Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier
column

Opera vermist (10): zomer 2025

door Erwin Roebroeks
31 jul. 2025 31 juli 2025

Musicoloog Erwin Roebroeks speurt nog altijd naar Monteverdi’s verloren gegane opera Arianna uit 1608. Op één aria na, is de opera spoorloos. Vanwege het uitblijven van sporen, besloot hij deze zomer een nieuwe route te verkennen: de kloosterweg.

  • Het klooster

    Foto: Erwin Roebroeks

    Het klooster

    Foto: Erwin Roebroeks

  • De ingang

    Foto: Erwin Roebroeks

    De ingang

    Foto: Erwin Roebroeks

  • Selfie met monnik

    Foto: Erwin Roebroeks

    Selfie met monnik

    Foto: Erwin Roebroeks

  • Het klooster

    Foto: Erwin Roebroeks

    Het klooster

    Foto: Erwin Roebroeks

  • De ingang

    Foto: Erwin Roebroeks

    De ingang

    Foto: Erwin Roebroeks

  • Selfie met monnik

    Foto: Erwin Roebroeks

    Selfie met monnik

    Foto: Erwin Roebroeks

In een van de hoofdstukken uit De weemoed van de reiziger, Jan Brokkens nieuwe reisverhalenbundel, vormt mijn zoektocht naar Monteverdi’s vermiste opera Arianna de rode draad (al neemt Brokken het niet zo nauw met de feiten). Sinds de publicatie van dat boek krijg ik vaker de vraag of ik nog op zoek ben naar de partituur (jazeker) en of er schot zit in de zaak (volstrekt niet). Vanwege het uitblijven van sporen, besloot ik deze zomer een nieuwe route te verkennen: de kloosterweg.

Veel katholieke kloosters, met name benedictijnse, kenden rijke muziektradities, die zich niet tot religieuze muziek beperkten. Ik heb mijn zinnen gezet op het Monastero di San Zaccaria, een voormalig benedictinessenklooster in het hart van Venetië en destijds een van de rijkste en machtigste religieuze gemeenschappen van de stad. Stukken in het Staatsarchief uit de twaalfde eeuw tonen dat de met voor- en achternaam genoemde nonnen (uitzonderlijk in die tijd) een tuin verkochten aan de stad om Piazza San Marco te vergroten (waaraan het plein zijn huidige grootte dankt).

Arianna (of een fragment ervan) zou tot religieus stuk herwerkt kunnen zijn en kan zo in het kloosterarchief zijn beland.

Het waren dochters van hoge adel en van de doge, die contacten onderhielden met machtige geestelijken en aristocraten, dichtbij en ver weg: de patriarch, de doge, mogelijk de paus. Precies het netwerk van Monteverdi. Hoewel het kloosterleven in dienst stond van de gemeenschap, is het staande benedictijnse praktijk het gemis aan individuele verwezenlijking via de kunsten te verzachten, en de nonnen hadden toegang tot actuele kunst. Arianna (of een fragment ervan) zou tot religieus stuk herwerkt kunnen zijn en kan zo in het kloosterarchief zijn beland.

De eerste en doorgaans moeilijkste stap is toegang krijgen. De grootste kans op succes is via via. Ik ken er echter niemand en begin daarom met de man die in de San Zaccaria de kaartjes voor de schatkamer verkoopt. Volgens hem zijn de buren – de Carabinieri – de huidige beheerder van het convent. Ik meld mij bij de ingang van de gendarmerie. De jongeman achter de beveiligde balie reageert verbaasd. “Meneer, wij zijn de militaire politie, geen klooster.” Terug in de kerk verzekert de schatkamermeneer dat de gendarme abuis is. Het gebouw blijkt inderdaad tot het hoofdkwartier van de Carabinieri te behoren, maar lang verhaal kort: ik kom er niet in. Even overweeg ik een niet-begane misdaad te bekennen, om op die manier binnen te komen; dat ik heb ingebroken in het Palazzo Albrizzi, om eindelijk in het archief van het gebouw met de tuin waarin het eerste operahuis ter wereld stond te geraken (maar ik ben Jan Brokken niet).

Ik zal wel om raad vragen aan de abt van de eveneens benedictijnse Abbazia di San Giorgio Maggiore, waar Monteverdi de Mariavespers repeteerde, en waar ik de volgende dag ga speuren. Het gezamenlijke middagmaal uit eigen tuin is goddelijk en mijn meegebrachte semifreddo stemt de monniken nog vrolijker. Ik moet don Carlo hebben, die nog steeds de biecht afneemt in de San Zaccaria en alles weet over het archief. Ik ben binnen.

Musicoloog Erwin Roebroeks werkt als schrijver, onderzoeker en curator op het gebied van muziek en opera. Hij was criticus voor de Neue Zeitschrift für Musik, schreef programmatoelichtingen en essays voor onder meer het Concertgebouworkest en de Bayerische Staatsoper, en programmeerde diverse muziekfestivals, waaronder als gastcurator bij La Biennale di Venezia. Sinds oktober 2022 is hij festivalleider van Musica Sacra Maastricht. Hij ontving een Duits staatsstipendium om in Venetië te zoeken naar Monteverdi’s verdwenen opera Arianna.

In een van de hoofdstukken uit De weemoed van de reiziger, Jan Brokkens nieuwe reisverhalenbundel, vormt mijn zoektocht naar Monteverdi’s vermiste opera Arianna de rode draad (al neemt Brokken het niet zo nauw met de feiten). Sinds de publicatie van dat boek krijg ik vaker de vraag of ik nog op zoek ben naar de partituur (jazeker) en of er schot zit in de zaak (volstrekt niet). Vanwege het uitblijven van sporen, besloot ik deze zomer een nieuwe route te verkennen: de kloosterweg.

Veel katholieke kloosters, met name benedictijnse, kenden rijke muziektradities, die zich niet tot religieuze muziek beperkten. Ik heb mijn zinnen gezet op het Monastero di San Zaccaria, een voormalig benedictinessenklooster in het hart van Venetië en destijds een van de rijkste en machtigste religieuze gemeenschappen van de stad. Stukken in het Staatsarchief uit de twaalfde eeuw tonen dat de met voor- en achternaam genoemde nonnen (uitzonderlijk in die tijd) een tuin verkochten aan de stad om Piazza San Marco te vergroten (waaraan het plein zijn huidige grootte dankt).

Arianna (of een fragment ervan) zou tot religieus stuk herwerkt kunnen zijn en kan zo in het kloosterarchief zijn beland.

Het waren dochters van hoge adel en van de doge, die contacten onderhielden met machtige geestelijken en aristocraten, dichtbij en ver weg: de patriarch, de doge, mogelijk de paus. Precies het netwerk van Monteverdi. Hoewel het kloosterleven in dienst stond van de gemeenschap, is het staande benedictijnse praktijk het gemis aan individuele verwezenlijking via de kunsten te verzachten, en de nonnen hadden toegang tot actuele kunst. Arianna (of een fragment ervan) zou tot religieus stuk herwerkt kunnen zijn en kan zo in het kloosterarchief zijn beland.

De eerste en doorgaans moeilijkste stap is toegang krijgen. De grootste kans op succes is via via. Ik ken er echter niemand en begin daarom met de man die in de San Zaccaria de kaartjes voor de schatkamer verkoopt. Volgens hem zijn de buren – de Carabinieri – de huidige beheerder van het convent. Ik meld mij bij de ingang van de gendarmerie. De jongeman achter de beveiligde balie reageert verbaasd. “Meneer, wij zijn de militaire politie, geen klooster.” Terug in de kerk verzekert de schatkamermeneer dat de gendarme abuis is. Het gebouw blijkt inderdaad tot het hoofdkwartier van de Carabinieri te behoren, maar lang verhaal kort: ik kom er niet in. Even overweeg ik een niet-begane misdaad te bekennen, om op die manier binnen te komen; dat ik heb ingebroken in het Palazzo Albrizzi, om eindelijk in het archief van het gebouw met de tuin waarin het eerste operahuis ter wereld stond te geraken (maar ik ben Jan Brokken niet).

Ik zal wel om raad vragen aan de abt van de eveneens benedictijnse Abbazia di San Giorgio Maggiore, waar Monteverdi de Mariavespers repeteerde, en waar ik de volgende dag ga speuren. Het gezamenlijke middagmaal uit eigen tuin is goddelijk en mijn meegebrachte semifreddo stemt de monniken nog vrolijker. Ik moet don Carlo hebben, die nog steeds de biecht afneemt in de San Zaccaria en alles weet over het archief. Ik ben binnen.

Musicoloog Erwin Roebroeks werkt als schrijver, onderzoeker en curator op het gebied van muziek en opera. Hij was criticus voor de Neue Zeitschrift für Musik, schreef programmatoelichtingen en essays voor onder meer het Concertgebouworkest en de Bayerische Staatsoper, en programmeerde diverse muziekfestivals, waaronder als gastcurator bij La Biennale di Venezia. Sinds oktober 2022 is hij festivalleider van Musica Sacra Maastricht. Hij ontving een Duits staatsstipendium om in Venetië te zoeken naar Monteverdi’s verdwenen opera Arianna.

Dit artikel wordt u gratis aangeboden door Preludium. Meer lezen? Probeer nu twee maanden gratis!