Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier
interview

Violist Marc Daniel van Biemen: ‘Het is een uit de hand gelopen passie’

door Stella Vrijmoed
26 aug. 2024 26 augustus 2024

Na tien succesvolle jaren stevent het Alma Quartet onverwachts af op de ultieme droom: het opnemen van de late strijkkwartetten van Beethoven. Violist Marc Daniel van Biemen: ‘Ik heb een behoorlijk heftige afkeer van de nerderige uitstraling van klassieke muziek.’

  • Marc Daniel van Biemen in het Alma Quartet

    Foto: Dorith Mous

    Marc Daniel van Biemen in het Alma Quartet

    Foto: Dorith Mous

  • Marc Daniel van Biemen in het Alma Quartet

    Foto: Dorith Mous

    Marc Daniel van Biemen in het Alma Quartet

    Foto: Dorith Mous

Voor hun tienjarig jubileum trakteren de mannen van het Alma Quartet zichzelf op vier op maat gemaakte smokings. Het doet ertoe hoe ze zich presenteren, vindt violist Marc Daniel van Biemen. Het maakt uit welk pak en zelfs welke schoenen ze dragen. ‘Dat moet een eenheid zijn. We hebben gezorgd dat onze foto’s superstrak zijn, meer popachtig dan klassiek. Het visuele is ontzettend belangrijk. Mensen luisteren ook met hun ogen.’

Van Biemen, Benjamin Peled, Jeroen Woudstra en Clément Peigné spelen allemaal in het Concertgebouworkest. Het was nooit Van Biemens plan om daarnaast een kwartetleven te starten. ‘Mijn collega en goede vriend Ben Peled vroeg of ik het leuk vond om voor de lol in een kwartet te spelen. Maar als je een druk, professioneel musicus bent doe je dat niet zomaar.’

Toch speelden ze eens tijdens een klassieke avond in een hotelbar, op uitnodiging van een vriend, toen nog met cellist Nitzan Laster (Nederlands Philharmonisch Orkest). Van Biemen: ‘Het klikte zo ontzettend goed tijdens dat concert. Mensen kwamen op ons af en zeiden: ‘Jeetje, jullie moeten hier meer mee doen’.’

‘Het visuele is ontzettend belangrijk. Mensen luisteren ook met hun ogen’

Een paar maanden later, in juni 2014, huurde het kersverse Alma Quartet de Singelkerk af voor hun eerste echte officiële debuutconcert. ‘Weer kregen we te horen dat we gek waren als we hier niet mee doorgingen’, zegt Van Biemen. ’We wisten wel dat we lekker bezig waren, dat we individueel allemaal de kwaliteit in huis hadden om er iets moois van te maken. Maar een strijkkwartet is zo’n moeilijk ensemble, het luistert zo nauw. Iemand zonder getraind oor kan al horen als iets niet samen of zuiver is. Omdat je met vier mensen bent die de muziek allemaal nét iets anders voelen, moet je vaak spelen en discussiëren om uiteindelijk allemaal dezelfde kant op te kunnen kijken. Dat kost veel tijd.’

Vanwege alle positieve reacties besloten de mannen toch om het kwartet serieus op te pakken. Een aanmoedigingsprijs vanuit het Concertgebouworkest voor Peled en Van Biemen, de Prix de Salon, zorgde dat het Alma Quartet zijn debuut-cd kon opnemen. ‘Alle werken van Erwin Schulhoff, gelijk een wereldpremière-opname. Daar kregen we een prestigieuze Duitse prijs voor [Preis der deutschen Schalplatten Kritik 2017, red.]. We hadden onszelf zo vrij snel op de kaart gezet. Daarna ging het van kwaad tot erger. Het kwartetleven werd steeds serieuzer en intenser.’

Kippenvel en tranen

Dat er naast de prijzen, complimenten en aanmoedigingen van buitenaf ook intern een vuurtje brandde, werd Van Biemen pas duidelijk tijdens de coronapandemie. Nitzan Laster had vlak daarvoor het kwartet verlaten, Clément Peigné had hem opgevolgd. ‘We hadden maandenlang niet samen gespeeld, toen Het Concertgebouw ons uitnodigde om Mahler te spelen in een lege Grote Zaal voor een online publiek’, vertelt Van Biemen. ‘Dat was zo’n bijzonder moment. We hebben alle vier met kippenvel en tranen op het podium gespeeld. Als musici zijn we eigenlijk zo verwend, we spelen de ene na de andere week de meest mooie of ingewikkelde muziek. Dat wordt al gauw normaal. Toen we na zo lang bij elkaar kwamen, ervoer ik pas echt die kracht van muziek en samen spelen. Na die bevestiging zijn we er misschien nog wel harder voor gegaan.’

Voor hun tienjarig jubileum trakteren de mannen van het Alma Quartet zichzelf op vier op maat gemaakte smokings. Het doet ertoe hoe ze zich presenteren, vindt violist Marc Daniel van Biemen. Het maakt uit welk pak en zelfs welke schoenen ze dragen. ‘Dat moet een eenheid zijn. We hebben gezorgd dat onze foto’s superstrak zijn, meer popachtig dan klassiek. Het visuele is ontzettend belangrijk. Mensen luisteren ook met hun ogen.’

Van Biemen, Benjamin Peled, Jeroen Woudstra en Clément Peigné spelen allemaal in het Concertgebouworkest. Het was nooit Van Biemens plan om daarnaast een kwartetleven te starten. ‘Mijn collega en goede vriend Ben Peled vroeg of ik het leuk vond om voor de lol in een kwartet te spelen. Maar als je een druk, professioneel musicus bent doe je dat niet zomaar.’

Toch speelden ze eens tijdens een klassieke avond in een hotelbar, op uitnodiging van een vriend, toen nog met cellist Nitzan Laster (Nederlands Philharmonisch Orkest). Van Biemen: ‘Het klikte zo ontzettend goed tijdens dat concert. Mensen kwamen op ons af en zeiden: ‘Jeetje, jullie moeten hier meer mee doen’.’

‘Het visuele is ontzettend belangrijk. Mensen luisteren ook met hun ogen’

Een paar maanden later, in juni 2014, huurde het kersverse Alma Quartet de Singelkerk af voor hun eerste echte officiële debuutconcert. ‘Weer kregen we te horen dat we gek waren als we hier niet mee doorgingen’, zegt Van Biemen. ’We wisten wel dat we lekker bezig waren, dat we individueel allemaal de kwaliteit in huis hadden om er iets moois van te maken. Maar een strijkkwartet is zo’n moeilijk ensemble, het luistert zo nauw. Iemand zonder getraind oor kan al horen als iets niet samen of zuiver is. Omdat je met vier mensen bent die de muziek allemaal nét iets anders voelen, moet je vaak spelen en discussiëren om uiteindelijk allemaal dezelfde kant op te kunnen kijken. Dat kost veel tijd.’

Vanwege alle positieve reacties besloten de mannen toch om het kwartet serieus op te pakken. Een aanmoedigingsprijs vanuit het Concertgebouworkest voor Peled en Van Biemen, de Prix de Salon, zorgde dat het Alma Quartet zijn debuut-cd kon opnemen. ‘Alle werken van Erwin Schulhoff, gelijk een wereldpremière-opname. Daar kregen we een prestigieuze Duitse prijs voor [Preis der deutschen Schalplatten Kritik 2017, red.]. We hadden onszelf zo vrij snel op de kaart gezet. Daarna ging het van kwaad tot erger. Het kwartetleven werd steeds serieuzer en intenser.’

Kippenvel en tranen

Dat er naast de prijzen, complimenten en aanmoedigingen van buitenaf ook intern een vuurtje brandde, werd Van Biemen pas duidelijk tijdens de coronapandemie. Nitzan Laster had vlak daarvoor het kwartet verlaten, Clément Peigné had hem opgevolgd. ‘We hadden maandenlang niet samen gespeeld, toen Het Concertgebouw ons uitnodigde om Mahler te spelen in een lege Grote Zaal voor een online publiek’, vertelt Van Biemen. ‘Dat was zo’n bijzonder moment. We hebben alle vier met kippenvel en tranen op het podium gespeeld. Als musici zijn we eigenlijk zo verwend, we spelen de ene na de andere week de meest mooie of ingewikkelde muziek. Dat wordt al gauw normaal. Toen we na zo lang bij elkaar kwamen, ervoer ik pas echt die kracht van muziek en samen spelen. Na die bevestiging zijn we er misschien nog wel harder voor gegaan.’

Ze besloten voortaan minimaal twee keer per week te repeteren, naast hun vier ochtenden per week orkestrepetitie, concerten en zelfstudie. Van Biemen: ‘Dat is best een commitment, maar het betaalt zich wel uit. Voor ons laatste album [met werken van Korngold, red.] hebben we ook een prestigieuze Franse prijs gewonnen, een Diapason d’Or (‘gouden stemvork’). Dan weet je wel waarvoor je het doet. Zeker omdat er zo ongelooflijk veel goede strijkkwartetten zijn. Dat we al tien jaar bestaan is daarom best gaaf. In het begin waren wij in de ogen van veel mensen geen volwaardig strijkkwartet, vanwege onze orkestbaan.’

Pop

Zodra de mannen echt serieus werden met het kwartet, is Van Biemen bezig gegaan met hun imago. Samenwerkingen buiten de klassieke muziek, zowel muzikaal als voor hun albumontwerp, zetten hun toon. ‘Wij hebben ons onderscheiden door niet te beginnen met Haydn spelen in kerkjes, maar gelijk de grote poppodia op te gaan met een techno-dj uit Berlijn. Daarnaast spelen wij óók Haydn en Beethoven op hoog niveau.’

En ja, het zijn vier mannen. Dat valt ook op in de wereld van de strijkkwartetten, volgens Van Biemen. ‘En dan hebben we ook nog eens een vrouwennaam. Alma, vanwege de Mahler-connectie. Maar de dochter van onze toenmalige cellist heet ook zo. En heel grappig: toen ik in Amerika studeerde, speelde ik al eens in een kwartet dat nota bene Alma heette.’

Magisch

Het kwartet is inmiddels een uit de hand gelopen passie, zegt Van Biemen. ‘Mensen vergeten dat het daarom moeilijk is om nee te zeggen. Het betekent ook dat je jouw idee of gevoel moet opofferen voor h­et collectief en dat kan er heel heftig aan toe gaan. Een paar keer per jaar hebben we flinke ruzies en soms denk ik dan: ‘Ik kap ermee, waar doe ik het voor?’ Een dag later is het weer geweldig als je met zijn vieren hetzelfde einddoel hebt en het werkt. Dat is magisch.’

Als kers op de taart kwam onverwachts voor het Alma Quartet een droom uit: hun platenlabel stelde voor om alle late strijkkwartetten van Ludwig van Beethoven op te nemen. ‘Onze mond viel open. Dat is echt de heilige graal, omdat deze worden gezien als de belangrijkste kwartetten die ooit zijn geschreven. Ze zitten vol met filosofische overpeinzingen en waanzinnige muzikale ideeën. Een soort bijbel voor strijkkwartet. Dat mogen wij nu als kwartetje uit Amsterdam opnemen. Jeroen is begin vijftig, die zei: ‘Dat ik dit nog voor mijn zestigste mag doen, is zo’n eer’.’

Wist je dat?
Marc Daniel van Biemen kookt graag. ‘Het is eigenlijk een beetje hetzelfde als bladmuziek met veel details: een recept van een driesterrenchef lees ik net zo. En dan doe ik precies wat er staat.’ Eens in de paar weken organiseert Van Biemen uitgebreide etentjes met zeven of acht gangen. Ook Klaus Mäkelä, de toekomstige chef-dirigent van het Concertgebouworkest, is al een paar keer komen eten. ‘Met zo’n diner ben ik dan dagen bezig. Ik ben nu kippenbouillon aan het maken, heerlijk. Het huis ruikt de hele tijd lekker. Het is een perfecte bezigheid voor mij. Ik word heel onrustig van niks doen, dus zo heb ik een soort structuur in mijn leven.’

 
Op woensdagavond 25 september vierde het Alma Quartet zijn tienjarig jubileum in de Kleine Zaal met nieuw werk van de bevriende componist Samuel Adams, Janáčeks Tweede strijkkwartet, ‘Intieme brieven’ en Beethovens Twaalfde strijkkwartet. 

 

Ze besloten voortaan minimaal twee keer per week te repeteren, naast hun vier ochtenden per week orkestrepetitie, concerten en zelfstudie. Van Biemen: ‘Dat is best een commitment, maar het betaalt zich wel uit. Voor ons laatste album [met werken van Korngold, red.] hebben we ook een prestigieuze Franse prijs gewonnen, een Diapason d’Or (‘gouden stemvork’). Dan weet je wel waarvoor je het doet. Zeker omdat er zo ongelooflijk veel goede strijkkwartetten zijn. Dat we al tien jaar bestaan is daarom best gaaf. In het begin waren wij in de ogen van veel mensen geen volwaardig strijkkwartet, vanwege onze orkestbaan.’

Pop

Zodra de mannen echt serieus werden met het kwartet, is Van Biemen bezig gegaan met hun imago. Samenwerkingen buiten de klassieke muziek, zowel muzikaal als voor hun albumontwerp, zetten hun toon. ‘Wij hebben ons onderscheiden door niet te beginnen met Haydn spelen in kerkjes, maar gelijk de grote poppodia op te gaan met een techno-dj uit Berlijn. Daarnaast spelen wij óók Haydn en Beethoven op hoog niveau.’

En ja, het zijn vier mannen. Dat valt ook op in de wereld van de strijkkwartetten, volgens Van Biemen. ‘En dan hebben we ook nog eens een vrouwennaam. Alma, vanwege de Mahler-connectie. Maar de dochter van onze toenmalige cellist heet ook zo. En heel grappig: toen ik in Amerika studeerde, speelde ik al eens in een kwartet dat nota bene Alma heette.’

Magisch

Het kwartet is inmiddels een uit de hand gelopen passie, zegt Van Biemen. ‘Mensen vergeten dat het daarom moeilijk is om nee te zeggen. Het betekent ook dat je jouw idee of gevoel moet opofferen voor h­et collectief en dat kan er heel heftig aan toe gaan. Een paar keer per jaar hebben we flinke ruzies en soms denk ik dan: ‘Ik kap ermee, waar doe ik het voor?’ Een dag later is het weer geweldig als je met zijn vieren hetzelfde einddoel hebt en het werkt. Dat is magisch.’

Als kers op de taart kwam onverwachts voor het Alma Quartet een droom uit: hun platenlabel stelde voor om alle late strijkkwartetten van Ludwig van Beethoven op te nemen. ‘Onze mond viel open. Dat is echt de heilige graal, omdat deze worden gezien als de belangrijkste kwartetten die ooit zijn geschreven. Ze zitten vol met filosofische overpeinzingen en waanzinnige muzikale ideeën. Een soort bijbel voor strijkkwartet. Dat mogen wij nu als kwartetje uit Amsterdam opnemen. Jeroen is begin vijftig, die zei: ‘Dat ik dit nog voor mijn zestigste mag doen, is zo’n eer’.’

Wist je dat?
Marc Daniel van Biemen kookt graag. ‘Het is eigenlijk een beetje hetzelfde als bladmuziek met veel details: een recept van een driesterrenchef lees ik net zo. En dan doe ik precies wat er staat.’ Eens in de paar weken organiseert Van Biemen uitgebreide etentjes met zeven of acht gangen. Ook Klaus Mäkelä, de toekomstige chef-dirigent van het Concertgebouworkest, is al een paar keer komen eten. ‘Met zo’n diner ben ik dan dagen bezig. Ik ben nu kippenbouillon aan het maken, heerlijk. Het huis ruikt de hele tijd lekker. Het is een perfecte bezigheid voor mij. Ik word heel onrustig van niks doen, dus zo heb ik een soort structuur in mijn leven.’

 
Op woensdagavond 25 september vierde het Alma Quartet zijn tienjarig jubileum in de Kleine Zaal met nieuw werk van de bevriende componist Samuel Adams, Janáčeks Tweede strijkkwartet, ‘Intieme brieven’ en Beethovens Twaalfde strijkkwartet. 

 

Dit artikel wordt u gratis aangeboden door Preludium. Meer lezen? Abonneer dan nu.