Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier

Wat is een maqām?

maqām

‘Maqām’ (of ‘makām’) wordt meestal vertaald met ‘toonsoort’. Het is een vaste verzameling van tonen op een (vaak bijbehorende) grondtoon, die in Arabische muziek het melodisch materiaal van een muziekstuk bepaalt.

Wat is de functie van een maqām?

Voor een Arabische muzikant bepaalt de maqām ‘waarin’ gespeeld wordt op meerdere manieren zijn spel. Elke maqām (in het Arabisch lett.: ‘plaats’) bestaat uit vaste tonen waaruit de muzikant zal kiezen, maar geeft daaraan ook spelregels: bijvoorbeeld het verloop van de melodie, bepaalde muzikale accenten of de manier van moduleren naar andere maqāmāt (het meervoud van maqām).

Deze spelregels zijn in de regel ongeschreven: Arabische muzikanten ‘voelen’ eerder het verloop van een stuk dan dat ze volgens expliciete theoretische regels spelen. Het is daarom moeilijk om een maqām exact te beschrijven.

Aan een maqām wordt vaak een emotie of toestand toegeschreven. De context van een uitvoering of het doel van de muzikant zijn dus belangrijke redenen voor de maqāmkeuze.

Wat is de functie van een maqām?

Voor een Arabische muzikant bepaalt de maqām ‘waarin’ gespeeld wordt op meerdere manieren zijn spel. Elke maqām (in het Arabisch lett.: ‘plaats’) bestaat uit vaste tonen waaruit de muzikant zal kiezen, maar geeft daaraan ook spelregels: bijvoorbeeld het verloop van de melodie, bepaalde muzikale accenten of de manier van moduleren naar andere maqāmāt (het meervoud van maqām).

Deze spelregels zijn in de regel ongeschreven: Arabische muzikanten ‘voelen’ eerder het verloop van een stuk dan dat ze volgens expliciete theoretische regels spelen. Het is daarom moeilijk om een maqām exact te beschrijven.

Aan een maqām wordt vaak een emotie of toestand toegeschreven. De context van een uitvoering of het doel van de muzikant zijn dus belangrijke redenen voor de maqāmkeuze.

En als we maqāmāt toch theoretisch analyseren? 

Dan kun je maqāmāt in families opdelen die elk gebaseerd zijn op zeven achtereenvolgende tonen. Deze tonen verhouden zich zowel tonaal als microtonaal tot elkaar. Verschillen tussen maqāmāt in een maqāmfamilie ontstaan omdat elke maqām is opgebouwd uit meerdere ‘bouwsteentjes’ van meestal vier tonen (‘tetrachorden’, Arabisch: jin, letterlijk: ‘soort’ of ‘genre’); variatie van tetrachorden maakt variaties binnen een maqāmfamilie mogelijk. Meestal worden er al bepaalde emoties of toestanden toegeschreven aan individuele jins.

Een veel gespeelde maqām is bijvoorbeeld maqām Rast, die in een basale vorm te vergelijken is met de Europese klassieke majeur toonladder. Het verschil hoor je in de derde en zevende toon, die een kwarttoon lager gespeeld worden dan in de klassieke majeur toonladder. In maqām Rast op C betekent dat bijvoorbeeld dat de derde toon een kwarttoon onder E, en de zevende toon een kwarttoon onder B zit.

Maqām Rast in westers notenschrift

Een voorbeeld van een Maqām Rast op de grondtoon C in notenschrift. Kwarttonen worden in westerse muzieknotatie vaak opgeschreven als een omgekeerd molteken (zoals in bovenstaand voorbeeld) of met een streepje door een gebruikelijk molteken

Door de vele mogelijke variaties die vaak niet theoretisch afgebakend zijn, is het moeilijk om te zeggen hoeveel maqāmāt er bestaan. Afhankelijk van de theoretische manier van opdelen, zijn er tussen de 9 of 12 maqāmfamilies te onderscheiden, die (weer afhankelijk van de manier van opdelen) samen bestaan uit ofwel 30 a 40, ofwel meer dan 100 verschillende maqāmāt.

De maqām bepaalt niet het ritme van een Arabisch muziekstuk. Dat doet de wazn.

Voorbeelden

Taqsîms ('improvisaties') in verschillende maqāmāt, gespeeld op de Ud (Arabische luit):

Maqām Rast

Maqām Nahawand(-kabîr)

Maqām Hijâz (kâr kurd)

En als we maqāmāt toch theoretisch analyseren? 

Dan kun je maqāmāt in families opdelen die elk gebaseerd zijn op zeven achtereenvolgende tonen. Deze tonen verhouden zich zowel tonaal als microtonaal tot elkaar. Verschillen tussen maqāmāt in een maqāmfamilie ontstaan omdat elke maqām is opgebouwd uit meerdere ‘bouwsteentjes’ van meestal vier tonen (‘tetrachorden’, Arabisch: jin, letterlijk: ‘soort’ of ‘genre’); variatie van tetrachorden maakt variaties binnen een maqāmfamilie mogelijk. Meestal worden er al bepaalde emoties of toestanden toegeschreven aan individuele jins.

Een veel gespeelde maqām is bijvoorbeeld maqām Rast, die in een basale vorm te vergelijken is met de Europese klassieke majeur toonladder. Het verschil hoor je in de derde en zevende toon, die een kwarttoon lager gespeeld worden dan in de klassieke majeur toonladder. In maqām Rast op C betekent dat bijvoorbeeld dat de derde toon een kwarttoon onder E, en de zevende toon een kwarttoon onder B zit.

Maqām Rast in westers notenschrift

Een voorbeeld van een Maqām Rast op de grondtoon C in notenschrift. Kwarttonen worden in westerse muzieknotatie vaak opgeschreven als een omgekeerd molteken (zoals in bovenstaand voorbeeld) of met een streepje door een gebruikelijk molteken

Door de vele mogelijke variaties die vaak niet theoretisch afgebakend zijn, is het moeilijk om te zeggen hoeveel maqāmāt er bestaan. Afhankelijk van de theoretische manier van opdelen, zijn er tussen de 9 of 12 maqāmfamilies te onderscheiden, die (weer afhankelijk van de manier van opdelen) samen bestaan uit ofwel 30 a 40, ofwel meer dan 100 verschillende maqāmāt.

De maqām bepaalt niet het ritme van een Arabisch muziekstuk. Dat doet de wazn.

Voorbeelden

Taqsîms ('improvisaties') in verschillende maqāmāt, gespeeld op de Ud (Arabische luit):

Maqām Rast

Maqām Nahawand(-kabîr)

Maqām Hijâz (kâr kurd)