James Ehnes doet zijn workout met Bach
door Agnes van der Horst 01 okt. 2016 01 oktober 2016
James Ehnes is vergroeid met de solosonates en -partita’s van Bach. Ze zijn een ankerpunt in zijn violistenbestaan. Ze spelen, noemt hij ‘een mentale uitputtingsslag’. Toch doet hij niets liever. Deze maand twee avonden in de Kleine Zaal.
Als ik mijn Skype-afspraak heb met de Canadees James Ehnes, is deze op tournee door zijn vaderland. De reis voert hem naar de North West Territories, en naar een stad met de naam van een Indianenboek: Yellow Knife. Hij lacht hartelijk en vertelt dat de naam inderdaad te maken heeft met de plek waar de inheemse bevolking en pelsjagers zich verzamelden.
Hij draait zijn laptop naar het raam om me het landschap te laten zien: een enorme moerassige vlakte met veel water en eilandjes. ‘Yellow Knife is een stad aan de rand van de prairie’, vertelt hij. ‘Het wordt er nooit warmer dan 15 graden en afgelopen winter was het er 3 maanden lang 45 graden onder nul. Zo erg was het niet waar ik vandaan kom. Brandon, Manitoba ligt 2000 kilometer zuidelijker vlakbij de grens met de Verenigde Staten.’
Daar groeide hij op in een muzikaal gezin: zijn moeder was ballerina, zijn vader trompettist. Zijn ouders merkten al gauw dat hij nergens gelukkiger van werd dan van muziek en op zijn vierde kreeg hij als kerstcadeau zijn eerste viool. Nu, zo’n 35 jaar verder, is hij een wereldwijd beroemd en gelauwerd violist.
Een leven lang Bach
De solosonates van Bach zijn geen kinderspeelgoed, zou je denken, maar Ehnes vertelt dat hij al heel vroeg in de ban was van die muziek. ‘Mijn grote blauwe boek met Bach-stukken herinner ik me nog goed. Daar speelde ik al uit toen ik zeven was. Op mijn dertiende, veertiende voerde ik tijdens concerten af en toe één of meer delen uit. Toen begon ook het verlangen te groeien ze allemaal te spelen, en liefst zo vaak mogelijk. Sindsdien draag ik die stukken met me mee.
Er gaat geen concertseizoen voorbij waarin ik niet iets van de Bach-sonates uitvoer. Ze houden me fris en alert. Iedere keer dat ik een sonate speel is een mentale oppepper. Daarnaast probeer ik iedere vier à vijf jaar een project in te plannen waarin ik alle zes Bach-sonates en -partita’s achter elkaar doe. En dan begin ik steeds helemaal vanaf het begin, alsof ik ze nooit eerder heb uitgevoerd.
Het is een proces dat nooit stopt. Zoals je als mens verandert, verandert ook je visie op deze werken. Dat komt doordat er voortdurend veel in te ontdekken is. Om te beginnen de polyfonie, die helemaal niet mogelijk is op een viool.
Als ik mijn Skype-afspraak heb met de Canadees James Ehnes, is deze op tournee door zijn vaderland. De reis voert hem naar de North West Territories, en naar een stad met de naam van een Indianenboek: Yellow Knife. Hij lacht hartelijk en vertelt dat de naam inderdaad te maken heeft met de plek waar de inheemse bevolking en pelsjagers zich verzamelden.
Hij draait zijn laptop naar het raam om me het landschap te laten zien: een enorme moerassige vlakte met veel water en eilandjes. ‘Yellow Knife is een stad aan de rand van de prairie’, vertelt hij. ‘Het wordt er nooit warmer dan 15 graden en afgelopen winter was het er 3 maanden lang 45 graden onder nul. Zo erg was het niet waar ik vandaan kom. Brandon, Manitoba ligt 2000 kilometer zuidelijker vlakbij de grens met de Verenigde Staten.’
Daar groeide hij op in een muzikaal gezin: zijn moeder was ballerina, zijn vader trompettist. Zijn ouders merkten al gauw dat hij nergens gelukkiger van werd dan van muziek en op zijn vierde kreeg hij als kerstcadeau zijn eerste viool. Nu, zo’n 35 jaar verder, is hij een wereldwijd beroemd en gelauwerd violist.
Een leven lang Bach
De solosonates van Bach zijn geen kinderspeelgoed, zou je denken, maar Ehnes vertelt dat hij al heel vroeg in de ban was van die muziek. ‘Mijn grote blauwe boek met Bach-stukken herinner ik me nog goed. Daar speelde ik al uit toen ik zeven was. Op mijn dertiende, veertiende voerde ik tijdens concerten af en toe één of meer delen uit. Toen begon ook het verlangen te groeien ze allemaal te spelen, en liefst zo vaak mogelijk. Sindsdien draag ik die stukken met me mee.
Er gaat geen concertseizoen voorbij waarin ik niet iets van de Bach-sonates uitvoer. Ze houden me fris en alert. Iedere keer dat ik een sonate speel is een mentale oppepper. Daarnaast probeer ik iedere vier à vijf jaar een project in te plannen waarin ik alle zes Bach-sonates en -partita’s achter elkaar doe. En dan begin ik steeds helemaal vanaf het begin, alsof ik ze nooit eerder heb uitgevoerd.
Het is een proces dat nooit stopt. Zoals je als mens verandert, verandert ook je visie op deze werken. Dat komt doordat er voortdurend veel in te ontdekken is. Om te beginnen de polyfonie, die helemaal niet mogelijk is op een viool.
Daarnaast is er nog veel meer dat niet voor zichzelf spreekt. Veel van wat je hoort en speelt is een invulling van je eigen verbeelding. Dat maakt dat je steeds andere richtingen in kunt slaan en andere beslissingen kunt nemen. De muziek is altijd grootser dan welke uitvoering ook. Dat zorgt ervoor dat je blijft zoeken naar manieren om de muziek nog puurder over het voetlicht te brengen.’
Bijbel voor violisten
Wat was Bachs bedoeling met deze sonates en partita’s? Ehnes vindt het een fascinerende vraag. ‘Hij schreef ze waarschijnlijk gewoon om te worden uitgevoerd, maar gedeeltelijk ook als een puur muzikale uiting. Hij was zelf een goede violist en wist precies hoe moeilijk en onpraktisch sommige passages en notencombinaties waren die hij schreef. Maar hij deed het toch!
Ik vind het zelf leuk te denken dat Bach ze componeerde alleen omdat hij het gewoon graag wilde doen. Er waren in zijn tijd andere componisten die ook solowerken schreven voor strijkers en ik vermoed dat Bach, hoewel hij in zekere zin een bescheiden man was, zich wel degelijk bewust was van zijn kunnen.
Daarnaast is er nog veel meer dat niet voor zichzelf spreekt. Veel van wat je hoort en speelt is een invulling van je eigen verbeelding. Dat maakt dat je steeds andere richtingen in kunt slaan en andere beslissingen kunt nemen. De muziek is altijd grootser dan welke uitvoering ook. Dat zorgt ervoor dat je blijft zoeken naar manieren om de muziek nog puurder over het voetlicht te brengen.’
Bijbel voor violisten
Wat was Bachs bedoeling met deze sonates en partita’s? Ehnes vindt het een fascinerende vraag. ‘Hij schreef ze waarschijnlijk gewoon om te worden uitgevoerd, maar gedeeltelijk ook als een puur muzikale uiting. Hij was zelf een goede violist en wist precies hoe moeilijk en onpraktisch sommige passages en notencombinaties waren die hij schreef. Maar hij deed het toch!
Ik vind het zelf leuk te denken dat Bach ze componeerde alleen omdat hij het gewoon graag wilde doen. Er waren in zijn tijd andere componisten die ook solowerken schreven voor strijkers en ik vermoed dat Bach, hoewel hij in zekere zin een bescheiden man was, zich wel degelijk bewust was van zijn kunnen.