Van Baerle Trio: ‘We zijn blij met iedere noot die we kunnen spelen voor publiek’
door Carine Alders 14 mei 2021 14 mei 2021
Een gelukkig toeval bracht Maria Milstein, Gideon den Herder en Hannes Minnaar in de Kleine Zaal van Het Concertgebouw bij elkaar: het Van Baerle Trio was geboren. Dat prille begin was direct al een belofte. ‘Ik dacht: hier gebeurt wat.’
Het is gelukt om fysiek met z’n vieren af te spreken. In de monumentale MuziekHaven, een voormalige schuilkerk in Zaandam, kunnen we makkelijk op drie meter afstand van elkaar zitten. Violiste Maria Milstein zet thee en vertelt intussen over de uitdagingen van het onderhouden van het monument: de dag ervoor is tijdens de storm de poortdeur door de lucht gevlogen. In 2019 kochten onder anderen zij en haar man, violist Matthieu van Bellen, de kerk en bijbehorende pastorie uit 1695 om er repetitieruimte en concertlocatie voor kamermusici van te maken. Cellist Gideon den Herder komt even later via de pastorie binnen, hij heeft eerst de elf maanden oude baby van Maria bewonderd. ‘Wat is Jacob groot geworden!’ Al snel gaat informatie over groeicurves over en weer. Dan komt pianist Hannes Minnaar de kerk binnen met een doos te signeren Beethovenboxen onder de arm. Aan het begin van het gesprek zeg ik dat ik blij ben dat ik niet drie schermpjes met vertraagd geluid bij hoef te houden. ‘Maar het is nog steeds drie tegen een, hoor’, merkt Hannes droogjes op.
Gideon den Herder: ‘Maria en ik hadden er een lange reis voor over om samen te spelen’
Uitroeptekens
Zestien jaar zijn ze nu bij elkaar, vanaf het moment dat ze op het Conservatorium van Amsterdam aan elkaar gekoppeld werden. Maria als eerstejaars student, net uit Frankrijk, Hannes en Gideon zaten in het tweede jaar van hun opleiding. Hadden ze meteen door dat het een blijvende verbinding was? ‘Neu…’ flapt Gideon er spontaan uit. ‘Daar was je niet mee bezig, dat perspectief ontbrak totaal’, vult Hannes aan. Gideon vervolgt: ‘Ik dacht wel: hier gebeurt wat – hoewel de taal in het begin nog een probleempje was.’ Maria sprak nog geen woord Nederlands en Hannes verstond haar Engels wel, maar had Gideon nodig om zijn antwoorden te vertalen. Pas toen ze het verslag van hun samenspeltentamen lazen, had Hannes door dat ze iets bijzonders hadden gedaan. ‘Er stonden allemaal uitroeptekens. We waren in november fanatiek begonnen met wekelijkse repetities voor het tentamen in maart. Dat serieuze hebben we alle drie.’ ‘Heel toegewijd’, zegt Gideon. De anderen knikken instemmend, dat is het juiste woord. Maria: ‘Het conservatorium gaf ons veel kansen, we speelden in de Bachzaal en voor de Wereldomroep. Ons eerste officiële concert was toevallig ook hier in Zaandam, in Fluxus.’
Maar toen ging Gideon in Salzburg studeren en vertrok Maria naar Londen. Hannes bleef alleen achter in Amsterdam, met onderkoelde humor merkt hij op: ‘Toen begon het eigenlijk goed te lopen.’ Maria vertelt hoe ze zich inschreven voor een masterclass in de Kleine Zaal met een pianotrio van Brahms: ‘Toen viel het kwartje.’ ‘Maria en ik hadden er een lange reis voor over om samen te spelen, dat versterkte het gevoel’, zegt Gideon. Maria: ‘Het werd tijd om een naam te bedenken en plannen voor de toekomst te maken. In 2008 is het echt begonnen.’
De overkant
De naam Van Baerle Trio verbindt de oorsprong van het ensemble aan het Conservatorium van Amsterdam (toen nog in de Van Baerlestraat) én aan die gedenkwaardige masterclass in de Kleine Zaal. Gideon: ‘We hebben in Het Concertgebouw natuurlijk ook veel concerten gehoord. Even naar de overkant.’ Maria: ‘Ja, dan stond je om half acht in de rij voor een sprintkaartje en dan kon je nog snel even terug naar het conservatorium om nog een kwartiertje te studeren.’ Er worden herinneringen opgehaald aan horecagelegenheden in de Van Baerlestraat. ‘We zijn echt naar de straat vernoemd, niet naar Caspar van Baerle. Dat was een homo universalis, maar over muziek hebben we niks kunnen ontdekken. Maar je kijkt natuurlijk wel of zo iemand van onbesproken gedrag was. Het zou niet fijn zijn als we J.P. Coentrio hadden geheten’, aldus Hannes.
Vanaf die tijd kwam alles in een versnelling. Maria: ‘Voor verschillende concoursen moesten we ineens heel veel repertoire instuderen. Voor het ARD Wettbewerb in München alleen al vier uur aan programma’s voor de verschillende rondes, tien pianotrio’s die we binnen drie weken speelden.’ Zonder enig probleem noemt ze ze alle tien. In dat rijtje was het Pianotrio van Ives wel een aanwinst. Hannes: ‘We zagen het niet aankomen, maar toen we het speelden merkten we meteen hoe geweldig die muziek is.’
‘Ook in Het Concertgebouw was het publiek enthousiast over Ives’, herinnert Gideon zich. Maria: ‘Het was enorm veel werk om het in te studeren, maar we hebben ook heel wat afgelachen om de gekke ritmes die steeds na enkele maten toch op hun pootjes terecht kwamen.’ Gelukkig komt de smaak van de drie musici goed overeen. Gideon: ‘We spelen eigenlijk niets wat we niet allemaal graag willen spelen. Maar als een van ons iets heel bijzonder vindt, probeer je juist daarvan te leren, je probeert mee te pikken wat de ander hoort.’
Het is gelukt om fysiek met z’n vieren af te spreken. In de monumentale MuziekHaven, een voormalige schuilkerk in Zaandam, kunnen we makkelijk op drie meter afstand van elkaar zitten. Violiste Maria Milstein zet thee en vertelt intussen over de uitdagingen van het onderhouden van het monument: de dag ervoor is tijdens de storm de poortdeur door de lucht gevlogen. In 2019 kochten onder anderen zij en haar man, violist Matthieu van Bellen, de kerk en bijbehorende pastorie uit 1695 om er repetitieruimte en concertlocatie voor kamermusici van te maken. Cellist Gideon den Herder komt even later via de pastorie binnen, hij heeft eerst de elf maanden oude baby van Maria bewonderd. ‘Wat is Jacob groot geworden!’ Al snel gaat informatie over groeicurves over en weer. Dan komt pianist Hannes Minnaar de kerk binnen met een doos te signeren Beethovenboxen onder de arm. Aan het begin van het gesprek zeg ik dat ik blij ben dat ik niet drie schermpjes met vertraagd geluid bij hoef te houden. ‘Maar het is nog steeds drie tegen een, hoor’, merkt Hannes droogjes op.
Gideon den Herder: ‘Maria en ik hadden er een lange reis voor over om samen te spelen’
Uitroeptekens
Zestien jaar zijn ze nu bij elkaar, vanaf het moment dat ze op het Conservatorium van Amsterdam aan elkaar gekoppeld werden. Maria als eerstejaars student, net uit Frankrijk, Hannes en Gideon zaten in het tweede jaar van hun opleiding. Hadden ze meteen door dat het een blijvende verbinding was? ‘Neu…’ flapt Gideon er spontaan uit. ‘Daar was je niet mee bezig, dat perspectief ontbrak totaal’, vult Hannes aan. Gideon vervolgt: ‘Ik dacht wel: hier gebeurt wat – hoewel de taal in het begin nog een probleempje was.’ Maria sprak nog geen woord Nederlands en Hannes verstond haar Engels wel, maar had Gideon nodig om zijn antwoorden te vertalen. Pas toen ze het verslag van hun samenspeltentamen lazen, had Hannes door dat ze iets bijzonders hadden gedaan. ‘Er stonden allemaal uitroeptekens. We waren in november fanatiek begonnen met wekelijkse repetities voor het tentamen in maart. Dat serieuze hebben we alle drie.’ ‘Heel toegewijd’, zegt Gideon. De anderen knikken instemmend, dat is het juiste woord. Maria: ‘Het conservatorium gaf ons veel kansen, we speelden in de Bachzaal en voor de Wereldomroep. Ons eerste officiële concert was toevallig ook hier in Zaandam, in Fluxus.’
Maar toen ging Gideon in Salzburg studeren en vertrok Maria naar Londen. Hannes bleef alleen achter in Amsterdam, met onderkoelde humor merkt hij op: ‘Toen begon het eigenlijk goed te lopen.’ Maria vertelt hoe ze zich inschreven voor een masterclass in de Kleine Zaal met een pianotrio van Brahms: ‘Toen viel het kwartje.’ ‘Maria en ik hadden er een lange reis voor over om samen te spelen, dat versterkte het gevoel’, zegt Gideon. Maria: ‘Het werd tijd om een naam te bedenken en plannen voor de toekomst te maken. In 2008 is het echt begonnen.’
De overkant
De naam Van Baerle Trio verbindt de oorsprong van het ensemble aan het Conservatorium van Amsterdam (toen nog in de Van Baerlestraat) én aan die gedenkwaardige masterclass in de Kleine Zaal. Gideon: ‘We hebben in Het Concertgebouw natuurlijk ook veel concerten gehoord. Even naar de overkant.’ Maria: ‘Ja, dan stond je om half acht in de rij voor een sprintkaartje en dan kon je nog snel even terug naar het conservatorium om nog een kwartiertje te studeren.’ Er worden herinneringen opgehaald aan horecagelegenheden in de Van Baerlestraat. ‘We zijn echt naar de straat vernoemd, niet naar Caspar van Baerle. Dat was een homo universalis, maar over muziek hebben we niks kunnen ontdekken. Maar je kijkt natuurlijk wel of zo iemand van onbesproken gedrag was. Het zou niet fijn zijn als we J.P. Coentrio hadden geheten’, aldus Hannes.
Vanaf die tijd kwam alles in een versnelling. Maria: ‘Voor verschillende concoursen moesten we ineens heel veel repertoire instuderen. Voor het ARD Wettbewerb in München alleen al vier uur aan programma’s voor de verschillende rondes, tien pianotrio’s die we binnen drie weken speelden.’ Zonder enig probleem noemt ze ze alle tien. In dat rijtje was het Pianotrio van Ives wel een aanwinst. Hannes: ‘We zagen het niet aankomen, maar toen we het speelden merkten we meteen hoe geweldig die muziek is.’
‘Ook in Het Concertgebouw was het publiek enthousiast over Ives’, herinnert Gideon zich. Maria: ‘Het was enorm veel werk om het in te studeren, maar we hebben ook heel wat afgelachen om de gekke ritmes die steeds na enkele maten toch op hun pootjes terecht kwamen.’ Gelukkig komt de smaak van de drie musici goed overeen. Gideon: ‘We spelen eigenlijk niets wat we niet allemaal graag willen spelen. Maar als een van ons iets heel bijzonder vindt, probeer je juist daarvan te leren, je probeert mee te pikken wat de ander hoort.’
Taartje
Het laatste geld van de Kersjesprijs, een geldbedrag van 50.000 euro dat ze wonnen in 2012, hebben ze nu in de Beethoven-cd-box geïnvesteerd. Alle werken voor pianotrio zijn opgenomen, inclusief – met het Residentie Orkest Den Haag – het ‘Tripelconcert’. Een mijlpaal voor elk pianotrio. ‘Toen dat af was hebben we wel een taartje gegeten’, lacht Hannes. Gideon: ‘Een heel intensieve tijd, erg leerzaam. Beethoven is de kern van de kern van het repertoire. Het legt gewicht in de schaal. Als je zijn hele oeuvre zo na elkaar speelt, ontdek je verschillen en overeenkomsten.’ ‘En als je klaar bent kun je weer van voor af aan beginnen’, verzucht Hannes, ‘maar ik kan het iedereen aanbevelen. Het is een hele kluif, een project dat je verder brengt; als je dat gedaan hebt, hoor je erbij.’ Maria: ‘Je kunt het niet níet spelen, zo groot is het repertoire voor pianotrio niet.’
Hoe ziet het leven na Beethoven eruit? ‘In februari 2020 speelden we de pianotrio’s integraal en toen dacht ik echt: zo, en nu weer Schubert. Maar nu heb ik eigenlijk best weer zin om Beethoven te spelen’, zegt Hannes. Dat heeft ook te maken met het wonderlijke jaar dat achter hen ligt. Twee dagen voor het zondagochtendconcert dat ze in maart in Het Concertgebouw zouden spelen kwam de eerste lockdown. ‘Precies toen het zwangerschapsverlof van Maria begon, dat was goed gepland’, grapt Gideon. In de zomer en vroege herfst was het een gekkenhuis met de last minute-invalbeurt op het Prinsengrachtconcert, het ‘Tripelconcert’ in Porto en soms drie keer achter elkaar hetzelfde programma spelen voor dertig mensen. Hannes: ‘We hebben alles gespeeld wat er te spelen viel, ik was soms kapot na afloop.’ En dan begin november de Empty Concertgebouw Sessions als onderdeel van het Beethoven Festival Online. ‘Het is toch de mooiste akoestiek ter wereld’, droomt Maria, ‘we duimen enorm dat onze optredens op 31 mei en 2 juni doorgaan.’ Gideon: ‘We zijn blij met iedere noot die we kunnen spelen voor publiek, al is het maar voor één persoon.’
Maria Milstein: ‘MacMillan ontroert altijd, het overstroomt je als een tsunami, een spectaculair stuk’
Tsunami
Als Gideon zegt dat ze alle bekendere werken voor pianotrio nu wel gespeeld hebben, merkt Hannes op dat het zo leuk is om muziek te studeren die vaak over het hoofd gezien wordt. Ze zijn een componist op het spoor waar ze nog niet te veel over willen zeggen. En er zijn ook plannen voor een opdrachtcompositie. Fourteen Little Pictures van James MacMillan, dat ze programmeerden voor hun aanstaande Concertgebouwavonden, is ook zo’n relatief onbekend werk. Hannes: ‘Ik breng vaak moderne muziek in. MacMillan is een fijne componist, dan gaan we op zoek of zo iemand ook een pianotrio geschreven heeft. Soms heb je heel mooie muziek waar mensen niet direct op af komen omdat die onbekend is.’ Maria vult aan: ‘Maar daar is het publiek dan juist heel positief over. MacMillan ontroert altijd, het overstroomt je als een tsunami, het trio is een spectaculair stuk.’ De combinatie met Schubert en Haydn was hun eigen idee. Hannes: ‘Je kijkt of een programma in balans is. Naast Schubert kun je geen Aartshertogtrio van Beethoven programmeren, maar wel Haydn.’ ‘We kijken hoe stukken contrasteren, maar ook overeenkomsten hebben, bijvoorbeeld in harmonie’, legt Gideon uit. Maria: ‘Het tweedelige Pianotrio in es klein van Haydn is heel atypisch, een ongebruikelijke toonsoort. Het eerste deel is introvert, beladen.’ ‘Somber!’ vult Hannes aan. Maria vervolgt: ‘En dan komt er een wonderschone modulatie….’ Gideon: ‘Precies, à la Schubert!’ ‘Haydn brengt je tot in de hemel en dan stort je neer’, gaat ze verder. ‘Het tweede deel is bijna een grap, met opzettelijk onmogelijke capriolen.’ ‘En dan wil je meer weten over de achtergrond. Niet uit plichtsbesef, maar puur uit nieuwsgierigheid’, zegt Gideon, die zich van het drietal het meest in Haydn verdiept. Maria: ‘Die achtergrond is bij MacMillan ook heel belangrijk. Fourteen Little Pictures, dat klinkt bijna gezellig, maar het gaat over de kruiswegstaties.’ ‘Die informatie staat niet in de partituur, maar is door MacMillan later in een interview gegeven. Alles valt dan op z’n plek’, beaamt Hannes.
Hannes Minnaar: ‘Schuberts Pianotrio in Es groot heeft zoveel lagen, het blijft je bezighouden’
En dan is er zomaar anderhalf uur voorbij en heeft Maria een volgende afspraak. Gideon: ‘Maar we hebben het helemaal nog niet over Schubert gehad!’ Ook daar zouden ze nog makkelijk een uur over kunnen praten. Maria: ‘Het Pianotrio in Es groot van Schubert staat op een voetstuk. Geweldig om daar je eigen invulling aan te geven. Het werk heeft zo veel gezichten, de muziek blijft altijd vragen oproepen.’ ‘Zoveel lagen, het blijft je bezighouden. Je vindt het alleen zoekende’, besluit Hannes met een oneliner waarmee hij zichzelf en zijn collega’s verbaast.
Van Baerle Trio
De musici van het Van Baerle Trio leerden elkaar kennen in 2004 tijdens hun studie aan het Conservatorium van Amsterdam, destijds evenals Het Concertgebouw gevestigd aan de Van Baerlestraat. Het pianotrio kreeg vorm onder de hoede van cellist Dmitri Ferschtman en volgde later lessen bij de pianisten Ferenc Rados en Claus-Christian Schuster. Een masterclass bij Menahem Pressler – nestor van het Beaux Arts Trio – in de Kleine Zaal in december 2008 was een grote bron van inspiratie. Sinds 2014 geeft het Van Baerle Trio zelf les aan het Conservatorium van Amsterdam. In 2011 won het Van Baerle Trio zowel het Internationale Kamermuziek Concours in Lyon als het Vriendenkrans Concours. In 2012 ontving het de Kersjesprijs en in 2013 won het het ARD Concours in München. In seizoen 2013/14 tourde het trio door Europa als Rising Stars; deze nominatie door Het Concertgebouw en BOZAR (Brussel) maakte debuten mogelijk in onder meer de Wiener Musikverein, het Barbican Centre in Londen, de Kölner Philharmonie, het Cité de la Musique in Parijs en L’Auditori in Barcelona. De debuut-cd van het Van Baerle Trio – Saint-Saëns, Ravel en Loevendie – werd bekroond met een Edison Klassiek 2013. Een Mendelssohn-album volgde, met de eerste opname van een vroege versie van diens Eerste pianotrio. Recentelijk werden de opnames van de verzamelde werken voor pianotrio van Beethoven voltooid.
Taartje
Het laatste geld van de Kersjesprijs, een geldbedrag van 50.000 euro dat ze wonnen in 2012, hebben ze nu in de Beethoven-cd-box geïnvesteerd. Alle werken voor pianotrio zijn opgenomen, inclusief – met het Residentie Orkest Den Haag – het ‘Tripelconcert’. Een mijlpaal voor elk pianotrio. ‘Toen dat af was hebben we wel een taartje gegeten’, lacht Hannes. Gideon: ‘Een heel intensieve tijd, erg leerzaam. Beethoven is de kern van de kern van het repertoire. Het legt gewicht in de schaal. Als je zijn hele oeuvre zo na elkaar speelt, ontdek je verschillen en overeenkomsten.’ ‘En als je klaar bent kun je weer van voor af aan beginnen’, verzucht Hannes, ‘maar ik kan het iedereen aanbevelen. Het is een hele kluif, een project dat je verder brengt; als je dat gedaan hebt, hoor je erbij.’ Maria: ‘Je kunt het niet níet spelen, zo groot is het repertoire voor pianotrio niet.’
Hoe ziet het leven na Beethoven eruit? ‘In februari 2020 speelden we de pianotrio’s integraal en toen dacht ik echt: zo, en nu weer Schubert. Maar nu heb ik eigenlijk best weer zin om Beethoven te spelen’, zegt Hannes. Dat heeft ook te maken met het wonderlijke jaar dat achter hen ligt. Twee dagen voor het zondagochtendconcert dat ze in maart in Het Concertgebouw zouden spelen kwam de eerste lockdown. ‘Precies toen het zwangerschapsverlof van Maria begon, dat was goed gepland’, grapt Gideon. In de zomer en vroege herfst was het een gekkenhuis met de last minute-invalbeurt op het Prinsengrachtconcert, het ‘Tripelconcert’ in Porto en soms drie keer achter elkaar hetzelfde programma spelen voor dertig mensen. Hannes: ‘We hebben alles gespeeld wat er te spelen viel, ik was soms kapot na afloop.’ En dan begin november de Empty Concertgebouw Sessions als onderdeel van het Beethoven Festival Online. ‘Het is toch de mooiste akoestiek ter wereld’, droomt Maria, ‘we duimen enorm dat onze optredens op 31 mei en 2 juni doorgaan.’ Gideon: ‘We zijn blij met iedere noot die we kunnen spelen voor publiek, al is het maar voor één persoon.’
Maria Milstein: ‘MacMillan ontroert altijd, het overstroomt je als een tsunami, een spectaculair stuk’
Tsunami
Als Gideon zegt dat ze alle bekendere werken voor pianotrio nu wel gespeeld hebben, merkt Hannes op dat het zo leuk is om muziek te studeren die vaak over het hoofd gezien wordt. Ze zijn een componist op het spoor waar ze nog niet te veel over willen zeggen. En er zijn ook plannen voor een opdrachtcompositie. Fourteen Little Pictures van James MacMillan, dat ze programmeerden voor hun aanstaande Concertgebouwavonden, is ook zo’n relatief onbekend werk. Hannes: ‘Ik breng vaak moderne muziek in. MacMillan is een fijne componist, dan gaan we op zoek of zo iemand ook een pianotrio geschreven heeft. Soms heb je heel mooie muziek waar mensen niet direct op af komen omdat die onbekend is.’ Maria vult aan: ‘Maar daar is het publiek dan juist heel positief over. MacMillan ontroert altijd, het overstroomt je als een tsunami, het trio is een spectaculair stuk.’ De combinatie met Schubert en Haydn was hun eigen idee. Hannes: ‘Je kijkt of een programma in balans is. Naast Schubert kun je geen Aartshertogtrio van Beethoven programmeren, maar wel Haydn.’ ‘We kijken hoe stukken contrasteren, maar ook overeenkomsten hebben, bijvoorbeeld in harmonie’, legt Gideon uit. Maria: ‘Het tweedelige Pianotrio in es klein van Haydn is heel atypisch, een ongebruikelijke toonsoort. Het eerste deel is introvert, beladen.’ ‘Somber!’ vult Hannes aan. Maria vervolgt: ‘En dan komt er een wonderschone modulatie….’ Gideon: ‘Precies, à la Schubert!’ ‘Haydn brengt je tot in de hemel en dan stort je neer’, gaat ze verder. ‘Het tweede deel is bijna een grap, met opzettelijk onmogelijke capriolen.’ ‘En dan wil je meer weten over de achtergrond. Niet uit plichtsbesef, maar puur uit nieuwsgierigheid’, zegt Gideon, die zich van het drietal het meest in Haydn verdiept. Maria: ‘Die achtergrond is bij MacMillan ook heel belangrijk. Fourteen Little Pictures, dat klinkt bijna gezellig, maar het gaat over de kruiswegstaties.’ ‘Die informatie staat niet in de partituur, maar is door MacMillan later in een interview gegeven. Alles valt dan op z’n plek’, beaamt Hannes.
Hannes Minnaar: ‘Schuberts Pianotrio in Es groot heeft zoveel lagen, het blijft je bezighouden’
En dan is er zomaar anderhalf uur voorbij en heeft Maria een volgende afspraak. Gideon: ‘Maar we hebben het helemaal nog niet over Schubert gehad!’ Ook daar zouden ze nog makkelijk een uur over kunnen praten. Maria: ‘Het Pianotrio in Es groot van Schubert staat op een voetstuk. Geweldig om daar je eigen invulling aan te geven. Het werk heeft zo veel gezichten, de muziek blijft altijd vragen oproepen.’ ‘Zoveel lagen, het blijft je bezighouden. Je vindt het alleen zoekende’, besluit Hannes met een oneliner waarmee hij zichzelf en zijn collega’s verbaast.
Van Baerle Trio
De musici van het Van Baerle Trio leerden elkaar kennen in 2004 tijdens hun studie aan het Conservatorium van Amsterdam, destijds evenals Het Concertgebouw gevestigd aan de Van Baerlestraat. Het pianotrio kreeg vorm onder de hoede van cellist Dmitri Ferschtman en volgde later lessen bij de pianisten Ferenc Rados en Claus-Christian Schuster. Een masterclass bij Menahem Pressler – nestor van het Beaux Arts Trio – in de Kleine Zaal in december 2008 was een grote bron van inspiratie. Sinds 2014 geeft het Van Baerle Trio zelf les aan het Conservatorium van Amsterdam. In 2011 won het Van Baerle Trio zowel het Internationale Kamermuziek Concours in Lyon als het Vriendenkrans Concours. In 2012 ontving het de Kersjesprijs en in 2013 won het het ARD Concours in München. In seizoen 2013/14 tourde het trio door Europa als Rising Stars; deze nominatie door Het Concertgebouw en BOZAR (Brussel) maakte debuten mogelijk in onder meer de Wiener Musikverein, het Barbican Centre in Londen, de Kölner Philharmonie, het Cité de la Musique in Parijs en L’Auditori in Barcelona. De debuut-cd van het Van Baerle Trio – Saint-Saëns, Ravel en Loevendie – werd bekroond met een Edison Klassiek 2013. Een Mendelssohn-album volgde, met de eerste opname van een vroege versie van diens Eerste pianotrio. Recentelijk werden de opnames van de verzamelde werken voor pianotrio van Beethoven voltooid.