dat ze niet voor één gat te vangen zijn: ze ademen een mengelmoes van stijlen, idiomen en technieken. Het cv van Damien L. (LeChateau) Sneed getuigt van een opwindende muzikale gulzigheid – jazz, pop, R&B, avant-­garde – en bedrijvigheid: hij is pianist, componist, arrangeur, zanger, producer, dirigent. Van hem horen we in dit recital I Dream a World, een lied dat doet verlangen naar een wereld zonder discriminatie, hebzucht en lijden. ‘Of such I dream, my world!’ Tekstschrijver is Langston Hughes (1902-1967), een van de leidende figuren in de zogeheten Harlem Renaissance, een beweging van Afro-Amerikaanse kunstenaars in de jaren 1920.
Ook Jasmine Barnes is zo’n naam voor de toekomst. Een mengeling van Billie Holiday en Claude Debussy, zo werd de zangeres-componiste al omschreven. Will Liverman zingt van haar Luxury, het middelste van drie liederen die samen A Sable Jubilee vormen.
Shawn E. Okpebholo zorgt voor een aangrijpend org­elpunt, met een bewerking van de hartverscheurende negrospiritual Steal Away.

Strauss

Richard Strauss brengt ons even in een andere wereld met twee vroege, minder bekende liefdesliederen. Voor Wie sollten wir geheim sie halten steunt hij op een gedicht uit de bundel Lotosblätter van Adolf Friedrich von Schack. Traum durch die Dämmerung is een van de drie liederen die hij in één dag tijd — 7 juni 1895 om precies te zijn, een vrijdag — componeerde op teksten van Otto Julius Bierbaum. Strauss had Bierbaum eerst als operalibrettist op het oog, maar daarvoor woog die uiteindelijk wat te licht. Van zijn liefdesgedichten was Strauss wel fan.  

Will Liverman liet zich de voorbije jaren niet alleen opmerken als een geweldige bariton, maar evenzeer door zijn strijd voor inclusiviteit in de muziek. Die vertolkt hij niet alleen op zijn albums, maar ook op het podium. Livermans veelzijdigheid weerspiegelt zich perfect in dit programma. Zwarte ­componisten, ook hedendaagse, worden er gecombineerd met klassiek recitalmateriaal van de Britse Vaughan Williams, de Duitse Richard Strauss en de Franse Poulenc. 

Price, Grant Still en Burleigh

Beginnen doet Liverman met een lied van Florence Price, een van die zwarte componisten die de voorbije jaren terecht werd herontdekt. Liverman zingt van haar I Grew a Rose, op tekst van de jonggestorven zwarte dichter Paul Laurence Dunbar. Van William Grant Still horen we Grief, geïnspireerd door een beeld van een treurende engel op een begraafplaats. Minder bekend lijkt Henry Thacker Burleigh, al staat zijn naam in dikke letters in de geschiedenis van de traditionele Amerikaanse muziek. Niet toevallig was hij de man die expat Antonín Dvořák adviseerde over het gebruik van traditionele thema’s in zijn muziek. Op zijn beurt ­inspireerde Dvořák hem tot componeren en arrangeren. ­Gaandeweg werd Burleigh zelfs een leidende figuur in de zwarte New Yorkse culturele scene. Van hem horen we in dit recital een cyclus op basis van gedichten van Laurence Hope, pseudoniem van Adela Florence Cory Nicolson. Veel kleurrijke figuren bij elkaar, in alle betekenissen van het woord.

Poulenc

Kleurrijk, dan komt ook Francis Poulenc in beeld. Quatre poèmes de Guillaume Apollinaire (1931) laat Poulenc op z’n best horen: oorspronkelijk, puntig, ironisch, maar altijd met een groot hart. Zijn fascinatie voor de gedichten van Apollinaire resulteerde al op zijn negentiende in de cyclus Le bestiaire. Dat was in 1918, het jaar waarin de Franse dichter op 38-­jarige leeftijd stierf; de twee hadden elkaar maar enkele keren ontmoet. Verspreid over de decennia daarna zette Poulenc in totaal 34 gedichten van Apollinaire op muziek. De componist had er een, naar eigen zeggen, ‘mysterieuze affiniteit’ mee. Hoe diep die ging, mag blijken uit deze uitspraak: ‘Als er op mijn graf zou staan: hier ligt Francis Poulenc, de componist van Apollinaire en Éluard, dan zou ik dat mijn mooiste eretitel vinden.’ 

Vaughan Williams

Met de Songs of Travel bevestigde Ralph Vaughan Williams zijn meesterschap in het liedgenre – een meesterschap dat al jaren sluimerde in losse liederen en kortere cycli. Vaughan Williams puurde voor zijn bekendste liedcyclus uit gedichten van de Schot Robert Louis Stevenson. In 1904 werd de reeks van – toen nog – acht liederen voor het eerst uitgevoerd, hoewel niet samen gepubliceerd. En nog zonder dat mysterieuze negende lied, I Have Trod the Upward and the Downward Slope. Dat werd pas in 1960 postuum aan de cyclus toegevoegd. Het mag alleen worden uitgevoerd nadat ook de andere acht liederen zijn gezongen, zo schreef de componist op de partituur, die pas na zijn dood tussen zijn paperassen werd teruggevonden. Niet onlogisch: het is een delicate, onwereldse epiloog van amper vier, veelbetekenende verzen, waarin de atmosfeer en muzikale thema’s worden samengevat:

I have trod the upward and the downward slope;
I have endured and done in days before;
I have longed for all, and bid farewell to hope;
And I have lived and loved, and closed the door.

Wanneer dit fameuze negende lied werd geschreven, blijft voer voor vragen en gissingen. Als het samen met de andere acht werd gecomponeerd, rond 1903 of 1904, waarom werd het dan niet meteen uitgevoerd? Hield de componist het bewust achter? Maar waarom dan? Een andere denkpiste is dat Vaughan Williams het lied pas veel later schreef, als de mijmering van een oude man over de jonge vagebond uit de cyclus, wat het inhoudelijk ook is. Componisten en hun negende, jawel.

Sneed, Barnes en Okpebholo

Will Livermans aandacht voor hedendaagse (zwarte) componisten vinden we terug in liederen van Damien L. Sneed, Jasmine Barnes en Shawn E. Okpebholo – drie namen van een nieuwe generatie die Liverman al jaren onder de aandacht brengt. Typisch is dat ze niet voor één gat te vangen zijn: ze ademen een mengelmoes van stijlen, idiomen en technieken. Het cv van Damien L. (LeChateau) Sneed getuigt van een opwindende muzikale gulzigheid – jazz, pop, R&B, avant-­garde – en bedrijvigheid: hij is pianist, componist, arrangeur, zanger, producer, dirigent. Van hem horen we in dit recital I Dream a World, een lied dat doet verlangen naar een wereld zonder discriminatie, hebzucht en lijden. ‘Of such I dream, my world!’ Tekstschrijver is Langston Hughes (1902-1967), een van de leidende figuren in de zogeheten Harlem Renaissance, een beweging van Afro-Amerikaanse kunstenaars in de jaren 1920.
Ook Jasmine Barnes is zo’n naam voor de toekomst. Een mengeling van Billie Holiday en Claude Debussy, zo werd de zangeres-componiste al omschreven. Will Liverman zingt van haar Luxury, het middelste van drie liederen die samen A Sable Jubilee vormen.
Shawn E. Okpebholo zorgt voor een aangrijpend org­elpunt, met een bewerking van de hartverscheurende negrospiritual Steal Away.

Strauss

Richard Strauss brengt ons even in een andere wereld met twee vroege, minder bekende liefdesliederen. Voor Wie sollten wir geheim sie halten steunt hij op een gedicht uit de bundel Lotosblätter van Adolf Friedrich von Schack. Traum durch die Dämmerung is een van de drie liederen die hij in één dag tijd — 7 juni 1895 om precies te zijn, een vrijdag — componeerde op teksten van Otto Julius Bierbaum. Strauss had Bierbaum eerst als operalibrettist op het oog, maar daarvoor woog die uiteindelijk wat te licht. Van zijn liefdesgedichten was Strauss wel fan.  

door Piet de Loof

Toelichting

door Piet de Loof

Will Liverman liet zich de voorbije jaren niet alleen opmerken als een geweldige bariton, maar evenzeer door zijn strijd voor inclusiviteit in de muziek. Die vertolkt hij niet alleen op zijn albums, maar ook op het podium. Livermans veelzijdigheid weerspiegelt zich perfect in dit programma. Zwarte ­componisten, ook hedendaagse, worden er gecombineerd met klassiek recitalmateriaal van de Britse Vaughan Williams, de Duitse Richard Strauss en de Franse Poulenc. 

Price, Grant Still en Burleigh

Beginnen doet Liverman met een lied van Florence Price, een van die zwarte componisten die de voorbije jaren terecht werd herontdekt. Liverman zingt van haar I Grew a Rose, op tekst van de jonggestorven zwarte dichter Paul Laurence Dunbar. Van William Grant Still horen we Grief, geïnspireerd door een beeld van een treurende engel op een begraafplaats. Minder bekend lijkt Henry Thacker Burleigh, al staat zijn naam in dikke letters in de geschiedenis van de traditionele Amerikaanse muziek. Niet toevallig was hij de man die expat Antonín Dvořák adviseerde over het gebruik van traditionele thema’s in zijn muziek. Op zijn beurt ­inspireerde Dvořák hem tot componeren en arrangeren. ­Gaandeweg werd Burleigh zelfs een leidende figuur in de zwarte New Yorkse culturele scene. Van hem horen we in dit recital een cyclus op basis van gedichten van Laurence Hope, pseudoniem van Adela Florence Cory Nicolson. Veel kleurrijke figuren bij elkaar, in alle betekenissen van het woord.

Poulenc

Kleurrijk, dan komt ook Francis Poulenc in beeld. Quatre poèmes de Guillaume Apollinaire (1931) laat Poulenc op z’n best horen: oorspronkelijk, puntig, ironisch, maar altijd met een groot hart. Zijn fascinatie voor de gedichten van Apollinaire resulteerde al op zijn negentiende in de cyclus Le bestiaire. Dat was in 1918, het jaar waarin de Franse dichter op 38-­jarige leeftijd stierf; de twee hadden elkaar maar enkele keren ontmoet. Verspreid over de decennia daarna zette Poulenc in totaal 34 gedichten van Apollinaire op muziek. De componist had er een, naar eigen zeggen, ‘mysterieuze affiniteit’ mee. Hoe diep die ging, mag blijken uit deze uitspraak: ‘Als er op mijn graf zou staan: hier ligt Francis Poulenc, de componist van Apollinaire en Éluard, dan zou ik dat mijn mooiste eretitel vinden.’ 

Vaughan Williams

Met de Songs of Travel bevestigde Ralph Vaughan Williams zijn meesterschap in het liedgenre – een meesterschap dat al jaren sluimerde in losse liederen en kortere cycli. Vaughan Williams puurde voor zijn bekendste liedcyclus uit gedichten van de Schot Robert Louis Stevenson. In 1904 werd de reeks van – toen nog – acht liederen voor het eerst uitgevoerd, hoewel niet samen gepubliceerd. En nog zonder dat mysterieuze negende lied, I Have Trod the Upward and the Downward Slope. Dat werd pas in 1960 postuum aan de cyclus toegevoegd. Het mag alleen worden uitgevoerd nadat ook de andere acht liederen zijn gezongen, zo schreef de componist op de partituur, die pas na zijn dood tussen zijn paperassen werd teruggevonden. Niet onlogisch: het is een delicate, onwereldse epiloog van amper vier, veelbetekenende verzen, waarin de atmosfeer en muzikale thema’s worden samengevat:

I have trod the upward and the downward slope;
I have endured and done in days before;
I have longed for all, and bid farewell to hope;
And I have lived and loved, and closed the door.

Wanneer dit fameuze negende lied werd geschreven, blijft voer voor vragen en gissingen. Als het samen met de andere acht werd gecomponeerd, rond 1903 of 1904, waarom werd het dan niet meteen uitgevoerd? Hield de componist het bewust achter? Maar waarom dan? Een andere denkpiste is dat Vaughan Williams het lied pas veel later schreef, als de mijmering van een oude man over de jonge vagebond uit de cyclus, wat het inhoudelijk ook is. Componisten en hun negende, jawel.

Sneed, Barnes en Okpebholo

Will Livermans aandacht voor hedendaagse (zwarte) componisten vinden we terug in liederen van Damien L. Sneed, Jasmine Barnes en Shawn E. Okpebholo – drie namen van een nieuwe generatie die Liverman al jaren onder de aandacht brengt. Typisch is dat ze niet voor één gat te vangen zijn: ze ademen een mengelmoes van stijlen, idiomen en technieken. Het cv van Damien L. (LeChateau) Sneed getuigt van een opwindende muzikale gulzigheid – jazz, pop, R&B, avant-­garde – en bedrijvigheid: hij is pianist, componist, arrangeur, zanger, producer, dirigent. Van hem horen we in dit recital I Dream a World, een lied dat doet verlangen naar een wereld zonder discriminatie, hebzucht en lijden. ‘Of such I dream, my world!’ Tekstschrijver is Langston Hughes (1902-1967), een van de leidende figuren in de zogeheten Harlem Renaissance, een beweging van Afro-Amerikaanse kunstenaars in de jaren 1920.
Ook Jasmine Barnes is zo’n naam voor de toekomst. Een mengeling van Billie Holiday en Claude Debussy, zo werd de zangeres-componiste al omschreven. Will Liverman zingt van haar Luxury, het middelste van drie liederen die samen A Sable Jubilee vormen.
Shawn E. Okpebholo zorgt voor een aangrijpend org­elpunt, met een bewerking van de hartverscheurende negrospiritual Steal Away.

Strauss

Richard Strauss brengt ons even in een andere wereld met twee vroege, minder bekende liefdesliederen. Voor Wie sollten wir geheim sie halten steunt hij op een gedicht uit de bundel Lotosblätter van Adolf Friedrich von Schack. Traum durch die Dämmerung is een van de drie liederen die hij in één dag tijd — 7 juni 1895 om precies te zijn, een vrijdag — componeerde op teksten van Otto Julius Bierbaum. Strauss had Bierbaum eerst als operalibrettist op het oog, maar daarvoor woog die uiteindelijk wat te licht. Van zijn liefdesgedichten was Strauss wel fan.  

Will Liverman liet zich de voorbije jaren niet alleen opmerken als een geweldige bariton, maar evenzeer door zijn strijd voor inclusiviteit in de muziek. Die vertolkt hij niet alleen op zijn albums, maar ook op het podium. Livermans veelzijdigheid weerspiegelt zich perfect in dit programma. Zwarte ­componisten, ook hedendaagse, worden er gecombineerd met klassiek recitalmateriaal van de Britse Vaughan Williams, de Duitse Richard Strauss en de Franse Poulenc. 

Price, Grant Still en Burleigh

Beginnen doet Liverman met een lied van Florence Price, een van die zwarte componisten die de voorbije jaren terecht werd herontdekt. Liverman zingt van haar I Grew a Rose, op tekst van de jonggestorven zwarte dichter Paul Laurence Dunbar. Van William Grant Still horen we Grief, geïnspireerd door een beeld van een treurende engel op een begraafplaats. Minder bekend lijkt Henry Thacker Burleigh, al staat zijn naam in dikke letters in de geschiedenis van de traditionele Amerikaanse muziek. Niet toevallig was hij de man die expat Antonín Dvořák adviseerde over het gebruik van traditionele thema’s in zijn muziek. Op zijn beurt ­inspireerde Dvořák hem tot componeren en arrangeren. ­Gaandeweg werd Burleigh zelfs een leidende figuur in de zwarte New Yorkse culturele scene. Van hem horen we in dit recital een cyclus op basis van gedichten van Laurence Hope, pseudoniem van Adela Florence Cory Nicolson. Veel kleurrijke figuren bij elkaar, in alle betekenissen van het woord.

Poulenc

Kleurrijk, dan komt ook Francis Poulenc in beeld. Quatre poèmes de Guillaume Apollinaire (1931) laat Poulenc op z’n best horen: oorspronkelijk, puntig, ironisch, maar altijd met een groot hart. Zijn fascinatie voor de gedichten van Apollinaire resulteerde al op zijn negentiende in de cyclus Le bestiaire. Dat was in 1918, het jaar waarin de Franse dichter op 38-­jarige leeftijd stierf; de twee hadden elkaar maar enkele keren ontmoet. Verspreid over de decennia daarna zette Poulenc in totaal 34 gedichten van Apollinaire op muziek. De componist had er een, naar eigen zeggen, ‘mysterieuze affiniteit’ mee. Hoe diep die ging, mag blijken uit deze uitspraak: ‘Als er op mijn graf zou staan: hier ligt Francis Poulenc, de componist van Apollinaire en Éluard, dan zou ik dat mijn mooiste eretitel vinden.’ 

Vaughan Williams

Met de Songs of Travel bevestigde Ralph Vaughan Williams zijn meesterschap in het liedgenre – een meesterschap dat al jaren sluimerde in losse liederen en kortere cycli. Vaughan Williams puurde voor zijn bekendste liedcyclus uit gedichten van de Schot Robert Louis Stevenson. In 1904 werd de reeks van – toen nog – acht liederen voor het eerst uitgevoerd, hoewel niet samen gepubliceerd. En nog zonder dat mysterieuze negende lied, I Have Trod the Upward and the Downward Slope. Dat werd pas in 1960 postuum aan de cyclus toegevoegd. Het mag alleen worden uitgevoerd nadat ook de andere acht liederen zijn gezongen, zo schreef de componist op de partituur, die pas na zijn dood tussen zijn paperassen werd teruggevonden. Niet onlogisch: het is een delicate, onwereldse epiloog van amper vier, veelbetekenende verzen, waarin de atmosfeer en muzikale thema’s worden samengevat:

I have trod the upward and the downward slope;
I have endured and done in days before;
I have longed for all, and bid farewell to hope;
And I have lived and loved, and closed the door.

Wanneer dit fameuze negende lied werd geschreven, blijft voer voor vragen en gissingen. Als het samen met de andere acht werd gecomponeerd, rond 1903 of 1904, waarom werd het dan niet meteen uitgevoerd? Hield de componist het bewust achter? Maar waarom dan? Een andere denkpiste is dat Vaughan Williams het lied pas veel later schreef, als de mijmering van een oude man over de jonge vagebond uit de cyclus, wat het inhoudelijk ook is. Componisten en hun negende, jawel.

Sneed, Barnes en Okpebholo

Will Livermans aandacht voor hedendaagse (zwarte) componisten vinden we terug in liederen van Damien L. Sneed, Jasmine Barnes en Shawn E. Okpebholo – drie namen van een nieuwe generatie die Liverman al jaren onder de aandacht brengt. Typisch is dat ze niet voor één gat te vangen zijn: ze ademen een mengelmoes van stijlen, idiomen en technieken. Het cv van Damien L. (LeChateau) Sneed getuigt van een opwindende muzikale gulzigheid – jazz, pop, R&B, avant-­garde – en bedrijvigheid: hij is pianist, componist, arrangeur, zanger, producer, dirigent. Van hem horen we in dit recital I Dream a World, een lied dat doet verlangen naar een wereld zonder discriminatie, hebzucht en lijden. ‘Of such I dream, my world!’ Tekstschrijver is Langston Hughes (1902-1967), een van de leidende figuren in de zogeheten Harlem Renaissance, een beweging van Afro-Amerikaanse kunstenaars in de jaren 1920.
Ook Jasmine Barnes is zo’n naam voor de toekomst. Een mengeling van Billie Holiday en Claude Debussy, zo werd de zangeres-componiste al omschreven. Will Liverman zingt van haar Luxury, het middelste van drie liederen die samen A Sable Jubilee vormen.
Shawn E. Okpebholo zorgt voor een aangrijpend org­elpunt, met een bewerking van de hartverscheurende negrospiritual Steal Away.

Strauss

Richard Strauss brengt ons even in een andere wereld met twee vroege, minder bekende liefdesliederen. Voor Wie sollten wir geheim sie halten steunt hij op een gedicht uit de bundel Lotosblätter van Adolf Friedrich von Schack. Traum durch die Dämmerung is een van de drie liederen die hij in één dag tijd — 7 juni 1895 om precies te zijn, een vrijdag — componeerde op teksten van Otto Julius Bierbaum. Strauss had Bierbaum eerst als operalibrettist op het oog, maar daarvoor woog die uiteindelijk wat te licht. Van zijn liefdesgedichten was Strauss wel fan.  

door Piet de Loof

Biografie

Will Liverman, bariton

Afgelopen jaar won Will Liverman met de cast van de Metropolitan Opera New York een Grammy voor Fire Shut Up in My Bones van Terence Blanchard. In 2022 kreeg de Amerikaanse bariton van datzelfde operahuis de Beverly Sills Artist Award en in 2023 was hij aan de Lyric Opera van Chicago co-creator van The Factotum, een ‘soul opera’ naar Rossini’s Il barbiere di Siviglia.

Afgelopen seizoen keerde de zanger terug aan de Metropolitan Opera in de titelrol van X: The Life and Times of Malcolm X van Anthony Davis.

In het seizoen 2023/2024 stond Will Liverman verder in de wereldpremière van Rene Orths 10 Days in a Madhouse aan Opera Philadelphia en Gounods Roméo et Juliette aan The Met, en in 2022 stond hij bij De Nationale Opera in Blue van Jeanine Tesori.

Op het concertpodium zong hij bij de Lexington Philharmonic in de wereldpremière van Two Black Churches van Shawn E. Okpebholo, bij de Houston Symphony in Orffs Carmina Burana en bij het Cincinnati Symphony Orchestra in Ein deutsches Requiem van Brahms.

Liedrecitals gaf Will Liverman op vele podia in de Verenigde Staten, maar bijvoorbeeld ook in Wigmore Hall in Londen. Naast zijn podiumcarrière is de zanger artistiek adviseur van Renée Flemings SongStudio at Carnegie Hall. Zijn in 2021 verschenen Dreams of a New Day: Songs by Black Composers, opgenomen met pianist Paul Sanchez, werd genomineerd voor een Grammy in de categorie Best Classical Solo Vocal Album.

Will Liverman is alumnus van het Ryan Opera Center van de Lyric Opera of Chicago, was Glimmerglass Festival Young Artist en studeerde af aan The Juilliard School in New York en Wheaton College in Illinois.

Hij maakt zijn debuut in Het Concertgebouw.

Daan Boertien, Piano

Daan Boertien heeft zich gespecialiseerd in liedbegeleiding. Op zijn tiende begon hij in de jongtalentklas van Jelena Bazova aan het Conservatorium van Tilburg, waarna hij doorstudeerde bij David Kuyken aan het Conservatorium van Amsterdam en bij liedspecialist Burkhard Kehring aan de Hochschule für Musik und Theater Hamburg. 

Daan Boertien won de Berenbergprijs 2020 (bekroond met een prijswinnaarsconcert in de Elbphilharmonie in Hamburg), de DAAD-prijs 2019 van de Deutscher Akademischer Austauschdienst en, samen met Raoul Steffani, de publieksprijs van Dutch Classical Talent 2018.

Bij de Gustav-Mahler-Wettbewerb in Hamburg won hij samen met bariton Geng Lee zowel de eerste prijs als de prijs voor beste liedbegeleider. Daan Boertien was te beluisteren op het Internationaal Liedfestival Zeist, het Grachtenfestival en het Prinsengrachtconcert, het Delft Chamber Music Festival en festivals in Porto,  Weimar en Tunis.

Zijn debuut-cd met Michael Wilmering (Schuberts Winterreise) werd in 2022 lovend ontvangen. Sinds 2020 is Daan Boertien als associate artist verbonden aan de Dutch National Opera Studio.

In de Kleine Zaal nam hij met Roderick Williams in maart 2021 Vaughan Williams’ Songs of Travel op in de Empty Concertgebouw Sessions. Recitals gaf hij er eerder met de baritons Michael Wilmering en Raoul Steffani en, afgelopen december, met countertenor Arturo den Hartog.