Interview: Het geschenk van Yuja Wang
door Myrthe van Dijk 01 mei 2017 01 mei 2017
Gelukkig is er een plekje voor Amsterdam in haar volle agenda: op 9 mei speelt Yuja Wang Tsjaikovski’s Eerste pianoconcert in gezelschap van Antonio Pappano en zijn Orchestra dell’Accademia Nazionale di Santa Cecilia. Tijd voor een gesprek was er tot ons grote plezier ook.
Sinds haar overrompelende Amsterdamse debuut in 2010 met het Koninklijk Concertgebouworkest heeft pianiste Yuja Wang al heel wat stof doen opwaaien: door haar adembenemende spel wel te verstaan, dat alle buzz over haar soms kinky concertoutfits snel weer deed verstommen. Het natuurtalent uit China kwam op haar twaalfde naar Canada om daar haar opleiding te vervolgen, ver weg van het strakke Chinese opleidingssysteem.
Dat individualisme daar als egoïsme werd gezien benauwde Yuja. In China was ze een gevierd wonderkind met sterrenstatus. In Canada werd ze de jongste pianostudent ooit aan het conservatorium van Calgary, en ze was vijftien toen ze als student werd toegelaten tot het gerenommeerde Curtis Institute of Music in Philadelphia.
‘Eigenlijk weigerde ik altijd om Tsjaikovski’s Eerste pianoconcert te spelen'
Hoe was het voor haar om zich te ontwikkelen in twee verschillende culturen? ‘Ik moest Engels leren en wennen aan heel andere eetgewoonten. Mijn vertrek naar een ander land heeft me zelfstandig en verantwoordelijk gemaakt.’ Daarbij ervoer ze haar Chinese achtergrond als een voordeel: ‘Het gedisciplineerde en gefocuste leven in China vormt een goede basis voor een nieuwsgierige geest om nieuwe dingen te ontdekken.’
Fris
Tien jaar geleden beleefde ze haar grote doorbraak. Ze was negentien en nog niet eens afgestudeerd toen ze in Philadelphia op het laatste moment inviel voor een zieke Martha Argerich, en publiek en pers verblufte met het Eerste pianoconcert van Pjotr Iljitsj Tsjaikovski. Tegen het einde van het laatste deel stond het publiek overeind en brulde, aldus een recensent. Voor Wang was het een gouden kans: ‘Vlak voor dat optreden had ik dit concert voor het eerst gespeeld, tijdens een tournee met het Sint-Petersburg Philharmonisch Orkest en Yuri Temirkanov. Ik stond er dus relatief fris tegenover, de timing was perfect.’
Dat balletje had ook anders kunnen rollen: ‘Eigenlijk weigerde ik altijd om Tsjaikovski’s Eerste pianoconcert te spelen omdat ik het al zó vaak had gehoord, maar Temirkanov heeft me overgehaald.’ Inmiddels is dit concert, dat ze deze maand ook speelt, een geliefd paradepaardje van haar: ‘Het is heerlijke, onweerstaanbare muziek. Alleen al die lyriek in het tweede deel, die contemplatieve inspiratie, die grandeur, dat is moeilijk in woorden te vangen. En de dans in het derde deel straalt een enorme levensvreugde uit.’
Strakke tijdschema’s
Alles lijkt Yuja Wang met groot gemak af te gaan: ze schakelt van de ene concerttournee naar de andere, met orkesten, in solorecitals, en met kamermuziek. Haar repertoire is breed, maar: ‘Ik zal zeker geen werken van Pierre Boulez spelen – chapeau voor mijn collega Maurizio Pollini! Uiteindelijk wil ik zelf zin hebben in wat ik ga spelen.’
Sinds haar overrompelende Amsterdamse debuut in 2010 met het Koninklijk Concertgebouworkest heeft pianiste Yuja Wang al heel wat stof doen opwaaien: door haar adembenemende spel wel te verstaan, dat alle buzz over haar soms kinky concertoutfits snel weer deed verstommen. Het natuurtalent uit China kwam op haar twaalfde naar Canada om daar haar opleiding te vervolgen, ver weg van het strakke Chinese opleidingssysteem.
Dat individualisme daar als egoïsme werd gezien benauwde Yuja. In China was ze een gevierd wonderkind met sterrenstatus. In Canada werd ze de jongste pianostudent ooit aan het conservatorium van Calgary, en ze was vijftien toen ze als student werd toegelaten tot het gerenommeerde Curtis Institute of Music in Philadelphia.
‘Eigenlijk weigerde ik altijd om Tsjaikovski’s Eerste pianoconcert te spelen'
Hoe was het voor haar om zich te ontwikkelen in twee verschillende culturen? ‘Ik moest Engels leren en wennen aan heel andere eetgewoonten. Mijn vertrek naar een ander land heeft me zelfstandig en verantwoordelijk gemaakt.’ Daarbij ervoer ze haar Chinese achtergrond als een voordeel: ‘Het gedisciplineerde en gefocuste leven in China vormt een goede basis voor een nieuwsgierige geest om nieuwe dingen te ontdekken.’
Fris
Tien jaar geleden beleefde ze haar grote doorbraak. Ze was negentien en nog niet eens afgestudeerd toen ze in Philadelphia op het laatste moment inviel voor een zieke Martha Argerich, en publiek en pers verblufte met het Eerste pianoconcert van Pjotr Iljitsj Tsjaikovski. Tegen het einde van het laatste deel stond het publiek overeind en brulde, aldus een recensent. Voor Wang was het een gouden kans: ‘Vlak voor dat optreden had ik dit concert voor het eerst gespeeld, tijdens een tournee met het Sint-Petersburg Philharmonisch Orkest en Yuri Temirkanov. Ik stond er dus relatief fris tegenover, de timing was perfect.’
Dat balletje had ook anders kunnen rollen: ‘Eigenlijk weigerde ik altijd om Tsjaikovski’s Eerste pianoconcert te spelen omdat ik het al zó vaak had gehoord, maar Temirkanov heeft me overgehaald.’ Inmiddels is dit concert, dat ze deze maand ook speelt, een geliefd paradepaardje van haar: ‘Het is heerlijke, onweerstaanbare muziek. Alleen al die lyriek in het tweede deel, die contemplatieve inspiratie, die grandeur, dat is moeilijk in woorden te vangen. En de dans in het derde deel straalt een enorme levensvreugde uit.’
Strakke tijdschema’s
Alles lijkt Yuja Wang met groot gemak af te gaan: ze schakelt van de ene concerttournee naar de andere, met orkesten, in solorecitals, en met kamermuziek. Haar repertoire is breed, maar: ‘Ik zal zeker geen werken van Pierre Boulez spelen – chapeau voor mijn collega Maurizio Pollini! Uiteindelijk wil ik zelf zin hebben in wat ik ga spelen.’
Nog niet zo lang geleden verraste ze het Amsterdamse publiek met Tsjaikovski’s relatief minder bekende Tweede pianoconcert, samen met het Concertgebouworkest. ‘Aanvankelijk was ik bang dat het een afgezaagd stuk was, met veel herhalingen. Totdat ik mij realiseerde dat deze muziek ooit door George Balanchine voor een ballet is gebruikt. Toen ging ik meer denken in bewegingen, gebaren, elegantie, en drama, en kreeg ik er heel veel plezier in. Ik kan haast niet geloven dat het me gelukt is om het in te studeren.’
Al haar voorbereidingen moeten namelijk passen binnen strakke tijdschema’s, vaak heeft ze niet meer dan twee weken de tijd tussen totaal verschillende concertprogramma’s. Zo was ze in april nog te horen in de serie Meesterpianisten, en begint ze eind mei alweer aan een Amerikaanse tournee met alle drie de pianoconcerten van Béla Bartók.
'Een concert is een reis die ik wil delen'
‘Het is een enorme werkdruk, en soms vraag ik me af waarom ik dat zo doe, en of het wel het beste is. Maar het is net als met optreden zelf: is er wel een beste manier? Of ga ik gewoon met de stroom mee en doe ik wat ik kan? Tien jaar geleden wist ik nog niet of het zo door zou gaan. Het is er niet gemakkelijker op geworden maar daarom houd ik het juist vol.’
Nonchalance
Haar schijnbare nonchalance past bij iemand voor wie het heel natuurlijk is om zich op het podium te presenteren. Het is net als praten, zei ze ooit. Maar met haar glamour verwart ze soms het publiek. Is zij het tegenovergestelde van iemand als Maria João Pires, die diep van binnen weerstand voelt om te spelen in grote concertzalen, vanwege het gemis aan intimiteit?
Yuja Wang herkent zich niet in deze tegenstelling: ‘Op het podium draait het voor mij veel meer om mijn relatie tot het stuk dat ik ga spelen dan die tot het publiek. Een concert is een reis die ik wil delen. Intimiteit of glamour sluiten elkaar niet uit, dat hangt namelijk van de muziek af. Hoe dichter ik bij de muziek sta, hoe meer vertrouwen ik heb om alles aan het publiek over te brengen, als een geschenk.’
Nog niet zo lang geleden verraste ze het Amsterdamse publiek met Tsjaikovski’s relatief minder bekende Tweede pianoconcert, samen met het Concertgebouworkest. ‘Aanvankelijk was ik bang dat het een afgezaagd stuk was, met veel herhalingen. Totdat ik mij realiseerde dat deze muziek ooit door George Balanchine voor een ballet is gebruikt. Toen ging ik meer denken in bewegingen, gebaren, elegantie, en drama, en kreeg ik er heel veel plezier in. Ik kan haast niet geloven dat het me gelukt is om het in te studeren.’
Al haar voorbereidingen moeten namelijk passen binnen strakke tijdschema’s, vaak heeft ze niet meer dan twee weken de tijd tussen totaal verschillende concertprogramma’s. Zo was ze in april nog te horen in de serie Meesterpianisten, en begint ze eind mei alweer aan een Amerikaanse tournee met alle drie de pianoconcerten van Béla Bartók.
'Een concert is een reis die ik wil delen'
‘Het is een enorme werkdruk, en soms vraag ik me af waarom ik dat zo doe, en of het wel het beste is. Maar het is net als met optreden zelf: is er wel een beste manier? Of ga ik gewoon met de stroom mee en doe ik wat ik kan? Tien jaar geleden wist ik nog niet of het zo door zou gaan. Het is er niet gemakkelijker op geworden maar daarom houd ik het juist vol.’
Nonchalance
Haar schijnbare nonchalance past bij iemand voor wie het heel natuurlijk is om zich op het podium te presenteren. Het is net als praten, zei ze ooit. Maar met haar glamour verwart ze soms het publiek. Is zij het tegenovergestelde van iemand als Maria João Pires, die diep van binnen weerstand voelt om te spelen in grote concertzalen, vanwege het gemis aan intimiteit?
Yuja Wang herkent zich niet in deze tegenstelling: ‘Op het podium draait het voor mij veel meer om mijn relatie tot het stuk dat ik ga spelen dan die tot het publiek. Een concert is een reis die ik wil delen. Intimiteit of glamour sluiten elkaar niet uit, dat hangt namelijk van de muziek af. Hoe dichter ik bij de muziek sta, hoe meer vertrouwen ik heb om alles aan het publiek over te brengen, als een geschenk.’