Out of the box: Benjamin Clementine
door Floris Kortie 01 apr. 2016 01 april 2016
Jarenlang leek Benjamin Clementine voorbestemd zijn muziek te blijven spelen in de Parijse metro. Maar hij werd ontdekt en betoverde een alsmaar groeiend publiek.
In oktober 2013 zijn de miljoenen kijkers van het legendarische BBC-muziekprogramma Later... with Jools Holland getuige van de geboorte van een fenomeen. Te gast zijn, zoals gebruikelijk, grote namen als Paul McCartney, Earth, Wind & Fire en Arctic Monkeys. Maar te midden van die sterrenparade neemt een tot dan toe vrijwel onbekende artiest blootsvoets plaats achter de vleugel.
Hij is lang, een meter negentig, met omhooggewerkt kroeshaar dat hem nog zeker tien centimeter extra geeft. Zijn geprononceerde jukbeenderen vallen op, en daarboven ogen die – cliché, maar waar – onpeilbaar verdriet lijken uit te stralen. Benjamin Clementine begint te spelen en het publiek luistert ademloos.
‘I’ve been lonely, alone in a box of my own / This is the place I know I now belong.’ Begeleid door crescendo akkoorden op de piano schreeuwt Clementine het haast uit. Het beeld zoomt in, speeksel vliegt langs de microfoon. Met zijn blik strak boven de camera hamert hij de woorden van zijn nummer Cornerstone erin – half zingend, half pratend. Als in trance loopt hij daarna de studio uit, maar in de gang trekt iemand hem aan zijn jas. ‘Bloody hell,’ zegt Paul McCartney, ‘ga hier alsjeblieft mee door.’
Na dit overdonderende optreden bij Jools Holland volgden uitverkochte Europese tournees en een met dolenthousiaste recensies overladen debuutalbum. April dit jaar staat een volgend wapenfeit op het programma: tijdens het Koningsnachtconcert is Benjamin Clementine te gast bij het Koninklijk Concertgebouworkest. CocoRosie, Patrick Watson, Fink en José James gingen hem al voor – allemaal musici uit de voorhoede van de popmuziek.
Maar Benjamin Clementine heeft toch nog een primeur in handen: hoogstwaarschijnlijk is hij de eerste solist ooit bij het orkest die géén noten kan lezen en wiens carrière begon als straatmuzikant in de Parijse metro.
Parijs
Het levensverhaal van Benjamin Sainte-Clementine is een schoolvoorbeeld van het Engelse begrip from rags to riches. Hij groeit op in de Londense achterstandswijk Edmonton, als jongste in een gezin van vijf. Zijn Ghanese ouders zijn diepreligieus en hebben weinig op met muziek.
Clementines eerste muzikale ervaring is met de speelgoedpiano van een klasgenootje. Later brengt een van zijn broers een keyboard mee naar huis. Na school luistert Clementine naar klassieke radio en probeert hij die muziek op een keyboard na te spelen. Met school heeft hij weinig op. Hij spijbelt veel – om hele dagen in de bibliotheek woordenboeken en literaire klassiekers te verslinden, welteverstaan. Bij zijn eindexamen zakt hij voor alle vakken, behalve voor Engels.
Dit alles leidt tot een breuk met zijn ouders, waarop Clementine naar Parijs vertrekt. Geen bewuste keuze; de Franse hoofdstad is simpelweg de eerste bestemming die op de website van EasyJet geadverteerd wordt. In Parijs leert hij zichzelf gitaar spelen en verdient hij de kost door in de metro muziek te maken. Slapen doet Clementine op straat of in goedkope hostels.
In oktober 2013 zijn de miljoenen kijkers van het legendarische BBC-muziekprogramma Later... with Jools Holland getuige van de geboorte van een fenomeen. Te gast zijn, zoals gebruikelijk, grote namen als Paul McCartney, Earth, Wind & Fire en Arctic Monkeys. Maar te midden van die sterrenparade neemt een tot dan toe vrijwel onbekende artiest blootsvoets plaats achter de vleugel.
Hij is lang, een meter negentig, met omhooggewerkt kroeshaar dat hem nog zeker tien centimeter extra geeft. Zijn geprononceerde jukbeenderen vallen op, en daarboven ogen die – cliché, maar waar – onpeilbaar verdriet lijken uit te stralen. Benjamin Clementine begint te spelen en het publiek luistert ademloos.
‘I’ve been lonely, alone in a box of my own / This is the place I know I now belong.’ Begeleid door crescendo akkoorden op de piano schreeuwt Clementine het haast uit. Het beeld zoomt in, speeksel vliegt langs de microfoon. Met zijn blik strak boven de camera hamert hij de woorden van zijn nummer Cornerstone erin – half zingend, half pratend. Als in trance loopt hij daarna de studio uit, maar in de gang trekt iemand hem aan zijn jas. ‘Bloody hell,’ zegt Paul McCartney, ‘ga hier alsjeblieft mee door.’
Na dit overdonderende optreden bij Jools Holland volgden uitverkochte Europese tournees en een met dolenthousiaste recensies overladen debuutalbum. April dit jaar staat een volgend wapenfeit op het programma: tijdens het Koningsnachtconcert is Benjamin Clementine te gast bij het Koninklijk Concertgebouworkest. CocoRosie, Patrick Watson, Fink en José James gingen hem al voor – allemaal musici uit de voorhoede van de popmuziek.
Maar Benjamin Clementine heeft toch nog een primeur in handen: hoogstwaarschijnlijk is hij de eerste solist ooit bij het orkest die géén noten kan lezen en wiens carrière begon als straatmuzikant in de Parijse metro.
Parijs
Het levensverhaal van Benjamin Sainte-Clementine is een schoolvoorbeeld van het Engelse begrip from rags to riches. Hij groeit op in de Londense achterstandswijk Edmonton, als jongste in een gezin van vijf. Zijn Ghanese ouders zijn diepreligieus en hebben weinig op met muziek.
Clementines eerste muzikale ervaring is met de speelgoedpiano van een klasgenootje. Later brengt een van zijn broers een keyboard mee naar huis. Na school luistert Clementine naar klassieke radio en probeert hij die muziek op een keyboard na te spelen. Met school heeft hij weinig op. Hij spijbelt veel – om hele dagen in de bibliotheek woordenboeken en literaire klassiekers te verslinden, welteverstaan. Bij zijn eindexamen zakt hij voor alle vakken, behalve voor Engels.
Dit alles leidt tot een breuk met zijn ouders, waarop Clementine naar Parijs vertrekt. Geen bewuste keuze; de Franse hoofdstad is simpelweg de eerste bestemming die op de website van EasyJet geadverteerd wordt. In Parijs leert hij zichzelf gitaar spelen en verdient hij de kost door in de metro muziek te maken. Slapen doet Clementine op straat of in goedkope hostels.
Toch beviel het leven als straatmuzikant hem best goed, vertelde hij onlangs in een interview met muziekwebsite Deezer: ‘Ik heb bijna drie jaar lang dagelijks in metrolijn 2 gespeeld, van de haltes Porte Dauphine tot Nationale en weer terug. Ik heb daar zo veel mensen ontmoet, en bijna iedereen was aardig. Zelfs de politie! Ik had geen vergunning om in de metro te spelen, maar de agenten knepen altijd een oogje dicht.’
Geen kaartje
Het was dan ook in die metro dat hij ontdekt werd door een lokale impresario. Optredens in cafés en clubs volgden. Hij werd zelfs uitgenodigd om in 2013 op North Sea Jazz in Rotterdam te komen spelen, maar onderweg werd hij uit de trein gezet: hij had geen kaartje, noch genoeg geld op zak. Vanaf Roosendaal besloot hij toen maar te gaan lopen.
Hij kwam te laat, het optreden ging niet door. Maar zijn internationale doorbraak werd daardoor slechts met enkele maanden vertraagd – na zijn verpletterende optreden later dat jaar bij de BBC was er geen ontkomen meer aan. North Sea Jazz nodigde Clementine vorig jaar opnieuw uit. Met het winnen van de Mercury Prize in november 2015 vestigde hij definitief zijn naam.
De muziek van Benjamin Clementine laat zich moeilijk omschrijven. De Engelse krant The Independent probeerde het als volgt: ‘Clementine heeft de intimiteit van Antony Hegarty, de passie van Aretha Franklin en de intensiteit van Edith Piaf, en hij brengt dat alles met een kwetsbaarheid die doet denken aan Nina Simone.’
Zelf zegt Clementine klassieke muziek en opera te willen mixen met soul en folk. Zijn grootste inspiratiebron is Erik Satie, vertrouwde hij Deezer toe. ‘Zijn Gymnopédies hebben mij genezen van mijn eenzaamheid. Toen ik als kind de muziek van Satie voor het eerst op de radio hoorde, dacht ik: dat kan ik ook. Maar het bleek juist verschrikkelijk moeilijk! Na twee jaar oefenen kon ik het nog steeds niet.’
Toch is het niet ondenkbaar dat Clementine tijdens het Koningsnachtconcert nog iets van zijn favoriete componist gaat spelen, want die stukken heeft hij inmiddels aardig onder de knie: ‘Nou, ik speel ze nog steeds niet zo perfect als ik zou willen, maar het begint na al die jaren wel ergens op te lijken, ja – eindelijk!’
Lees ook het interview met Micha Windgassen over Entrée en het Koningsnachtconcert
Bekijk hier alle digitale concertprogramma's
Toch beviel het leven als straatmuzikant hem best goed, vertelde hij onlangs in een interview met muziekwebsite Deezer: ‘Ik heb bijna drie jaar lang dagelijks in metrolijn 2 gespeeld, van de haltes Porte Dauphine tot Nationale en weer terug. Ik heb daar zo veel mensen ontmoet, en bijna iedereen was aardig. Zelfs de politie! Ik had geen vergunning om in de metro te spelen, maar de agenten knepen altijd een oogje dicht.’
Geen kaartje
Het was dan ook in die metro dat hij ontdekt werd door een lokale impresario. Optredens in cafés en clubs volgden. Hij werd zelfs uitgenodigd om in 2013 op North Sea Jazz in Rotterdam te komen spelen, maar onderweg werd hij uit de trein gezet: hij had geen kaartje, noch genoeg geld op zak. Vanaf Roosendaal besloot hij toen maar te gaan lopen.
Hij kwam te laat, het optreden ging niet door. Maar zijn internationale doorbraak werd daardoor slechts met enkele maanden vertraagd – na zijn verpletterende optreden later dat jaar bij de BBC was er geen ontkomen meer aan. North Sea Jazz nodigde Clementine vorig jaar opnieuw uit. Met het winnen van de Mercury Prize in november 2015 vestigde hij definitief zijn naam.
De muziek van Benjamin Clementine laat zich moeilijk omschrijven. De Engelse krant The Independent probeerde het als volgt: ‘Clementine heeft de intimiteit van Antony Hegarty, de passie van Aretha Franklin en de intensiteit van Edith Piaf, en hij brengt dat alles met een kwetsbaarheid die doet denken aan Nina Simone.’
Zelf zegt Clementine klassieke muziek en opera te willen mixen met soul en folk. Zijn grootste inspiratiebron is Erik Satie, vertrouwde hij Deezer toe. ‘Zijn Gymnopédies hebben mij genezen van mijn eenzaamheid. Toen ik als kind de muziek van Satie voor het eerst op de radio hoorde, dacht ik: dat kan ik ook. Maar het bleek juist verschrikkelijk moeilijk! Na twee jaar oefenen kon ik het nog steeds niet.’
Toch is het niet ondenkbaar dat Clementine tijdens het Koningsnachtconcert nog iets van zijn favoriete componist gaat spelen, want die stukken heeft hij inmiddels aardig onder de knie: ‘Nou, ik speel ze nog steeds niet zo perfect als ik zou willen, maar het begint na al die jaren wel ergens op te lijken, ja – eindelijk!’
Lees ook het interview met Micha Windgassen over Entrée en het Koningsnachtconcert
Bekijk hier alle digitale concertprogramma's