Mezzosopraan Feride Büyükdenktas: ‘Ik wilde echt leren zingen’
door Paul Janssen 25 nov. 2022 25 november 2022
In haar geboorteland Turkije vond ze niet wat ze zocht, dus vertrok mezzosopraan Feride Büyükdenktas naar het Westen. Dat pad leidde naar de top.
Ze maakte al grote indruk met operarollen in onder andere Händels Alcina, Mozarts Le nozze di Figaro en Purcells Dido and Aeneas, maar de grootste liefde van mezzosopraan Feride Büyükdenktas is het lied. Een liefde die al vroeg werd gewekt. ‘Ik had een oom die Beatles-liedjes zong en zichzelf begeleidde op de gitaar. Toen ik vijf jaar was, hoorde ik hem Let It Be zingen. Ik was zó geëmotioneerd en kan dat gevoel nog steeds zo oproepen. Het was voor het eerst dat ik aan den lijve ondervond wat muziek met een mens kan doen.’
Sindsdien zingt ze. Altijd en overal. Ze leerde zichzelf gitaar spelen en zong vooral rock en pop. Toch was het pas aan het einde van haar middelbare school dat ze bedacht dat ze misschien wel zangeres kon worden. ‘Qua opleiding had ik niet veel keuze: in Istanbul kon ik opera of traditionele zang studeren. Dat laatste trok mij in het geheel niet, van het eerste wist ik veel te weinig.’
Op weg
Haar grootouders, bij wie ze woonde omdat haar ouders gescheiden waren, namen haar mee naar een zangdocent. ‘Ik moest wat oefeningen doen en zong met mijn kinderstem; dat was ik zo gewend. Het oordeel was dat ik louter geschikt was voor musicals. Dat wilde ik niet. Ik wilde echt leren zingen.’
Ze zocht haar eigen weg, vond een zangdocente en raakte verknocht aan ‘alles waar het lichaam en de stem toe in staat zijn als het om zingen gaat’. Desondanks bleef haar studie, ook op het conservatorium van Istanbul waar ze de operarichting volgde, lange tijd een strijd. ‘Ik kwam steeds meer technische issues tegen waar mijn docente niets mee kon of geen aandacht aan besteedde. Ik wilde techniek leren, maar hoe meer repertoire ik instudeerde, hoe groter de problemen. Uiteindelijk kreeg ik echt stemproblemen. Ik wilde gezond leren zingen en had een docent nodig die mij corrigeerde.’
Ze maakte al grote indruk met operarollen in onder andere Händels Alcina, Mozarts Le nozze di Figaro en Purcells Dido and Aeneas, maar de grootste liefde van mezzosopraan Feride Büyükdenktas is het lied. Een liefde die al vroeg werd gewekt. ‘Ik had een oom die Beatles-liedjes zong en zichzelf begeleidde op de gitaar. Toen ik vijf jaar was, hoorde ik hem Let It Be zingen. Ik was zó geëmotioneerd en kan dat gevoel nog steeds zo oproepen. Het was voor het eerst dat ik aan den lijve ondervond wat muziek met een mens kan doen.’
Sindsdien zingt ze. Altijd en overal. Ze leerde zichzelf gitaar spelen en zong vooral rock en pop. Toch was het pas aan het einde van haar middelbare school dat ze bedacht dat ze misschien wel zangeres kon worden. ‘Qua opleiding had ik niet veel keuze: in Istanbul kon ik opera of traditionele zang studeren. Dat laatste trok mij in het geheel niet, van het eerste wist ik veel te weinig.’
Op weg
Haar grootouders, bij wie ze woonde omdat haar ouders gescheiden waren, namen haar mee naar een zangdocent. ‘Ik moest wat oefeningen doen en zong met mijn kinderstem; dat was ik zo gewend. Het oordeel was dat ik louter geschikt was voor musicals. Dat wilde ik niet. Ik wilde echt leren zingen.’
Ze zocht haar eigen weg, vond een zangdocente en raakte verknocht aan ‘alles waar het lichaam en de stem toe in staat zijn als het om zingen gaat’. Desondanks bleef haar studie, ook op het conservatorium van Istanbul waar ze de operarichting volgde, lange tijd een strijd. ‘Ik kwam steeds meer technische issues tegen waar mijn docente niets mee kon of geen aandacht aan besteedde. Ik wilde techniek leren, maar hoe meer repertoire ik instudeerde, hoe groter de problemen. Uiteindelijk kreeg ik echt stemproblemen. Ik wilde gezond leren zingen en had een docent nodig die mij corrigeerde.’
Ze ontdekte de liederen van Schubert en luisterde naar Dietrich Fischer-Dieskau en Christa Ludwig. ‘Dat gaf vervulling. Niet alleen technisch, maar ook emotioneel.’ Toen ze tijdens een concours in Turkije, dat ze glansrijk won, pianist Charles Spencer tegen het lijf liep, adviseerde hij haar naar Europa te komen en daar verder te studeren. Aan de Kunstuniversität Graz kwam ze terecht bij Ulf Bästlein. ‘Daar vond ik mijn pad.’
Koppig
Een pad dat naar de top leidde. Via opera-engagementen in onder andere Stuttgart, Graz en Istanbul wist ze met haar doorleefde vertolkingen de internationale aandacht op zich te vestigen. Op de vraag waarom zij als een van de zeer weinige Turkse vocalisten de weg naar de top heeft gevonden antwoordt ze zeer gedecideerd. ‘De sleutel is uithoudingsvermogen’. Om vervolgens uit te leggen: ‘Ik ben nogal koppig. Ik weet wat ik wil en volg altijd wat mijn hart mij ingeeft. Ik wilde zo graag zangeres worden en dat is gelukt. Ik ben nu 33 jaar en wil nog steeds heel veel.’
‘Schubert deed me het zingen herontdekken’
Nu had ze ook het geluk dat ze mensen om zich heen had die haar niet alleen emotioneel, maar ook financieel ondersteunden. ‘Het is voor studenten in Turkije niet gemakkelijk om een visum te krijgen of om de financiële middelen te vinden om te studeren. Velen hebben veeleisende bijbanen om het een en ander te bekostigen. Ik hoefde niet tot ’s avonds laat in een restaurant te werken en kon mij geheel focussen op het zingen. Ook dat heb ik door duidelijk te zijn en vol te houden zelf gecreëerd, maar steun van anderen helpt wel.’
Vliegen
En nu is daar haar debuut in Het Concertgebouw met sterbegeleider Julius Drake. ‘Ik ben zo enthousiast, ik kan haast niet wachten tot het zover is. Ook omdat ik zo blij ben met het repertoire dat we brengen.’ Voor de pauze maken ze een combinatie van liederen van Schubert en van de Turkse componiste Nazife Güran (1921-1993) en na de pauze klinkt Schumanns Dichterliebe.
‘Dat ik mijn Turkse achtergrond op zo’n internationaal belangrijk podium kan brengen voelt als vliegen’, zegt Büyükdenktas. ‘Nazife Güran is ook in Turkije nog steeds vrij onbekend, en dat is jammer want haar liederen sluiten aan bij de kunstliederen van grote componisten. Ik ken haar liederen omdat een docent van mijn docent in Turkije familie van haar was. Uiteindelijk heb ik mijn masterscriptie aan haar werk gewijd. Gürans muziek ligt goed voor mezzosopraan en haar thema’s sluiten mooi aan bij die van Schubert.
Zo gaat het debussyaanse Gece deniz over de zee en de nacht – met als ultieme boodschap dat we allemaal mensen onder dezelfde sterrenhemel zijn. Wat overeenkomt met Schuberts Abendstern.’ Schubert was de componist die haar het zingen deed herontdekken. ‘Bovendien houd ik erg van de onderwerpen van zijn liederen. Ik voel mij een reiziger in deze wereld. Dat past bij het thema van de romantische ‘Wanderer’, dat in veel van Schuberts liederen voorkomt. Ik denk dat ik in mijn diepste wezen een Wanderer ben.’
Puur
Een Wanderer die verhalen wil vertellen. Vandaar ook haar keus voor Dichterliebe. ‘Als mezzo heb ik de mogelijkheid om liederen en cycli die oorspronkelijk voor een mannenstem geschreven zijn uit te voeren. En van het verhaal in Dichterliebe breekt mijn hart. De cyclus bevat de puurheid van liefde, maar ook de duistere kanten. Het is zo menselijk.
Daarbij vraag ik mij af wie het meisje is. Ik hoop ooit een keer een antwoord, een visie van haar kant te kunnen presenteren. Vooral ook omdat ik houd van muziektheater, van het visueel maken van liederen. Dat is het mooie van opera; je kunt in een rol kruipen en je hebt een heel team om je heen waarmee je iets moois creëert. Maar uiteindelijk ligt mijn grootste kracht in het lied. Daar ben ik nog steeds dat kleine meisje dat zingt en weet dat ze mensen tot in het diepst van hun ziel kan raken met muziek.’
Ze ontdekte de liederen van Schubert en luisterde naar Dietrich Fischer-Dieskau en Christa Ludwig. ‘Dat gaf vervulling. Niet alleen technisch, maar ook emotioneel.’ Toen ze tijdens een concours in Turkije, dat ze glansrijk won, pianist Charles Spencer tegen het lijf liep, adviseerde hij haar naar Europa te komen en daar verder te studeren. Aan de Kunstuniversität Graz kwam ze terecht bij Ulf Bästlein. ‘Daar vond ik mijn pad.’
Koppig
Een pad dat naar de top leidde. Via opera-engagementen in onder andere Stuttgart, Graz en Istanbul wist ze met haar doorleefde vertolkingen de internationale aandacht op zich te vestigen. Op de vraag waarom zij als een van de zeer weinige Turkse vocalisten de weg naar de top heeft gevonden antwoordt ze zeer gedecideerd. ‘De sleutel is uithoudingsvermogen’. Om vervolgens uit te leggen: ‘Ik ben nogal koppig. Ik weet wat ik wil en volg altijd wat mijn hart mij ingeeft. Ik wilde zo graag zangeres worden en dat is gelukt. Ik ben nu 33 jaar en wil nog steeds heel veel.’
‘Schubert deed me het zingen herontdekken’
Nu had ze ook het geluk dat ze mensen om zich heen had die haar niet alleen emotioneel, maar ook financieel ondersteunden. ‘Het is voor studenten in Turkije niet gemakkelijk om een visum te krijgen of om de financiële middelen te vinden om te studeren. Velen hebben veeleisende bijbanen om het een en ander te bekostigen. Ik hoefde niet tot ’s avonds laat in een restaurant te werken en kon mij geheel focussen op het zingen. Ook dat heb ik door duidelijk te zijn en vol te houden zelf gecreëerd, maar steun van anderen helpt wel.’
Vliegen
En nu is daar haar debuut in Het Concertgebouw met sterbegeleider Julius Drake. ‘Ik ben zo enthousiast, ik kan haast niet wachten tot het zover is. Ook omdat ik zo blij ben met het repertoire dat we brengen.’ Voor de pauze maken ze een combinatie van liederen van Schubert en van de Turkse componiste Nazife Güran (1921-1993) en na de pauze klinkt Schumanns Dichterliebe.
‘Dat ik mijn Turkse achtergrond op zo’n internationaal belangrijk podium kan brengen voelt als vliegen’, zegt Büyükdenktas. ‘Nazife Güran is ook in Turkije nog steeds vrij onbekend, en dat is jammer want haar liederen sluiten aan bij de kunstliederen van grote componisten. Ik ken haar liederen omdat een docent van mijn docent in Turkije familie van haar was. Uiteindelijk heb ik mijn masterscriptie aan haar werk gewijd. Gürans muziek ligt goed voor mezzosopraan en haar thema’s sluiten mooi aan bij die van Schubert.
Zo gaat het debussyaanse Gece deniz over de zee en de nacht – met als ultieme boodschap dat we allemaal mensen onder dezelfde sterrenhemel zijn. Wat overeenkomt met Schuberts Abendstern.’ Schubert was de componist die haar het zingen deed herontdekken. ‘Bovendien houd ik erg van de onderwerpen van zijn liederen. Ik voel mij een reiziger in deze wereld. Dat past bij het thema van de romantische ‘Wanderer’, dat in veel van Schuberts liederen voorkomt. Ik denk dat ik in mijn diepste wezen een Wanderer ben.’
Puur
Een Wanderer die verhalen wil vertellen. Vandaar ook haar keus voor Dichterliebe. ‘Als mezzo heb ik de mogelijkheid om liederen en cycli die oorspronkelijk voor een mannenstem geschreven zijn uit te voeren. En van het verhaal in Dichterliebe breekt mijn hart. De cyclus bevat de puurheid van liefde, maar ook de duistere kanten. Het is zo menselijk.
Daarbij vraag ik mij af wie het meisje is. Ik hoop ooit een keer een antwoord, een visie van haar kant te kunnen presenteren. Vooral ook omdat ik houd van muziektheater, van het visueel maken van liederen. Dat is het mooie van opera; je kunt in een rol kruipen en je hebt een heel team om je heen waarmee je iets moois creëert. Maar uiteindelijk ligt mijn grootste kracht in het lied. Daar ben ik nog steeds dat kleine meisje dat zingt en weet dat ze mensen tot in het diepst van hun ziel kan raken met muziek.’