Violiste Vilde Frang: ‘Het is alsof je aan een leugendetector zit als je deze muziek speelt’
door Carine Alders 16 apr. 2024 16 april 2024
Vilde Frang speelt het Eerste vioolconcert van Sjostakovitsj met het Concertgebouworkest onder leiding van Semyon Bychkov. De balans tussen gestaalde techniek en pure muziek is precair, een zoektocht van jaren.
Kort voordat we telefonisch zouden spreken over haar concert in Amsterdam stuurt ze een mailtje. Ze had erg naar het gesprek uitgezien maar helaas in Zwitserland een virus opgelopen en nu was ze haar stem kwijt. Twee weken later regent het spraakberichtjes op mijn telefoon. Vilde voelt zich weer prima en praat honderduit over Sjostakovitsj, Amsterdam en de Noorse vrieskou.
Vilde Frang werd in 1986 geboren in Oslo, in een familie van contrabassisten. Jaren geleden vertelde ze aan een Britse krant hoe het kwam dat ze zelf uiteindelijk violist werd. Met de contrabassen van haar vader en haar zus was de kleine familieauto meer dan vol. Als zij hetzelfde instrument zou kiezen, zouden ze nooit meer op vakantie kunnen. Dus werd het de viool. Op haar twaalfde debuteerde ze met het Oslo Filharmonisch Orkest onder Mariss Jansons, die meer als bekende oom voelde dan als beroemde maestro, zo vaak was de jonge Vilde al naar zijn concerten geweest. Het optreden lanceerde haar internationale carrière, ze studeerde verder in Oslo en Hamburg en won vele prijzen.
Liefde voor de laagte
Misschien komt het door haar jeugd dat de klank van de lage instrumenten in het orkest haar nog altijd het meest dierbaar is. ‘Ik moet echt zeggen dat ik de contrabas- en cellogroepen in het orkest het mooist vind. Overal in het orkest gebeuren de meest interessante dingen, maar juist niet in de melodie bij de eerste violen. Als ik dirigent was, dan zou ik voortdurend de nadruk leggen op de bas en de cello, en ook de pauken. Ik begrijp niet – en dit voel ik echt heel sterk – waarom dirigenten soms de pauken, bassen of altviolen zachter willen hebben. Dan denk ik altijd: nee, de melodie hoor je toch wel! Juist al die andere elementen kruiden een stuk en geven het karakter; zij zijn de smaakmakers van de muziek. Als ik dus een kant moet kiezen, dan kies ik voor de contrabas-cello-paukenkant van het orkest. En de altviolen mogen er ook bij.’
‘Het is alsof je voortdurend aan een leugendetector zit als je deze muziek speelt’
Klop op de deur
De muziek die ze speelt moet voor Frang altijd relevantie hebben. ‘In het geval van Dmitri Sjostakovitsj is de muziek nu relevanter dan ooit, als je kijkt naar de donkere, sombere en angstige ontwikkelingen in Rusland. Wij in het Westen zijn zo bevoorrecht met onze vrijheid van meningsuiting. Het is makkelijk voor ons om te zeggen: hoe kun je je schikken naar zo’n regime? Dan denk ik aan musici als Mstislav Rostropovitsj en Svjatoslav Richter, die zo geliefd waren in het Westen, maar in Rusland wel altijd hun koffertje klaar hadden staan, wachtend op de klop op de deur of de voetstappen van de geheime dienst in het trappenhuis. En midden in de nacht kwam dan die klop, maar op de deur van de buren, dat overkwam de violist David Oistrach. Het is voor ons bijna onmogelijk om je daar een voorstelling van te maken. Je gedachten, je waarden, alles wordt onderdrukt en dat klinkt door in de muziek van Sjostakovitsj, heel puur en subtiel. De spanning tussen de krachtige boodschap en de onderdrukte, subtiele uiting is juist zo interessant. Maar het is ook een enorme uitdaging, ik werk er nog altijd aan om de balans goed te krijgen. Het is alsof je voortdurend aan een leugendetector zit als je deze muziek speelt. Alsof je misschien net iets te veel lipstick op gedaan hebt, of net met iets te veel emotie of vibrato speelt en dan een klap in je gezicht krijgt. Het is een oefening in geharde mentaliteit, terwijl de muziek van Sjostakovitsj juist zo ongelooflijk puur is. Een zoektocht naar een kwetsbare balans. Het vraagt ook een soort gestaalde techniek, zo speel ik in andere concerten niet. Het vraagt discipline en bewustzijn van houding tot klankvorming, zonder die rotsvaste techniek put de muziek je uit. De eerste keren dat ik dit concert speelde vond ik niet de goede balans en kreeg ik zelfs een peesontsteking. Het is een uitdaging om jezelf te harden en toch de verborgen boodschap op een oprechte manier uit te dragen.’
Kort voordat we telefonisch zouden spreken over haar concert in Amsterdam stuurt ze een mailtje. Ze had erg naar het gesprek uitgezien maar helaas in Zwitserland een virus opgelopen en nu was ze haar stem kwijt. Twee weken later regent het spraakberichtjes op mijn telefoon. Vilde voelt zich weer prima en praat honderduit over Sjostakovitsj, Amsterdam en de Noorse vrieskou.
Vilde Frang werd in 1986 geboren in Oslo, in een familie van contrabassisten. Jaren geleden vertelde ze aan een Britse krant hoe het kwam dat ze zelf uiteindelijk violist werd. Met de contrabassen van haar vader en haar zus was de kleine familieauto meer dan vol. Als zij hetzelfde instrument zou kiezen, zouden ze nooit meer op vakantie kunnen. Dus werd het de viool. Op haar twaalfde debuteerde ze met het Oslo Filharmonisch Orkest onder Mariss Jansons, die meer als bekende oom voelde dan als beroemde maestro, zo vaak was de jonge Vilde al naar zijn concerten geweest. Het optreden lanceerde haar internationale carrière, ze studeerde verder in Oslo en Hamburg en won vele prijzen.
Liefde voor de laagte
Misschien komt het door haar jeugd dat de klank van de lage instrumenten in het orkest haar nog altijd het meest dierbaar is. ‘Ik moet echt zeggen dat ik de contrabas- en cellogroepen in het orkest het mooist vind. Overal in het orkest gebeuren de meest interessante dingen, maar juist niet in de melodie bij de eerste violen. Als ik dirigent was, dan zou ik voortdurend de nadruk leggen op de bas en de cello, en ook de pauken. Ik begrijp niet – en dit voel ik echt heel sterk – waarom dirigenten soms de pauken, bassen of altviolen zachter willen hebben. Dan denk ik altijd: nee, de melodie hoor je toch wel! Juist al die andere elementen kruiden een stuk en geven het karakter; zij zijn de smaakmakers van de muziek. Als ik dus een kant moet kiezen, dan kies ik voor de contrabas-cello-paukenkant van het orkest. En de altviolen mogen er ook bij.’
‘Het is alsof je voortdurend aan een leugendetector zit als je deze muziek speelt’
Klop op de deur
De muziek die ze speelt moet voor Frang altijd relevantie hebben. ‘In het geval van Dmitri Sjostakovitsj is de muziek nu relevanter dan ooit, als je kijkt naar de donkere, sombere en angstige ontwikkelingen in Rusland. Wij in het Westen zijn zo bevoorrecht met onze vrijheid van meningsuiting. Het is makkelijk voor ons om te zeggen: hoe kun je je schikken naar zo’n regime? Dan denk ik aan musici als Mstislav Rostropovitsj en Svjatoslav Richter, die zo geliefd waren in het Westen, maar in Rusland wel altijd hun koffertje klaar hadden staan, wachtend op de klop op de deur of de voetstappen van de geheime dienst in het trappenhuis. En midden in de nacht kwam dan die klop, maar op de deur van de buren, dat overkwam de violist David Oistrach. Het is voor ons bijna onmogelijk om je daar een voorstelling van te maken. Je gedachten, je waarden, alles wordt onderdrukt en dat klinkt door in de muziek van Sjostakovitsj, heel puur en subtiel. De spanning tussen de krachtige boodschap en de onderdrukte, subtiele uiting is juist zo interessant. Maar het is ook een enorme uitdaging, ik werk er nog altijd aan om de balans goed te krijgen. Het is alsof je voortdurend aan een leugendetector zit als je deze muziek speelt. Alsof je misschien net iets te veel lipstick op gedaan hebt, of net met iets te veel emotie of vibrato speelt en dan een klap in je gezicht krijgt. Het is een oefening in geharde mentaliteit, terwijl de muziek van Sjostakovitsj juist zo ongelooflijk puur is. Een zoektocht naar een kwetsbare balans. Het vraagt ook een soort gestaalde techniek, zo speel ik in andere concerten niet. Het vraagt discipline en bewustzijn van houding tot klankvorming, zonder die rotsvaste techniek put de muziek je uit. De eerste keren dat ik dit concert speelde vond ik niet de goede balans en kreeg ik zelfs een peesontsteking. Het is een uitdaging om jezelf te harden en toch de verborgen boodschap op een oprechte manier uit te dragen.’
Tijdgetuige
Bij haar voorbereidingen heeft het Frang erg geholpen om de memoires van ballerina en actrice Maja Plisetskaja en sopraan Galina Visjnevskaja te lezen. ‘Vooral Visjnevskaja’s boek is zo’n krachtig document, alsof je een ansichtkaart uit een andere wereld krijgt. Het is onvoorstelbaar wat zij heeft moeten doorstaan. Ik kocht het in een antiquariaat en het is eigenlijk helemaal verkeerd dat voor de jonge generatie zo’n boek niet meer te krijgen is. Het biedt zoveel inzichten, het is een tijdcapsule. Ik heb er enorm veel aan gehad bij de voorbereiding van dit concert. Dirigent Semyon Bychkov was zelf natuurlijk ook getuige van deze tijd, voordat hij als jonge man naar de Verenigde Staten emigreerde. Zijn inzichten zijn van onschatbare waarde, ik leer veel van zijn kijk op de muziek en voel me gezegend dat ik Sjostakovitsj met het Concertgebouworkest onder zijn leiding mag spelen.’
Hygge
Vilde Frangs geschiedenis met Amsterdam en Het Concertgebouw gaat ver terug. In de zomer van 2011 speelde ze voor het eerst in de Grote Zaal en in 2018 debuteerde ze bij het Concertgebouworkest onder leiding van Trevor Pinnock in Mozart. Eind 2022 speelde ze Bergs Vioolconcert met het orkest onder Barbara Hannigan. In de Kleine Zaal trad ze ook al meerdere keren op, voor het eerst in november 2013. Beide zalen zijn haar even lief. ‘Alleen de beroemde trap in de Grote Zaal zou ik liever overslaan. Ik heb er wel eens nachtmerries van dat ik mijn schoen verlies als een mislukte Assepoester, of erger nog, dat ik struikel. Maar als je dan heelhuids beneden bent, heb je wel een heerlijk gevoel van opluchting.’
Ook de stad Amsterdam is haar dierbaar. ‘In Scandinavië kennen we het woord ‘hygge’, het toppunt van gezelligheid, een warm gevoel, en dat vind ik heerlijk’, vertelt ze lachend. ‘Ik houd ook enorm van het geluid van het carillon, ik sta dan altijd stil en probeer te raden wat de melodie is. Jullie hechten aan sfeer en dat waardeer ik zeer. En als echte zoetekauw moet ik bij elk bezoek aan Nederland een pannenkoek eten. Dat is verplicht, het zou eigenlijk in mijn contract moeten staan.’
Vilde Frang in acht dilemma’s
dag / nacht (‘Ik ben een echte nachtuil, dan heb ik de beste ideeën en studeer ik het meest effectief.’)
viool / contrabas
koffie / thee
zee / bergen
Grote Zaal / Kleine Zaal
zoet / hartig
zomer / winter (‘Kom en beleef de winter in de Noorse bergen!’)
studio / concertzaal
Magie
De dilemma’s die we haar voorleggen kan ze erg waarderen. Als Noorse kiest ze – net als recent bijvoorbeeld de Finse dirigent Klaus Mäkelä – meteen voor de winter. ‘Ik zou een heel lang bericht kunnen inspreken over de winter. We hadden dit jaar in Oslo een bijzonder lange en koude winter, met temperaturen in januari van rond de min dertig. En ik kan je zeggen dat het heel gezond voelt. Ik begrijp dat een druilerige kwakkelwinter geen pretje is, dus een sneeuwlandschap, met die indrukwekkende stilte… magischer wordt het niet.’ Studio of concertzaal? ‘Absoluut de concertzaal, de studio is dood, een concertzaal leeft. Maar mijn meest favoriete plek is achter de schermen. Dat is waar alle magie plaatsvindt, waar alle grote prestaties uit sterrenstof geboren worden. Dan voel ik me blij dat ik violist ben, als ik me in die kookpot van zenuwen, goede ideeën en voorbereiding mag storten.’
Lees ook het achtergrondverhaal over Dmitri Sjostakovitsj.
Tijdgetuige
Bij haar voorbereidingen heeft het Frang erg geholpen om de memoires van ballerina en actrice Maja Plisetskaja en sopraan Galina Visjnevskaja te lezen. ‘Vooral Visjnevskaja’s boek is zo’n krachtig document, alsof je een ansichtkaart uit een andere wereld krijgt. Het is onvoorstelbaar wat zij heeft moeten doorstaan. Ik kocht het in een antiquariaat en het is eigenlijk helemaal verkeerd dat voor de jonge generatie zo’n boek niet meer te krijgen is. Het biedt zoveel inzichten, het is een tijdcapsule. Ik heb er enorm veel aan gehad bij de voorbereiding van dit concert. Dirigent Semyon Bychkov was zelf natuurlijk ook getuige van deze tijd, voordat hij als jonge man naar de Verenigde Staten emigreerde. Zijn inzichten zijn van onschatbare waarde, ik leer veel van zijn kijk op de muziek en voel me gezegend dat ik Sjostakovitsj met het Concertgebouworkest onder zijn leiding mag spelen.’
Hygge
Vilde Frangs geschiedenis met Amsterdam en Het Concertgebouw gaat ver terug. In de zomer van 2011 speelde ze voor het eerst in de Grote Zaal en in 2018 debuteerde ze bij het Concertgebouworkest onder leiding van Trevor Pinnock in Mozart. Eind 2022 speelde ze Bergs Vioolconcert met het orkest onder Barbara Hannigan. In de Kleine Zaal trad ze ook al meerdere keren op, voor het eerst in november 2013. Beide zalen zijn haar even lief. ‘Alleen de beroemde trap in de Grote Zaal zou ik liever overslaan. Ik heb er wel eens nachtmerries van dat ik mijn schoen verlies als een mislukte Assepoester, of erger nog, dat ik struikel. Maar als je dan heelhuids beneden bent, heb je wel een heerlijk gevoel van opluchting.’
Ook de stad Amsterdam is haar dierbaar. ‘In Scandinavië kennen we het woord ‘hygge’, het toppunt van gezelligheid, een warm gevoel, en dat vind ik heerlijk’, vertelt ze lachend. ‘Ik houd ook enorm van het geluid van het carillon, ik sta dan altijd stil en probeer te raden wat de melodie is. Jullie hechten aan sfeer en dat waardeer ik zeer. En als echte zoetekauw moet ik bij elk bezoek aan Nederland een pannenkoek eten. Dat is verplicht, het zou eigenlijk in mijn contract moeten staan.’
Vilde Frang in acht dilemma’s
dag / nacht (‘Ik ben een echte nachtuil, dan heb ik de beste ideeën en studeer ik het meest effectief.’)
viool / contrabas
koffie / thee
zee / bergen
Grote Zaal / Kleine Zaal
zoet / hartig
zomer / winter (‘Kom en beleef de winter in de Noorse bergen!’)
studio / concertzaal
Magie
De dilemma’s die we haar voorleggen kan ze erg waarderen. Als Noorse kiest ze – net als recent bijvoorbeeld de Finse dirigent Klaus Mäkelä – meteen voor de winter. ‘Ik zou een heel lang bericht kunnen inspreken over de winter. We hadden dit jaar in Oslo een bijzonder lange en koude winter, met temperaturen in januari van rond de min dertig. En ik kan je zeggen dat het heel gezond voelt. Ik begrijp dat een druilerige kwakkelwinter geen pretje is, dus een sneeuwlandschap, met die indrukwekkende stilte… magischer wordt het niet.’ Studio of concertzaal? ‘Absoluut de concertzaal, de studio is dood, een concertzaal leeft. Maar mijn meest favoriete plek is achter de schermen. Dat is waar alle magie plaatsvindt, waar alle grote prestaties uit sterrenstof geboren worden. Dan voel ik me blij dat ik violist ben, als ik me in die kookpot van zenuwen, goede ideeën en voorbereiding mag storten.’
Lees ook het achtergrondverhaal over Dmitri Sjostakovitsj.