Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier
achtergrond

Kun je kerst horen?

door Paul Janssen
19 nov. 2020 19 november 2020

Kun je Kerst horen in de noten van een compositie? Is kerstmuziek alleen maar kerstmuziek als er over de geboorte van Christus en besneeuwde dennebomen wordt gezongen?

leestijd: 5 tot 6 minuten

‘Ik kom van de hoge hemel
Om jullie goed nieuws te brengen
Waarover ik wil spreken en zingen
Een zacht klein kindje
Ligt in een kribbe
In Bethlehem, de stad van David.’

Zo begint, vrij vertaald, de hymne Vom Himmel hoch da komm ich her, een kerstlied uit de Duitse Renaissance. Luther wilde in de zestiende eeuw op deze heldere wijze het volk nauwer betrekken bij de vele prachtige bijbelverhalen. Met Vom Himmel hoch schreef hij daarom in de landstaal zijn eigen vrolijke versie van de geboorte van het kerstkind.

Het werd een prachtige hymne vol vreugde, vergezeld van de jubelende uitnodiging om het wonder te aanschouwen. Tegenwoordig zouden we het een kerstlied noemen. Maar wanneer is muziek eigenlijk kerstmuziek? En nu we toch bezig zijn: wie schreef de ultieme kerstmuziek?

leestijd: 5 tot 6 minuten

‘Ik kom van de hoge hemel
Om jullie goed nieuws te brengen
Waarover ik wil spreken en zingen
Een zacht klein kindje
Ligt in een kribbe
In Bethlehem, de stad van David.’

Zo begint, vrij vertaald, de hymne Vom Himmel hoch da komm ich her, een kerstlied uit de Duitse Renaissance. Luther wilde in de zestiende eeuw op deze heldere wijze het volk nauwer betrekken bij de vele prachtige bijbelverhalen. Met Vom Himmel hoch schreef hij daarom in de landstaal zijn eigen vrolijke versie van de geboorte van het kerstkind.

Het werd een prachtige hymne vol vreugde, vergezeld van de jubelende uitnodiging om het wonder te aanschouwen. Tegenwoordig zouden we het een kerstlied noemen. Maar wanneer is muziek eigenlijk kerstmuziek? En nu we toch bezig zijn: wie schreef de ultieme kerstmuziek?

  • 'Luther en zijn gezin rondom de kerstboom'

    door C.A. Schwerdgeburth, 1850

    'Luther en zijn gezin rondom de kerstboom'

    door C.A. Schwerdgeburth, 1850

  • Kinderen dansend bij een kerstboom

    prent uit 'De kerstboom en andere verhalen', 1877

    Kinderen dansend bij een kerstboom

    prent uit 'De kerstboom en andere verhalen', 1877

  • Mr. Fezziwig's Ball

    uit Dickens' Christmas Carol, illustratie: John Leech, 1843

    Mr. Fezziwig's Ball

    uit Dickens' Christmas Carol, illustratie: John Leech, 1843

  • 'Luther en zijn gezin rondom de kerstboom'

    door C.A. Schwerdgeburth, 1850

    'Luther en zijn gezin rondom de kerstboom'

    door C.A. Schwerdgeburth, 1850

  • Kinderen dansend bij een kerstboom

    prent uit 'De kerstboom en andere verhalen', 1877

    Kinderen dansend bij een kerstboom

    prent uit 'De kerstboom en andere verhalen', 1877

  • Mr. Fezziwig's Ball

    uit Dickens' Christmas Carol, illustratie: John Leech, 1843

    Mr. Fezziwig's Ball

    uit Dickens' Christmas Carol, illustratie: John Leech, 1843

Kerst en de kerstgedachte hebben altijd tot de verbeelding van componisten gesproken. Terwijl tegenwoordig vooral popmusici zich laten horen, probeerden in vroeger tijden de componisten het kerstgevoel voor de eigen generatie te vangen in muziek. De vraag is of dat óók kan met louter instrumentale muziek. Om het concreet te maken: klinken werken als het Concerto grosso, opus 6 nr. 8 van Corelli en Vivaldi’s Concert in E groot, RV 270 oftewel ‘Il riposo, concerto per il Santissimo Natale’ werkelijk naar Kerst, of horen wij dat er graag in omdat de titels nu eenmaal naar Kerstmis verwijzen?

‘Fatto per la Notte di Natale’, geschreven voor kerstavond, gaf Corelli aan op de partituur. Het was genoeg om het werk tot zijn meest bekende concerto grosso te laten uitgroeien. Maar kerstmuziek? Misschien schreef hij het werk wel om het uit te voeren na een van de copieuze kerstavonddiners van de rijkere Romeinen. Gezellig samenzijn, familie en vrienden om je heen, en dan zo’n lekker barokstukje om de geest even te ontspannen. Met Vivaldi’s concert is het al niet anders.

Met Bachs Weihnachtsoratorium uit dezelfde periode wordt het al duidelijker. Er is immers de tekst die het verhaal van de geboorte van Christus en de daarop volgende bijbelse ontwikkelingen vertelt. Maar zijn deze zes cantates uit 1733 anders dan andere religieuze werken van Bach? Klinken ze opeens naar Kerst omdat wij vinden dat het glanzende koper klinkt naar de verschijning van de engelen? Natuurlijk zijn er voldoende fragmenten waarin de sfeer van reflectie doorklinkt.

Muziek die past bij een middag naast de kerstboom terwijl de haard knappert, de sneeuw zachtjes dwarrelt en de aangename roes van de glühwein het reflecteren steeds lastiger maakt. Maar het blijft ook los van de kerstgedachte gewoon heel goede barokmuziek. Een ander werk waarin Christus geboren wordt, de Messiah van Händel, was nooit bedoeld voor de kerstdagen. Het hele leven van Christus komt langs en Händel voerde het werk bij voorkeur in de passietijd uit omdat voor hem het zwaartepunt lag bij de kruisiging en de wederopstanding.

Het is al eeuwen zo: kerstmuziek heet kerstmuziek omdat titel en tekst verwijzen naar het feest van de geboorte van Christus, maar verder zijn het gewoon noten die bij elkaar een stukje muziek vormen. Want, om even een sprong in de tijd te maken, waar klinkt Kerst in Mahlers symfonieën? Toch zijn er hele ­generaties die dankzij Bernard Haitink en het Concertgebouworkest Mahler met Kerst associëren. Vooral toen de tv er in de jaren zestig en zeventig bij kwam werden de Kerstmatinees in Het Concertgebouw op Tweede Kerstdag wereldwijde sensaties.

Bij Haitink maakte Mahler nu eenmaal de dienst uit. Chailly koos meer voor opera en Puccini, Jansons voor Beethoven en Bruckner. Dit jaar programmeerde het Concertgebouworkest Verdi en Diepenbrock. Maar kerstmuziek? Toch is die Kerstmatinee nog steeds een echt kerstfeest, om het even welke muziek er op het programma staat. Misschien gaat het niet om de noten, maar om de sfeer eromheen.

Dichter bij de ultieme kerstmuziek komen de liederen die in de negentiende eeuw weer steeds vaker gezongen werden: Es ist ein Ros entsprungen, Nu zijt wellekome, Adeste fideles, allemaal muziek met een geschiedenis die soms teruggaat tot de dertiende eeuw. Een van de bekendste kerstliederen – op de tekst die de Oostenrijkse hulppriester Joseph Mohr in 1816 schreef – kent dan weer níet zo’n lange historie. ‘Stille Nacht! Heilige Nacht!’ In 1818 werden deze woorden opeens gedragen door een lied dat in de loop van de negentiende eeuw in zo’n driehonderd verschillende talen de wereld over ging. Toch is ook Stille Nacht meer een signaallied – muziek die iets signaleert, zoals hoorngeschal bij een jacht, of de openingstune van een tv-­programma – dan een stuk ­ultieme kerstmuziek. Daarvoor is de gedragen melodie, hoe wonderschoon ook, te Duits-Oostenrijks, te koraalachtig, te veel Vom Himmel hoch da komm ich her.

Kerst en de kerstgedachte hebben altijd tot de verbeelding van componisten gesproken. Terwijl tegenwoordig vooral popmusici zich laten horen, probeerden in vroeger tijden de componisten het kerstgevoel voor de eigen generatie te vangen in muziek. De vraag is of dat óók kan met louter instrumentale muziek. Om het concreet te maken: klinken werken als het Concerto grosso, opus 6 nr. 8 van Corelli en Vivaldi’s Concert in E groot, RV 270 oftewel ‘Il riposo, concerto per il Santissimo Natale’ werkelijk naar Kerst, of horen wij dat er graag in omdat de titels nu eenmaal naar Kerstmis verwijzen?

‘Fatto per la Notte di Natale’, geschreven voor kerstavond, gaf Corelli aan op de partituur. Het was genoeg om het werk tot zijn meest bekende concerto grosso te laten uitgroeien. Maar kerstmuziek? Misschien schreef hij het werk wel om het uit te voeren na een van de copieuze kerstavonddiners van de rijkere Romeinen. Gezellig samenzijn, familie en vrienden om je heen, en dan zo’n lekker barokstukje om de geest even te ontspannen. Met Vivaldi’s concert is het al niet anders.

Met Bachs Weihnachtsoratorium uit dezelfde periode wordt het al duidelijker. Er is immers de tekst die het verhaal van de geboorte van Christus en de daarop volgende bijbelse ontwikkelingen vertelt. Maar zijn deze zes cantates uit 1733 anders dan andere religieuze werken van Bach? Klinken ze opeens naar Kerst omdat wij vinden dat het glanzende koper klinkt naar de verschijning van de engelen? Natuurlijk zijn er voldoende fragmenten waarin de sfeer van reflectie doorklinkt.

Muziek die past bij een middag naast de kerstboom terwijl de haard knappert, de sneeuw zachtjes dwarrelt en de aangename roes van de glühwein het reflecteren steeds lastiger maakt. Maar het blijft ook los van de kerstgedachte gewoon heel goede barokmuziek. Een ander werk waarin Christus geboren wordt, de Messiah van Händel, was nooit bedoeld voor de kerstdagen. Het hele leven van Christus komt langs en Händel voerde het werk bij voorkeur in de passietijd uit omdat voor hem het zwaartepunt lag bij de kruisiging en de wederopstanding.

Het is al eeuwen zo: kerstmuziek heet kerstmuziek omdat titel en tekst verwijzen naar het feest van de geboorte van Christus, maar verder zijn het gewoon noten die bij elkaar een stukje muziek vormen. Want, om even een sprong in de tijd te maken, waar klinkt Kerst in Mahlers symfonieën? Toch zijn er hele ­generaties die dankzij Bernard Haitink en het Concertgebouworkest Mahler met Kerst associëren. Vooral toen de tv er in de jaren zestig en zeventig bij kwam werden de Kerstmatinees in Het Concertgebouw op Tweede Kerstdag wereldwijde sensaties.

Bij Haitink maakte Mahler nu eenmaal de dienst uit. Chailly koos meer voor opera en Puccini, Jansons voor Beethoven en Bruckner. Dit jaar programmeerde het Concertgebouworkest Verdi en Diepenbrock. Maar kerstmuziek? Toch is die Kerstmatinee nog steeds een echt kerstfeest, om het even welke muziek er op het programma staat. Misschien gaat het niet om de noten, maar om de sfeer eromheen.

Dichter bij de ultieme kerstmuziek komen de liederen die in de negentiende eeuw weer steeds vaker gezongen werden: Es ist ein Ros entsprungen, Nu zijt wellekome, Adeste fideles, allemaal muziek met een geschiedenis die soms teruggaat tot de dertiende eeuw. Een van de bekendste kerstliederen – op de tekst die de Oostenrijkse hulppriester Joseph Mohr in 1816 schreef – kent dan weer níet zo’n lange historie. ‘Stille Nacht! Heilige Nacht!’ In 1818 werden deze woorden opeens gedragen door een lied dat in de loop van de negentiende eeuw in zo’n driehonderd verschillende talen de wereld over ging. Toch is ook Stille Nacht meer een signaallied – muziek die iets signaleert, zoals hoorngeschal bij een jacht, of de openingstune van een tv-­programma – dan een stuk ­ultieme kerstmuziek. Daarvoor is de gedragen melodie, hoe wonderschoon ook, te Duits-Oostenrijks, te koraalachtig, te veel Vom Himmel hoch da komm ich her.

Het gevoel van ‘de donkere dagen rond Kerstmis’ laat zich soms beter uitdrukken in de ‘populaire’ muziek. En vandaar dat er sinds 1940 één lied uitspringt dat in aanmerking komt voor het predicaat ­Ultieme Kerstmuziek: White Christmas van Irving Berlin. Berlin componeerde zijn song omdat hij de kerstsfeer in een lied wilde vangen. Hij had als Russisch-joodse immigrant nog weinig ervaring met de zo bijzondere kersttijd in de Verenigde Staten en hij worstelde om de juiste toon te treffen. Na een hele nacht componeren bestormde hij de volgende ochtend enthousiast zijn secretaris. ‘Pak je pen en schrijf dit lied op’, riep Berlin. ‘Ik heb net het beste geschreven dat ik ooit geschreven heb – wat heet, ik heb net het beste lied geschreven dat ooit door iemand gecomponeerd is.’

De triomftocht die het gelijk van Berlin bewees volgde snel. In 1942 werd het lied met aangepaste coupletten gebruikt voor de musicalfilm Holiday Inn. Bing Crosby zong het in duet met Marjorie Reynolds en Berlin verdiende er een Oscar mee. Het succes dat deze film mede dankzij White Christmas ten deel viel werd in 1954 nog eens dunnetjes overgedaan met de sindsdien jaarlijks uitgezonden musicalfilm White Christmas, uiteraard met de Berlin/Crosby-hit als blikvanger.

De vraag is natuurlijk waardoor White Christmas zo dicht bij de ultieme kerstmuziek komt. Het lied doet eigenlijk niets anders dan twee sentimenten samenbrengen die sterk met Kerst verbonden zijn: een gevoel van reflectie en melancholie en een gevoel van verbondenheid. Bovendien bekroont het lied de geborgenheid met de toef slagroom die zo hoort bij het jaargetijde: de droom van een witte kerst. Goed werk.

Er is alleen één maar… De Amerikanen hebben hun kerstgevoel niet van zichzelf. Kerst in de Verenigde Staten is een importproduct, een samensmelting van Duits-Oostenrijkse en vooral Engelse gewoonten. En als Kerst érgens echt Kerst is, dan is het wel in Engeland. Sterker nog: de Engelsen zijn verantwoordelijk voor ons huidige kerstgevoel. En dat komt weer door één man: Charles Dickens. De tradities die horen bij Kerstmis, destijds een christelijk feest gecombineerd met oude Romeinse riten, waren door het materialisme dat gepaard ging met de industriële revolutie in de vroege negentiende eeuw op de achtergrond geraakt.

Er moest gewerkt worden en tijd voor reflectie en mededogen was er niet. Tot rond 1840 de kerstverhalen van Dickens wortel schoten. Vooral A Christmas Carol, een prachtig verpakt staaltje maatschappijkritiek dat in 1843 verscheen, werd direct een hit. Van de weeromstuit werden de aloude Engelse kerstliedjes ook weer steeds populairder en al snel klonken deze ‘carols’ ook in de kerk. Sober kaarslicht, de geur van dennentakken en dan plotseling die tere, meeslepende, volkse melodieën, bij voorkeur gezongen door jongenssopranen.

Maar wat nu de ultieme kerstmuziek is? Jongenskoren, Amerikaanse (musical-)songs, kinderliedjes, Duitse/Engelse/Italiaanse Barok? Het doet het eigenlijk allemaal uitstekend, want Kerst is naast en na een religieus feest vooral een tijd van het jaar, een sfeer, een gemoedstoestand en daar past nu eenmaal heel veel mooie muziek bij.

Een eerdere versie van dit artikel verscheen in december 2012 in Preludium.

Het gevoel van ‘de donkere dagen rond Kerstmis’ laat zich soms beter uitdrukken in de ‘populaire’ muziek. En vandaar dat er sinds 1940 één lied uitspringt dat in aanmerking komt voor het predicaat ­Ultieme Kerstmuziek: White Christmas van Irving Berlin. Berlin componeerde zijn song omdat hij de kerstsfeer in een lied wilde vangen. Hij had als Russisch-joodse immigrant nog weinig ervaring met de zo bijzondere kersttijd in de Verenigde Staten en hij worstelde om de juiste toon te treffen. Na een hele nacht componeren bestormde hij de volgende ochtend enthousiast zijn secretaris. ‘Pak je pen en schrijf dit lied op’, riep Berlin. ‘Ik heb net het beste geschreven dat ik ooit geschreven heb – wat heet, ik heb net het beste lied geschreven dat ooit door iemand gecomponeerd is.’

De triomftocht die het gelijk van Berlin bewees volgde snel. In 1942 werd het lied met aangepaste coupletten gebruikt voor de musicalfilm Holiday Inn. Bing Crosby zong het in duet met Marjorie Reynolds en Berlin verdiende er een Oscar mee. Het succes dat deze film mede dankzij White Christmas ten deel viel werd in 1954 nog eens dunnetjes overgedaan met de sindsdien jaarlijks uitgezonden musicalfilm White Christmas, uiteraard met de Berlin/Crosby-hit als blikvanger.

De vraag is natuurlijk waardoor White Christmas zo dicht bij de ultieme kerstmuziek komt. Het lied doet eigenlijk niets anders dan twee sentimenten samenbrengen die sterk met Kerst verbonden zijn: een gevoel van reflectie en melancholie en een gevoel van verbondenheid. Bovendien bekroont het lied de geborgenheid met de toef slagroom die zo hoort bij het jaargetijde: de droom van een witte kerst. Goed werk.

Er is alleen één maar… De Amerikanen hebben hun kerstgevoel niet van zichzelf. Kerst in de Verenigde Staten is een importproduct, een samensmelting van Duits-Oostenrijkse en vooral Engelse gewoonten. En als Kerst érgens echt Kerst is, dan is het wel in Engeland. Sterker nog: de Engelsen zijn verantwoordelijk voor ons huidige kerstgevoel. En dat komt weer door één man: Charles Dickens. De tradities die horen bij Kerstmis, destijds een christelijk feest gecombineerd met oude Romeinse riten, waren door het materialisme dat gepaard ging met de industriële revolutie in de vroege negentiende eeuw op de achtergrond geraakt.

Er moest gewerkt worden en tijd voor reflectie en mededogen was er niet. Tot rond 1840 de kerstverhalen van Dickens wortel schoten. Vooral A Christmas Carol, een prachtig verpakt staaltje maatschappijkritiek dat in 1843 verscheen, werd direct een hit. Van de weeromstuit werden de aloude Engelse kerstliedjes ook weer steeds populairder en al snel klonken deze ‘carols’ ook in de kerk. Sober kaarslicht, de geur van dennentakken en dan plotseling die tere, meeslepende, volkse melodieën, bij voorkeur gezongen door jongenssopranen.

Maar wat nu de ultieme kerstmuziek is? Jongenskoren, Amerikaanse (musical-)songs, kinderliedjes, Duitse/Engelse/Italiaanse Barok? Het doet het eigenlijk allemaal uitstekend, want Kerst is naast en na een religieus feest vooral een tijd van het jaar, een sfeer, een gemoedstoestand en daar past nu eenmaal heel veel mooie muziek bij.

Een eerdere versie van dit artikel verscheen in december 2012 in Preludium.

Dit artikel wordt u gratis aangeboden door Preludium. Meer lezen? Abonneer dan nu.