Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier
achtergrond

Deze compositiestijlen kent Nederland sinds 1945

door Martijn Voorvelt
27 nov. 2018 27 november 2018

De serialisten, de Haagse School of de neoromantiek: het naoorlogse compositielandschap is divers. Een spoedcursus muziek van Nederlandse bodem sinds 1945. 

Na 1945 tekende zich in Europa een tweedeling af tussen vernieuwers en componisten die door wilden gaan binnen de klassiek-romantische traditie. Vanaf de jaren vijftig domineerde een generatie componisten die onder aanvoering van Pierre Boulez, Luigi Nono en Karlheinz Stockhausen een wederopbouw van de muziek propageerden met reeksentechnieken (serialisme) en elektronische geluidsopwekking als uitgangspunten.

Romantisch pathos was uit den boze, schoonheid in het algemeen was verdacht. Van de componisten die in ons land al vóór de oorlog actief waren, behoorden Daniël Ruyneman, Henk Badings en Kees van Baaren tot de weinige ‘progressieven’. 

Vernieuwers versus conservatieven

De serialisten volgen? Of als conservatief te boek staan? Dit was het klimaat waarbinnen jonge Nederlandse componisten hun eigen stem moesten vinden. Met hulp van enkele nieuwe muziekinstituten, waaronder de Stichting Gaudeamus, in 1945 door de Duitser Walter Maas opgericht en naamgever van de nog altijd florerende Gaudea­mus Muziekweek. 

Schoonheid in het algemeen was verdacht

Her en der werd in elektronische muziekstudio’s pionierswerk verricht, met name door Jan Boerman, Ton Bruynèl en Dick Raaijmakers. Laatstgenoemde werkte in de studio van Philips in Eindhoven, die in de jaren zestig werd voortgezet aan de Universiteit van Utrecht en Instituut voor Sonologie zou gaan heten.

Na 1945 tekende zich in Europa een tweedeling af tussen vernieuwers en componisten die door wilden gaan binnen de klassiek-romantische traditie. Vanaf de jaren vijftig domineerde een generatie componisten die onder aanvoering van Pierre Boulez, Luigi Nono en Karlheinz Stockhausen een wederopbouw van de muziek propageerden met reeksentechnieken (serialisme) en elektronische geluidsopwekking als uitgangspunten.

Romantisch pathos was uit den boze, schoonheid in het algemeen was verdacht. Van de componisten die in ons land al vóór de oorlog actief waren, behoorden Daniël Ruyneman, Henk Badings en Kees van Baaren tot de weinige ‘progressieven’. 

Vernieuwers versus conservatieven

De serialisten volgen? Of als conservatief te boek staan? Dit was het klimaat waarbinnen jonge Nederlandse componisten hun eigen stem moesten vinden. Met hulp van enkele nieuwe muziekinstituten, waaronder de Stichting Gaudeamus, in 1945 door de Duitser Walter Maas opgericht en naamgever van de nog altijd florerende Gaudea­mus Muziekweek. 

Schoonheid in het algemeen was verdacht

Her en der werd in elektronische muziekstudio’s pionierswerk verricht, met name door Jan Boerman, Ton Bruynèl en Dick Raaijmakers. Laatstgenoemde werkte in de studio van Philips in Eindhoven, die in de jaren zestig werd voortgezet aan de Universiteit van Utrecht en Instituut voor Sonologie zou gaan heten.

  • Willem Jeths en Mayke Nas

    foto: Marc Driessen

    Willem Jeths en Mayke Nas

    foto: Marc Driessen

  • Willem Jeths en Mayke Nas

    foto: Marc Driessen

    Willem Jeths en Mayke Nas

    foto: Marc Driessen

Alles moet anders

In 1958 werd Kees van Baaren aangesteld als directeur van het Koninklijk Conservatorium in Den Haag, wat een grote stimulans betekende voor de Nederlandse avant-garde. Onder zijn leerlingen vinden we Louis Andriessen, Peter Schat en Jan van Vlijmen, die in de roerige jaren zestig met Reinbert de Leeuw en Misha Mengelberg een invloedrijke groep vormden. Alles moest anders.

Hun felle kritiek tegen de gevestigde orde culmineerde in 1969 in onder meer de gezamenlijke politieke opera Reconstructie en in de Actie Noten­kraker. In Amsterdam richtten zij de elektronische studio STEIM op met Konrad Boehmer en Dick Raaijmakers. In de jaren zeventig ontstond een bloeiend klimaat voor hedendaagse muziek met tientallen nieuwe ensembles en met De Leeuw en Van Vlijmen in een voortrekkersrol. 

De Haagse School

Geleidelijk groeide het besef dat gecomponeerde muziek de energie, ritmiek en akkoorden van jazz en rock mocht bezitten. Vooral Louis Andriessen maakte school. Zijn ruige, minimalistische De staat uit 1977 was een internationale doorbraak. Vanwege (oppervlakkige) verwantschappen met Raaijmakers, Van Vlijmen, Otto Ketting, Diderik Wagenaar en Gilius van Bergeijk, die allen les gaven (of geven) aan het Koninklijk Conservatorium, spreken we van de ‘Haagse School’.

Kenmerkend is de hecht geconstrueerde muziek met een dikwijls krachtige, hoekige ritmiek, geschreven vanuit een sterk anti-sentimentele houding. Die houding werd gedeeld door Han Bennink, Willem Breuker en Misha Mengelberg, die een invloedrijke stroming op het snijvlak van compositie en improvisatie initieerden. Ook Theo Loevendie, Maarten Altena, Ig Henneman en Guus Janssen behoren daartoe.

Otto Ketting wordt tevens beschouwd als grondlegger van een eclectische ‘Rotterdamse School’, met als opvolgers Klaas de Vries en Peter-Jan Wagemans.

Ton de Leeuw en daarna

Aan het Sweelinck Conservatorium in Amsterdam, en later ook in Utrecht, doceerde sinds 1959 de ­componist en muziektheoreticus Ton de Leeuw. Deze voormalige leerling van Henk Badings en Olivier Messiaen oriënteerde zich op Franse en Aziatische muziektradities.

Onder zijn vele leerlingen vinden we Bernard van Beurden, Jos Kunst, de ‘mysticus’ Daan Manneke en de experimentele Margriet Hoenderdos. En Tristan Keuris, die expliciet aanhaakte bij de klassiek-romantische traditie, waarmee hij – ondanks het internationale succes van Sinfonia (1974) – in Nederland lange tijd een buitenstaander was.

Toegankelijkheid

Sinds eind jaren tachtig worden welluidendheid en de verbinding met de klassiek-romantische traditie steeds meer geaccepteerd en zelfs omarmd; zie ook de ‘herontdekking‘ van Simeon ten Holts Canto ostinato uit 1976 en het succes van uiteenlopende componisten als Jacob ter Veldhuis, Joep Franssens en Theo Verbey. Keuris’ leerling Willem Jeths ontwikkelde een eigentijdse vorm van neoromantiek met veel aandacht voor klankkleur en instrumentatie. 

Tegenwoordig maken componisten als Giel Vleggaar, Joey Roukens en Anne Parlevliet zonder scrupules gebruik van popmuziek en romantische kitsch.

Diversiteit, Tsoupaki en Nas

In Den Haag gaven onder anderen Cornelis de Bondt, Martijn Padding en Richard Rijnvos als docenten het stokje door. De ‘Haagse’ anti-sentimentele strakke lijnen en speelse ironie zijn nog altijd aanwijsbaar binnen de ­Nederlandse muziek, maar gaan – mede dankzij de vele compositiestudenten uit het buitenland – op in een steeds diverser palet.

Zo leverde het Koninklijk Conservatorium ook componisten af als muziektheatermaakster Huba de Graaff, de multimediacomponist Michel van der Aa en de door het Franse spectralisme beïnvloede Rozalie Hirs. De Griekse Calliope Tsoupaki vermengt de klare Haagse lijn met lyriek en invloeden van oude en Oost-Europese muziek. Mayke Nas studeerde zowel in Den Haag als bij Daan Manneke in Amsterdam. Zij schrijft helder geconstrueerde en vaak humorvolle muziek met visuele en theatrale elementen. Typisch Nederlands, en toch uniek. 

Meer lezen?

Natuurlijk is dit overzicht onvolledig. Nederlandse muziek in de 20-ste eeuw van Leo Samama geeft een goed overzicht tot aan de jaren tachtig. Een behoorlijk kabaal (2016) van Jacqueline Oskamp behandelt de hedendaagse Nederlandse muziek binnen een breed cultureel kader. Een beknopte introductie vanuit internationaal perspectief biedt Thea Derks’ nieuwe boek Een os op het dak. Moderne muziek na 1900 in vogelvlucht.

 

Calefax met o.a. Tansy Davies, Steve Reich en Mayke Nas
zaterdag 1 december
Ga naar dit concertprogramma 

Alles moet anders

In 1958 werd Kees van Baaren aangesteld als directeur van het Koninklijk Conservatorium in Den Haag, wat een grote stimulans betekende voor de Nederlandse avant-garde. Onder zijn leerlingen vinden we Louis Andriessen, Peter Schat en Jan van Vlijmen, die in de roerige jaren zestig met Reinbert de Leeuw en Misha Mengelberg een invloedrijke groep vormden. Alles moest anders.

Hun felle kritiek tegen de gevestigde orde culmineerde in 1969 in onder meer de gezamenlijke politieke opera Reconstructie en in de Actie Noten­kraker. In Amsterdam richtten zij de elektronische studio STEIM op met Konrad Boehmer en Dick Raaijmakers. In de jaren zeventig ontstond een bloeiend klimaat voor hedendaagse muziek met tientallen nieuwe ensembles en met De Leeuw en Van Vlijmen in een voortrekkersrol. 

De Haagse School

Geleidelijk groeide het besef dat gecomponeerde muziek de energie, ritmiek en akkoorden van jazz en rock mocht bezitten. Vooral Louis Andriessen maakte school. Zijn ruige, minimalistische De staat uit 1977 was een internationale doorbraak. Vanwege (oppervlakkige) verwantschappen met Raaijmakers, Van Vlijmen, Otto Ketting, Diderik Wagenaar en Gilius van Bergeijk, die allen les gaven (of geven) aan het Koninklijk Conservatorium, spreken we van de ‘Haagse School’.

Kenmerkend is de hecht geconstrueerde muziek met een dikwijls krachtige, hoekige ritmiek, geschreven vanuit een sterk anti-sentimentele houding. Die houding werd gedeeld door Han Bennink, Willem Breuker en Misha Mengelberg, die een invloedrijke stroming op het snijvlak van compositie en improvisatie initieerden. Ook Theo Loevendie, Maarten Altena, Ig Henneman en Guus Janssen behoren daartoe.

Otto Ketting wordt tevens beschouwd als grondlegger van een eclectische ‘Rotterdamse School’, met als opvolgers Klaas de Vries en Peter-Jan Wagemans.

Ton de Leeuw en daarna

Aan het Sweelinck Conservatorium in Amsterdam, en later ook in Utrecht, doceerde sinds 1959 de ­componist en muziektheoreticus Ton de Leeuw. Deze voormalige leerling van Henk Badings en Olivier Messiaen oriënteerde zich op Franse en Aziatische muziektradities.

Onder zijn vele leerlingen vinden we Bernard van Beurden, Jos Kunst, de ‘mysticus’ Daan Manneke en de experimentele Margriet Hoenderdos. En Tristan Keuris, die expliciet aanhaakte bij de klassiek-romantische traditie, waarmee hij – ondanks het internationale succes van Sinfonia (1974) – in Nederland lange tijd een buitenstaander was.

Toegankelijkheid

Sinds eind jaren tachtig worden welluidendheid en de verbinding met de klassiek-romantische traditie steeds meer geaccepteerd en zelfs omarmd; zie ook de ‘herontdekking‘ van Simeon ten Holts Canto ostinato uit 1976 en het succes van uiteenlopende componisten als Jacob ter Veldhuis, Joep Franssens en Theo Verbey. Keuris’ leerling Willem Jeths ontwikkelde een eigentijdse vorm van neoromantiek met veel aandacht voor klankkleur en instrumentatie. 

Tegenwoordig maken componisten als Giel Vleggaar, Joey Roukens en Anne Parlevliet zonder scrupules gebruik van popmuziek en romantische kitsch.

Diversiteit, Tsoupaki en Nas

In Den Haag gaven onder anderen Cornelis de Bondt, Martijn Padding en Richard Rijnvos als docenten het stokje door. De ‘Haagse’ anti-sentimentele strakke lijnen en speelse ironie zijn nog altijd aanwijsbaar binnen de ­Nederlandse muziek, maar gaan – mede dankzij de vele compositiestudenten uit het buitenland – op in een steeds diverser palet.

Zo leverde het Koninklijk Conservatorium ook componisten af als muziektheatermaakster Huba de Graaff, de multimediacomponist Michel van der Aa en de door het Franse spectralisme beïnvloede Rozalie Hirs. De Griekse Calliope Tsoupaki vermengt de klare Haagse lijn met lyriek en invloeden van oude en Oost-Europese muziek. Mayke Nas studeerde zowel in Den Haag als bij Daan Manneke in Amsterdam. Zij schrijft helder geconstrueerde en vaak humorvolle muziek met visuele en theatrale elementen. Typisch Nederlands, en toch uniek. 

Meer lezen?

Natuurlijk is dit overzicht onvolledig. Nederlandse muziek in de 20-ste eeuw van Leo Samama geeft een goed overzicht tot aan de jaren tachtig. Een behoorlijk kabaal (2016) van Jacqueline Oskamp behandelt de hedendaagse Nederlandse muziek binnen een breed cultureel kader. Een beknopte introductie vanuit internationaal perspectief biedt Thea Derks’ nieuwe boek Een os op het dak. Moderne muziek na 1900 in vogelvlucht.

 

Calefax met o.a. Tansy Davies, Steve Reich en Mayke Nas
zaterdag 1 december
Ga naar dit concertprogramma 

Dit artikel wordt u gratis aangeboden door Preludium. Meer lezen? Abonneer dan nu.