Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier
interview

Mezzosopraan Olivia Vermeulen: ‘Achteraf denk ik: ‘Móest dat nou allemaal?’’

door Rolf Hermsen
16 okt. 2023 16 oktober 2023

Gezien de staat van dienst van Olivia Vermeulen zou dit routineklus nummer zoveel kunnen zijn, maar alsof het haar eerste interview betreft, is de mezzo­sopraan aandachtig, eerlijk en open.

  • Olivia Vermeulen

    Foto: Felix Broede

    Olivia Vermeulen

    Foto: Felix Broede

  • Olivia Vermeulen

    Foto: Felix Broede

    Olivia Vermeulen

    Foto: Felix Broede

  • Olivia Vermeulen

    Foto: Felix Broede

    Olivia Vermeulen

    Foto: Felix Broede

  • Olivia Vermeulen

    Foto: Felix Broede

    Olivia Vermeulen

    Foto: Felix Broede

‘Ik denk altijd dat ik zonder werk kom te zitten!’ is haar eerste reactie op de opmerking dat haar cv er overvol en ongewoon gevarieerd uitziet. ‘Nee, grapje. Ik heb een enorme drive, een combinatie van enthousiasme en moeilijk nee kunnen zeggen. Als ik voor iets werd benaderd was het altijd: ‘JA! Dat kan ook nog wel.’ In mijn agenda leek er dan ruimte maar in werkelijkheid bleek het uiteindelijk te veel. Dus dat doe ik nu anders. Het omslagpunt was corona, tot dan toe was het door en door en door. Nog even naar China vliegen met het kind én nog even daar zingen én ook nog even dit… Achteraf denk ik: ‘Móest dat nou allemaal?’

Net voor de lockdown, in januari 2020, kwam mijn eerste echte solo-cd uit, Dirty Minds. Het bijbehorende recital in Het Concertgebouw was een van de laatste voor de stop. En toen, door het in één keer wegvallen van alle druk, kwam ik in een soort burn-out. Maar het was dubbel, want ik was wel thuis in Zwitserland met mijn gezin, zat hier op die berg en kon naar buiten, de tuin in – een luxe positie, daarvan ben ik me bewust. In die periode ben ik gaan beseffen dat er méér is dan alleen zingen.’

Dirty Minds werd heel positief ontvangen. De cd bleek een succes en we wonnen er prijzen mee. Wat een kick, zo’n totaal eigen iets! Ik wilde meteen alleen nog eigen projecten doen. Maar de hoeveelheid tijd die je daarin steekt kán eenvoudigweg niet worden gehonoreerd.’

Dus het is niet lucratiever om met crossover-projecten de brug te slaan naar een groot publiek? ‘Zeker niet. Alleen door corona had ik tijd voor het tweede project, Hello Darkness. Ik kon veel uitproberen, ook qua zangtechniek en repertoire, wat niet had gekund als ik gewoon verder was gegaan met van opera naar opera te hobbelen. Tegenwoordig zorg ik voor een balans tussen eigen projecten en ander werk.’

‘Ik vraag me af of er überhaupt een toekomst voor deze
wereld is’

Nu hebben Jan Philip [Schulze, pianist] en ik gekozen voor een mooi klassiek programma met supergoeie musici. Jan Philip is echt mijn partner in de muziek, al vijftien jaar. We zijn zo op elkaar ingespeeld – we lijken wel een oud echtpaar! Hij is mega-goed in het bedenken van programma’s en we pingpongen voortdurend met ingevingen en suggesties. Als ik iets zonder hem aanpak, mis ik hem meteen ook heel erg.’

‘In dit programma staan de Chansons madécasses van Ravel centraal, die wilde ik graag zingen. Daaromheen hebben we de rest bedacht – aansluitend van sfeer, veel Franstalig, maar ook op basis van de bezetting: piano, cello en fluit. Shéhérazade, ook van Ravel, doen we in een eigen bewerking voor die instrumenten. Als je het hele programma bekijkt, zie je duidelijk oriëntaalse aspecten, maar de nadruk lag deze keer wat minder op een th­ema. Na twee van zulke programma’s wilde ik niet in het hokje belanden van ‘die zangeres die crossover-conceptjes bedenkt’. Het is nogal in op het moment, dat mixen van genres, maar het kan ook totaal in die Hose gehen om het even op z’n Duits te zeggen. Voor mij is het ook geen ‘toekomstscenario voor de overleving van klassieke muziek’ of zo. Misschien is het voor de cultuur zorgwekkend dat zo weinig mensen bezig zijn met iets anders dan totale Verblödung, maar ik vraag me vooral af of er überhaupt een toekomst voor deze wereld is. Ja, ik word steeds activistischer. Waarschijnlijk komen wij over een jaar terug naar Nederland en wanneer ik nu alvast naar huizen kijk, denk ik: als het maar boven de zeespiegel is – is dat overdreven? Eenmaal terug wil ik veel meer tijd besteden aan Extinction Rebellion, of de politiek in… ik weet het nog niet. Soms vind ik het moeilijk zin te geven aan mijn beroep en aan het zingen, zo groot zijn mijn zorgen over de klimaatcrisis.’

Conceptalbums
Dirty Minds en Hello Darkness van Olivia Vermeulen en Jan Philip Schulze zijn conceptalbums. De term conceptalbum wordt vooral gebruikt in de popmuziek voor een langspeelplaat met nummers die thematisch verbonden zijn, qua tekst en/of muziek. In de jaren 1960-70 begonnen bands ‘grotere werken’ af te leveren dan albums met losse songs. Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band van The Beatles is een standaardvoorbeeld. In de popmuziek kleeft er de verdenking van pretentie aan, maar eigenlijk is elke willekeurige kerstplaat al een conceptalbum. Voor de eerste doordachte conceptalbums gaat de eer naar Frank Sinatra die al in de jaren 1950 platen uitbracht rond thema’s als eenzaamheid, met één orkest, één arrangeur en een grote eenheid van sfeer.

Oriëntalisme
De term ‘oriëntalisme’ is gemunt door de Palestijns-Amerikaanse literatuurwetenschapper Edward Said in zijn gelijknamige boek uit 1978. Oriëntalisme staat voor de westerse, vertekende blik op de cultuur van de Oriënt (het Oosten) die ontstond in de late negentiende eeuw. In Europa had zich een fascinatie ontwikkeld voor alles wat uit verre streken kwam – van Afrika en het Midden-Oosten tot en met Japan. Die fascinatie drong door in alle kunsten, muziek niet in de laatste plaats. Claude Debussy, Maurice Ravel en menige tijdgenoot raakten er welhaast door beneveld. Critici als Said wijzen op de neerbuigendheid die inherent is aan een misplaatst romantisch dwepen met andere culturen. Westerse oogkleppen sluiten daarbij vrijwel alles uit behalve het oppervlakkig exotische, mysterieuze en sprookjesachtige.

 

‘Ik denk altijd dat ik zonder werk kom te zitten!’ is haar eerste reactie op de opmerking dat haar cv er overvol en ongewoon gevarieerd uitziet. ‘Nee, grapje. Ik heb een enorme drive, een combinatie van enthousiasme en moeilijk nee kunnen zeggen. Als ik voor iets werd benaderd was het altijd: ‘JA! Dat kan ook nog wel.’ In mijn agenda leek er dan ruimte maar in werkelijkheid bleek het uiteindelijk te veel. Dus dat doe ik nu anders. Het omslagpunt was corona, tot dan toe was het door en door en door. Nog even naar China vliegen met het kind én nog even daar zingen én ook nog even dit… Achteraf denk ik: ‘Móest dat nou allemaal?’

Net voor de lockdown, in januari 2020, kwam mijn eerste echte solo-cd uit, Dirty Minds. Het bijbehorende recital in Het Concertgebouw was een van de laatste voor de stop. En toen, door het in één keer wegvallen van alle druk, kwam ik in een soort burn-out. Maar het was dubbel, want ik was wel thuis in Zwitserland met mijn gezin, zat hier op die berg en kon naar buiten, de tuin in – een luxe positie, daarvan ben ik me bewust. In die periode ben ik gaan beseffen dat er méér is dan alleen zingen.’

Dirty Minds werd heel positief ontvangen. De cd bleek een succes en we wonnen er prijzen mee. Wat een kick, zo’n totaal eigen iets! Ik wilde meteen alleen nog eigen projecten doen. Maar de hoeveelheid tijd die je daarin steekt kán eenvoudigweg niet worden gehonoreerd.’

Dus het is niet lucratiever om met crossover-projecten de brug te slaan naar een groot publiek? ‘Zeker niet. Alleen door corona had ik tijd voor het tweede project, Hello Darkness. Ik kon veel uitproberen, ook qua zangtechniek en repertoire, wat niet had gekund als ik gewoon verder was gegaan met van opera naar opera te hobbelen. Tegenwoordig zorg ik voor een balans tussen eigen projecten en ander werk.’

‘Ik vraag me af of er überhaupt een toekomst voor deze
wereld is’

Nu hebben Jan Philip [Schulze, pianist] en ik gekozen voor een mooi klassiek programma met supergoeie musici. Jan Philip is echt mijn partner in de muziek, al vijftien jaar. We zijn zo op elkaar ingespeeld – we lijken wel een oud echtpaar! Hij is mega-goed in het bedenken van programma’s en we pingpongen voortdurend met ingevingen en suggesties. Als ik iets zonder hem aanpak, mis ik hem meteen ook heel erg.’

‘In dit programma staan de Chansons madécasses van Ravel centraal, die wilde ik graag zingen. Daaromheen hebben we de rest bedacht – aansluitend van sfeer, veel Franstalig, maar ook op basis van de bezetting: piano, cello en fluit. Shéhérazade, ook van Ravel, doen we in een eigen bewerking voor die instrumenten. Als je het hele programma bekijkt, zie je duidelijk oriëntaalse aspecten, maar de nadruk lag deze keer wat minder op een th­ema. Na twee van zulke programma’s wilde ik niet in het hokje belanden van ‘die zangeres die crossover-conceptjes bedenkt’. Het is nogal in op het moment, dat mixen van genres, maar het kan ook totaal in die Hose gehen om het even op z’n Duits te zeggen. Voor mij is het ook geen ‘toekomstscenario voor de overleving van klassieke muziek’ of zo. Misschien is het voor de cultuur zorgwekkend dat zo weinig mensen bezig zijn met iets anders dan totale Verblödung, maar ik vraag me vooral af of er überhaupt een toekomst voor deze wereld is. Ja, ik word steeds activistischer. Waarschijnlijk komen wij over een jaar terug naar Nederland en wanneer ik nu alvast naar huizen kijk, denk ik: als het maar boven de zeespiegel is – is dat overdreven? Eenmaal terug wil ik veel meer tijd besteden aan Extinction Rebellion, of de politiek in… ik weet het nog niet. Soms vind ik het moeilijk zin te geven aan mijn beroep en aan het zingen, zo groot zijn mijn zorgen over de klimaatcrisis.’

Conceptalbums
Dirty Minds en Hello Darkness van Olivia Vermeulen en Jan Philip Schulze zijn conceptalbums. De term conceptalbum wordt vooral gebruikt in de popmuziek voor een langspeelplaat met nummers die thematisch verbonden zijn, qua tekst en/of muziek. In de jaren 1960-70 begonnen bands ‘grotere werken’ af te leveren dan albums met losse songs. Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band van The Beatles is een standaardvoorbeeld. In de popmuziek kleeft er de verdenking van pretentie aan, maar eigenlijk is elke willekeurige kerstplaat al een conceptalbum. Voor de eerste doordachte conceptalbums gaat de eer naar Frank Sinatra die al in de jaren 1950 platen uitbracht rond thema’s als eenzaamheid, met één orkest, één arrangeur en een grote eenheid van sfeer.

Oriëntalisme
De term ‘oriëntalisme’ is gemunt door de Palestijns-Amerikaanse literatuurwetenschapper Edward Said in zijn gelijknamige boek uit 1978. Oriëntalisme staat voor de westerse, vertekende blik op de cultuur van de Oriënt (het Oosten) die ontstond in de late negentiende eeuw. In Europa had zich een fascinatie ontwikkeld voor alles wat uit verre streken kwam – van Afrika en het Midden-Oosten tot en met Japan. Die fascinatie drong door in alle kunsten, muziek niet in de laatste plaats. Claude Debussy, Maurice Ravel en menige tijdgenoot raakten er welhaast door beneveld. Critici als Said wijzen op de neerbuigendheid die inherent is aan een misplaatst romantisch dwepen met andere culturen. Westerse oogkleppen sluiten daarbij vrijwel alles uit behalve het oppervlakkig exotische, mysterieuze en sprookjesachtige.

 

Dit artikel wordt u gratis aangeboden door Preludium. Meer lezen? Abonneer dan nu.