Wat is mineur?
mineur
Mineur of 'kleine terts' is een van de twee toongeslachten in het tonale systeem. Muziek in een mineur toonsoort klinkt meestal donker en melancholiek.
Wat is mineur/kleine terts?
Mineur/Kleine terts is een van de twee toongeslachten in het tonale systeem en staat tegenover Majeur. Een mineurtoonsoort is gebaseerd op een toonladder met een kleine terts: de derde toon (terts) ligt anderhalve toonafstand boven de grondtoon. Bij Majeur is de terts groot: twee tonen boven de grondtoon. Muziek in een mineurtoonsoort wordt doorgaans ervaren als donker en melancholiek.
Hoe is mineur/kleine terts opgebouwd?
Een mineurtoonladder bestaat uit acht opeenvolgende tonen, waarbij de achtste het octaaf van de grondtoon is. De basis is de kleine terts, maar verder zijn er drie varianten – de natuurlijke, harmonische resp. melodische mineurtoonladder – die elk een andere volgorde van hele en halve toonafstanden kennen. De twaalf mineurtoonsoorten (in de gebruikelijke natuurlijke variant) zijn genoemd naar de grondtoon met een kleine letter: a tot en met g en hun verhogingen/verlagingen aïs/bes, cis/des, dis/es, fis/ges en gis/as. Voorbeeld: een
Wat is mineur/kleine terts?
Mineur/Kleine terts is een van de twee toongeslachten in het tonale systeem en staat tegenover Majeur. Een mineurtoonsoort is gebaseerd op een toonladder met een kleine terts: de derde toon (terts) ligt anderhalve toonafstand boven de grondtoon. Bij Majeur is de terts groot: twee tonen boven de grondtoon. Muziek in een mineurtoonsoort wordt doorgaans ervaren als donker en melancholiek.
Hoe is mineur/kleine terts opgebouwd?
Een mineurtoonladder bestaat uit acht opeenvolgende tonen, waarbij de achtste het octaaf van de grondtoon is. De basis is de kleine terts, maar verder zijn er drie varianten – de natuurlijke, harmonische resp. melodische mineurtoonladder – die elk een andere volgorde van hele en halve toonafstanden kennen. De twaalf mineurtoonsoorten (in de gebruikelijke natuurlijke variant) zijn genoemd naar de grondtoon met een kleine letter: a tot en met g en hun verhogingen/verlagingen aïs/bes, cis/des, dis/es, fis/ges en gis/as. Voorbeeld: een