Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier
interview

Sopraan Anna Prohaska: ‘Ik ben een schatzoeker, op jacht naar vergeten werk’

door Joost Galema
26 nov. 2024 26 november 2024

Als kind werd Anna Prohaska al gegrepen door de Griekse en Romeinse mythologie. In haar nieuwe recital bezingt ze het verloren paradijs en het leven dat erop volgde. ‘Dit verhaal werkt tot op de dag van vandaag diep in onze psyche door.’

  • Anna Prohaska

    Foto: Marco Borggreve

    Anna Prohaska

    Foto: Marco Borggreve

  • Anna Prohaska

    Foto: Marco Borggreve

    Anna Prohaska

    Foto: Marco Borggreve

  • Anna Prohaska

    Foto: Marco Borggreve

    Anna Prohaska

    Foto: Marco Borggreve

  • Anna Prohaska

    Foto: Marco Borggreve

    Anna Prohaska

    Foto: Marco Borggreve

‘Liever heersen in de hel dan dienen in de hemel.’ De gevallen engel Lucifer – uitgroeiend tot Satan – laat in het epos Paradise Lost (1667) geen misverstand bestaan over wat zijn bestemming is. Voor de moderne mens heeft hij ook woorden om over na te denken: ‘De geest vormt een wereld op zich, die de hemel tot hel kan maken of de hel tot hemel.’

Een uitspraak die van alle tijden is, weet sopraan Anna Prohaska. De titel van haar liedrecital is niet voor niets Paradise Lost. ‘Als Britse literatuur­historicus groeide mijn moeder op met dat boek. We spraken vaak over de kracht van John Miltons verbeelding, over de verbanning van de mens uit het paradijs nadat Adam en Eva door Lucifer worden verleid de verboden vrucht van de boom der kennis te eten. Dit verhaal werkt tot op de dag van vandaag diep in onze psyche door. Het recital Paradise Lost gaat evenzeer over de identiteit van man en vrouw in onze samenleving.’

Star Wars

Miltons epos bevindt zich op een lange historische lijn, vindt Prohaska. ‘Hij staat zelf op de schouders van bijvoorbeeld de Italiaanse dichter Dante, die in zijn La divina commedia ook symbolen voor goed en kwaad zoekt. Maar hij reikt net zo goed door ruimte en tijd naar de toekomst. Zijn th­ematiek komt terug in de hedendaagse genres sciencefiction en fantasy.’ Zelf is Prohaska een liefhebber van de Star Wars-filmcyclus. ‘Bedenker George Lucas verzamelt – zoals Dante en Milton deden – bouwstenen uit de geschiedenis van vele godsdiensten, denkbeelden over de universele strijd tussen het licht en de duisternis. Je herkent Griekse en Romeinse mythologie, Noordse sagen, een boeddhistische ­levensfilosofie die niet veel verschilt van het stoïcisme van de Romein Marcus Aurelius. En dat allemaal beoefend door een samurai-achtige ridderorde. Veel mensen lachen om het heelal van Lucas, ze zien hem als een figuur die in een cafetaria de meest uiteenlopende gerechten bestelt. Maar ik geloof dat zijn films mensen – en vooral jongeren – helpen om de mythen te ontdekken die het fundament onder onze cultuur en samenleving vormen. De componisten van barokopera’s met hun goden, monsters en magiërs, en Wagner met zijn Ring-cyclus maakten iets soortgelijks in hun eigen tijdperk.’

‘Wandelen door steden leidt mijn geest af van de druk en spanning van het moeten presteren op een podium’

Prohaska’s fascinatie voor mythologie blijkt uit albumtitels als Paradise Lost, Enchanted Forest, Sirène, Maria Mater Meretrix en Serpent & Fire. Die taal kreeg haar al vroeg in zijn greep. ‘Mijn overgrootvader was componist, opa dirigent, mijn vader regisseur, mijn moeder literatuurwetenschapper en onze familie telt de nodige kunsthistorici. In mijn kindertijd in Wenen kende ik de musea al van buiten en binnen. Ik tekende en schilderde afbeeldingen na van vooral Griekse mythologische figuren.’

Bijbelse figuren boeiden haar toen nog niet. ‘Wat me toen vooral greep was de verscheidenheid aan goden die gezamenlijk een soort stamboom van de wereld vormden. Al die grote beschavingen met hun eigen scheppingsverhaal over het ontstaan van de aarde, de natuur en de mens. Nog steeds bezoek ik musea op de plekken waarheen de muziek me brengt. Hier in Amsterdam vaak het Stedelijk Museum en het Rijksmuseum. De eenvoud van Johannes Vermeer doet me vaak aan muziek denken: de ogenschijnlijk simpele afbeelding en melodie verbergen bij nader inzien een grenze­loze diepte voor wie bereid is erin te duiken. Het brengt me tot rust om door steden te wandelen en geschiedenis te lezen in de architectuur. Dat leidt mijn geest af van de druk en spanning die horen bij het moeten presteren op een podium.’

‘Liever heersen in de hel dan dienen in de hemel.’ De gevallen engel Lucifer – uitgroeiend tot Satan – laat in het epos Paradise Lost (1667) geen misverstand bestaan over wat zijn bestemming is. Voor de moderne mens heeft hij ook woorden om over na te denken: ‘De geest vormt een wereld op zich, die de hemel tot hel kan maken of de hel tot hemel.’

Een uitspraak die van alle tijden is, weet sopraan Anna Prohaska. De titel van haar liedrecital is niet voor niets Paradise Lost. ‘Als Britse literatuur­historicus groeide mijn moeder op met dat boek. We spraken vaak over de kracht van John Miltons verbeelding, over de verbanning van de mens uit het paradijs nadat Adam en Eva door Lucifer worden verleid de verboden vrucht van de boom der kennis te eten. Dit verhaal werkt tot op de dag van vandaag diep in onze psyche door. Het recital Paradise Lost gaat evenzeer over de identiteit van man en vrouw in onze samenleving.’

Star Wars

Miltons epos bevindt zich op een lange historische lijn, vindt Prohaska. ‘Hij staat zelf op de schouders van bijvoorbeeld de Italiaanse dichter Dante, die in zijn La divina commedia ook symbolen voor goed en kwaad zoekt. Maar hij reikt net zo goed door ruimte en tijd naar de toekomst. Zijn th­ematiek komt terug in de hedendaagse genres sciencefiction en fantasy.’ Zelf is Prohaska een liefhebber van de Star Wars-filmcyclus. ‘Bedenker George Lucas verzamelt – zoals Dante en Milton deden – bouwstenen uit de geschiedenis van vele godsdiensten, denkbeelden over de universele strijd tussen het licht en de duisternis. Je herkent Griekse en Romeinse mythologie, Noordse sagen, een boeddhistische ­levensfilosofie die niet veel verschilt van het stoïcisme van de Romein Marcus Aurelius. En dat allemaal beoefend door een samurai-achtige ridderorde. Veel mensen lachen om het heelal van Lucas, ze zien hem als een figuur die in een cafetaria de meest uiteenlopende gerechten bestelt. Maar ik geloof dat zijn films mensen – en vooral jongeren – helpen om de mythen te ontdekken die het fundament onder onze cultuur en samenleving vormen. De componisten van barokopera’s met hun goden, monsters en magiërs, en Wagner met zijn Ring-cyclus maakten iets soortgelijks in hun eigen tijdperk.’

‘Wandelen door steden leidt mijn geest af van de druk en spanning van het moeten presteren op een podium’

Prohaska’s fascinatie voor mythologie blijkt uit albumtitels als Paradise Lost, Enchanted Forest, Sirène, Maria Mater Meretrix en Serpent & Fire. Die taal kreeg haar al vroeg in zijn greep. ‘Mijn overgrootvader was componist, opa dirigent, mijn vader regisseur, mijn moeder literatuurwetenschapper en onze familie telt de nodige kunsthistorici. In mijn kindertijd in Wenen kende ik de musea al van buiten en binnen. Ik tekende en schilderde afbeeldingen na van vooral Griekse mythologische figuren.’

Bijbelse figuren boeiden haar toen nog niet. ‘Wat me toen vooral greep was de verscheidenheid aan goden die gezamenlijk een soort stamboom van de wereld vormden. Al die grote beschavingen met hun eigen scheppingsverhaal over het ontstaan van de aarde, de natuur en de mens. Nog steeds bezoek ik musea op de plekken waarheen de muziek me brengt. Hier in Amsterdam vaak het Stedelijk Museum en het Rijksmuseum. De eenvoud van Johannes Vermeer doet me vaak aan muziek denken: de ogenschijnlijk simpele afbeelding en melodie verbergen bij nader inzien een grenze­loze diepte voor wie bereid is erin te duiken. Het brengt me tot rust om door steden te wandelen en geschiedenis te lezen in de architectuur. Dat leidt mijn geest af van de druk en spanning die horen bij het moeten presteren op een podium.’

  • Anna Prohaska

    Foto: Marco Borggreve

    Anna Prohaska

    Foto: Marco Borggreve

  • Anna Prohaska

    Foto: Marco Borggreve

    Anna Prohaska

    Foto: Marco Borggreve

Schatzoeker

Prohaska gelooft dat haar katholieke opvoeding heeft bijgedragen aan haar neiging tot het omarmen van het mysterie dat de kunsten belichamen. ‘Voor mijn gevoel heeft de roomse liturgie een theatrale basis’, zegt ze. ‘In huis klonk vaak religieuze muziek. En in het kerkkoor had ik mijn eerste solo’s. We zongen alles: van Via Crucis van Liszt tot een Amerikaanse spiritual als Nobody Knows the Trouble I’ve Seen. Uit die ervaringen kun je levenslang putten. Ze inspireerden bijvoorbeeld tot het album Maria Mater Meretrix, met violiste Patricia Kopatchinskaja, over Moeder Maria en Maria Magdalena.’

Prohaska’s rondreizen in Italië – in haar twintiger jaren – wakkerden ook haar belangstelling voor bijbelse verhalen aan. ‘De architectuur van de kerken, de fresco’s, de schilderijen zijn van een overweldigende schoonheid. I will never say no to a ­Caravaggio. Ik koester een bijzondere band met zijn werk, want mijn oom is een Caravaggio-­kenner. Hij werkte in het Kunsthistorisches Museum in Wenen.’

Net als hij wilde Prohaska vroeger kunsthistoricus worden. Of archeoloog. In zekere zin combineert ze beide disciplines nu in de muziek. De zangeres legt voortdurend verzamelingen aan van liederen met onderwerpen die haar biologeren. ‘Ik ben een schatzoeker, op jacht naar vergeten werk. Ik zet dat graag naast de beroemde stukken, die dan voor het publiek een springplank kunnen zijn naar het onbekende.’

Anna Prohaska in 18 dilemma’s

zon / maan
bergen / zee (moeilijk maar ik ben half Oostenrijks.)
koffie / thee, Earl Grey.
zoet / hartig
stad / platteland
ochtend / avond
onderweg / thuis
spreken / zwijgen
boek / film (lastig, zonder film zou ik niet kunnen.)
streaming / cd
Oostenrijk / Engeland (om voor de Oostenrijkse ­bergen te compenseren.)
Adam / Eva
Gro­te Zaal / Kleine Zaal (omdat het zo’n juweel is.)
Shakespeare / Milton
nieuwe muziek / oude muziek
Kerst / Oud & Nieuw (ik ben een Weihnachtenjunkie.)
zingen in het Frans / in het Duits
op­era / Lied


Paradijs

‘De kiem van het album Paradise Lost lag in ‘Paradis’ uit de lied­cyclus La chanson d’Ève van Gabriel Fauré. Het ging niet alleen om de bijbelse Eva, maar ik wilde ook iets doen met de Griekse mythe over de Hesperiden, dochters van Atlas, die het hemelgewelf op zijn schouders draagt. In hun tuin stond een levensboom met gouden appels die de eters ervan eeuwige jeugd schonken. Zulke verhalen komen in verschillende mythen voor. Ik vond veel liederen over het verlies van een paradijs, van de onschuld en het vervolgens moeten omgaan met de pijn en problemen van het alledaagse bestaan.’

Tien jaar geleden, in een van haar eerste optredens in Het Concert­gebouw, zong Prohaska tijdens de Kerstmatinee van het Concertgebouworkest ‘Das himmlische Leben’ uit de Vierde symfonie van Mahler, het lied waarin een kind de heerlijkheden van de hemel beschrijft. Wat aan deze jubel voorafgaat horen we in haar recital, in Mahlers Das irdische Leben wanneer datzelfde kind op aarde de hongerdood sterft. ‘Ik wilde niet te lang verwijlen in de paradijselijke Hesperiden-tuin of de Hof van Eden. Het zijn prachtige dromen en verlangens, maar mij boeit vooral de strijd om het bestaan, zoals Das irdische Leben verbeeldt en de werkelijkheid die ons omringt. Je zou in het verhaal over de Hof van Eden ook een metafoor kunnen zien van het kind dat op eigen benen wil staan en zich losmaakt uit de beschermende armen van de ouders.’

Het leven is tenslotte vol van veranderingen en verloren paradijzen. ‘Als familie hebben we een huis bij Salz­burg aan een meer met een klein eigen strand. Er zijn geen buren en we kunnen ongestoord samen musiceren. En elke keer wanneer ik na de zomer terugkeer naar mijn stressvolle maar mooie zangersleven, voel ik me een beetje Eva die verbannen wordt uit de Hof van Eden.’ Een ander ‘Paradise Lost’ zal ze bezingen aan het slot van haar recital: het lied Silhouette, waarvoor de Amerikaanse componist Leonard Bernstein inspiratie vond in een Libanese volksmelodie. ‘Het schetst een met zacht licht beschenen beeld van jongens hand in hand dansend in een kring in de olijfgaard, dronken van liefde. Een vredig landschap, dat nu door bommen wordt verwoest. Waar eens de Hof van Eden zou zijn geweest, brandt nu de hel.’

Cd-tip:
In ruim een uur laat sopraan Anna Prohaska ons even stevig horen waar het in oorsprong de verkeerde kant op ging met de wereld. Immers, hadden Adam en Eva niet van de vast overheerlijke sterappel gegeten, dan zaten we nu niet met de gebakken peren. Componisten als Purcell, Ravel, Ives en Crumb, die op deze cd te horen zijn, lieten zich rijkelijk inspireren door dit drama van het eerste uur. Van het paradijs naar het aardse leven in 25 liederen: met Prohaska en pianist Julius Drake wordt ons noodlot beter te dragen.

 
Paradise Lost
Anna Prohaska – sopraan
Julius Drake – piano
Alpha Classics

 

Schatzoeker

Prohaska gelooft dat haar katholieke opvoeding heeft bijgedragen aan haar neiging tot het omarmen van het mysterie dat de kunsten belichamen. ‘Voor mijn gevoel heeft de roomse liturgie een theatrale basis’, zegt ze. ‘In huis klonk vaak religieuze muziek. En in het kerkkoor had ik mijn eerste solo’s. We zongen alles: van Via Crucis van Liszt tot een Amerikaanse spiritual als Nobody Knows the Trouble I’ve Seen. Uit die ervaringen kun je levenslang putten. Ze inspireerden bijvoorbeeld tot het album Maria Mater Meretrix, met violiste Patricia Kopatchinskaja, over Moeder Maria en Maria Magdalena.’

Prohaska’s rondreizen in Italië – in haar twintiger jaren – wakkerden ook haar belangstelling voor bijbelse verhalen aan. ‘De architectuur van de kerken, de fresco’s, de schilderijen zijn van een overweldigende schoonheid. I will never say no to a ­Caravaggio. Ik koester een bijzondere band met zijn werk, want mijn oom is een Caravaggio-­kenner. Hij werkte in het Kunsthistorisches Museum in Wenen.’

Net als hij wilde Prohaska vroeger kunsthistoricus worden. Of archeoloog. In zekere zin combineert ze beide disciplines nu in de muziek. De zangeres legt voortdurend verzamelingen aan van liederen met onderwerpen die haar biologeren. ‘Ik ben een schatzoeker, op jacht naar vergeten werk. Ik zet dat graag naast de beroemde stukken, die dan voor het publiek een springplank kunnen zijn naar het onbekende.’

Anna Prohaska in 18 dilemma’s

zon / maan
bergen / zee (moeilijk maar ik ben half Oostenrijks.)
koffie / thee, Earl Grey.
zoet / hartig
stad / platteland
ochtend / avond
onderweg / thuis
spreken / zwijgen
boek / film (lastig, zonder film zou ik niet kunnen.)
streaming / cd
Oostenrijk / Engeland (om voor de Oostenrijkse ­bergen te compenseren.)
Adam / Eva
Gro­te Zaal / Kleine Zaal (omdat het zo’n juweel is.)
Shakespeare / Milton
nieuwe muziek / oude muziek
Kerst / Oud & Nieuw (ik ben een Weihnachtenjunkie.)
zingen in het Frans / in het Duits
op­era / Lied


Paradijs

‘De kiem van het album Paradise Lost lag in ‘Paradis’ uit de lied­cyclus La chanson d’Ève van Gabriel Fauré. Het ging niet alleen om de bijbelse Eva, maar ik wilde ook iets doen met de Griekse mythe over de Hesperiden, dochters van Atlas, die het hemelgewelf op zijn schouders draagt. In hun tuin stond een levensboom met gouden appels die de eters ervan eeuwige jeugd schonken. Zulke verhalen komen in verschillende mythen voor. Ik vond veel liederen over het verlies van een paradijs, van de onschuld en het vervolgens moeten omgaan met de pijn en problemen van het alledaagse bestaan.’

Tien jaar geleden, in een van haar eerste optredens in Het Concert­gebouw, zong Prohaska tijdens de Kerstmatinee van het Concertgebouworkest ‘Das himmlische Leben’ uit de Vierde symfonie van Mahler, het lied waarin een kind de heerlijkheden van de hemel beschrijft. Wat aan deze jubel voorafgaat horen we in haar recital, in Mahlers Das irdische Leben wanneer datzelfde kind op aarde de hongerdood sterft. ‘Ik wilde niet te lang verwijlen in de paradijselijke Hesperiden-tuin of de Hof van Eden. Het zijn prachtige dromen en verlangens, maar mij boeit vooral de strijd om het bestaan, zoals Das irdische Leben verbeeldt en de werkelijkheid die ons omringt. Je zou in het verhaal over de Hof van Eden ook een metafoor kunnen zien van het kind dat op eigen benen wil staan en zich losmaakt uit de beschermende armen van de ouders.’

Het leven is tenslotte vol van veranderingen en verloren paradijzen. ‘Als familie hebben we een huis bij Salz­burg aan een meer met een klein eigen strand. Er zijn geen buren en we kunnen ongestoord samen musiceren. En elke keer wanneer ik na de zomer terugkeer naar mijn stressvolle maar mooie zangersleven, voel ik me een beetje Eva die verbannen wordt uit de Hof van Eden.’ Een ander ‘Paradise Lost’ zal ze bezingen aan het slot van haar recital: het lied Silhouette, waarvoor de Amerikaanse componist Leonard Bernstein inspiratie vond in een Libanese volksmelodie. ‘Het schetst een met zacht licht beschenen beeld van jongens hand in hand dansend in een kring in de olijfgaard, dronken van liefde. Een vredig landschap, dat nu door bommen wordt verwoest. Waar eens de Hof van Eden zou zijn geweest, brandt nu de hel.’

Cd-tip:
In ruim een uur laat sopraan Anna Prohaska ons even stevig horen waar het in oorsprong de verkeerde kant op ging met de wereld. Immers, hadden Adam en Eva niet van de vast overheerlijke sterappel gegeten, dan zaten we nu niet met de gebakken peren. Componisten als Purcell, Ravel, Ives en Crumb, die op deze cd te horen zijn, lieten zich rijkelijk inspireren door dit drama van het eerste uur. Van het paradijs naar het aardse leven in 25 liederen: met Prohaska en pianist Julius Drake wordt ons noodlot beter te dragen.

 
Paradise Lost
Anna Prohaska – sopraan
Julius Drake – piano
Alpha Classics

 

Dit artikel wordt u gratis aangeboden door Preludium. Meer lezen? Abonneer dan nu.