Wat klinkt er in de huiskamer van oud-slagwerker Niels Le Large?
door de redactie 24 aug. 2020 24 augustus 2020
Waar luisteren Preludium-lezers naar in coronatijden? Deze maand: Niels Le Large, oud-slagwerker van het Concertgebouworkest.
Hoe zit je er op dit moment bij?
‘Het regent. Goede gelegenheid een aantal uitgestelde – want saaie – handelingen aan de website van de Vereniging Gepensioneerden KCO te verrichten.’
Waar luister je nu graag naar?
‘Even naar niks, anders maak ik fouten met de website. Straks zet ik een oude cd over naar mijn muziek-pc: Charles Koechlins Jungle Book in een uitvoering door het Radio Symphonie Orchester Berlin onder leiding van David Zinman. Schitterende muziek die vrijwel volledig uit de interessesfeer van dirigenten is verdwenen.’
Kijk je ook naar streams of tv-uitzendingen van Gebouw en/of Orkest?
‘Alleen om informatieve redenen.
Hoe is de orkestopstelling, wie speelt wat en wie zit er naast wie. Ik kan er namelijk slecht tegen de beeldkeuze van de regisseur te moeten volgen. Natuurlijk kan ik mijn rug naar het scherm keren, maar ja, dan komt er een moeilijke blazerssolo en dan overvalt mij de onbedwingbare behoefte ‘zichtbaar’ mee te leven met die man of vrouw die zo moet lijden.’
Wat miste je het meest toen er geen live-concerten waren?
‘De (oud-)collegiale communicatie in de muzikantenkantine.’
Welke muziek zou iedereen volgens jou eens moeten horen?
‘Ravels L’enfant et les sortilèges, een partituur waar alle dirigenten bang voor zijn. In 1975 dirigeerde Bernard Haitink dat werk en het werd een gedenkwaardige uitvoering. Niet het minst door de sopraan Mady Mesplé, die op adembenemende wijze het gekwetste eekhoorntje zong. De radioregistratie ervan staat op de cd Liber Amicorum voor de indertijd tot eredirigent benoemde Bernard Haitink.
Techneutisch gezien is die opname verre van vlekkeloos. Er wordt gehoest in de zaal, een koperblazer laat zijn demper op de grond vallen en je hoort strijkers met hun stoelen schuiven. Maar dat deert niet, want de uitvoering zindert van inspiratie en sensualiteit. Maar bovenal natuurlijk die magisch mooie muziek die iedereen moet horen! Ik weet het, nostalgie is geschiedvervalsing, maar speel mij één noot Ravel en ik ben weer terug in 1975.’
Hoe zit je er op dit moment bij?
‘Het regent. Goede gelegenheid een aantal uitgestelde – want saaie – handelingen aan de website van de Vereniging Gepensioneerden KCO te verrichten.’
Waar luister je nu graag naar?
‘Even naar niks, anders maak ik fouten met de website. Straks zet ik een oude cd over naar mijn muziek-pc: Charles Koechlins Jungle Book in een uitvoering door het Radio Symphonie Orchester Berlin onder leiding van David Zinman. Schitterende muziek die vrijwel volledig uit de interessesfeer van dirigenten is verdwenen.’
Kijk je ook naar streams of tv-uitzendingen van Gebouw en/of Orkest?
‘Alleen om informatieve redenen.
Hoe is de orkestopstelling, wie speelt wat en wie zit er naast wie. Ik kan er namelijk slecht tegen de beeldkeuze van de regisseur te moeten volgen. Natuurlijk kan ik mijn rug naar het scherm keren, maar ja, dan komt er een moeilijke blazerssolo en dan overvalt mij de onbedwingbare behoefte ‘zichtbaar’ mee te leven met die man of vrouw die zo moet lijden.’
Wat miste je het meest toen er geen live-concerten waren?
‘De (oud-)collegiale communicatie in de muzikantenkantine.’
Welke muziek zou iedereen volgens jou eens moeten horen?
‘Ravels L’enfant et les sortilèges, een partituur waar alle dirigenten bang voor zijn. In 1975 dirigeerde Bernard Haitink dat werk en het werd een gedenkwaardige uitvoering. Niet het minst door de sopraan Mady Mesplé, die op adembenemende wijze het gekwetste eekhoorntje zong. De radioregistratie ervan staat op de cd Liber Amicorum voor de indertijd tot eredirigent benoemde Bernard Haitink.
Techneutisch gezien is die opname verre van vlekkeloos. Er wordt gehoest in de zaal, een koperblazer laat zijn demper op de grond vallen en je hoort strijkers met hun stoelen schuiven. Maar dat deert niet, want de uitvoering zindert van inspiratie en sensualiteit. Maar bovenal natuurlijk die magisch mooie muziek die iedereen moet horen! Ik weet het, nostalgie is geschiedvervalsing, maar speel mij één noot Ravel en ik ben weer terug in 1975.’