Concertprogramma
Rising Stars: Júlia Pusker
Kleine Zaal 10 april 2024 20.15 uur
Júlia Pusker viool
Christia Hudziy piano
Dit concert maakt deel uit van de serie Rising Stars. Keuze van MÜPA, Boedapest.
Felix Mendelssohn (1809-1847)
Auf Flügeln des Gesanges, op. 34 nr. 2 (1834)
oorspronkelijk voor zang en piano; bewerking Jascha Heifetz
Ludwig van Beethoven (1770-1827)
Sonate in A gr.t., op. 47 ‘Kreutzer’ (1803)
Adagio sostenuto – Presto
Andante con variazioni
Finale: Presto
pauze ± 20.55 uur
Éric Tanguy (1968)
Trois pièces (2022)
voor viool solo
Drammatico
Cantabile
Giocoso
in opdracht van MÜPA Boedapest en de European Concert Hall Organisation; Nederlandse première
Eugène Ysaÿe (1858-1931)
Poème élégiaque in d kl.t., op. 12 (1892-93)
Johannes Brahms (1833-1897)
Hongaarse dans nr. 11 in d kl.t., WoO 1 (1880)
oorspronkelijk voor orkest; bewerking Joseph Joachim
Hongaarse dans nr. 17 in fis kl.t., WoO 1 (1880)
oorspronkelijk voor orkest; bewerking Fritz Kreisler
Georges Bizet 1838-1875 / Jenö Hubay 1858-1937
Carmen – Fantaisie brillante, op. 3 nr. 3 (1877)
einde ± 22.05 uur
Met dank aan de begunstigers van het Fonds Hemelbestormers.
Júlia Pusker viool
Christia Hudziy piano
Dit concert maakt deel uit van de serie Rising Stars. Keuze van MÜPA, Boedapest.
Felix Mendelssohn (1809-1847)
Auf Flügeln des Gesanges, op. 34 nr. 2 (1834)
oorspronkelijk voor zang en piano; bewerking Jascha Heifetz
Ludwig van Beethoven (1770-1827)
Sonate in A gr.t., op. 47 ‘Kreutzer’ (1803)
Adagio sostenuto – Presto
Andante con variazioni
Finale: Presto
pauze ± 20.55 uur
Éric Tanguy (1968)
Trois pièces (2022)
voor viool solo
Drammatico
Cantabile
Giocoso
in opdracht van MÜPA Boedapest en de European Concert Hall Organisation; Nederlandse première
Eugène Ysaÿe (1858-1931)
Poème élégiaque in d kl.t., op. 12 (1892-93)
Johannes Brahms (1833-1897)
Hongaarse dans nr. 11 in d kl.t., WoO 1 (1880)
oorspronkelijk voor orkest; bewerking Joseph Joachim
Hongaarse dans nr. 17 in fis kl.t., WoO 1 (1880)
oorspronkelijk voor orkest; bewerking Fritz Kreisler
Georges Bizet 1838-1875 / Jenö Hubay 1858-1937
Carmen – Fantaisie brillante, op. 3 nr. 3 (1877)
einde ± 22.05 uur
Met dank aan de begunstigers van het Fonds Hemelbestormers.
Toelichting
Toelichting
De rode draad in dit recital wordt gevormd door een paar van de grootste vioolvirtuozen uit het verleden. Beethovens imposante Kreutzersonate, opgedragen aan Rodolphe Kreutzer, staat naast aantrekkelijke, virtuoze composities en arrangementen van de al even legendarische violisten Jascha Heifetz, Eugène Ysaÿe, Joseph Joachim, Fritz Kreisler en Jenő Hubay. Daarnaast klinkt de Nederlandse première van Tanguy’s vioolsolo Trois pièces, geschreven in opdracht van Júlia Pusker.
Mendelssohn: Auf Flügeln des Gesanges
Als Felix Mendelssohn Jascha Heifetz (1901-1987) had gekend, dan had hij ongetwijfeld een vioolconcert voor hem geschreven. Maar toen Heifetz werd geboren was Mendelssohn al ruim vijftig jaar dood, dus de Amerikaans-Russische vioolvirtuoos moest het doen met het geliefde Vioolconcert in e klein dat Mendelssohn in 1844 had opgedragen aan Ferdinand David, de concertmeester van het Gewandhausorchester in Leipzig. Heifetz maakte niet alleen drie legendarische opnames van Mendelssohns vioolconcert, hij schreef ook een prachtig arrangement van zijn romantische lied Auf Flügeln des Gesanges (de bewerking staat ook wel bekend als On Wings of Song). Juist omdat er zoveel geniale opnames bestaan van Heifetz, ook wel ‘The King’ genoemd, reikt zijn invloed tot op de dag van vandaag.
Beethoven: Kreutzersonate
Hoewel Felix Mendelssohn en Ludwig van Beethoven min of meer tijdgenoten waren, kan het contrast tussen Mendelssohns lied Auf Flügeln des Gesanges en Beethovens Kreutzersonate bijna niet groter zijn. Júlia Pusker heeft er bewust voor gekozen om het programma te openen met de toegankelijke melodieën van Mendelssohn, à la Heifetz. Zo trekt ze de aandacht van haar luisteraars ‘op een plezierige en luchtige manier’, om ze vervolgens mee te nemen naar het grillige, verrassende en overrompelende idioom van Beethoven. Van de in totaal tien sonates voor viool en piano die Ludwig van Beethoven heeft geschreven, koos ze de negende, die de componist opdroeg aan de bevriende violist Rodolphe Kreutzer (1766-1831). Opmerkelijk genoeg zou die Franse meesterviolist deze indrukwekkende sonate nooit uitvoeren, omdat hij de vioolpartij ‘schandalig onbegrijpelijk’ vond. George Bridgetower bracht het werk in première in 1803, de violist aan wie Beethoven zijn sonate aanvankelijk had willen opgedragen. Maar na een ruzie tussen beide heren (mogelijk om een vrouw) wijzigde Beethoven zijn plan ten gunste van Kreutzer. Gelukkig hebben vele generaties violisten na Kreutzer wél de moed gehad om Beethovens meesterwerk te vertolken. Hoewel het volgens Pusker een ‘monsterlijk moeilijk’ stuk is, is het tegelijkertijd een van de meest originele en fascinerende composities voor viool en piano, vol heroïsche passages, onverwachte harmonieën, in het oog springende korte motieven en opvallende ritmes.
Tanguy: Trois pièces
Toen Júlia Pusker een componist mocht voorstellen voor de opdrachtcompositie van haar Rising Stars-tournee kwam ze al snel terecht bij Éric Tanguy, de Franse componist van wie ze in 2021 het Tweede vioolconcert heeft opgenomen. Op haar verzoek heeft Tanguy een cyclus van drie stukken voor viool solo geschreven, die mogelijk ook afzonderlijk uitgevoerd kunnen worden na de wereldpremière, bijvoorbeeld als toegift van een recital.
Ysaÿes Brusselse vioolklas was wereldberoemd
‘Daarom heb ik drie korte werken bedacht die elk verschillende gemoedstoestanden uitdrukken’, schrijft Tanguy in zijn toelichting. ‘Het eerste stuk ’Drammatico’ is zowel intens als theatraal, het tweede stuk ’Cantabile’ is gebaseerd op mysterieuze en introspectieve melodieën, en het derde stuk ’Giocoso’ biedt een sfeer van speelse vreugde in een perspectief van fantasievolle virtuositeit. De partituur is zowel een eerbetoon aan de expressiviteit van de viool, als aan het talent van Júlia Pusker.’ Pusker is heel blij met het resultaat, ook al zijn de drie stukken aan de lange kant om ze ook als toegift te kunnen gebruiken. ‘De wereldpremière op 22 oktober 2023 in de Kölner Philharmonie was een groot succes. Ik speel de nieuwe compositie graag, al is het technisch wel een uitdaging om alles echt goed te kunnen spelen. Tanguy kiest vaak hele snelle tempi en in het derde deel vraagt hij bijna te veel van de violist. Best frustrerend, want het moet erg snel, maar uiteindelijk is het tóch goed te doen, als je maar keihard studeert.’
Ysaÿe: Poème élégiaque
Eugène Ysaÿe was een Belgische vioolvirtuoos die de wereld veroverde met zijn vioolspel en met zijn indrukwekkende composities voor viool. Zijn Brusselse vioolklas, die eerder in handen was van topviolisten als Henryk Wieniawski en Henri Vieuxtemps, was wereldberoemd. Het idee om, net als Johann Sebastian Bach, zes sonates voor solo viool te schrijven ontstond tijdens een uitvoering van een van Bachs sonates gespeeld door een leerling van Ysaÿe: de Hongaarse violist Joseph Szigeti. Ysaÿe heeft zijn extreem virtuoze en inventieve solosonates opgedragen aan zes jonge, getalenteerde musici van de generatie na hem, onder wie ook Szigeti. Een ander favoriet showstuk voor viool, dat iets toegankelijker is dan de solosonates, is Poème élégiaque. Ysaÿe voltooide de eerste versie voor viool en piano in 1893, later maakte hij nog een versie voor viool en orkest. Zijn leerling Mathieu Crickboom speelde de wereldpremière in Brussel op 21 februari 1894.
Brahms: Hongaarse dansen
Júlia Pusker wilde aan haar recital ook graag nog wat Hongaars-getinte muziek toevoegen, ter ere van haar vaderland. Daarbij dacht ze meteen aan de Hongaarse dansen van Johannes Brahms. De eerste ideeën voor deze meeslepende muziek ontwikkelde Brahms tijdens zijn tournee in 1853 met de Hongaarse violist Eduard Reményi. Hij zou in totaal eenentwintig Hongaarse dansen schrijven voor piano solo, bijna allemaal gebaseerd op bestaande Hongaarse melodieën. Later maakte Brahms ook een versie voor twee piano’s en hij arrangeerde de dansen ook voor symfonieorkest. Pusker selecteerde twee arrangementen van de Hongaarse dansen nummer 11 en 17 voor viool en piano van twee verschillende vioolvirtuozen: de Hongaar Joseph Joachim (1831-1907) – voor wie Brahms zijn Vioolconcert schreef – en de Oostenrijker Fritz Kreisler (1875-1962).
Bizet/Hubay: Carmen – Fantaisie brillante
Als uitsmijter speelt Júlia Pusker de mooiste fragmenten uit Bizets opera Carmen in een overtuigende bewerking voor viool en piano van de eminente Hongaarse violist en pedagoog Jenő Hubay (1858-1937). Hubay droeg zijn Carmen – Fantaisie brillante op aan de Belgische vioolgrootheid Henri Vieuxtemps. Naast het aangrijpende noodlotthema van Carmen, de aantrekkelijke Habanera en het stoere Toreador-thema bevat Hubays uitdagende arrangement ook enkele citaten uit composities van Vieuxtemps.
De rode draad in dit recital wordt gevormd door een paar van de grootste vioolvirtuozen uit het verleden. Beethovens imposante Kreutzersonate, opgedragen aan Rodolphe Kreutzer, staat naast aantrekkelijke, virtuoze composities en arrangementen van de al even legendarische violisten Jascha Heifetz, Eugène Ysaÿe, Joseph Joachim, Fritz Kreisler en Jenő Hubay. Daarnaast klinkt de Nederlandse première van Tanguy’s vioolsolo Trois pièces, geschreven in opdracht van Júlia Pusker.
Mendelssohn: Auf Flügeln des Gesanges
Als Felix Mendelssohn Jascha Heifetz (1901-1987) had gekend, dan had hij ongetwijfeld een vioolconcert voor hem geschreven. Maar toen Heifetz werd geboren was Mendelssohn al ruim vijftig jaar dood, dus de Amerikaans-Russische vioolvirtuoos moest het doen met het geliefde Vioolconcert in e klein dat Mendelssohn in 1844 had opgedragen aan Ferdinand David, de concertmeester van het Gewandhausorchester in Leipzig. Heifetz maakte niet alleen drie legendarische opnames van Mendelssohns vioolconcert, hij schreef ook een prachtig arrangement van zijn romantische lied Auf Flügeln des Gesanges (de bewerking staat ook wel bekend als On Wings of Song). Juist omdat er zoveel geniale opnames bestaan van Heifetz, ook wel ‘The King’ genoemd, reikt zijn invloed tot op de dag van vandaag.
Beethoven: Kreutzersonate
Hoewel Felix Mendelssohn en Ludwig van Beethoven min of meer tijdgenoten waren, kan het contrast tussen Mendelssohns lied Auf Flügeln des Gesanges en Beethovens Kreutzersonate bijna niet groter zijn. Júlia Pusker heeft er bewust voor gekozen om het programma te openen met de toegankelijke melodieën van Mendelssohn, à la Heifetz. Zo trekt ze de aandacht van haar luisteraars ‘op een plezierige en luchtige manier’, om ze vervolgens mee te nemen naar het grillige, verrassende en overrompelende idioom van Beethoven. Van de in totaal tien sonates voor viool en piano die Ludwig van Beethoven heeft geschreven, koos ze de negende, die de componist opdroeg aan de bevriende violist Rodolphe Kreutzer (1766-1831). Opmerkelijk genoeg zou die Franse meesterviolist deze indrukwekkende sonate nooit uitvoeren, omdat hij de vioolpartij ‘schandalig onbegrijpelijk’ vond. George Bridgetower bracht het werk in première in 1803, de violist aan wie Beethoven zijn sonate aanvankelijk had willen opgedragen. Maar na een ruzie tussen beide heren (mogelijk om een vrouw) wijzigde Beethoven zijn plan ten gunste van Kreutzer. Gelukkig hebben vele generaties violisten na Kreutzer wél de moed gehad om Beethovens meesterwerk te vertolken. Hoewel het volgens Pusker een ‘monsterlijk moeilijk’ stuk is, is het tegelijkertijd een van de meest originele en fascinerende composities voor viool en piano, vol heroïsche passages, onverwachte harmonieën, in het oog springende korte motieven en opvallende ritmes.
Tanguy: Trois pièces
Toen Júlia Pusker een componist mocht voorstellen voor de opdrachtcompositie van haar Rising Stars-tournee kwam ze al snel terecht bij Éric Tanguy, de Franse componist van wie ze in 2021 het Tweede vioolconcert heeft opgenomen. Op haar verzoek heeft Tanguy een cyclus van drie stukken voor viool solo geschreven, die mogelijk ook afzonderlijk uitgevoerd kunnen worden na de wereldpremière, bijvoorbeeld als toegift van een recital.
Ysaÿes Brusselse vioolklas was wereldberoemd
‘Daarom heb ik drie korte werken bedacht die elk verschillende gemoedstoestanden uitdrukken’, schrijft Tanguy in zijn toelichting. ‘Het eerste stuk ’Drammatico’ is zowel intens als theatraal, het tweede stuk ’Cantabile’ is gebaseerd op mysterieuze en introspectieve melodieën, en het derde stuk ’Giocoso’ biedt een sfeer van speelse vreugde in een perspectief van fantasievolle virtuositeit. De partituur is zowel een eerbetoon aan de expressiviteit van de viool, als aan het talent van Júlia Pusker.’ Pusker is heel blij met het resultaat, ook al zijn de drie stukken aan de lange kant om ze ook als toegift te kunnen gebruiken. ‘De wereldpremière op 22 oktober 2023 in de Kölner Philharmonie was een groot succes. Ik speel de nieuwe compositie graag, al is het technisch wel een uitdaging om alles echt goed te kunnen spelen. Tanguy kiest vaak hele snelle tempi en in het derde deel vraagt hij bijna te veel van de violist. Best frustrerend, want het moet erg snel, maar uiteindelijk is het tóch goed te doen, als je maar keihard studeert.’
Ysaÿe: Poème élégiaque
Eugène Ysaÿe was een Belgische vioolvirtuoos die de wereld veroverde met zijn vioolspel en met zijn indrukwekkende composities voor viool. Zijn Brusselse vioolklas, die eerder in handen was van topviolisten als Henryk Wieniawski en Henri Vieuxtemps, was wereldberoemd. Het idee om, net als Johann Sebastian Bach, zes sonates voor solo viool te schrijven ontstond tijdens een uitvoering van een van Bachs sonates gespeeld door een leerling van Ysaÿe: de Hongaarse violist Joseph Szigeti. Ysaÿe heeft zijn extreem virtuoze en inventieve solosonates opgedragen aan zes jonge, getalenteerde musici van de generatie na hem, onder wie ook Szigeti. Een ander favoriet showstuk voor viool, dat iets toegankelijker is dan de solosonates, is Poème élégiaque. Ysaÿe voltooide de eerste versie voor viool en piano in 1893, later maakte hij nog een versie voor viool en orkest. Zijn leerling Mathieu Crickboom speelde de wereldpremière in Brussel op 21 februari 1894.
Brahms: Hongaarse dansen
Júlia Pusker wilde aan haar recital ook graag nog wat Hongaars-getinte muziek toevoegen, ter ere van haar vaderland. Daarbij dacht ze meteen aan de Hongaarse dansen van Johannes Brahms. De eerste ideeën voor deze meeslepende muziek ontwikkelde Brahms tijdens zijn tournee in 1853 met de Hongaarse violist Eduard Reményi. Hij zou in totaal eenentwintig Hongaarse dansen schrijven voor piano solo, bijna allemaal gebaseerd op bestaande Hongaarse melodieën. Later maakte Brahms ook een versie voor twee piano’s en hij arrangeerde de dansen ook voor symfonieorkest. Pusker selecteerde twee arrangementen van de Hongaarse dansen nummer 11 en 17 voor viool en piano van twee verschillende vioolvirtuozen: de Hongaar Joseph Joachim (1831-1907) – voor wie Brahms zijn Vioolconcert schreef – en de Oostenrijker Fritz Kreisler (1875-1962).
Bizet/Hubay: Carmen – Fantaisie brillante
Als uitsmijter speelt Júlia Pusker de mooiste fragmenten uit Bizets opera Carmen in een overtuigende bewerking voor viool en piano van de eminente Hongaarse violist en pedagoog Jenő Hubay (1858-1937). Hubay droeg zijn Carmen – Fantaisie brillante op aan de Belgische vioolgrootheid Henri Vieuxtemps. Naast het aangrijpende noodlotthema van Carmen, de aantrekkelijke Habanera en het stoere Toreador-thema bevat Hubays uitdagende arrangement ook enkele citaten uit composities van Vieuxtemps.
Toelichting
De rode draad in dit recital wordt gevormd door een paar van de grootste vioolvirtuozen uit het verleden. Beethovens imposante Kreutzersonate, opgedragen aan Rodolphe Kreutzer, staat naast aantrekkelijke, virtuoze composities en arrangementen van de al even legendarische violisten Jascha Heifetz, Eugène Ysaÿe, Joseph Joachim, Fritz Kreisler en Jenő Hubay. Daarnaast klinkt de Nederlandse première van Tanguy’s vioolsolo Trois pièces, geschreven in opdracht van Júlia Pusker.
Mendelssohn: Auf Flügeln des Gesanges
Als Felix Mendelssohn Jascha Heifetz (1901-1987) had gekend, dan had hij ongetwijfeld een vioolconcert voor hem geschreven. Maar toen Heifetz werd geboren was Mendelssohn al ruim vijftig jaar dood, dus de Amerikaans-Russische vioolvirtuoos moest het doen met het geliefde Vioolconcert in e klein dat Mendelssohn in 1844 had opgedragen aan Ferdinand David, de concertmeester van het Gewandhausorchester in Leipzig. Heifetz maakte niet alleen drie legendarische opnames van Mendelssohns vioolconcert, hij schreef ook een prachtig arrangement van zijn romantische lied Auf Flügeln des Gesanges (de bewerking staat ook wel bekend als On Wings of Song). Juist omdat er zoveel geniale opnames bestaan van Heifetz, ook wel ‘The King’ genoemd, reikt zijn invloed tot op de dag van vandaag.
Beethoven: Kreutzersonate
Hoewel Felix Mendelssohn en Ludwig van Beethoven min of meer tijdgenoten waren, kan het contrast tussen Mendelssohns lied Auf Flügeln des Gesanges en Beethovens Kreutzersonate bijna niet groter zijn. Júlia Pusker heeft er bewust voor gekozen om het programma te openen met de toegankelijke melodieën van Mendelssohn, à la Heifetz. Zo trekt ze de aandacht van haar luisteraars ‘op een plezierige en luchtige manier’, om ze vervolgens mee te nemen naar het grillige, verrassende en overrompelende idioom van Beethoven. Van de in totaal tien sonates voor viool en piano die Ludwig van Beethoven heeft geschreven, koos ze de negende, die de componist opdroeg aan de bevriende violist Rodolphe Kreutzer (1766-1831). Opmerkelijk genoeg zou die Franse meesterviolist deze indrukwekkende sonate nooit uitvoeren, omdat hij de vioolpartij ‘schandalig onbegrijpelijk’ vond. George Bridgetower bracht het werk in première in 1803, de violist aan wie Beethoven zijn sonate aanvankelijk had willen opgedragen. Maar na een ruzie tussen beide heren (mogelijk om een vrouw) wijzigde Beethoven zijn plan ten gunste van Kreutzer. Gelukkig hebben vele generaties violisten na Kreutzer wél de moed gehad om Beethovens meesterwerk te vertolken. Hoewel het volgens Pusker een ‘monsterlijk moeilijk’ stuk is, is het tegelijkertijd een van de meest originele en fascinerende composities voor viool en piano, vol heroïsche passages, onverwachte harmonieën, in het oog springende korte motieven en opvallende ritmes.
Tanguy: Trois pièces
Toen Júlia Pusker een componist mocht voorstellen voor de opdrachtcompositie van haar Rising Stars-tournee kwam ze al snel terecht bij Éric Tanguy, de Franse componist van wie ze in 2021 het Tweede vioolconcert heeft opgenomen. Op haar verzoek heeft Tanguy een cyclus van drie stukken voor viool solo geschreven, die mogelijk ook afzonderlijk uitgevoerd kunnen worden na de wereldpremière, bijvoorbeeld als toegift van een recital.
Ysaÿes Brusselse vioolklas was wereldberoemd
‘Daarom heb ik drie korte werken bedacht die elk verschillende gemoedstoestanden uitdrukken’, schrijft Tanguy in zijn toelichting. ‘Het eerste stuk ’Drammatico’ is zowel intens als theatraal, het tweede stuk ’Cantabile’ is gebaseerd op mysterieuze en introspectieve melodieën, en het derde stuk ’Giocoso’ biedt een sfeer van speelse vreugde in een perspectief van fantasievolle virtuositeit. De partituur is zowel een eerbetoon aan de expressiviteit van de viool, als aan het talent van Júlia Pusker.’ Pusker is heel blij met het resultaat, ook al zijn de drie stukken aan de lange kant om ze ook als toegift te kunnen gebruiken. ‘De wereldpremière op 22 oktober 2023 in de Kölner Philharmonie was een groot succes. Ik speel de nieuwe compositie graag, al is het technisch wel een uitdaging om alles echt goed te kunnen spelen. Tanguy kiest vaak hele snelle tempi en in het derde deel vraagt hij bijna te veel van de violist. Best frustrerend, want het moet erg snel, maar uiteindelijk is het tóch goed te doen, als je maar keihard studeert.’
Ysaÿe: Poème élégiaque
Eugène Ysaÿe was een Belgische vioolvirtuoos die de wereld veroverde met zijn vioolspel en met zijn indrukwekkende composities voor viool. Zijn Brusselse vioolklas, die eerder in handen was van topviolisten als Henryk Wieniawski en Henri Vieuxtemps, was wereldberoemd. Het idee om, net als Johann Sebastian Bach, zes sonates voor solo viool te schrijven ontstond tijdens een uitvoering van een van Bachs sonates gespeeld door een leerling van Ysaÿe: de Hongaarse violist Joseph Szigeti. Ysaÿe heeft zijn extreem virtuoze en inventieve solosonates opgedragen aan zes jonge, getalenteerde musici van de generatie na hem, onder wie ook Szigeti. Een ander favoriet showstuk voor viool, dat iets toegankelijker is dan de solosonates, is Poème élégiaque. Ysaÿe voltooide de eerste versie voor viool en piano in 1893, later maakte hij nog een versie voor viool en orkest. Zijn leerling Mathieu Crickboom speelde de wereldpremière in Brussel op 21 februari 1894.
Brahms: Hongaarse dansen
Júlia Pusker wilde aan haar recital ook graag nog wat Hongaars-getinte muziek toevoegen, ter ere van haar vaderland. Daarbij dacht ze meteen aan de Hongaarse dansen van Johannes Brahms. De eerste ideeën voor deze meeslepende muziek ontwikkelde Brahms tijdens zijn tournee in 1853 met de Hongaarse violist Eduard Reményi. Hij zou in totaal eenentwintig Hongaarse dansen schrijven voor piano solo, bijna allemaal gebaseerd op bestaande Hongaarse melodieën. Later maakte Brahms ook een versie voor twee piano’s en hij arrangeerde de dansen ook voor symfonieorkest. Pusker selecteerde twee arrangementen van de Hongaarse dansen nummer 11 en 17 voor viool en piano van twee verschillende vioolvirtuozen: de Hongaar Joseph Joachim (1831-1907) – voor wie Brahms zijn Vioolconcert schreef – en de Oostenrijker Fritz Kreisler (1875-1962).
Bizet/Hubay: Carmen – Fantaisie brillante
Als uitsmijter speelt Júlia Pusker de mooiste fragmenten uit Bizets opera Carmen in een overtuigende bewerking voor viool en piano van de eminente Hongaarse violist en pedagoog Jenő Hubay (1858-1937). Hubay droeg zijn Carmen – Fantaisie brillante op aan de Belgische vioolgrootheid Henri Vieuxtemps. Naast het aangrijpende noodlotthema van Carmen, de aantrekkelijke Habanera en het stoere Toreador-thema bevat Hubays uitdagende arrangement ook enkele citaten uit composities van Vieuxtemps.
De rode draad in dit recital wordt gevormd door een paar van de grootste vioolvirtuozen uit het verleden. Beethovens imposante Kreutzersonate, opgedragen aan Rodolphe Kreutzer, staat naast aantrekkelijke, virtuoze composities en arrangementen van de al even legendarische violisten Jascha Heifetz, Eugène Ysaÿe, Joseph Joachim, Fritz Kreisler en Jenő Hubay. Daarnaast klinkt de Nederlandse première van Tanguy’s vioolsolo Trois pièces, geschreven in opdracht van Júlia Pusker.
Mendelssohn: Auf Flügeln des Gesanges
Als Felix Mendelssohn Jascha Heifetz (1901-1987) had gekend, dan had hij ongetwijfeld een vioolconcert voor hem geschreven. Maar toen Heifetz werd geboren was Mendelssohn al ruim vijftig jaar dood, dus de Amerikaans-Russische vioolvirtuoos moest het doen met het geliefde Vioolconcert in e klein dat Mendelssohn in 1844 had opgedragen aan Ferdinand David, de concertmeester van het Gewandhausorchester in Leipzig. Heifetz maakte niet alleen drie legendarische opnames van Mendelssohns vioolconcert, hij schreef ook een prachtig arrangement van zijn romantische lied Auf Flügeln des Gesanges (de bewerking staat ook wel bekend als On Wings of Song). Juist omdat er zoveel geniale opnames bestaan van Heifetz, ook wel ‘The King’ genoemd, reikt zijn invloed tot op de dag van vandaag.
Beethoven: Kreutzersonate
Hoewel Felix Mendelssohn en Ludwig van Beethoven min of meer tijdgenoten waren, kan het contrast tussen Mendelssohns lied Auf Flügeln des Gesanges en Beethovens Kreutzersonate bijna niet groter zijn. Júlia Pusker heeft er bewust voor gekozen om het programma te openen met de toegankelijke melodieën van Mendelssohn, à la Heifetz. Zo trekt ze de aandacht van haar luisteraars ‘op een plezierige en luchtige manier’, om ze vervolgens mee te nemen naar het grillige, verrassende en overrompelende idioom van Beethoven. Van de in totaal tien sonates voor viool en piano die Ludwig van Beethoven heeft geschreven, koos ze de negende, die de componist opdroeg aan de bevriende violist Rodolphe Kreutzer (1766-1831). Opmerkelijk genoeg zou die Franse meesterviolist deze indrukwekkende sonate nooit uitvoeren, omdat hij de vioolpartij ‘schandalig onbegrijpelijk’ vond. George Bridgetower bracht het werk in première in 1803, de violist aan wie Beethoven zijn sonate aanvankelijk had willen opgedragen. Maar na een ruzie tussen beide heren (mogelijk om een vrouw) wijzigde Beethoven zijn plan ten gunste van Kreutzer. Gelukkig hebben vele generaties violisten na Kreutzer wél de moed gehad om Beethovens meesterwerk te vertolken. Hoewel het volgens Pusker een ‘monsterlijk moeilijk’ stuk is, is het tegelijkertijd een van de meest originele en fascinerende composities voor viool en piano, vol heroïsche passages, onverwachte harmonieën, in het oog springende korte motieven en opvallende ritmes.
Tanguy: Trois pièces
Toen Júlia Pusker een componist mocht voorstellen voor de opdrachtcompositie van haar Rising Stars-tournee kwam ze al snel terecht bij Éric Tanguy, de Franse componist van wie ze in 2021 het Tweede vioolconcert heeft opgenomen. Op haar verzoek heeft Tanguy een cyclus van drie stukken voor viool solo geschreven, die mogelijk ook afzonderlijk uitgevoerd kunnen worden na de wereldpremière, bijvoorbeeld als toegift van een recital.
Ysaÿes Brusselse vioolklas was wereldberoemd
‘Daarom heb ik drie korte werken bedacht die elk verschillende gemoedstoestanden uitdrukken’, schrijft Tanguy in zijn toelichting. ‘Het eerste stuk ’Drammatico’ is zowel intens als theatraal, het tweede stuk ’Cantabile’ is gebaseerd op mysterieuze en introspectieve melodieën, en het derde stuk ’Giocoso’ biedt een sfeer van speelse vreugde in een perspectief van fantasievolle virtuositeit. De partituur is zowel een eerbetoon aan de expressiviteit van de viool, als aan het talent van Júlia Pusker.’ Pusker is heel blij met het resultaat, ook al zijn de drie stukken aan de lange kant om ze ook als toegift te kunnen gebruiken. ‘De wereldpremière op 22 oktober 2023 in de Kölner Philharmonie was een groot succes. Ik speel de nieuwe compositie graag, al is het technisch wel een uitdaging om alles echt goed te kunnen spelen. Tanguy kiest vaak hele snelle tempi en in het derde deel vraagt hij bijna te veel van de violist. Best frustrerend, want het moet erg snel, maar uiteindelijk is het tóch goed te doen, als je maar keihard studeert.’
Ysaÿe: Poème élégiaque
Eugène Ysaÿe was een Belgische vioolvirtuoos die de wereld veroverde met zijn vioolspel en met zijn indrukwekkende composities voor viool. Zijn Brusselse vioolklas, die eerder in handen was van topviolisten als Henryk Wieniawski en Henri Vieuxtemps, was wereldberoemd. Het idee om, net als Johann Sebastian Bach, zes sonates voor solo viool te schrijven ontstond tijdens een uitvoering van een van Bachs sonates gespeeld door een leerling van Ysaÿe: de Hongaarse violist Joseph Szigeti. Ysaÿe heeft zijn extreem virtuoze en inventieve solosonates opgedragen aan zes jonge, getalenteerde musici van de generatie na hem, onder wie ook Szigeti. Een ander favoriet showstuk voor viool, dat iets toegankelijker is dan de solosonates, is Poème élégiaque. Ysaÿe voltooide de eerste versie voor viool en piano in 1893, later maakte hij nog een versie voor viool en orkest. Zijn leerling Mathieu Crickboom speelde de wereldpremière in Brussel op 21 februari 1894.
Brahms: Hongaarse dansen
Júlia Pusker wilde aan haar recital ook graag nog wat Hongaars-getinte muziek toevoegen, ter ere van haar vaderland. Daarbij dacht ze meteen aan de Hongaarse dansen van Johannes Brahms. De eerste ideeën voor deze meeslepende muziek ontwikkelde Brahms tijdens zijn tournee in 1853 met de Hongaarse violist Eduard Reményi. Hij zou in totaal eenentwintig Hongaarse dansen schrijven voor piano solo, bijna allemaal gebaseerd op bestaande Hongaarse melodieën. Later maakte Brahms ook een versie voor twee piano’s en hij arrangeerde de dansen ook voor symfonieorkest. Pusker selecteerde twee arrangementen van de Hongaarse dansen nummer 11 en 17 voor viool en piano van twee verschillende vioolvirtuozen: de Hongaar Joseph Joachim (1831-1907) – voor wie Brahms zijn Vioolconcert schreef – en de Oostenrijker Fritz Kreisler (1875-1962).
Bizet/Hubay: Carmen – Fantaisie brillante
Als uitsmijter speelt Júlia Pusker de mooiste fragmenten uit Bizets opera Carmen in een overtuigende bewerking voor viool en piano van de eminente Hongaarse violist en pedagoog Jenő Hubay (1858-1937). Hubay droeg zijn Carmen – Fantaisie brillante op aan de Belgische vioolgrootheid Henri Vieuxtemps. Naast het aangrijpende noodlotthema van Carmen, de aantrekkelijke Habanera en het stoere Toreador-thema bevat Hubays uitdagende arrangement ook enkele citaten uit composities van Vieuxtemps.
Biografie
Júlia Pusker, viool
Sinds ze prijswinnares was op de Koningin Elisabethwedstrijd van 2019 in Brussel komt de carrière van Júlia Pusker goed op stoom. Eerder won ze al in haar geboorteland Hongarije de eerste prijs van het Cziffra Festival. Recent was de violiste te gast bij het Belgisch Nationaal Orkest, Brussels Philharmonic, het Franz Liszt Kamerorkest, het Budapest Festival Orchestra, het Hongaars Nationaal Philharmonisch Orkest en de London Mozart Players.
Dit seizoen tourt ze bovendien langs de bekende kamermuziekpodia in het kader van het Rising Stars-programme van de European Concert Hall Organisation.
Júlia Pusker gaf recitals en nam deel aan masterclasses op onder meer het Festival van Besançon, IMS Prussia Cove, de Holland International Music Sessions, de Kronberg Academy en de Santander Festival Academy. Kamermuziek speelde ze met Frank Braley, Gautier Capuçon, Gary Hoffman, Tommaso Lonquich, Jean-Yves Thibaudet en István Várdai.
Ze nam het Tweede vioolconcert van Eric Tanguy op met Jyväskylä Sinfonia en maakte met pianist Zoltán Fejérvári het album Schubert on Violin. Júlia Pusker begon haar opleiding aan de Liszt Academie in Boedapest voordat ze naar Londen verhuisde voor een studie bij György Pauk aan de Royal Academy of Music.
Na haar cum laude afstuderen in 2016 was ze tot 2021 in residence aan de Koningin Elisabeth Muziekkapel in Brussel, waar ze werkte met Augustin Dumay. Júlia Pusker heeft een Matteo Goffriller-viool uit 1690 in bruikleen.
Ze maakt haar debuut in Het Concertgebouw.
Christia Hudziy, piano
Christia Hudziy debuteerde op elfjarige leeftijd als soliste met het symfonieorkest van haar geboorteplaats Lviv. Ze kreeg een Oekraïense staatsbeurs waarmee ze kon gaan studeren aan het conservatorium van Parijs, en daarna vervolgde ze haar opleiding nog aan de conservatoria van Lyon en Milaan.
De pianiste werd finalist in tal van internationale concoursen in Europa; zo won ze onder meer de eerste prijs van de pianowedstrijd ‘Giovani Talenti Pia Tebaldini’.
Christia Hudziy werd uitgenodigd in het Musée d’Orsay en door Radio France en op evenementen als La Roque d’Anthéron, het Festival van Avignon, het Brussels Zomerfestival, het Festival du Vexin en het Grachtenfestival in Amsterdam.
Na vier jaar artist in residence te zijn geweest aan de Koningin Elisabeth Muziekkapel bouwt Christia Hudziy haar carrière uit als soliste en kamermusicus met optredens in Frankrijk, België, Nederland, Polen, Oekraïne en Engeland.
Onlangs soleerde ze met orkesten in Londen en Osaka. Ze is tevens pianiste en coach aan de Koningin Elisabeth Muziekkapel voor de klas van violist Augustin Dumay, met wie ze ook geregeld kamermuziek speelt.