Vijf Quatuor Mosaïques
door Frederike Berntsen 01 sep. 2017 01 september 2017
Quatuor Mosaïques viert zijn dertigjarig bestaan. Als je zo’n lange tijd samenwerkt, maak je een heleboel mee: spelen voor de koning of een ontmoeting met een gevoelige vlinder. Een terugblik in vijf highlights door primarius Erich Höbarth en cellist Christophe Coin.
Het legendarische strijkkwartet Quatuor Mosaïques viert zijn dertigjarig bestaan. Als je zo’n lange tijd samenwerkt, maak je een heleboel mee: spelen voor de koning of een ontmoeting met een gevoelige vlinder. Een terugblik in vijf highlights door primarius Erich Höbarth en cellist Christophe Coin.
1
Erich Höbarth: ‘De koning van Spanje bezit een kwartet van vier Stradivariussen. Zo’n tien jaar geleden hebben we daarop gespeeld, in het koninklijk museum dat zich in het paleis bevindt. De instrumenten mochten niet naar buiten.
Vijf dagen lang laafden we ons aan deze weelde, die je je als kwartet nooit kunt veroorloven: dit soort instrumenten zijn absoluut te duur om aan te schaffen. We hebben op de Stradivariussen een opname gemaakt van de vier kwartetten van de Spaanse componist Juan Arriaga, en we hebben een concert gegeven in het paleis.
We speelden met onze eigen stokken, anders zouden we aan te veel nieuw materiaal hebben moeten wennen. Heel speciaal, zo’n exercitie. Als ik terugluister kan ik goed horen dat dit vier gelijksoortige instrumenten zijn.’
2
Erich Höbarth: ‘Tot de mooiste ervaringen die ik heb gehad met ons kwartet behoren ook de concerten die we recentelijk hebben gegeven met de late strijkkwartetten van Beethoven. Voor mij zijn dat de absolute hoogtepunten in het kwartetrepertoire, intieme en tegelijk heel krachtige muziek.
Het legendarische strijkkwartet Quatuor Mosaïques viert zijn dertigjarig bestaan. Als je zo’n lange tijd samenwerkt, maak je een heleboel mee: spelen voor de koning of een ontmoeting met een gevoelige vlinder. Een terugblik in vijf highlights door primarius Erich Höbarth en cellist Christophe Coin.
1
Erich Höbarth: ‘De koning van Spanje bezit een kwartet van vier Stradivariussen. Zo’n tien jaar geleden hebben we daarop gespeeld, in het koninklijk museum dat zich in het paleis bevindt. De instrumenten mochten niet naar buiten.
Vijf dagen lang laafden we ons aan deze weelde, die je je als kwartet nooit kunt veroorloven: dit soort instrumenten zijn absoluut te duur om aan te schaffen. We hebben op de Stradivariussen een opname gemaakt van de vier kwartetten van de Spaanse componist Juan Arriaga, en we hebben een concert gegeven in het paleis.
We speelden met onze eigen stokken, anders zouden we aan te veel nieuw materiaal hebben moeten wennen. Heel speciaal, zo’n exercitie. Als ik terugluister kan ik goed horen dat dit vier gelijksoortige instrumenten zijn.’
2
Erich Höbarth: ‘Tot de mooiste ervaringen die ik heb gehad met ons kwartet behoren ook de concerten die we recentelijk hebben gegeven met de late strijkkwartetten van Beethoven. Voor mij zijn dat de absolute hoogtepunten in het kwartetrepertoire, intieme en tegelijk heel krachtige muziek.
Onze ideeën over hoe je deze werken uitvoert komen volledig overeen, dat geeft een bijzonder gevoel wanneer je samenspeelt. We willen niets overdrijven in onze uitvoeringen, zijn wars van iedere beweging in de interpretatie die riekt naar theater.
De stukken zijn gebaat bij de grootste eenvoud. Onze gezamenlijke achtergrond heeft zeker te maken met onze gelijkgestemde insteek. Ik hoop dat onze kersverse opname net uit is als we in Het Concertgebouw spelen.’
3
Christophe Coin: ‘Een fantastisch moment voor ons was het winnen van een Gramophone Award in 1993 voor een van onze Haydn-cd’s – we hebben al zijn strijkkwartetten vastgelegd. Haydn, de componist die het strijkkwartet uitvond, was een tijd lang ons dagelijks brood.
Voor een klassiek strijkkwartet is dit zeer belangrijk repertoire. Toen onze cd’s uitkwamen werd Haydn niet zo veel gespeeld. We waren trots op onze onderscheiding, zowel voor de componist als voor onszelf. Haydns muziek is diepgravend, maar heeft ook humor en is erg leuk om te spelen.
Wanneer je op darmsnaren speelt, zoals wij doen, kun je het sprankelende van deze kwartetten goed naar voren laten komen. Je hoort een rijke hoeveelheid boventonen.’
‘Haydn was een tijdlang ons dagelijks brood’
4
Christophe Coin: ‘We repeteerden eens een vroege Beethoven, ik weet niet meer precies welk kwartet, maar ik weet wel dat het er één uit opus 18 was. In een van die kwartetten heeft de eerste viool een heel mooie zangerige partij.
Het was op een zomeravond, en opeens vloog er een vlinder onze repetitieruimte binnen, en ging op de partij van de primarius zitten. Gedurende het hele langzame deel zat die vlinder, het was een vrij grote, doodstil naar ons te luisteren. Het was alsof de geest van Beethoven ons bezocht.
Ons spel veranderde op dat moment ook, we probeerden niet te veel te bewegen om de vlinder niet af te schrikken. In mijn herinnering versmolten onze klanken nog meer dan daarvoor. Een heel intense belevenis.’
5
Christophe Coin: ‘Wat ik als steeds terugkerende hoogtepuntjes beschouw, is het ontdekken van onbekende werken uit de muziekgeschiedenis: we houden ervan om vergeten repertoire nieuw leven in te blazen. Componisten als Johann Benjamin Gross en Ferdinand David, tijdgenoten van Mendelssohn; wanneer hoor je hun muziek?
Het is bijzonder om een werk op je lessenaar te hebben waarvan je weet dat het niet of bijna niet is uitgevoerd sinds de tijd waarin de componist leefde. Ik ben altijd ontroerd als ik dit soort “nieuwe” noten speel.
Je creëert er een context mee voor jezelf als musicus. De kleinere meesters kunnen je nog meer inzicht geven in de geniën. Relaties leggen binnen de geschiedenis geeft grote voldoening.’
Onze ideeën over hoe je deze werken uitvoert komen volledig overeen, dat geeft een bijzonder gevoel wanneer je samenspeelt. We willen niets overdrijven in onze uitvoeringen, zijn wars van iedere beweging in de interpretatie die riekt naar theater.
De stukken zijn gebaat bij de grootste eenvoud. Onze gezamenlijke achtergrond heeft zeker te maken met onze gelijkgestemde insteek. Ik hoop dat onze kersverse opname net uit is als we in Het Concertgebouw spelen.’
3
Christophe Coin: ‘Een fantastisch moment voor ons was het winnen van een Gramophone Award in 1993 voor een van onze Haydn-cd’s – we hebben al zijn strijkkwartetten vastgelegd. Haydn, de componist die het strijkkwartet uitvond, was een tijd lang ons dagelijks brood.
Voor een klassiek strijkkwartet is dit zeer belangrijk repertoire. Toen onze cd’s uitkwamen werd Haydn niet zo veel gespeeld. We waren trots op onze onderscheiding, zowel voor de componist als voor onszelf. Haydns muziek is diepgravend, maar heeft ook humor en is erg leuk om te spelen.
Wanneer je op darmsnaren speelt, zoals wij doen, kun je het sprankelende van deze kwartetten goed naar voren laten komen. Je hoort een rijke hoeveelheid boventonen.’
‘Haydn was een tijdlang ons dagelijks brood’
4
Christophe Coin: ‘We repeteerden eens een vroege Beethoven, ik weet niet meer precies welk kwartet, maar ik weet wel dat het er één uit opus 18 was. In een van die kwartetten heeft de eerste viool een heel mooie zangerige partij.
Het was op een zomeravond, en opeens vloog er een vlinder onze repetitieruimte binnen, en ging op de partij van de primarius zitten. Gedurende het hele langzame deel zat die vlinder, het was een vrij grote, doodstil naar ons te luisteren. Het was alsof de geest van Beethoven ons bezocht.
Ons spel veranderde op dat moment ook, we probeerden niet te veel te bewegen om de vlinder niet af te schrikken. In mijn herinnering versmolten onze klanken nog meer dan daarvoor. Een heel intense belevenis.’
5
Christophe Coin: ‘Wat ik als steeds terugkerende hoogtepuntjes beschouw, is het ontdekken van onbekende werken uit de muziekgeschiedenis: we houden ervan om vergeten repertoire nieuw leven in te blazen. Componisten als Johann Benjamin Gross en Ferdinand David, tijdgenoten van Mendelssohn; wanneer hoor je hun muziek?
Het is bijzonder om een werk op je lessenaar te hebben waarvan je weet dat het niet of bijna niet is uitgevoerd sinds de tijd waarin de componist leefde. Ik ben altijd ontroerd als ik dit soort “nieuwe” noten speel.
Je creëert er een context mee voor jezelf als musicus. De kleinere meesters kunnen je nog meer inzicht geven in de geniën. Relaties leggen binnen de geschiedenis geeft grote voldoening.’