Nieuwe bordjes in Het Concertgebouw
door Anna de Vey Mestdagh 26 nov. 2024 26 november 2024
Tweede violiste in Het Concertgebouworkest Anna de Vey Mestdagh laat in haar maandelijkse column weten wat haar zoal bezighoudt. Deze maand: Het Concertgebouw heeft nieuwe bewegwijzering.
Laatst liep ik door de gangen van Het Concertgebouw en merkte dat er iets veranderd was. Mijn aandacht werd alle kanten opgetrokken en ik voelde me opeens een wat opgejaagde bezoeker, terwijl ik er als orkestlid toch al 32 jaar kind aan huis ben. Wat was er aan de hand? Ergens in de laatste maanden moet het gebeurd zijn: om de paar meter zijn op ooghoogte donkerrode bordjes aangebracht met teksten en icoontjes die de weg wijzen. Hier kunt u uw jas ophangen, daar is de lift, hier is de trap, daar het toilet, hier komt u door deur A, B, C of D de zaal binnen. Pijltje naar boven, pijltje naar links, pijltje naar rechts. U bent nu hier en daar is dat. Heel praktisch allemaal en erg overzichtelijk vormgegeven. Het moet gezegd worden, er is duidelijk over nagedacht.
Maar toch, wil je altijd met richtingaanwijzers worden geconfronteerd? De gemiddelde concertbezoeker kan heus wel bevroeden dat de concertzaal zich achter die grote rode deuren verschuilt en dat je een van de vier majestueuze trappen omhoog moet nemen om op de eerste verdieping te komen. En anders is er wel een suppoost of een medebezoeker die het weet. En nog iets: moet alles eigenlijk wel zo snel mogelijk te vinden zijn?
Ons Concertgebouw is zo prachtig en stijlvol met al die bijzondere lampen, tapijten en ornamenten. Het is een soort totaalervaring om door de gangen en foyers te dwalen en dan af en toe een wc of een trap tegen te komen, nauwelijks opvallend in het grote geheel. Die – sorry dat ik het zeg – lelijke bordjes verstoren met al hun goedbedoelde doelmatigheid toch een beetje die ervaring. Maar ja, daar zal de bezoeker die de weg minder goed kent dan ik en die twee minuten voor het concert begint nog gauw even heel nodig moet plassen vast anders over denken.
Laatst liep ik door de gangen van Het Concertgebouw en merkte dat er iets veranderd was. Mijn aandacht werd alle kanten opgetrokken en ik voelde me opeens een wat opgejaagde bezoeker, terwijl ik er als orkestlid toch al 32 jaar kind aan huis ben. Wat was er aan de hand? Ergens in de laatste maanden moet het gebeurd zijn: om de paar meter zijn op ooghoogte donkerrode bordjes aangebracht met teksten en icoontjes die de weg wijzen. Hier kunt u uw jas ophangen, daar is de lift, hier is de trap, daar het toilet, hier komt u door deur A, B, C of D de zaal binnen. Pijltje naar boven, pijltje naar links, pijltje naar rechts. U bent nu hier en daar is dat. Heel praktisch allemaal en erg overzichtelijk vormgegeven. Het moet gezegd worden, er is duidelijk over nagedacht.
Maar toch, wil je altijd met richtingaanwijzers worden geconfronteerd? De gemiddelde concertbezoeker kan heus wel bevroeden dat de concertzaal zich achter die grote rode deuren verschuilt en dat je een van de vier majestueuze trappen omhoog moet nemen om op de eerste verdieping te komen. En anders is er wel een suppoost of een medebezoeker die het weet. En nog iets: moet alles eigenlijk wel zo snel mogelijk te vinden zijn?
Ons Concertgebouw is zo prachtig en stijlvol met al die bijzondere lampen, tapijten en ornamenten. Het is een soort totaalervaring om door de gangen en foyers te dwalen en dan af en toe een wc of een trap tegen te komen, nauwelijks opvallend in het grote geheel. Die – sorry dat ik het zeg – lelijke bordjes verstoren met al hun goedbedoelde doelmatigheid toch een beetje die ervaring. Maar ja, daar zal de bezoeker die de weg minder goed kent dan ik en die twee minuten voor het concert begint nog gauw even heel nodig moet plassen vast anders over denken.