Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier
interview

Bariton Robert Holl: ‘Stoppen is geen optie’

door Henriette Posthuma de Boer
06 nov. 2018 06 november 2018

Van de talloze liederen die hij zong, zijn die van Schubert hem toch het liefst. Bijvoorbeeld het magistrale, maar zelden uitgevoerde lied Einsamkeit, op 6 november in de Kleine Zaal te horen. ‘Ik zie het als mijn taak om grootse werken die om welke reden dan ook onbekend zijn gebleven, uit te voeren.’

De dag na ons gesprek vertrekt Robert Holl alweer naar Sint-­Petersburg, om als jurylid bij een tweejaarlijks zangconcours de prestaties van de deelnemers te beoordelen en ook als zanger van zich te laten horen. In dit geval koos hij voor Winterreise, een cyclus die hem na aan het hart ligt. Ook voor zijn liederenavond in de Kleine Zaal prijkt Franz Schubert prominent op het programma. 

Hoe kiest hij die dertien liederen uit de zeshonderd die Schubert schreef?

‘Ik maak graag programma’s met teksten van dichters uit Schuberts vriendenkring’, vertelt hij met zijn bronzen stem, waarin sinds hij in Oostenrijk woont een licht Duits accent is geslopen. ‘Die dichters zijn belangrijk voor mij, omdat er in hun werk veel biografische aspecten te vinden zijn. Franz von Schober, Friedrich Schlegel, Ludwig Uhland en Johann Seidl, die Die Taubenpost schreef, het laatste lied van Schwanengesang. En Johann Mayr­hofer natuurlijk, een van Schuberts intiemste vrienden – maar liefst 47 van zijn gedichten zijn door Schubert op muziek gezet.’

‘Schubert was pianist en zanger – onbegrijpelijk, die gigantische berg muziek die hij daarnaast produceerde’

‘Al deze schrijvers en dichters hebben Schubert goed gekend en soms tref je in hun werk zinnen aan die direct over Schubert gaan of zelfs aan hem gericht zijn. Een lied als Geheimnis bijvoorbeeld opent met de duidelijke vraag: ‘Wer lehrt dich Lieder so schmeichelnd und so zart?’ Schubert was pianist en zanger – onbegrijpelijk, die gigantische berg muziek die hij daarnaast produceerde. Niet zomaar muziek, maar ongelooflijke muziek. En dan in zijn laatste levensjaar ook nog dat Strijkkwintet in C groot! Een wonder.’ 

Einsamkeit

‘Dat grote lied, Einsamkeit – het duurt zo’n 22 minuten, op een tekst van Mayrhofer – hoort tot mijn lievelingsliederen. Ik heb me er de laatste veertig jaar mee beziggehouden en het meer dan honderd keer op concerten gezongen. Het is een vrij onbekend werk en het zal wel onbekend blijven, ook door de lengte waarschijnlijk.

Toen ik mijn eerste liederenavond gaf in de Musikverein in Wenen, heb ik dat stuk al op het programma gezet. Een vriend had het me nog afgeraden: ‘Je moet kortere liederen zingen, nu verplicht je het publiek om ruim twintig minuten ononderbroken te luisteren.’ Maar voor mij is het een heel belangrijk stuk omdat juist daar zo veel autobiografische elementen uit de Schubert-kring in zitten.’

De dag na ons gesprek vertrekt Robert Holl alweer naar Sint-­Petersburg, om als jurylid bij een tweejaarlijks zangconcours de prestaties van de deelnemers te beoordelen en ook als zanger van zich te laten horen. In dit geval koos hij voor Winterreise, een cyclus die hem na aan het hart ligt. Ook voor zijn liederenavond in de Kleine Zaal prijkt Franz Schubert prominent op het programma. 

Hoe kiest hij die dertien liederen uit de zeshonderd die Schubert schreef?

‘Ik maak graag programma’s met teksten van dichters uit Schuberts vriendenkring’, vertelt hij met zijn bronzen stem, waarin sinds hij in Oostenrijk woont een licht Duits accent is geslopen. ‘Die dichters zijn belangrijk voor mij, omdat er in hun werk veel biografische aspecten te vinden zijn. Franz von Schober, Friedrich Schlegel, Ludwig Uhland en Johann Seidl, die Die Taubenpost schreef, het laatste lied van Schwanengesang. En Johann Mayr­hofer natuurlijk, een van Schuberts intiemste vrienden – maar liefst 47 van zijn gedichten zijn door Schubert op muziek gezet.’

‘Schubert was pianist en zanger – onbegrijpelijk, die gigantische berg muziek die hij daarnaast produceerde’

‘Al deze schrijvers en dichters hebben Schubert goed gekend en soms tref je in hun werk zinnen aan die direct over Schubert gaan of zelfs aan hem gericht zijn. Een lied als Geheimnis bijvoorbeeld opent met de duidelijke vraag: ‘Wer lehrt dich Lieder so schmeichelnd und so zart?’ Schubert was pianist en zanger – onbegrijpelijk, die gigantische berg muziek die hij daarnaast produceerde. Niet zomaar muziek, maar ongelooflijke muziek. En dan in zijn laatste levensjaar ook nog dat Strijkkwintet in C groot! Een wonder.’ 

Einsamkeit

‘Dat grote lied, Einsamkeit – het duurt zo’n 22 minuten, op een tekst van Mayrhofer – hoort tot mijn lievelingsliederen. Ik heb me er de laatste veertig jaar mee beziggehouden en het meer dan honderd keer op concerten gezongen. Het is een vrij onbekend werk en het zal wel onbekend blijven, ook door de lengte waarschijnlijk.

Toen ik mijn eerste liederenavond gaf in de Musikverein in Wenen, heb ik dat stuk al op het programma gezet. Een vriend had het me nog afgeraden: ‘Je moet kortere liederen zingen, nu verplicht je het publiek om ruim twintig minuten ononderbroken te luisteren.’ Maar voor mij is het een heel belangrijk stuk omdat juist daar zo veel autobiografische elementen uit de Schubert-kring in zitten.’

Op de vraag hoe het ouder worden zijn zingen beïnvloedt, antwoordt hij openhartig: ‘Ik heb er weinig last van. Alleen is de stem wat lager geworden, zeker na de operatie. In 2012 werd er kanker op mijn tong geconstateerd. Een beroemde specialist in Wenen heeft het gezwel eruit gesneden, een flinke ingreep, maar gelukkig zat het aan de zijkant.

De arts heeft me moed ingesproken: ‘Je stem mankeert niets, maar als je niet heel veel oefent wordt het niks meer. Met jouw techniek en ervaring moet het lukken.’ Dus ik ben aan de slag gegaan. Je leert ermee leven en ik moet alleen langer van te voren acclimatiseren. Ik ben nu weer op het technische niveau dat ik voor de operatie had.’ 

'Ik probeer dichters op muziek te zetten die op een of andere manier vergeten zijn, of door de nazi’s om zeep geholpen'

‘Ja, die leeftijd. Ik denk maar aan Hermann Schey, die ook op zijn eenenzeventigste nog optrad. En aan mijn oude leraar Hans Hotter: op zijn tachtigste zong hij nog de Winterreise. Als ik 75 word, is het Schubert-, Mendelssohn- en Brahmsjaar, dus dan zing ik liederen van die drie componisten.’

‘Een winst van het ouder worden is de grotere levenservaring. De situaties die dichters beschrijven heb ik voor een groot deel zelf beleefd, dus dan is het niet alleen maar iets vertellen, maar je identificeren met de ik-figuur van de dichter en de componist. Wel neem ik tegenwoordig minder concerten aan en die zware Wagner-partijen zijn ook niet meer voor me weggelegd. Ik heb nog wel Koning Marke gezongen in Tristan und Isolde, maar in dat repertoire gaan de jaren toch tellen. De enige Wagner-rol die nog goed voor me is, is die van Hans Sachs in Die Meister­singer von Nürnberg. Met zijn lange monoloog zing ik me elke dag in.’ 

Eigen composities

In de loop der jaren heeft Robert Holl zo’n 120 liederen gecomponeerd. Een aantal daarvan staat op de dubbel­-cd met eigen composities die hij uitbracht ter gelegenheid van zijn zeventigste verjaardag. ‘Ik heb altijd teksten in mijn hoofd, meestal Duitse. Ik schreef bijvoorbeeld muziek bij teksten van Jean Paul, onvoorstelbare gedachten vervat in prozagedichten. Wonderlijk dat Schumann dat niet gedaan heeft, Jean Paul was toch zijn lievelingsschrijver. Dan heb ik nog Johann Gottfried von Herder ontdekt, een tijdgenoot van Goethe, die heel eenvoudige, maar prachtige teksten schreef.

Ik probeer dichters op muziek te zetten die op een of andere manier vergeten zijn, of door de nazi’s om zeep geholpen. Zoals Ilse Blumenthal. Een kleine cyclus van haar gedichten heb ik voor het eerst in Jeruzalem uitgevoerd met Elena Bashkirova, de vrouw van Daniel Barenboim. Ik heb al die dichters, samen met alle Schubert-­uitgaven, in mijn bibliotheek. Die telt zo’n 4.000 tot 5.000 boeken, waaronder veel eerste drukken – ik heb altijd Duitse literatuur willen studeren.’

Raakvlakken

Na tientallen jaren met de Nederlandse pianist Rudolf Jansen te hebben gewerkt, heeft Robert Holl, na diens afscheid van het podium, Roger Braun benaderd. ‘Ik werk graag met een Nederlandse pianist en Roger is een van Rudolfs beste leerlingen. We hebben zeker raakvlakken, als het om Schubert gaat is dat voor mij een voorwaarde.’ Stoppen met zingen is voorlopig geen optie. ‘Dat zou het pas worden als iemand, bijvoorbeeld Ellen [zijn vrouw, zangeres Ellen van Lier], tegen me zegt: nu is het tijd om op te houden. Van haar zou ik dat accepteren.’

Maar voorlopig houdt hij zich nog aan zijn geliefde adagium, ‘you should never stop’. 

Op de vraag hoe het ouder worden zijn zingen beïnvloedt, antwoordt hij openhartig: ‘Ik heb er weinig last van. Alleen is de stem wat lager geworden, zeker na de operatie. In 2012 werd er kanker op mijn tong geconstateerd. Een beroemde specialist in Wenen heeft het gezwel eruit gesneden, een flinke ingreep, maar gelukkig zat het aan de zijkant.

De arts heeft me moed ingesproken: ‘Je stem mankeert niets, maar als je niet heel veel oefent wordt het niks meer. Met jouw techniek en ervaring moet het lukken.’ Dus ik ben aan de slag gegaan. Je leert ermee leven en ik moet alleen langer van te voren acclimatiseren. Ik ben nu weer op het technische niveau dat ik voor de operatie had.’ 

'Ik probeer dichters op muziek te zetten die op een of andere manier vergeten zijn, of door de nazi’s om zeep geholpen'

‘Ja, die leeftijd. Ik denk maar aan Hermann Schey, die ook op zijn eenenzeventigste nog optrad. En aan mijn oude leraar Hans Hotter: op zijn tachtigste zong hij nog de Winterreise. Als ik 75 word, is het Schubert-, Mendelssohn- en Brahmsjaar, dus dan zing ik liederen van die drie componisten.’

‘Een winst van het ouder worden is de grotere levenservaring. De situaties die dichters beschrijven heb ik voor een groot deel zelf beleefd, dus dan is het niet alleen maar iets vertellen, maar je identificeren met de ik-figuur van de dichter en de componist. Wel neem ik tegenwoordig minder concerten aan en die zware Wagner-partijen zijn ook niet meer voor me weggelegd. Ik heb nog wel Koning Marke gezongen in Tristan und Isolde, maar in dat repertoire gaan de jaren toch tellen. De enige Wagner-rol die nog goed voor me is, is die van Hans Sachs in Die Meister­singer von Nürnberg. Met zijn lange monoloog zing ik me elke dag in.’ 

Eigen composities

In de loop der jaren heeft Robert Holl zo’n 120 liederen gecomponeerd. Een aantal daarvan staat op de dubbel­-cd met eigen composities die hij uitbracht ter gelegenheid van zijn zeventigste verjaardag. ‘Ik heb altijd teksten in mijn hoofd, meestal Duitse. Ik schreef bijvoorbeeld muziek bij teksten van Jean Paul, onvoorstelbare gedachten vervat in prozagedichten. Wonderlijk dat Schumann dat niet gedaan heeft, Jean Paul was toch zijn lievelingsschrijver. Dan heb ik nog Johann Gottfried von Herder ontdekt, een tijdgenoot van Goethe, die heel eenvoudige, maar prachtige teksten schreef.

Ik probeer dichters op muziek te zetten die op een of andere manier vergeten zijn, of door de nazi’s om zeep geholpen. Zoals Ilse Blumenthal. Een kleine cyclus van haar gedichten heb ik voor het eerst in Jeruzalem uitgevoerd met Elena Bashkirova, de vrouw van Daniel Barenboim. Ik heb al die dichters, samen met alle Schubert-­uitgaven, in mijn bibliotheek. Die telt zo’n 4.000 tot 5.000 boeken, waaronder veel eerste drukken – ik heb altijd Duitse literatuur willen studeren.’

Raakvlakken

Na tientallen jaren met de Nederlandse pianist Rudolf Jansen te hebben gewerkt, heeft Robert Holl, na diens afscheid van het podium, Roger Braun benaderd. ‘Ik werk graag met een Nederlandse pianist en Roger is een van Rudolfs beste leerlingen. We hebben zeker raakvlakken, als het om Schubert gaat is dat voor mij een voorwaarde.’ Stoppen met zingen is voorlopig geen optie. ‘Dat zou het pas worden als iemand, bijvoorbeeld Ellen [zijn vrouw, zangeres Ellen van Lier], tegen me zegt: nu is het tijd om op te houden. Van haar zou ik dat accepteren.’

Maar voorlopig houdt hij zich nog aan zijn geliefde adagium, ‘you should never stop’. 

Dit artikel wordt u gratis aangeboden door Preludium. Meer lezen? Abonneer dan nu.