Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier
achter de schermen

Van Hells 'Concertgebouw Sextet'

door Rolf Hermsen
28 mei 2016 28 mei 2016

In de galerijen en foyers van Het Concertgebouw kun je oog in oog staan met grote dirigenten en beroemde solisten die op het podium hebben geschitterd. Ze zijn vereeuwigd in bijzondere kunstwerken, een ­portretcollectie die zorgvuldig wordt onderhouden.

Musea lopen goed. Vrije tijd moet immers besteed worden. Maar zelfs tijdens de grootste blockbusters (Jeroen Bosch! David Bowie!) is het in museumzalen niet zo druk als in de galerijen van Het Concertgebouw wanneer een volle Grote Zaal leegstroomt voor de gebruikelijke pauze ‘inclusief drankje’.

In dit onmuseale gedrang heeft niet iedereen, met de oren nog vol muziek, oog voor de portretkunst aan de wanden. De oudste portretten zijn ouder dan het gebouw zelf – Petrus Greive schilderde het portret van Frans Georg Friedrich Hansen in 1847 – ­terwijl van Sam Dillemans’ grote schilderij van Mariss Jansons de verf nog maar net droog is.

Behalve een mooi beeld van meerdere generaties meestermusici biedt de collectie van Het Concertgebouw ook een staalkaart van twee eeuwen Nederlandse portretschilderkunst, inclusief werken van begaafde en vermaarde portrettisten als Jan Sluijters en Johan van Hell.

Opknapbeurt

Om ervoor te zorgen dat er nog lang van deze werken kan worden genoten, investeert Het Concertgebouw in restauratiewerkzaamheden. De afgelopen jaren hebben restauratoren Vera Blok en Johanneke Verhave een conditie­rapport opgesteld van elk schilderij in de collectie.

Musea lopen goed. Vrije tijd moet immers besteed worden. Maar zelfs tijdens de grootste blockbusters (Jeroen Bosch! David Bowie!) is het in museumzalen niet zo druk als in de galerijen van Het Concertgebouw wanneer een volle Grote Zaal leegstroomt voor de gebruikelijke pauze ‘inclusief drankje’.

In dit onmuseale gedrang heeft niet iedereen, met de oren nog vol muziek, oog voor de portretkunst aan de wanden. De oudste portretten zijn ouder dan het gebouw zelf – Petrus Greive schilderde het portret van Frans Georg Friedrich Hansen in 1847 – ­terwijl van Sam Dillemans’ grote schilderij van Mariss Jansons de verf nog maar net droog is.

Behalve een mooi beeld van meerdere generaties meestermusici biedt de collectie van Het Concertgebouw ook een staalkaart van twee eeuwen Nederlandse portretschilderkunst, inclusief werken van begaafde en vermaarde portrettisten als Jan Sluijters en Johan van Hell.

Opknapbeurt

Om ervoor te zorgen dat er nog lang van deze werken kan worden genoten, investeert Het Concertgebouw in restauratiewerkzaamheden. De afgelopen jaren hebben restauratoren Vera Blok en Johanneke Verhave een conditie­rapport opgesteld van elk schilderij in de collectie.

  • Concertgebouw Sextet

    door Johan van Hell, ca. 1920 (na restauratie)

    Concertgebouw Sextet

    door Johan van Hell, ca. 1920 (na restauratie)

  • Restauratie Concertgebouw Sextet

    Op de UV-foto zijn de retouches duidelijk zichtbaar als zwarte toetsen.

    Restauratie Concertgebouw Sextet

    Op de UV-foto zijn de retouches duidelijk zichtbaar als zwarte toetsen.

  • Concertgebouw Sextet

    Vera Blok is bezig met het retoucheren van de lacunes.

    Concertgebouw Sextet

    Vera Blok is bezig met het retoucheren van de lacunes.

  • Concertgebouw Sextet

    Vera Blok (l.) en Johanneke Verhave bevestigen zuurvrij foamboard aan de achterkant van het schilderij.

    Concertgebouw Sextet

    Vera Blok (l.) en Johanneke Verhave bevestigen zuurvrij foamboard aan de achterkant van het schilderij.

  • Concertgebouw Sextet

    door Johan van Hell, ca. 1920 (na restauratie)

    Concertgebouw Sextet

    door Johan van Hell, ca. 1920 (na restauratie)

  • Restauratie Concertgebouw Sextet

    Op de UV-foto zijn de retouches duidelijk zichtbaar als zwarte toetsen.

    Restauratie Concertgebouw Sextet

    Op de UV-foto zijn de retouches duidelijk zichtbaar als zwarte toetsen.

  • Concertgebouw Sextet

    Vera Blok is bezig met het retoucheren van de lacunes.

    Concertgebouw Sextet

    Vera Blok is bezig met het retoucheren van de lacunes.

  • Concertgebouw Sextet

    Vera Blok (l.) en Johanneke Verhave bevestigen zuurvrij foamboard aan de achterkant van het schilderij.

    Concertgebouw Sextet

    Vera Blok (l.) en Johanneke Verhave bevestigen zuurvrij foamboard aan de achterkant van het schilderij.

Daarbij bleek op een vijftal schilderijen de verflaag plaatselijk erg los te zitten, met het acute gevaar dat de verf van het doek zou vallen. Deze werken zijn dan ook meteen behandeld; onder de loszittende verfdeeltjes is een stabiele lijm aangebracht en met warmte zijn de deeltjes weer goed bevestigd.

Zo’n proces, ‘consolideren’ genaamd, bleek met name erg noodzakelijk voor Concertgebouw Sextet, dat bij de Kleine Zaal hangt. De twee restauratoren hadden hun handen vol aan de opknapbeurt van dit grote schilderij dat de leden van het internationaal vermaarde blaassextet (1909-1937) met hun instrumenten portretteert.

Dubbeltalent

Johan van Hell (1889-1952), de maker van Concertgebouw Sextet, was een onvervalst dubbeltalent. Hij maakte zowel ­beeldende kunst als muziek – en dat beide op hoog niveau. Als invallend klarinettist bij het Concertgebouworkest kreeg hij op zeker moment een vaste plek aangeboden, maar die kans liet hij lopen om te kunnen blijven tekenen en schilderen.

Ook op dat gebied was hij succesvol, al had zijn figuratieve stijl de tijdgeest niet mee – in het interbellum was ‘abstract’ het voorschrift in de kunstmode. Uit veel van Van Hells schilderijen spreekt overduidelijk zijn sociale bewogenheid. Hij was een overtuigd sociaal-democraat – aan dat ­overtuigen werd vooral door zijn huwelijkspartner gewerkt, naar het schijnt.

Vanuit hedendaags oogpunt doet de combinatie van Van Hells ‘elitaire’ muziekvoorkeur en de ‘proletarische’ onderwerpen van zijn schilderwerk vreemd aan, maar in die tijd was de sociaal-­democratie nog erg druk met het opvoeden van arbeiders.

In zekere zin was Johan van Hell de belichaming van het verheffings­ideaal. Zijn Sextet toont overigens (nog) niet de ‘markante koppen’, de hoekigheid en het isometrische, ‘platte’ perspectief waar zijn sociaal-realistische werk om bekend staat.

Mankementen

Anno 2016 blijkt er in materiaaltechnisch opzicht het nodige aan Concertgebouw Sextet te mankeren. Vooral langs de onderrand van het doek is de hechting tussen verflaag en doek slecht. Ook door eerdere restauratoren was hier al geconsolideerd en waren lacunes in de verflaag geretoucheerd.

Helaas waren deze retouches erg donker en dus storend. Blok en Verhave hebben de verflaag nu zo goed mogelijk vastgezet en de oude retouches verwijderd. Vervolgens is er opnieuw en zorgvuldig geretoucheerd.

Daarbij bleek op een vijftal schilderijen de verflaag plaatselijk erg los te zitten, met het acute gevaar dat de verf van het doek zou vallen. Deze werken zijn dan ook meteen behandeld; onder de loszittende verfdeeltjes is een stabiele lijm aangebracht en met warmte zijn de deeltjes weer goed bevestigd.

Zo’n proces, ‘consolideren’ genaamd, bleek met name erg noodzakelijk voor Concertgebouw Sextet, dat bij de Kleine Zaal hangt. De twee restauratoren hadden hun handen vol aan de opknapbeurt van dit grote schilderij dat de leden van het internationaal vermaarde blaassextet (1909-1937) met hun instrumenten portretteert.

Dubbeltalent

Johan van Hell (1889-1952), de maker van Concertgebouw Sextet, was een onvervalst dubbeltalent. Hij maakte zowel ­beeldende kunst als muziek – en dat beide op hoog niveau. Als invallend klarinettist bij het Concertgebouworkest kreeg hij op zeker moment een vaste plek aangeboden, maar die kans liet hij lopen om te kunnen blijven tekenen en schilderen.

Ook op dat gebied was hij succesvol, al had zijn figuratieve stijl de tijdgeest niet mee – in het interbellum was ‘abstract’ het voorschrift in de kunstmode. Uit veel van Van Hells schilderijen spreekt overduidelijk zijn sociale bewogenheid. Hij was een overtuigd sociaal-democraat – aan dat ­overtuigen werd vooral door zijn huwelijkspartner gewerkt, naar het schijnt.

Vanuit hedendaags oogpunt doet de combinatie van Van Hells ‘elitaire’ muziekvoorkeur en de ‘proletarische’ onderwerpen van zijn schilderwerk vreemd aan, maar in die tijd was de sociaal-­democratie nog erg druk met het opvoeden van arbeiders.

In zekere zin was Johan van Hell de belichaming van het verheffings­ideaal. Zijn Sextet toont overigens (nog) niet de ‘markante koppen’, de hoekigheid en het isometrische, ‘platte’ perspectief waar zijn sociaal-realistische werk om bekend staat.

Mankementen

Anno 2016 blijkt er in materiaaltechnisch opzicht het nodige aan Concertgebouw Sextet te mankeren. Vooral langs de onderrand van het doek is de hechting tussen verflaag en doek slecht. Ook door eerdere restauratoren was hier al geconsolideerd en waren lacunes in de verflaag geretoucheerd.

Helaas waren deze retouches erg donker en dus storend. Blok en Verhave hebben de verflaag nu zo goed mogelijk vastgezet en de oude retouches verwijderd. Vervolgens is er opnieuw en zorgvuldig geretoucheerd.

Dit artikel wordt u gratis aangeboden door Preludium. Meer lezen? Abonneer dan nu.