Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier
orkestlid

Solohoorniste Katy Woolley: ‘Ik was ervan overtuigd dat ik zou stoppen met hoorn spelen’

door Inge Jongerman
24 jan. 2023 24 januari 2023

Het had niet veel gescheeld of solohoorniste Katy Woolley had haar hoorncarrière voorgoed vaarwel gezegd. Na een woelige periode vond de Britse haar liefde voor muziek terug bij het Koninklijk Concertgebouworkest.

  • Katy Woolley

    foto: Eduardus Lee

    Katy Woolley

    foto: Eduardus Lee

  • Katy Woolley

    foto: Eduardus Lee

    Katy Woolley

    foto: Eduardus Lee

De dag is nog maar net begonnen maar Katy Woolley heeft er al een paar uur studie opzitten. ‘Na drie jaar in Nederland vind ik het nog altijd een luxe dat ik tijd heb om te studeren. In de hectiek van het Londense muziekleven ontbrak het daar vaak aan.’ Tijdgebrek was ook de voornaamste reden dat ze na zeven jaar haar baan in het Philharmonia Orchestra in Londen opzegde.

Ze was pas 21 toen ze daar werd aangenomen als derde hoornist, waarna ze na een jaar doorschoof naar de plek van aanvoerder. ‘Ik heb een geweldige en enerverende tijd gehad in Londen, met prachtige musici gewerkt en mooie tournees gedaan, maar alles in de vijfde versnelling! Dan kwam je met het orkest midden in de nacht uit Japan aan op Heathrow Airport en moest je de volgende ochtend om half tien alweer een kinderconcert geven. In die zeven jaar heb ik niet of nauwelijks tijd gehad om echt te studeren, te werken aan mijn houding of techniek, en dat ging me opbreken.

Het laatste jaar voelde ik mij erg onzeker over mijn spel, was gestrest, had vaak huilbuien voor optredens en zat soms gevoelloos op het podium. Hoe hard mijn collega’s ook riepen dat ze blij met mij waren, ik vond dat ik niet meer optimaal presteerde en daarmee het orkest en collega’s geen recht deed. Maar het allerergste was dat ik niet wist hoe ik mijn liefde voor het vak moest terugkrijgen.’

Ambulance rijden

Na haar vertrek bij Philharmonia kiest Katy ervoor een tijdje te freelancen, maar echt gelukkig maakt dit haar niet. ‘Ik wilde zo graag weer genieten, de muziek omarmen, maar wist niet hoe. Daarom zocht ik professionele hulp, ook sprak ik veel met mijn twee zussen, die beiden arts zijn. Ik verbreedde mijn wereld, deed een houtbewerkingscursus waar ik veel plezier aan beleefde. Ik dacht er zelfs aan om ambulancechauffeur te worden, dat leek me wel wat, hard scheuren door Londen terwijl je mensenlevens redt. Ik was er hoe dan ook van overtuigd dat ik zou stoppen met hoorn spelen.’

‘Ontwikkeling is het allerbelangrijkste, het blijft work in progress

En dan krijgt Katy een uitnodiging van het Concertgebouworkest om eens te komen remplaceren. Ze vertrekt zonder al te veel verwachtingen naar Amsterdam. ‘Ik wist niet wat me overkwam tijdens die eerste repetitie. Zoveel toewijding had ik lange tijd niet meegemaakt. En die warme strijkersklank nodigde uit om mooi te mengen. Er roerde zich weer iets in me.’

Het orkest vroeg haar om vaker te komen spelen. Ze wist dat ze, als ze zou toezeggen, zich voor de volle honderd procent zou willen inzetten. En kon ze dat nog? ‘Ik moest de muziek weer levendig zien te maken, dus maakte ik een plan. Ik kocht een partituur van een Bruckner-symfonie, die ik vervolgens in een schriftje vertaalde in woorden en tekeningen. Op die manier creëerde ik er een verhaal omheen. Uiteraard was het spelen in het orkest de voornaamste ‘healing factor’. Beetje bij beetje keerde mijn plezier in muziek terug.’

Gouden tijdperk

Haar eerste auditie bij het Concert­gebouworkest was overigens niet meteen raak. ‘Ik was er toen nog niet klaar voor. Maar ik wist precies waaraan ik nog moest werken. Voor mij is ontwikkeling het allerbelangrijkste in dit vak, het blijft altijd work in progress.’

De dag is nog maar net begonnen maar Katy Woolley heeft er al een paar uur studie opzitten. ‘Na drie jaar in Nederland vind ik het nog altijd een luxe dat ik tijd heb om te studeren. In de hectiek van het Londense muziekleven ontbrak het daar vaak aan.’ Tijdgebrek was ook de voornaamste reden dat ze na zeven jaar haar baan in het Philharmonia Orchestra in Londen opzegde.

Ze was pas 21 toen ze daar werd aangenomen als derde hoornist, waarna ze na een jaar doorschoof naar de plek van aanvoerder. ‘Ik heb een geweldige en enerverende tijd gehad in Londen, met prachtige musici gewerkt en mooie tournees gedaan, maar alles in de vijfde versnelling! Dan kwam je met het orkest midden in de nacht uit Japan aan op Heathrow Airport en moest je de volgende ochtend om half tien alweer een kinderconcert geven. In die zeven jaar heb ik niet of nauwelijks tijd gehad om echt te studeren, te werken aan mijn houding of techniek, en dat ging me opbreken.

Het laatste jaar voelde ik mij erg onzeker over mijn spel, was gestrest, had vaak huilbuien voor optredens en zat soms gevoelloos op het podium. Hoe hard mijn collega’s ook riepen dat ze blij met mij waren, ik vond dat ik niet meer optimaal presteerde en daarmee het orkest en collega’s geen recht deed. Maar het allerergste was dat ik niet wist hoe ik mijn liefde voor het vak moest terugkrijgen.’

Ambulance rijden

Na haar vertrek bij Philharmonia kiest Katy ervoor een tijdje te freelancen, maar echt gelukkig maakt dit haar niet. ‘Ik wilde zo graag weer genieten, de muziek omarmen, maar wist niet hoe. Daarom zocht ik professionele hulp, ook sprak ik veel met mijn twee zussen, die beiden arts zijn. Ik verbreedde mijn wereld, deed een houtbewerkingscursus waar ik veel plezier aan beleefde. Ik dacht er zelfs aan om ambulancechauffeur te worden, dat leek me wel wat, hard scheuren door Londen terwijl je mensenlevens redt. Ik was er hoe dan ook van overtuigd dat ik zou stoppen met hoorn spelen.’

‘Ontwikkeling is het allerbelangrijkste, het blijft work in progress

En dan krijgt Katy een uitnodiging van het Concertgebouworkest om eens te komen remplaceren. Ze vertrekt zonder al te veel verwachtingen naar Amsterdam. ‘Ik wist niet wat me overkwam tijdens die eerste repetitie. Zoveel toewijding had ik lange tijd niet meegemaakt. En die warme strijkersklank nodigde uit om mooi te mengen. Er roerde zich weer iets in me.’

Het orkest vroeg haar om vaker te komen spelen. Ze wist dat ze, als ze zou toezeggen, zich voor de volle honderd procent zou willen inzetten. En kon ze dat nog? ‘Ik moest de muziek weer levendig zien te maken, dus maakte ik een plan. Ik kocht een partituur van een Bruckner-symfonie, die ik vervolgens in een schriftje vertaalde in woorden en tekeningen. Op die manier creëerde ik er een verhaal omheen. Uiteraard was het spelen in het orkest de voornaamste ‘healing factor’. Beetje bij beetje keerde mijn plezier in muziek terug.’

Gouden tijdperk

Haar eerste auditie bij het Concert­gebouworkest was overigens niet meteen raak. ‘Ik was er toen nog niet klaar voor. Maar ik wist precies waaraan ik nog moest werken. Voor mij is ontwikkeling het allerbelangrijkste in dit vak, het blijft altijd work in progress.’

  • Katy Woolley

    foto: Eduardus Lee

    Katy Woolley

    foto: Eduardus Lee

  • Katy Woolley

    foto: Eduardus Lee

    Katy Woolley

    foto: Eduardus Lee

Katy slaagt voor de tweede auditie en mag zichzelf sinds augustus 2019 solohoornist noemen van het Concertgebouworkest. ‘Het is alsof ik een lot uit de loterij gewonnen heb, ik hoop hier nog heel lang te blijven. Mijn favoriete repertoire is het grote werk, zoals de symfonieën van Brahms en Mahler, dus ik kom wel aan mijn trekken. En met Klaus Mäkelä als toekomstig chef-dirigent gaan we absoluut een gouden tijdperk tegemoet. Deze man is dirigent in hart en nieren.’

Favoriete dag

Na het interview gaat Katy aan de slag met haar personal trainer, om fit te worden, maar ook vanwege haar aandoening, reumatoïde artritis, een ziekte die gewrichtsontstekingen veroorzaakt. Haar ziekte was de oorzaak dat ze bij de hoorn terechtkwam. ‘Ik was een jaar of negen toen mijn moeder voorstelde om op cornetles te gaan. Ze had er goed over nagedacht, want bij dat instrument gebruik je weinig spieren en hoef je in principe alleen een paar vingers te bewegen.’

‘Met Klaus Mäkelä als toekomstig chef-dirigent gaan we absoluut een gouden tijdperk tegemoet’

Het bespelen van een blaasinstrument ging haar goed af en nadat Katy overstapte op de hoorn werd ze op haar twaalfde aangenomen in de klas van Sue Dent op het junior department van het Royal College of Music in Londen. Dat betekende zes jaar lang iedere zaterdag met de trein vanuit haar woonplaats Exeter naar Londen en terug. ‘Ik vond alles geweldig, van solfègelessen tot aan kwintet spelen en orkestprojecten. Sue was de perfecte coach, haar lessen waren heel persoonlijk, ze dacht na over mijn ontwikkeling en kwam iedere week met nieuwe oplossingen en ideeën. Ik keek enorm uit naar mijn wekelijkse tripje naar Londen, zaterdag was dan ook mijn favoriete dag van de week! Tegelijkertijd was het fijn om daarbuiten een ‘normaal’ leven te leiden en naar een gewone school te gaan.’

Rust en regelmaat

Katy is blij met haar huidige levensstijl, met meer rust en regelmaat, minder tournees en met Amsterdam als thuisbasis, waar de fiets haar belangrijkste vervoermiddel is.
Voorlopig heeft ze een lange-afstandsrelatie: haar partner is trompettist en heeft een orkestbaan in Sydney. ‘Dat betekent voor nu vooral veel ­facetimen. Ik ben op tournee dan ook niet de meest sociale collega, wanneer anderen samen gaan eten, ben ik vaak aan het bellen.’

Haar rol als aanvoerder van de hoorngroep is ze nog aan het verkennen. ‘Aan de Nederlandse directheid moet ik nog wel wennen. Ik ben veel bezig met het mentale aspect van dit vak, denk na over hoe ik het beste een groep kan aansturen. De vele uren die ik doorbreng in een studio gebruik ik niet alleen om te studeren, soms voelt het meer als mediteren. Dat ik naast een droombaan de tijd heb om over dingen na te denken en mezelf te ontwikkelen, is een godsgeschenk!’

Katy slaagt voor de tweede auditie en mag zichzelf sinds augustus 2019 solohoornist noemen van het Concertgebouworkest. ‘Het is alsof ik een lot uit de loterij gewonnen heb, ik hoop hier nog heel lang te blijven. Mijn favoriete repertoire is het grote werk, zoals de symfonieën van Brahms en Mahler, dus ik kom wel aan mijn trekken. En met Klaus Mäkelä als toekomstig chef-dirigent gaan we absoluut een gouden tijdperk tegemoet. Deze man is dirigent in hart en nieren.’

Favoriete dag

Na het interview gaat Katy aan de slag met haar personal trainer, om fit te worden, maar ook vanwege haar aandoening, reumatoïde artritis, een ziekte die gewrichtsontstekingen veroorzaakt. Haar ziekte was de oorzaak dat ze bij de hoorn terechtkwam. ‘Ik was een jaar of negen toen mijn moeder voorstelde om op cornetles te gaan. Ze had er goed over nagedacht, want bij dat instrument gebruik je weinig spieren en hoef je in principe alleen een paar vingers te bewegen.’

‘Met Klaus Mäkelä als toekomstig chef-dirigent gaan we absoluut een gouden tijdperk tegemoet’

Het bespelen van een blaasinstrument ging haar goed af en nadat Katy overstapte op de hoorn werd ze op haar twaalfde aangenomen in de klas van Sue Dent op het junior department van het Royal College of Music in Londen. Dat betekende zes jaar lang iedere zaterdag met de trein vanuit haar woonplaats Exeter naar Londen en terug. ‘Ik vond alles geweldig, van solfègelessen tot aan kwintet spelen en orkestprojecten. Sue was de perfecte coach, haar lessen waren heel persoonlijk, ze dacht na over mijn ontwikkeling en kwam iedere week met nieuwe oplossingen en ideeën. Ik keek enorm uit naar mijn wekelijkse tripje naar Londen, zaterdag was dan ook mijn favoriete dag van de week! Tegelijkertijd was het fijn om daarbuiten een ‘normaal’ leven te leiden en naar een gewone school te gaan.’

Rust en regelmaat

Katy is blij met haar huidige levensstijl, met meer rust en regelmaat, minder tournees en met Amsterdam als thuisbasis, waar de fiets haar belangrijkste vervoermiddel is.
Voorlopig heeft ze een lange-afstandsrelatie: haar partner is trompettist en heeft een orkestbaan in Sydney. ‘Dat betekent voor nu vooral veel ­facetimen. Ik ben op tournee dan ook niet de meest sociale collega, wanneer anderen samen gaan eten, ben ik vaak aan het bellen.’

Haar rol als aanvoerder van de hoorngroep is ze nog aan het verkennen. ‘Aan de Nederlandse directheid moet ik nog wel wennen. Ik ben veel bezig met het mentale aspect van dit vak, denk na over hoe ik het beste een groep kan aansturen. De vele uren die ik doorbreng in een studio gebruik ik niet alleen om te studeren, soms voelt het meer als mediteren. Dat ik naast een droombaan de tijd heb om over dingen na te denken en mezelf te ontwikkelen, is een godsgeschenk!’

  • De hoorn van Katy Woolley

    foto: Eduardus Lee

    De hoorn van Katy Woolley

    foto: Eduardus Lee

  • De hoorn van Katy Woolley

    foto: Eduardus Lee

    De hoorn van Katy Woolley

    foto: Eduardus Lee

De hoorn van Katy Woolley

‘Ik heb heel wat instrumenten versleten en ben ongelofelijk blij dat ik in de Alexander 103 mijn droominstrument heb gevonden. Het geluid is als van zijde, de noten vloeien heel makkelijk in elkaar over en het instrument reageert supersnel. De Alexander 103 is van Duitse makelij en met de hand gemaakt, wat hem meteen uniek maakt.

Mijn hoorn heeft een eigen persoonlijkheid, die niet per se aansluit bij de mijne, maar er is sprake van wederzijds respect. Ik houd van de ronde klank, van het open geluid dat mij telkens weer het gevoel geeft alsof de zon gaat schijnen.’

De hoorn van Katy Woolley

‘Ik heb heel wat instrumenten versleten en ben ongelofelijk blij dat ik in de Alexander 103 mijn droominstrument heb gevonden. Het geluid is als van zijde, de noten vloeien heel makkelijk in elkaar over en het instrument reageert supersnel. De Alexander 103 is van Duitse makelij en met de hand gemaakt, wat hem meteen uniek maakt.

Mijn hoorn heeft een eigen persoonlijkheid, die niet per se aansluit bij de mijne, maar er is sprake van wederzijds respect. Ik houd van de ronde klank, van het open geluid dat mij telkens weer het gevoel geeft alsof de zon gaat schijnen.’

Meer interviews met orkestleden:

Dit artikel wordt u gratis aangeboden door Preludium. Meer lezen? Abonneer dan nu.