Te paard
door Vrouwkje Tuinman 28 jan. 2019 28 januari 2019
Als klein meisje deed ik soms mee aan dressuurwedstrijden. Zo’n dag begon met het oppoetsen en invlechten van je pony of paard. Dat was het leuke gedeelte, waarna de ellende begon.
In een tot het laatst toe onduidelijke volgorde betrad je de bak van de manege, alwaar je op delen uit Tsjaikovski’s Notenkraker je rondjes en figuren deed. Van de maat van de muziek trok het paard zich weinig aan. Dat gold trouwens ook voor het publiek, bestaande uit ouders die boven in de bar alvast aan de afterparty begonnen waren.
Het liefst reed ik op Wervelwind, een bruin, al wat ouder dier dat haar naam bepaald geen eer aandeed. Maar vaker kwam het voor dat ik net te laat was ingeschreven en een van de minder populaire ruinen trof. Zo een die, liefst op het moment dat we netjes moesten poseren voor de jury, zijn achterbenen wijd uit elkaar plaatste en, alle tijd van de wereld nemend, een dampende plas produceerde.
Uiteindelijk was het tijd voor het beste gedeelte van de dag. En daarmee bedoel ik niet de prijsuitreiking. Meestal ‘won’ ik een roze rozet, wat betekent dat je bij de onderste regionen bent geëindigd. Maar daarna! De speakers kraakten als iemand net iets te hard de naald op de plaat zette, en dan begon het. Johann Strauss’ Radetzkymars. Geschreven ter ere van de gelijknamige veldmaarschalk, die weliswaar 1200 soldaten verloor, maar toch de slag bij Custoza won.
In het echt zullen de resterende troepen moe, vies en kreupel naar huis zijn gesjokt. Maar wij, alle deelnemers, op alle paarden, mochten een rondje door de bak om applaus in ontvangst te nemen. Of je een roze rozet had of een heuse beker, dat maakte niet uit. Zelfs de paarden gingen, met de stal in zicht, keurig in de maat. Nog altijd voel ik me, als ik de Radetzkymars hoor, in galop uit zicht verdwijnen.
In een tot het laatst toe onduidelijke volgorde betrad je de bak van de manege, alwaar je op delen uit Tsjaikovski’s Notenkraker je rondjes en figuren deed. Van de maat van de muziek trok het paard zich weinig aan. Dat gold trouwens ook voor het publiek, bestaande uit ouders die boven in de bar alvast aan de afterparty begonnen waren.
Het liefst reed ik op Wervelwind, een bruin, al wat ouder dier dat haar naam bepaald geen eer aandeed. Maar vaker kwam het voor dat ik net te laat was ingeschreven en een van de minder populaire ruinen trof. Zo een die, liefst op het moment dat we netjes moesten poseren voor de jury, zijn achterbenen wijd uit elkaar plaatste en, alle tijd van de wereld nemend, een dampende plas produceerde.
Uiteindelijk was het tijd voor het beste gedeelte van de dag. En daarmee bedoel ik niet de prijsuitreiking. Meestal ‘won’ ik een roze rozet, wat betekent dat je bij de onderste regionen bent geëindigd. Maar daarna! De speakers kraakten als iemand net iets te hard de naald op de plaat zette, en dan begon het. Johann Strauss’ Radetzkymars. Geschreven ter ere van de gelijknamige veldmaarschalk, die weliswaar 1200 soldaten verloor, maar toch de slag bij Custoza won.
In het echt zullen de resterende troepen moe, vies en kreupel naar huis zijn gesjokt. Maar wij, alle deelnemers, op alle paarden, mochten een rondje door de bak om applaus in ontvangst te nemen. Of je een roze rozet had of een heuse beker, dat maakte niet uit. Zelfs de paarden gingen, met de stal in zicht, keurig in de maat. Nog altijd voel ik me, als ik de Radetzkymars hoor, in galop uit zicht verdwijnen.
Vrouwkje Tuinman (1974) publiceerde vijf dichtbundels en vier romans. Ze studeerde Algemene Letteren en Muziekwetenschap. Als journalist werkt ze voor onder meer Trouw. Na Afscheidstournee werkt ze nu aan diverse nieuwe boeken.
Vrouwkje Tuinman (1974) publiceerde vijf dichtbundels en vier romans. Ze studeerde Algemene Letteren en Muziekwetenschap. Als journalist werkt ze voor onder meer Trouw. Na Afscheidstournee werkt ze nu aan diverse nieuwe boeken.