Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier
portret

Wie was Lorenzo da Ponte?

door Lonneke Tausch
12 sep. 2025 12 september 2025

Le nozze di Figaro was de eerste van drie samenwerkingen van de ­Venetiaanse tekstdichter Lorenzo da Ponte en de Salzburgse toondichter die door hem ­‘Volfango Mozzart’ werd genoemd.

  • Lorenzo da Ponte

    Door: Nathaniel Rogers

    Lorenzo da Ponte

    Door: Nathaniel Rogers

  • Lorenzo da Ponte

    Door: Nathaniel Rogers

    Lorenzo da Ponte

    Door: Nathaniel Rogers

Op 7 mei 1783 schrijft Wolfgang Amadeus Mozart vanuit Wenen aan zijn vader: ‘Er is hier een zekere abate Da Ponte als tekstdichter. Die heeft het momenteel razend druk met bewerkingen voor het theater, moet op een beetje een slinkse manier een nieuw tekstboek schrijven voor Salieri, en dat zal hem zeker nog twee maanden kosten. Voor daarna heeft hij mij beloofd een libretto te schrijven. Maar wie weet of hij dan ook echt z’n woord houdt? […] U weet, die heren Italianen kunnen recht in je smoel zo aardig doen, maar dat kennen we! Verloopt de samenwerking met Salieri voorspoedig, dan kan ik naar een tekstboek fluiten. En ik zou mij óók zo graag in een Italiaanse komedie bewijzen.’ De reputatie van de Italianen in Wenen was blijkbaar bedenkelijk, de ambities van de 27-jarige Salzburgse componist die zich dolgraag in de muziekmetropool wilde vestigen waren groot. Mozarts zorgen zouden onterecht blijken.

Samenwerking

Als Mozart en Da Ponte elkaar ontmoeten aan het keizerlijke hof in Wenen hangen ook in die stad de gelijkheidsidealen die zullen uitmonden in de Franse Revolutie al in de lucht. Dat jaar, 1783, komt Il barbiere di Siviglia van Giovanni Paisiello op het repertoire van het Burgtheater. Aan het libretto van deze komische opera – waarin een graaf en een meisje van een lagere klasse verliefd zijn en trouwen – lag een toneelstuk uit 1775 ten grondslag van Pierre-Augustin Caron de Beaumarchais, en in 1778 kwam deze Parijzenaar met een vervolg: La folle journée ou le mariage de Figaro. Deze nieuwe toneeltekst gaat een stap verder: nu worden de genotzucht en privileges van de adel op de hak genomen. Na jaren van censuur en tumult komt La folle journée op 27 april 1784 eindelijk in Parijs op de planken. De Franse koningin Marie Antoinette – zus van de Habsburgse keizer Jozef II – schijnt het te hebben gewaardeerd, haar echtgenoot Lodewijk XVI allesbehalve. Een Weense opvoering op 3 februari 1785 wordt verboden, maar toch vatten Da Ponte en Mozart het plan op om dit toneelstuk als basis te nemen voor hun eerste gezamenlijke productie. De première-reeks van Le nozze di Figaro in mei 1786 is een instant succes, niet in het minst doordat de opera de sociale spanningen van de tijd weerspiegelt.

Geen priester

In Ceneda, in de Venetiaanse Republiek, wordt op 10 maart 1749 Emanuele Conegliano geboren. Zijn Joodse vader, een verweduwde leerlooier, bekeert zich tot het katholicisme als hij in 1764 hertrouwt. Volgens gewoonte wordt daarbij de oudste zoon vernoemd naar de bisschop van dienst, dus Emanuele gaat voortaan door het leven als Lorenzo da Ponte. De jongen wordt naar het seminarie gestuurd en in 1773 tot priester gewijd. Maar de ‘abate’ verkiest het vrouwelijk schoon boven de preekstoel en werkt zich op tot de hogere literaire kringen. Op 17 december 1779 wordt hij vanwege zijn libertijnse levensstijl en voorliefde voor getrouwde vrouwen voor vijftien jaar verbannen uit Venetië. Na zijn vlucht naar Dresden vindt Da Ponte een comfortabele basis in Wenen, waar Jozef II hem in 1783 benoemt tot keizerlijk theaterdichter en hij zich toelegt op Italiaanse operalibretto’s voor de hofcomponisten Antonio Salieri en Vicente Martín y Soler. Maar Da Pontes schuinsmarcheerdersreputatie en zelfingenomenheid, en de afgunst en roddel die deze bij zijn rivalen opwekken, maken dat hij na de dood van zijn beschermheer Jozef II in 1790 zijn gerieflijke positie aan het hof kwijtraakt.

Emigratie

Hij trouwt op 12 augustus 1792 met Anna (‘Nancy’) Grahl, zoekt een nieuw bestaan in Parijs en vervolgens – verdreven door de instabiele politieke omstandigheden aldaar – in Londen. Zijn bedenkelijke naam blijft Da Ponte achtervolgen, hij loopt schulden op, en in 1805 vertrekt het echtpaar naar Amerika. Daar voorziet de dichter in zijn levensonderhoud met een kruidenierswinkel, het geven van lessen Italiaans en het verkopen van Italiaanse boeken. Hij schrijft een autobiografie, waarin hij zijn losbandige levenswandel soms verbloemt of juist de gedaante geeft van avonturen à la Casanova (met wie hij bevriend was). Vanaf 1823 publiceert hij ook zijn niet altijd even waarheidsgetrouwe memoires; kuiste hij ze bewust voor de puriteinse Amerikanen? In zijn nieuwe thuisland wijdt Da Ponte zich hartstochtelijk aan het promoten van de cultuur van zijn vaderland, en hij wordt in 1825 de eerste docent Italiaans aan wat tegenwoordig Columbia University is. In 1832 sterft zijn echtgenote, in 1833 opent in New York mede dankzij Da Pontes inspanningen een Italiaans theater.

Op 17 augustus 1838 overlijdt Lorenzo da Ponte na een lang en waarlijk operatesk leven. Al kreeg hij bij leven niet de erkenning waar hij zo naar verlangde, zijn artistieke vermogens spreken uit zijn libretto’s voor ‘goddelijk genie’ Mozart.

Op 7 mei 1783 schrijft Wolfgang Amadeus Mozart vanuit Wenen aan zijn vader: ‘Er is hier een zekere abate Da Ponte als tekstdichter. Die heeft het momenteel razend druk met bewerkingen voor het theater, moet op een beetje een slinkse manier een nieuw tekstboek schrijven voor Salieri, en dat zal hem zeker nog twee maanden kosten. Voor daarna heeft hij mij beloofd een libretto te schrijven. Maar wie weet of hij dan ook echt z’n woord houdt? […] U weet, die heren Italianen kunnen recht in je smoel zo aardig doen, maar dat kennen we! Verloopt de samenwerking met Salieri voorspoedig, dan kan ik naar een tekstboek fluiten. En ik zou mij óók zo graag in een Italiaanse komedie bewijzen.’ De reputatie van de Italianen in Wenen was blijkbaar bedenkelijk, de ambities van de 27-jarige Salzburgse componist die zich dolgraag in de muziekmetropool wilde vestigen waren groot. Mozarts zorgen zouden onterecht blijken.

Samenwerking

Als Mozart en Da Ponte elkaar ontmoeten aan het keizerlijke hof in Wenen hangen ook in die stad de gelijkheidsidealen die zullen uitmonden in de Franse Revolutie al in de lucht. Dat jaar, 1783, komt Il barbiere di Siviglia van Giovanni Paisiello op het repertoire van het Burgtheater. Aan het libretto van deze komische opera – waarin een graaf en een meisje van een lagere klasse verliefd zijn en trouwen – lag een toneelstuk uit 1775 ten grondslag van Pierre-Augustin Caron de Beaumarchais, en in 1778 kwam deze Parijzenaar met een vervolg: La folle journée ou le mariage de Figaro. Deze nieuwe toneeltekst gaat een stap verder: nu worden de genotzucht en privileges van de adel op de hak genomen. Na jaren van censuur en tumult komt La folle journée op 27 april 1784 eindelijk in Parijs op de planken. De Franse koningin Marie Antoinette – zus van de Habsburgse keizer Jozef II – schijnt het te hebben gewaardeerd, haar echtgenoot Lodewijk XVI allesbehalve. Een Weense opvoering op 3 februari 1785 wordt verboden, maar toch vatten Da Ponte en Mozart het plan op om dit toneelstuk als basis te nemen voor hun eerste gezamenlijke productie. De première-reeks van Le nozze di Figaro in mei 1786 is een instant succes, niet in het minst doordat de opera de sociale spanningen van de tijd weerspiegelt.

Geen priester

In Ceneda, in de Venetiaanse Republiek, wordt op 10 maart 1749 Emanuele Conegliano geboren. Zijn Joodse vader, een verweduwde leerlooier, bekeert zich tot het katholicisme als hij in 1764 hertrouwt. Volgens gewoonte wordt daarbij de oudste zoon vernoemd naar de bisschop van dienst, dus Emanuele gaat voortaan door het leven als Lorenzo da Ponte. De jongen wordt naar het seminarie gestuurd en in 1773 tot priester gewijd. Maar de ‘abate’ verkiest het vrouwelijk schoon boven de preekstoel en werkt zich op tot de hogere literaire kringen. Op 17 december 1779 wordt hij vanwege zijn libertijnse levensstijl en voorliefde voor getrouwde vrouwen voor vijftien jaar verbannen uit Venetië. Na zijn vlucht naar Dresden vindt Da Ponte een comfortabele basis in Wenen, waar Jozef II hem in 1783 benoemt tot keizerlijk theaterdichter en hij zich toelegt op Italiaanse operalibretto’s voor de hofcomponisten Antonio Salieri en Vicente Martín y Soler. Maar Da Pontes schuinsmarcheerdersreputatie en zelfingenomenheid, en de afgunst en roddel die deze bij zijn rivalen opwekken, maken dat hij na de dood van zijn beschermheer Jozef II in 1790 zijn gerieflijke positie aan het hof kwijtraakt.

Emigratie

Hij trouwt op 12 augustus 1792 met Anna (‘Nancy’) Grahl, zoekt een nieuw bestaan in Parijs en vervolgens – verdreven door de instabiele politieke omstandigheden aldaar – in Londen. Zijn bedenkelijke naam blijft Da Ponte achtervolgen, hij loopt schulden op, en in 1805 vertrekt het echtpaar naar Amerika. Daar voorziet de dichter in zijn levensonderhoud met een kruidenierswinkel, het geven van lessen Italiaans en het verkopen van Italiaanse boeken. Hij schrijft een autobiografie, waarin hij zijn losbandige levenswandel soms verbloemt of juist de gedaante geeft van avonturen à la Casanova (met wie hij bevriend was). Vanaf 1823 publiceert hij ook zijn niet altijd even waarheidsgetrouwe memoires; kuiste hij ze bewust voor de puriteinse Amerikanen? In zijn nieuwe thuisland wijdt Da Ponte zich hartstochtelijk aan het promoten van de cultuur van zijn vaderland, en hij wordt in 1825 de eerste docent Italiaans aan wat tegenwoordig Columbia University is. In 1832 sterft zijn echtgenote, in 1833 opent in New York mede dankzij Da Pontes inspanningen een Italiaans theater.

Op 17 augustus 1838 overlijdt Lorenzo da Ponte na een lang en waarlijk operatesk leven. Al kreeg hij bij leven niet de erkenning waar hij zo naar verlangde, zijn artistieke vermogens spreken uit zijn libretto’s voor ‘goddelijk genie’ Mozart.

  • Lorenzo da Ponte

    Door: Samuel Morse

    Lorenzo da Ponte

    Door: Samuel Morse

  • Lorenzo da Ponte

    Door: Samuel Morse

    Lorenzo da Ponte

    Door: Samuel Morse

KLASSENMAATSCHAPPIJ

Met de ‘Da Ponte-trilogie’ wordt een drieluik van Mozart-opera’s bedoeld: Le nozze di Figaro (1786), Don Giovanni (1787) en Così fan tutte (1790). Ze passen in de destijds veranderende denkbeelden over huwelijk, liefde, rangen en standen.

VERKLEEDKIST

Da Pontes drie Mozart-libretto’s gaan over trouw en het onvermogen trouw te zijn. Elk werk kent een verkleedpartij: knecht Leporello moet met Don Giovanni van kleding ruilen als zijn baas weer ’ns op veroveringspad is, in Così fan tutte vermommen twee jonge officieren zich als elkaar om hun verloofden op de proef te stellen, en in Le nozze di Figaro verschijnen gravin Almaviva en dienstmeid Susanna in elkaars jurk om de graaf erin te luizen.

‘ERBARMELIJK’

Om een beeld te krijgen van de stand van het Italiaanse theater in Wenen leest Da Ponte vóór zijn eerste libretto in hofdienst zo’n twintig courante theaterteksten door: ‘Arm Italië, wat een rommel! Geen intrige, geen karakters, niets dat de aandacht boeide, […] geen sierlijkheid van taal of stijl […] Het waren stuk voor stuk opeenhopingen van zouteloze ideeën, van onbenulligheden, van zotternijen. Dit waren de juwelen […] Ik stelde me voor dat het gemakkelijk zou zijn betere stukken te schrijven.’

ma 20 oktober | Grote Zaal 

Orkest van de Achttiende Eeuw
Benjamin Perry Wenzelberg dirigent
vocale solisten
Bestel hier kaarten
Bekijk het concertprogramma

KLASSENMAATSCHAPPIJ

Met de ‘Da Ponte-trilogie’ wordt een drieluik van Mozart-opera’s bedoeld: Le nozze di Figaro (1786), Don Giovanni (1787) en Così fan tutte (1790). Ze passen in de destijds veranderende denkbeelden over huwelijk, liefde, rangen en standen.

VERKLEEDKIST

Da Pontes drie Mozart-libretto’s gaan over trouw en het onvermogen trouw te zijn. Elk werk kent een verkleedpartij: knecht Leporello moet met Don Giovanni van kleding ruilen als zijn baas weer ’ns op veroveringspad is, in Così fan tutte vermommen twee jonge officieren zich als elkaar om hun verloofden op de proef te stellen, en in Le nozze di Figaro verschijnen gravin Almaviva en dienstmeid Susanna in elkaars jurk om de graaf erin te luizen.

‘ERBARMELIJK’

Om een beeld te krijgen van de stand van het Italiaanse theater in Wenen leest Da Ponte vóór zijn eerste libretto in hofdienst zo’n twintig courante theaterteksten door: ‘Arm Italië, wat een rommel! Geen intrige, geen karakters, niets dat de aandacht boeide, […] geen sierlijkheid van taal of stijl […] Het waren stuk voor stuk opeenhopingen van zouteloze ideeën, van onbenulligheden, van zotternijen. Dit waren de juwelen […] Ik stelde me voor dat het gemakkelijk zou zijn betere stukken te schrijven.’

ma 20 oktober | Grote Zaal 

Orkest van de Achttiende Eeuw
Benjamin Perry Wenzelberg dirigent
vocale solisten
Bestel hier kaarten
Bekijk het concertprogramma

Dit artikel wordt u gratis aangeboden door Preludium. Meer lezen? Probeer nu twee maanden gratis!