Interview met sopraan Laetita Gerards
door Joke Dame 01 apr. 2017 01 april 2017
Laetitia Gerards is nog maar 23 en zong al meermalen in Het Concertgebouw. Spraakmakend was haar rol van Maria in Bernsteins West Side Story in 2013. Een jaar later kreeg ze de Concertgebouw Young Talent Award. Deze maand staat de sopraan in de Kleine Zaal. Poulencs La voix humaine stond al een tijdje op haar wensenlijstje.
Ze komt uit een muzikale familie – haar moeder is pianiste – dus werd ze al jong achter een instrument gezet. ‘Precies zoals je zegt, ik werd op m’n vijfde achter de cello gezet en daar ben ik nog steeds heel dankbaar voor – ik heb het altijd met veel plezier gedaan. Tot ik in de pubertijd kwam en meer op de voorgrond wilde staan. Ik voelde dat er iets in me zit dat eruit wilde. En dat bleek acteren te zijn.’
Dus begon Laetitia met toneellessen, maar toen miste ze de muziek. En zo kwam ze rond haar dertiende uit op de musical. In Helmond – haar geboortestad – was een musicalgroep en daar bleek ze ‘best goed te kunnen zingen’. Ze ging naar het Tilburgs conservatorium voor de musicalopleiding. Hartstikke leuk, maar tijdens die opleiding drong zich de vraag op of ze daar nou haar hele leven mee bezig wilde zijn. Nee, natuurlijk niet, realiseerde ze zich.
‘Die muziek doet me niet genoeg. Ik merkte ook dat mijn stem naar het klassieke wilde. Mijn moeder liet me liederen horen. Schubert. Prachtig, maar daar kun je niet bij acteren, dacht ik – ik wist er nog niet veel van. Toen ben ik zelf op onderzoek uitgegaan en kwam ik bij opera terecht. Daar ging mijn hart sneller van kloppen en ik bleek er uren naar te kunnen luisteren. Inmiddels zijn mijn ouders ook operafan geworden. Door mij!’
Allerbesten
Ze is een echte lyrische sopraan, weet Laetitia. ‘Als ik eind twintig ben, zing ik naast Mozart-rollen ook het belcantorepertoire, hoop ik. Je moet je instrument zo goed kennen, alles moet zo kloppen om die lange lijnen te kunnen zingen, om zo’n rol te kunnen volhouden. Mijn stem verder ontwikkelen, dat staat voor mij nu op nummer één. Daarnaast ben ik met talen leren bezig, met allerlei leuke projecten en producties waarin ik me als artiest kan ontwikkelen, als zangeres. Ik zoek nog naar mijn stijl. Maar het allerbelangrijkste op dit moment is het om mijn stem te ontwikkelen, beter te krijgen, gezonder, flexibeler…’
'Mijn moeder liet me liederen horen. Schubert. Prachtig, maar daar kun je niet bij acteren, dacht ik'
Om de rollen te kunnen zingen die ze wil zingen. Welke rollen? ‘O, dat zijn er zo veel! Ik ben nu met Musetta bezig in Puccini’s La bohème, en deze maand mag ik het zingen in een kleine uitvoering met het Nederlands Philharmonisch Orkest. Over zeven jaar, als ik dertig ben, hoop ik dan toch wel de hoofdrol, Mimi, te mogen zingen.’
En het buitenland, trekt dat? ‘Jazeker. Ook daarom ben ik al die verschillende rollen aan het studeren: om me te kunnen presenteren in het buitenland. Als ik het voor het uitkiezen had, zou ik heel graag een operastudio doen – dat je nog lerende bent, een soort student, maar dan wel met de allerbesten mag werken. In Duitsland bijvoorbeeld, of Londen.’
Ze komt uit een muzikale familie – haar moeder is pianiste – dus werd ze al jong achter een instrument gezet. ‘Precies zoals je zegt, ik werd op m’n vijfde achter de cello gezet en daar ben ik nog steeds heel dankbaar voor – ik heb het altijd met veel plezier gedaan. Tot ik in de pubertijd kwam en meer op de voorgrond wilde staan. Ik voelde dat er iets in me zit dat eruit wilde. En dat bleek acteren te zijn.’
Dus begon Laetitia met toneellessen, maar toen miste ze de muziek. En zo kwam ze rond haar dertiende uit op de musical. In Helmond – haar geboortestad – was een musicalgroep en daar bleek ze ‘best goed te kunnen zingen’. Ze ging naar het Tilburgs conservatorium voor de musicalopleiding. Hartstikke leuk, maar tijdens die opleiding drong zich de vraag op of ze daar nou haar hele leven mee bezig wilde zijn. Nee, natuurlijk niet, realiseerde ze zich.
‘Die muziek doet me niet genoeg. Ik merkte ook dat mijn stem naar het klassieke wilde. Mijn moeder liet me liederen horen. Schubert. Prachtig, maar daar kun je niet bij acteren, dacht ik – ik wist er nog niet veel van. Toen ben ik zelf op onderzoek uitgegaan en kwam ik bij opera terecht. Daar ging mijn hart sneller van kloppen en ik bleek er uren naar te kunnen luisteren. Inmiddels zijn mijn ouders ook operafan geworden. Door mij!’
Allerbesten
Ze is een echte lyrische sopraan, weet Laetitia. ‘Als ik eind twintig ben, zing ik naast Mozart-rollen ook het belcantorepertoire, hoop ik. Je moet je instrument zo goed kennen, alles moet zo kloppen om die lange lijnen te kunnen zingen, om zo’n rol te kunnen volhouden. Mijn stem verder ontwikkelen, dat staat voor mij nu op nummer één. Daarnaast ben ik met talen leren bezig, met allerlei leuke projecten en producties waarin ik me als artiest kan ontwikkelen, als zangeres. Ik zoek nog naar mijn stijl. Maar het allerbelangrijkste op dit moment is het om mijn stem te ontwikkelen, beter te krijgen, gezonder, flexibeler…’
'Mijn moeder liet me liederen horen. Schubert. Prachtig, maar daar kun je niet bij acteren, dacht ik'
Om de rollen te kunnen zingen die ze wil zingen. Welke rollen? ‘O, dat zijn er zo veel! Ik ben nu met Musetta bezig in Puccini’s La bohème, en deze maand mag ik het zingen in een kleine uitvoering met het Nederlands Philharmonisch Orkest. Over zeven jaar, als ik dertig ben, hoop ik dan toch wel de hoofdrol, Mimi, te mogen zingen.’
En het buitenland, trekt dat? ‘Jazeker. Ook daarom ben ik al die verschillende rollen aan het studeren: om me te kunnen presenteren in het buitenland. Als ik het voor het uitkiezen had, zou ik heel graag een operastudio doen – dat je nog lerende bent, een soort student, maar dan wel met de allerbesten mag werken. In Duitsland bijvoorbeeld, of Londen.’
Moment
Maar nu eerst in de Kleine Zaal La voix humaine, Francis Poulencs solo-opera over een vrouw die een wanhopig telefoongesprek voert met haar ex-geliefde. ‘Da’s niet niks hè? Vijf jaar geleden heb ik de monoloog van Halina Reijn gezien in de Stadsschouwburg. Toen ik dát zag – ik overwoog toen zelf nog de toneelschool – was ik zo onder de indruk. Van Halina Reijn natuurlijk, maar ook van het personage van zo’n vrouw die alles opgeeft voor haar relatie, voor de man die haar dumpt en die ze nog steeds wil.
Toen ik wat later koos voor klassieke zang ontdekte ik Poulenc. Ik ben zijn liederen gaan zingen – fantástisch, een beetje… ja, licht wil ik het niet noemen, maar wel heel toegankelijk. En toen ik erachter kwam dat Poulenc een opera had gemaakt van die monoloog, wist ik zeker dat ik die ooit zou gaan doen. Het was wachten op het goede moment.’
'La voix humaine is van eind jaren vijftig, maar het is zo actueel'
Dat goede moment kwam toen Laetitia het aanbod kreeg een concert te geven in de Kleine Zaal. Ze kreeg carte blanche en dacht: ‘Waarom zou ik niet iets laten zien in Het Concertgebouw waar ik goed in ben: het theatrale overbrengen. Dat is wat met deze monoloog ook zal moeten.’
Whatsappen
Laetitia vindt het ‘een erg toffe uitdaging’ om op zoek te gaan naar de emotionele ontwikkeling die het personage van de vrouw doormaakt. ‘Wat zo gaaf aan dit stuk is: de tekst [van Jean Cocteau, red.] is geschreven rond 1930 en de opera is van eind jaren vijftig, maar het is zo actueel, met iedereen die alleen nog maar met z’n telefoon bezig is. Ikzelf ook hoor. Ik zit in de fase dat ik niet meer zo van whatsappen houd, dus nu doe ik serieus m’n oortjes in de telefoon om eindeloos met m’n vrienden te bellen.’
Heeft ze ooit meegemaakt wat deze vrouw doormaakt? ‘Nee, godzijdank niet. Mijn vriend en ik zitten nu op, wat is het, bijna vier jaar en we zijn nog steeds gelukkig.’
Moment
Maar nu eerst in de Kleine Zaal La voix humaine, Francis Poulencs solo-opera over een vrouw die een wanhopig telefoongesprek voert met haar ex-geliefde. ‘Da’s niet niks hè? Vijf jaar geleden heb ik de monoloog van Halina Reijn gezien in de Stadsschouwburg. Toen ik dát zag – ik overwoog toen zelf nog de toneelschool – was ik zo onder de indruk. Van Halina Reijn natuurlijk, maar ook van het personage van zo’n vrouw die alles opgeeft voor haar relatie, voor de man die haar dumpt en die ze nog steeds wil.
Toen ik wat later koos voor klassieke zang ontdekte ik Poulenc. Ik ben zijn liederen gaan zingen – fantástisch, een beetje… ja, licht wil ik het niet noemen, maar wel heel toegankelijk. En toen ik erachter kwam dat Poulenc een opera had gemaakt van die monoloog, wist ik zeker dat ik die ooit zou gaan doen. Het was wachten op het goede moment.’
'La voix humaine is van eind jaren vijftig, maar het is zo actueel'
Dat goede moment kwam toen Laetitia het aanbod kreeg een concert te geven in de Kleine Zaal. Ze kreeg carte blanche en dacht: ‘Waarom zou ik niet iets laten zien in Het Concertgebouw waar ik goed in ben: het theatrale overbrengen. Dat is wat met deze monoloog ook zal moeten.’
Whatsappen
Laetitia vindt het ‘een erg toffe uitdaging’ om op zoek te gaan naar de emotionele ontwikkeling die het personage van de vrouw doormaakt. ‘Wat zo gaaf aan dit stuk is: de tekst [van Jean Cocteau, red.] is geschreven rond 1930 en de opera is van eind jaren vijftig, maar het is zo actueel, met iedereen die alleen nog maar met z’n telefoon bezig is. Ikzelf ook hoor. Ik zit in de fase dat ik niet meer zo van whatsappen houd, dus nu doe ik serieus m’n oortjes in de telefoon om eindeloos met m’n vrienden te bellen.’
Heeft ze ooit meegemaakt wat deze vrouw doormaakt? ‘Nee, godzijdank niet. Mijn vriend en ik zitten nu op, wat is het, bijna vier jaar en we zijn nog steeds gelukkig.’