Meesterpianist Jean-Yves Thibaudet: ‘Debussy’s muziek neemt langzaam bezit van je’
door Roeland Hazendonk 24 okt. 2022 24 oktober 2022
De liefde voor Claude Debussy zit diep bij de Franse meesterpianist Jean-Yves Thibaudet. Deze maand speelt hij alle Préludes in de Grote Zaal, een droom die uitkomt. ‘Je kunt die kathedraal bijna zien liggen en als de muziek aanzwelt, hoor je het resoneren van de grote kerkklokken.’
‘Feux d’artifices was de eerste Prélude van Debussy die ik echt studeerde’, meldt Jean-Yves Thibaudet via whatsapp, waarmee we – gescheiden door een oceaan en negen uur tijdsverschil – communiceren. Op zijn profielfoto zit hij voor een vliegtuigraampje met een pilotenkoptelefoon en een zonnebril op. ‘Die is gemaakt tijdens een helikoptervlucht boven Hawaii een jaar of twee geleden’, zegt Thibaudet die wel van snelheid houdt – hij heeft een supersnelle McLaren. Hij woont in Los Angeles en daar schijnt de zon, zegt hij als we elkaar spreken over zijn aankomende Debussy-recital waarin hij alle vierentwintig Préludes speelt.
‘Feux d’artifices was de eerste Prélude van Debussy die ik echt studeerde’, meldt Jean-Yves Thibaudet via whatsapp, waarmee we – gescheiden door een oceaan en negen uur tijdsverschil – communiceren. Op zijn profielfoto zit hij voor een vliegtuigraampje met een pilotenkoptelefoon en een zonnebril op. ‘Die is gemaakt tijdens een helikoptervlucht boven Hawaii een jaar of twee geleden’, zegt Thibaudet die wel van snelheid houdt – hij heeft een supersnelle McLaren. Hij woont in Los Angeles en daar schijnt de zon, zegt hij als we elkaar spreken over zijn aankomende Debussy-recital waarin hij alle vierentwintig Préludes speelt.
Behalve van snelle auto’s (en muziek en pianospelen natuurlijk) houdt Thibaudet van mode. Zijn concertkleding wordt sinds twee decennia ontworpen door Vivienne Westwood en al daarvoor kregen zijn optredens een joyeus accent in de vorm van rode zijden sokken die hij kocht in Vaticaanstad.
De tijd stoppen
Bijna een halve eeuw nadat Thibaudet als jongen Feux d’artifices speelde op het conservatorium in Lyon vertelt hij graag en zeer gedreven over zijn liefde voor Debussy’s muziek. ‘Ik had meteen een connectie met Debussy. Dat zit hem in de sfeer van zijn muziek die zo bijzonder is. Het is echt alleen de kleur en de klank die het voor mij doen en niet het fysieke van het spelen, wat ik wel heb met een echt pianistische componist als Rachmaninoff. Debussy speelde net als hij piano, maar ik denk niet dat hij een heel erg goede pianist was – soms ligt het niet echt lekker. Dat doet aan de muziek niets af. Die is eerder orkestraal dan pianistisch en zijn taal, zijn harmonieën, de vrijheid en de manier waarop er constant iets gebeurt, dat was toen hij de Préludes componeerde volkomen nieuw.
Het is muziek die iets hypnotisch heeft. Er zijn geen grote romantische gebaren en het is een wereld waar je in moet komen. Altijd als ik Debussy speel, probeer ik het publiek er helemaal in op te laten gaan. Als dat lukt, voelt het alsof de tijd stopt. Ik heb geen idee hoe ik daaraan bijdraag. Dat doe ik wel, maar het zit toch in de eerste plaats in de noten. Daar zit zo’n ruimte in, zo’n bedwelmende klank, zo veel sfeer.’
Kathedraal en kerkklokken
Het is moeilijk om het uit te leggen zonder de muziek te horen, maar Thibaudet doet een poging aan de hand van La cathédrale engloutie (de titel verwijst naar een Bretonse legende over een door de zee verzwolgen kathedraal die soms weer even zichtbaar is). Die Prélude opent met twee onbestemd mysterieus klinkende akkoorden diep in de laagte en heel hoog op de piano die als het ware de ‘ruimte voor het verhaal scheppen’, aldus Thibaudet. ‘Ze suggereren de diepte en al dat stille water om die grote kerk, en dan rijst er een langzaam omhoog stijgende reeks akkoorden op die in een grote boog lijken te zweven, het lijkt alsof de tijd blijft hangen om ze heen.’
‘De sfeer is die van stilte en iets reusachtigs dat daarin slaapt en wakker wordt’
Dat zwevende, stilstaande effect ontstaat doordat de muziek zo zacht en traag omhoog kruipt en de individuele stemmen van de akkoorden parallel bewegen. Het beweegt, maar wat er beweegt is statisch. Je kunt de hele akkoordenreeks niet in een toonsoort plaatsen omdat Debussy alleen kwarten en kwinten gebruikt. De tertsen die bepalend zijn voor de ‘normale’ akkoorden in tonale muziek ontbreken – wat die onbestemde, zwevende kwaliteit aan de muziek geeft.
Thibaudet: ‘Je kunt die kathedraal bijna zien liggen en als de muziek aanzwelt, hoor je het resoneren van die grote kerkklokken, maar dat moet je niet letterlijk nemen. Het gaat om de klank, niet om het beeld van die onder water verdwenen kathedraal. De sfeer is die van stilte en iets reusachtigs dat daarin slaapt en wakker wordt. Debussy heeft bij alle Préludes de titel aan het eind geschreven en ik denk dat hij daarmee vooral een indicatie van de sfeer wilde geven. Boven de preludes staat steeds alleen een tempoaanduiding.’
Behalve van snelle auto’s (en muziek en pianospelen natuurlijk) houdt Thibaudet van mode. Zijn concertkleding wordt sinds twee decennia ontworpen door Vivienne Westwood en al daarvoor kregen zijn optredens een joyeus accent in de vorm van rode zijden sokken die hij kocht in Vaticaanstad.
De tijd stoppen
Bijna een halve eeuw nadat Thibaudet als jongen Feux d’artifices speelde op het conservatorium in Lyon vertelt hij graag en zeer gedreven over zijn liefde voor Debussy’s muziek. ‘Ik had meteen een connectie met Debussy. Dat zit hem in de sfeer van zijn muziek die zo bijzonder is. Het is echt alleen de kleur en de klank die het voor mij doen en niet het fysieke van het spelen, wat ik wel heb met een echt pianistische componist als Rachmaninoff. Debussy speelde net als hij piano, maar ik denk niet dat hij een heel erg goede pianist was – soms ligt het niet echt lekker. Dat doet aan de muziek niets af. Die is eerder orkestraal dan pianistisch en zijn taal, zijn harmonieën, de vrijheid en de manier waarop er constant iets gebeurt, dat was toen hij de Préludes componeerde volkomen nieuw.
Het is muziek die iets hypnotisch heeft. Er zijn geen grote romantische gebaren en het is een wereld waar je in moet komen. Altijd als ik Debussy speel, probeer ik het publiek er helemaal in op te laten gaan. Als dat lukt, voelt het alsof de tijd stopt. Ik heb geen idee hoe ik daaraan bijdraag. Dat doe ik wel, maar het zit toch in de eerste plaats in de noten. Daar zit zo’n ruimte in, zo’n bedwelmende klank, zo veel sfeer.’
Kathedraal en kerkklokken
Het is moeilijk om het uit te leggen zonder de muziek te horen, maar Thibaudet doet een poging aan de hand van La cathédrale engloutie (de titel verwijst naar een Bretonse legende over een door de zee verzwolgen kathedraal die soms weer even zichtbaar is). Die Prélude opent met twee onbestemd mysterieus klinkende akkoorden diep in de laagte en heel hoog op de piano die als het ware de ‘ruimte voor het verhaal scheppen’, aldus Thibaudet. ‘Ze suggereren de diepte en al dat stille water om die grote kerk, en dan rijst er een langzaam omhoog stijgende reeks akkoorden op die in een grote boog lijken te zweven, het lijkt alsof de tijd blijft hangen om ze heen.’
‘De sfeer is die van stilte en iets reusachtigs dat daarin slaapt en wakker wordt’
Dat zwevende, stilstaande effect ontstaat doordat de muziek zo zacht en traag omhoog kruipt en de individuele stemmen van de akkoorden parallel bewegen. Het beweegt, maar wat er beweegt is statisch. Je kunt de hele akkoordenreeks niet in een toonsoort plaatsen omdat Debussy alleen kwarten en kwinten gebruikt. De tertsen die bepalend zijn voor de ‘normale’ akkoorden in tonale muziek ontbreken – wat die onbestemde, zwevende kwaliteit aan de muziek geeft.
Thibaudet: ‘Je kunt die kathedraal bijna zien liggen en als de muziek aanzwelt, hoor je het resoneren van die grote kerkklokken, maar dat moet je niet letterlijk nemen. Het gaat om de klank, niet om het beeld van die onder water verdwenen kathedraal. De sfeer is die van stilte en iets reusachtigs dat daarin slaapt en wakker wordt. Debussy heeft bij alle Préludes de titel aan het eind geschreven en ik denk dat hij daarmee vooral een indicatie van de sfeer wilde geven. Boven de preludes staat steeds alleen een tempoaanduiding.’
Beschaafde terughoudendheid
‘De Préludes speel ik al mijn hele leven (soms ook wel tien jaar helemaal niet) en ik kom er steeds weer bij terug. En altijd als ik ze weer studeer zie ik nieuwe dingen, maar mijn idee over de muziek is eigenlijk nooit veranderd. Ik werd meteen gegrepen door de kleur, de sfeer en de vrijheid. Misschien viel mijn eerste kennismaking met Debussy zo in zijn voegen omdat zijn muziek zo bij de Franse cultuur past. Er zit iets precies, intellectueels in, dat ook in al dat Franse discussiëren past, en dat je in toneelstukken en films terugziet. Er zit een beschaafde terughoudendheid in zonder dat het koel is, dat is ook erg Frans. Onder die reserve leeft het allemaal toch enorm. De sfeer, de klank, die Franse emotie, dat wijst vooruit naar Messiaen en zelfs Boulez.’
‘Debussy’s muziek neemt langzaam bezit van je, je moet je een beetje concentreren. Dat lijkt tegenstrijdig aan de snelheid van de Facebook-maatschappij, maar ik denk dat juist Debussy ook nu jonge mensen kan verleiden. Dat hypnotiserende, dat bedwelmende van de klank, dat is er voor iedereen. Omdat er onder die oppervlakte waarin je zo kan worden meegezogen zo ontzettend veel gebeurt, heeft het toch ook een soort eigentijdse snelheid.’
‘Het is een droom om alle Préludes achter elkaar te spelen, en helemaal in Het Concertgebouw. De akoestiek, maar ook de hele sfeer van het gebouw; al die traditie, wie er allemaal hebben gespeeld, dat voel ik als ik daar speel. En het Amsterdamse publiek is fantastisch. Ze kunnen echt luisteren, er is concentratie. Het is echt stiller dan in veel andere zalen. ‘Alles klinkt mooier in Het Concertgebouw’, hè? Dat is echt zo!’
Beschaafde terughoudendheid
‘De Préludes speel ik al mijn hele leven (soms ook wel tien jaar helemaal niet) en ik kom er steeds weer bij terug. En altijd als ik ze weer studeer zie ik nieuwe dingen, maar mijn idee over de muziek is eigenlijk nooit veranderd. Ik werd meteen gegrepen door de kleur, de sfeer en de vrijheid. Misschien viel mijn eerste kennismaking met Debussy zo in zijn voegen omdat zijn muziek zo bij de Franse cultuur past. Er zit iets precies, intellectueels in, dat ook in al dat Franse discussiëren past, en dat je in toneelstukken en films terugziet. Er zit een beschaafde terughoudendheid in zonder dat het koel is, dat is ook erg Frans. Onder die reserve leeft het allemaal toch enorm. De sfeer, de klank, die Franse emotie, dat wijst vooruit naar Messiaen en zelfs Boulez.’
‘Debussy’s muziek neemt langzaam bezit van je, je moet je een beetje concentreren. Dat lijkt tegenstrijdig aan de snelheid van de Facebook-maatschappij, maar ik denk dat juist Debussy ook nu jonge mensen kan verleiden. Dat hypnotiserende, dat bedwelmende van de klank, dat is er voor iedereen. Omdat er onder die oppervlakte waarin je zo kan worden meegezogen zo ontzettend veel gebeurt, heeft het toch ook een soort eigentijdse snelheid.’
‘Het is een droom om alle Préludes achter elkaar te spelen, en helemaal in Het Concertgebouw. De akoestiek, maar ook de hele sfeer van het gebouw; al die traditie, wie er allemaal hebben gespeeld, dat voel ik als ik daar speel. En het Amsterdamse publiek is fantastisch. Ze kunnen echt luisteren, er is concentratie. Het is echt stiller dan in veel andere zalen. ‘Alles klinkt mooier in Het Concertgebouw’, hè? Dat is echt zo!’