Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier

Concertprogramma

Concertprogramma

Schönbergs Verklärte Nacht door het Concertgebouworkest

Schönbergs Verklärte Nacht door het Concertgebouworkest

Concertstream
19 maart 2021
20.00 uur

Print dit programma

Koninklijk Concertgebouworkest
Philippe Jordan dirigent

Dit programma wordt kosteloos gestreamd via concertgebouworkest.nl en de Facebook- en YouTube-kanalen van het orkest.

Arnold Schönberg (1874-1951)

Verklärte Nacht, op. 4 (1899, versie voor strijkorkest 1917, revisie 1943)
naar een gedicht van Richard Dehmel

Concertstream 19 maart 2021 20.00 uur

Koninklijk Concertgebouworkest
Philippe Jordan dirigent

Dit programma wordt kosteloos gestreamd via concertgebouworkest.nl en de Facebook- en YouTube-kanalen van het orkest.

Arnold Schönberg (1874-1951)

Verklärte Nacht, op. 4 (1899, versie voor strijkorkest 1917, revisie 1943)
naar een gedicht van Richard Dehmel

Toelichting

Arnold Schönberg (1874-1951)

Verklärte Nacht

door Michiel Cleij

Zijn invloed op de twintigste-eeuwse muziek is enorm en toch hoor je zijn muziek niet bepaald vaak: ruim zestig jaar na zijn dood lijkt Schönberg in de eerste plaats beschouwd te worden als inspirator en theoreticus en pas daarna als componist. Hij was de bedenker van de twaalftoonsmethode, de nieuwe toonordening met twaalf gelijkwaardige tonen binnen het octaaf waarmee hij een alternatief wilde bieden voor de klassieke majeur-mineur-tonaliteit.

Schönberg ontpopte zich al eerder als de schrik van het Weense muziekleven

Dat was hoognodig, vond hij; de westerse muziektraditie was ‘gedegenereerd, verziekt en incestueus’. Kloeke taal van een jonge Wener die zijn stad niet zag als de parel van een sprookjesachtig keizerrijk maar als een bolwerk van conservatisme, jodenhaat en sociaal onrecht. Het duurde jaren eer die twaalftoonsmethode vaste vorm kreeg, maar Schönberg ontpopte zich al eerder als de schrik van het Weense muziekleven.

Zijn dissonante composities en zijn opruiende geschriften schokten het publiek – zozeer dat zijn onderliggende waardering voor Bach en Brahms niet opviel. Want zó’n extremist was Schönberg helemaal niet. Zelfs zijn modernste, atonaalste stukken zijn romantisch in hun bewegingen en vurigheid. In Verklärte Nacht is dat goed te horen. Schönberg stond nog sterk onder Brahms’ invloed, wat blijkt uit de hechte architectuur: alle thema’s en motieven staan met elkaar in verband. Maar het zit al vol moderne samenklanken.

Uitgangspunt was een gedicht van Richard Dehmel over een buitenechtelijke zwangerschap – iets waarover je als fatsoenlijk burger niet sprak. De muziek zoekt voortdurend grenzen op: zoete harmonieën beginnen te schuren, sierlijke melodieën ontsporen.

Uiteraard was het wennen. ‘Zijn Verklärte Nacht bevalt mij niet,’ vond Gustav Mahler, ‘maar het kan zijn dat ik het stuk niet begrijp.’

Zijn invloed op de twintigste-eeuwse muziek is enorm en toch hoor je zijn muziek niet bepaald vaak: ruim zestig jaar na zijn dood lijkt Schönberg in de eerste plaats beschouwd te worden als inspirator en theoreticus en pas daarna als componist. Hij was de bedenker van de twaalftoonsmethode, de nieuwe toonordening met twaalf gelijkwaardige tonen binnen het octaaf waarmee hij een alternatief wilde bieden voor de klassieke majeur-mineur-tonaliteit.

Schönberg ontpopte zich al eerder als de schrik van het Weense muziekleven

Dat was hoognodig, vond hij; de westerse muziektraditie was ‘gedegenereerd, verziekt en incestueus’. Kloeke taal van een jonge Wener die zijn stad niet zag als de parel van een sprookjesachtig keizerrijk maar als een bolwerk van conservatisme, jodenhaat en sociaal onrecht. Het duurde jaren eer die twaalftoonsmethode vaste vorm kreeg, maar Schönberg ontpopte zich al eerder als de schrik van het Weense muziekleven.

Zijn dissonante composities en zijn opruiende geschriften schokten het publiek – zozeer dat zijn onderliggende waardering voor Bach en Brahms niet opviel. Want zó’n extremist was Schönberg helemaal niet. Zelfs zijn modernste, atonaalste stukken zijn romantisch in hun bewegingen en vurigheid. In Verklärte Nacht is dat goed te horen. Schönberg stond nog sterk onder Brahms’ invloed, wat blijkt uit de hechte architectuur: alle thema’s en motieven staan met elkaar in verband. Maar het zit al vol moderne samenklanken.

Uitgangspunt was een gedicht van Richard Dehmel over een buitenechtelijke zwangerschap – iets waarover je als fatsoenlijk burger niet sprak. De muziek zoekt voortdurend grenzen op: zoete harmonieën beginnen te schuren, sierlijke melodieën ontsporen.

Uiteraard was het wennen. ‘Zijn Verklärte Nacht bevalt mij niet,’ vond Gustav Mahler, ‘maar het kan zijn dat ik het stuk niet begrijp.’

  • Maannacht

    door George Hendrik Breitner, 1888-89

    Maannacht

    door George Hendrik Breitner, 1888-89

  • Maannacht

    door George Hendrik Breitner, 1888-89

    Maannacht

    door George Hendrik Breitner, 1888-89

Verklärte Nacht

Zwei Menschen gehn durch kahlen, kalten Hain;
Der Mond läuft mit, sie schaun hinein.
Der Mond läuft über hohe Eichen,
Kein Wölkchen trübt das Himmelslicht,
In das die schwarzen Zacken reichen.
Die Stimme eines Weibes spricht:

‘Ich trag ein Kind, und nit von Dir,
Ich geh in Sünde neben Dir.
Ich hab mich schwer an mir vergangen.
Ich glaubte nicht mehr an ein Glück
Und hatte doch ein schwer Verlangen
Nach Lebensinhalt, nach Mutterglück
Und Pflicht; da hab ich mich erfrecht,
Da liess ich schaudernd mein Geschlecht
Von einem fremden Mann umfangen,
Und hab mich noch dafür gesegnet.
Nun hat das Leben sich gerächt:
Nun bin ich Dir, o Dir begegnet.’

Sie geht mit ungelenkem Schritt.
Sie schaut empor, der Mond läuft mit.
Ihr dunkler Blick ertrinkt in Licht.
Die Stimme eines Mannes spricht:

‘Das Kind, das Du empfangen hast,
Sei Deiner Seele keine Last,
O sieh, wie klar das Weltall schimmert!
Es ist ein Glanz um Alles her,
Du treibst mit mir auf kaltem Meer,
Doch eine eigne Wärme flimmert
Von Dir in mich, von mir in Dich.
Die wird das fremde Kind verklären,
Du wirst es mir, von mir gebären;
Du hast den Glanz in mich gebracht,
Du hast mich selbst zum Kind gemacht.’

Er fasst Sie um die starken Hüften.
Ihr Atem küsst sich in den Lüften.
Zwei Menschen gehn durch hohe, helle Nacht. 

Richard Dehmel

Verklärte Nacht

Zwei Menschen gehn durch kahlen, kalten Hain;
Der Mond läuft mit, sie schaun hinein.
Der Mond läuft über hohe Eichen,
Kein Wölkchen trübt das Himmelslicht,
In das die schwarzen Zacken reichen.
Die Stimme eines Weibes spricht:

‘Ich trag ein Kind, und nit von Dir,
Ich geh in Sünde neben Dir.
Ich hab mich schwer an mir vergangen.
Ich glaubte nicht mehr an ein Glück
Und hatte doch ein schwer Verlangen
Nach Lebensinhalt, nach Mutterglück
Und Pflicht; da hab ich mich erfrecht,
Da liess ich schaudernd mein Geschlecht
Von einem fremden Mann umfangen,
Und hab mich noch dafür gesegnet.
Nun hat das Leben sich gerächt:
Nun bin ich Dir, o Dir begegnet.’

Sie geht mit ungelenkem Schritt.
Sie schaut empor, der Mond läuft mit.
Ihr dunkler Blick ertrinkt in Licht.
Die Stimme eines Mannes spricht:

‘Das Kind, das Du empfangen hast,
Sei Deiner Seele keine Last,
O sieh, wie klar das Weltall schimmert!
Es ist ein Glanz um Alles her,
Du treibst mit mir auf kaltem Meer,
Doch eine eigne Wärme flimmert
Von Dir in mich, von mir in Dich.
Die wird das fremde Kind verklären,
Du wirst es mir, von mir gebären;
Du hast den Glanz in mich gebracht,
Du hast mich selbst zum Kind gemacht.’

Er fasst Sie um die starken Hüften.
Ihr Atem küsst sich in den Lüften.
Zwei Menschen gehn durch hohe, helle Nacht. 

Richard Dehmel

door Michiel Cleij

Arnold Schönberg (1874-1951)

Verklärte Nacht

door Michiel Cleij

Zijn invloed op de twintigste-eeuwse muziek is enorm en toch hoor je zijn muziek niet bepaald vaak: ruim zestig jaar na zijn dood lijkt Schönberg in de eerste plaats beschouwd te worden als inspirator en theoreticus en pas daarna als componist. Hij was de bedenker van de twaalftoonsmethode, de nieuwe toonordening met twaalf gelijkwaardige tonen binnen het octaaf waarmee hij een alternatief wilde bieden voor de klassieke majeur-mineur-tonaliteit.

Schönberg ontpopte zich al eerder als de schrik van het Weense muziekleven

Dat was hoognodig, vond hij; de westerse muziektraditie was ‘gedegenereerd, verziekt en incestueus’. Kloeke taal van een jonge Wener die zijn stad niet zag als de parel van een sprookjesachtig keizerrijk maar als een bolwerk van conservatisme, jodenhaat en sociaal onrecht. Het duurde jaren eer die twaalftoonsmethode vaste vorm kreeg, maar Schönberg ontpopte zich al eerder als de schrik van het Weense muziekleven.

Zijn dissonante composities en zijn opruiende geschriften schokten het publiek – zozeer dat zijn onderliggende waardering voor Bach en Brahms niet opviel. Want zó’n extremist was Schönberg helemaal niet. Zelfs zijn modernste, atonaalste stukken zijn romantisch in hun bewegingen en vurigheid. In Verklärte Nacht is dat goed te horen. Schönberg stond nog sterk onder Brahms’ invloed, wat blijkt uit de hechte architectuur: alle thema’s en motieven staan met elkaar in verband. Maar het zit al vol moderne samenklanken.

Uitgangspunt was een gedicht van Richard Dehmel over een buitenechtelijke zwangerschap – iets waarover je als fatsoenlijk burger niet sprak. De muziek zoekt voortdurend grenzen op: zoete harmonieën beginnen te schuren, sierlijke melodieën ontsporen.

Uiteraard was het wennen. ‘Zijn Verklärte Nacht bevalt mij niet,’ vond Gustav Mahler, ‘maar het kan zijn dat ik het stuk niet begrijp.’

Zijn invloed op de twintigste-eeuwse muziek is enorm en toch hoor je zijn muziek niet bepaald vaak: ruim zestig jaar na zijn dood lijkt Schönberg in de eerste plaats beschouwd te worden als inspirator en theoreticus en pas daarna als componist. Hij was de bedenker van de twaalftoonsmethode, de nieuwe toonordening met twaalf gelijkwaardige tonen binnen het octaaf waarmee hij een alternatief wilde bieden voor de klassieke majeur-mineur-tonaliteit.

Schönberg ontpopte zich al eerder als de schrik van het Weense muziekleven

Dat was hoognodig, vond hij; de westerse muziektraditie was ‘gedegenereerd, verziekt en incestueus’. Kloeke taal van een jonge Wener die zijn stad niet zag als de parel van een sprookjesachtig keizerrijk maar als een bolwerk van conservatisme, jodenhaat en sociaal onrecht. Het duurde jaren eer die twaalftoonsmethode vaste vorm kreeg, maar Schönberg ontpopte zich al eerder als de schrik van het Weense muziekleven.

Zijn dissonante composities en zijn opruiende geschriften schokten het publiek – zozeer dat zijn onderliggende waardering voor Bach en Brahms niet opviel. Want zó’n extremist was Schönberg helemaal niet. Zelfs zijn modernste, atonaalste stukken zijn romantisch in hun bewegingen en vurigheid. In Verklärte Nacht is dat goed te horen. Schönberg stond nog sterk onder Brahms’ invloed, wat blijkt uit de hechte architectuur: alle thema’s en motieven staan met elkaar in verband. Maar het zit al vol moderne samenklanken.

Uitgangspunt was een gedicht van Richard Dehmel over een buitenechtelijke zwangerschap – iets waarover je als fatsoenlijk burger niet sprak. De muziek zoekt voortdurend grenzen op: zoete harmonieën beginnen te schuren, sierlijke melodieën ontsporen.

Uiteraard was het wennen. ‘Zijn Verklärte Nacht bevalt mij niet,’ vond Gustav Mahler, ‘maar het kan zijn dat ik het stuk niet begrijp.’

  • Maannacht

    door George Hendrik Breitner, 1888-89

    Maannacht

    door George Hendrik Breitner, 1888-89

  • Maannacht

    door George Hendrik Breitner, 1888-89

    Maannacht

    door George Hendrik Breitner, 1888-89

Verklärte Nacht

Zwei Menschen gehn durch kahlen, kalten Hain;
Der Mond läuft mit, sie schaun hinein.
Der Mond läuft über hohe Eichen,
Kein Wölkchen trübt das Himmelslicht,
In das die schwarzen Zacken reichen.
Die Stimme eines Weibes spricht:

‘Ich trag ein Kind, und nit von Dir,
Ich geh in Sünde neben Dir.
Ich hab mich schwer an mir vergangen.
Ich glaubte nicht mehr an ein Glück
Und hatte doch ein schwer Verlangen
Nach Lebensinhalt, nach Mutterglück
Und Pflicht; da hab ich mich erfrecht,
Da liess ich schaudernd mein Geschlecht
Von einem fremden Mann umfangen,
Und hab mich noch dafür gesegnet.
Nun hat das Leben sich gerächt:
Nun bin ich Dir, o Dir begegnet.’

Sie geht mit ungelenkem Schritt.
Sie schaut empor, der Mond läuft mit.
Ihr dunkler Blick ertrinkt in Licht.
Die Stimme eines Mannes spricht:

‘Das Kind, das Du empfangen hast,
Sei Deiner Seele keine Last,
O sieh, wie klar das Weltall schimmert!
Es ist ein Glanz um Alles her,
Du treibst mit mir auf kaltem Meer,
Doch eine eigne Wärme flimmert
Von Dir in mich, von mir in Dich.
Die wird das fremde Kind verklären,
Du wirst es mir, von mir gebären;
Du hast den Glanz in mich gebracht,
Du hast mich selbst zum Kind gemacht.’

Er fasst Sie um die starken Hüften.
Ihr Atem küsst sich in den Lüften.
Zwei Menschen gehn durch hohe, helle Nacht. 

Richard Dehmel

Verklärte Nacht

Zwei Menschen gehn durch kahlen, kalten Hain;
Der Mond läuft mit, sie schaun hinein.
Der Mond läuft über hohe Eichen,
Kein Wölkchen trübt das Himmelslicht,
In das die schwarzen Zacken reichen.
Die Stimme eines Weibes spricht:

‘Ich trag ein Kind, und nit von Dir,
Ich geh in Sünde neben Dir.
Ich hab mich schwer an mir vergangen.
Ich glaubte nicht mehr an ein Glück
Und hatte doch ein schwer Verlangen
Nach Lebensinhalt, nach Mutterglück
Und Pflicht; da hab ich mich erfrecht,
Da liess ich schaudernd mein Geschlecht
Von einem fremden Mann umfangen,
Und hab mich noch dafür gesegnet.
Nun hat das Leben sich gerächt:
Nun bin ich Dir, o Dir begegnet.’

Sie geht mit ungelenkem Schritt.
Sie schaut empor, der Mond läuft mit.
Ihr dunkler Blick ertrinkt in Licht.
Die Stimme eines Mannes spricht:

‘Das Kind, das Du empfangen hast,
Sei Deiner Seele keine Last,
O sieh, wie klar das Weltall schimmert!
Es ist ein Glanz um Alles her,
Du treibst mit mir auf kaltem Meer,
Doch eine eigne Wärme flimmert
Von Dir in mich, von mir in Dich.
Die wird das fremde Kind verklären,
Du wirst es mir, von mir gebären;
Du hast den Glanz in mich gebracht,
Du hast mich selbst zum Kind gemacht.’

Er fasst Sie um die starken Hüften.
Ihr Atem küsst sich in den Lüften.
Zwei Menschen gehn durch hohe, helle Nacht. 

Richard Dehmel

door Michiel Cleij

Biografie

Philippe Jordan, dirigent

Philippe Jordan zong als kind bij de Zürcher Sängerknaben en speelde viool en piano, voordat hij koos voor orkestdirectie. Jordans dirigentencarrière begon in 1994 als Kapellmeister van het Stadttheater Ulm.

Van 1998 tot 2001 assisteerde hij Daniel Barenboim bij de Deutsche Staatsoper in Berlijn, van 2001 tot 2004 was hij chef-dirigent van de Oper Graz en het Grazer Philharmonische Orchester en van 2006 tot 2010 eerste gastdirigent van de Berlijnse Staatsoper Unter den Linden.

Als gastdirigent stond Philippe Jordan voor tal van Europese en Noord-Amerikaanse orkesten en leidde hij diverse internationale operaproducties. Met ingang van het seizoen 2020/2021 is Philippe Jordan artistiek directeur van de Staatsoper Wien. Daarvoor stond hij – sinds 2009 – aan het hoofd van van de Opéra National de Paris, waar hij producties van onder meer Schönbergs Moses und Aron, Berlioz’ La damnation de Faust en Der Rosenkavalier van Richard Strauss leidde.

Philippe Jordan was te gast tijdens de Bayreuther Festspiele en leidde in In 2019 Wagners complete Ring des Nibelungen bij de Metropolitan Opera in New York.

De Zwitser is sinds 2014 ook chef-dirigent van de Wiener Symphoniker, waarmee hij de complete Beethoven-symfonieën uitvoerde en op cd zette (ter gelegenheid van Beethovens 250ste geboortejaar in 2020), en werken van Bach, Bruckner, Berlioz en Brahms uitgebreid aan bod liet komen.

Philippe Jordan maakt zijn debuut bij het Concertgebouworkest.