In memoriam: Reinbert de Leeuw (1938-2020)
door de redactie 17 feb. 2020 17 februari 2020
Op 14 februari 2020 overleed pianist, dirigent en componist Reinbert de Leeuw. Ruim een halve eeuw gold hij als boegbeeld van de nieuwe muziek, maar hij oversteeg die tegelijkertijd.
Vol passie zette Reinbert de Leeuw zich in voor die componisten en composities waarin hij een kwaliteit en authenticiteit bespeurde die hij belangrijk vond; dat gold net zo goed voor Ligeti, Oestvolskaja en Vivier als voor Liszt, Satie en Antheil. Bachs Matthäus-Passion bracht hij met evenveel vuur over het voetlicht als John Cage’s 4’33’’. In zijn eigen - kleine - oeuvre horen we onder anderen Schubert, Schumann en Mahler terug.
Rebelse start
Reinbert de Leeuw werd geboren in 1938 en studeerde onder meer aan het Koninklijk Conservatorium Den Haag. Eind jaren zestig maakte hij met onder anderen Louis Andriessen, Misha Mengelberg en Peter Schat deel uit van een groep jonge componisten en musici die de Nederlandse muziek - en de maatschappij als geheel - wakker wilden schudden.
Berucht was de actie Notenkraker in november 1969, waarbij zij een concert van het Concertgebouworkest verstoorden, en de daaropvolgende discussies waarin zij inspraak in het artistieke beleid eisten.
Vol passie zette Reinbert de Leeuw zich in voor die componisten en composities waarin hij een kwaliteit en authenticiteit bespeurde die hij belangrijk vond; dat gold net zo goed voor Ligeti, Oestvolskaja en Vivier als voor Liszt, Satie en Antheil. Bachs Matthäus-Passion bracht hij met evenveel vuur over het voetlicht als John Cage’s 4’33’’. In zijn eigen - kleine - oeuvre horen we onder anderen Schubert, Schumann en Mahler terug.
Rebelse start
Reinbert de Leeuw werd geboren in 1938 en studeerde onder meer aan het Koninklijk Conservatorium Den Haag. Eind jaren zestig maakte hij met onder anderen Louis Andriessen, Misha Mengelberg en Peter Schat deel uit van een groep jonge componisten en musici die de Nederlandse muziek - en de maatschappij als geheel - wakker wilden schudden.
Berucht was de actie Notenkraker in november 1969, waarbij zij een concert van het Concertgebouworkest verstoorden, en de daaropvolgende discussies waarin zij inspraak in het artistieke beleid eisten.
Het in 1974 mede door De Leeuw opgerichte Schönberg Ensemble (tegenwoordig Asko|Schönberg) legde zich onder zijn leiding toe op uitvoeringen van twintigste-eeuwse muziek en intensieve samenwerkingen met levende componisten. Internationale faam vergaarde hij met zijn trage, bewust expressie-arme opnamen van Erik Satie’s vroege pianowerken.
Een bevlogen pleitbezorger
Reinbert de Leeuw vervulde diverse bestuurlijke functies in het Nederlandse muziekleven. Al in 1968 werd hij lid van het bestuur van de Amsterdamse Kunstraad, waarvan hij in 1972 voorzitter werd. Ook was hij bestuurslid van het Genootschap Nederlandse Componisten en – in 1983 – lid van de Commissie-Sutherland, die aan de overheid advies uitbracht over het orkestenbestel in Nederland. Verder was De Leeuw gastdirecteur van het Aldeburgh Festival en artistiek leider van het Tanglewood Festival of Contemporary Music.
Als dirigent en pianist trad hij vaak in Het Concertgebouw op. Het Concertgebouworkest leidde hij tussen 1974 en 2003 acht keer, met op de lessenaar onder meer de wereldpremières van Rudolf Eschers Sinfonia per dieci strumenti en Chain van Ron Ford, en werken van bijvoorbeeld Skrjabin, Messiaen, Hindemith, Dallapiccola, Sciarrino en Kurtág.
Het in 1974 mede door De Leeuw opgerichte Schönberg Ensemble (tegenwoordig Asko|Schönberg) legde zich onder zijn leiding toe op uitvoeringen van twintigste-eeuwse muziek en intensieve samenwerkingen met levende componisten. Internationale faam vergaarde hij met zijn trage, bewust expressie-arme opnamen van Erik Satie’s vroege pianowerken.
Een bevlogen pleitbezorger
Reinbert de Leeuw vervulde diverse bestuurlijke functies in het Nederlandse muziekleven. Al in 1968 werd hij lid van het bestuur van de Amsterdamse Kunstraad, waarvan hij in 1972 voorzitter werd. Ook was hij bestuurslid van het Genootschap Nederlandse Componisten en – in 1983 – lid van de Commissie-Sutherland, die aan de overheid advies uitbracht over het orkestenbestel in Nederland. Verder was De Leeuw gastdirecteur van het Aldeburgh Festival en artistiek leider van het Tanglewood Festival of Contemporary Music.
Als dirigent en pianist trad hij vaak in Het Concertgebouw op. Het Concertgebouworkest leidde hij tussen 1974 en 2003 acht keer, met op de lessenaar onder meer de wereldpremières van Rudolf Eschers Sinfonia per dieci strumenti en Chain van Ron Ford, en werken van bijvoorbeeld Skrjabin, Messiaen, Hindemith, Dallapiccola, Sciarrino en Kurtág.
In het seizoen 1995/1996 kreeg hij Carte Blanche van toenmalig Concertgebouwdirecteur Martijn Sanders. Deze opende hij door ‘alle leuke musici bij elkaar’ te halen voor een uitvoering van Stockhausens Gruppen: 109 musici afkomstig uit Nieuw Sinfonietta Amsterdam, het Nederlands Blazers Ensemble, Asko Ensemble, Slagwerkgroep Den Haag en het Nieuw Ensemble deelden het podium.
Zijn laatste concert in Het Concertgebouw was op 16 maart 2016, toen hij in de Kleine Zaal een relaas van regisseur Peter Sellars over het belang van persoonlijke ervaringen in een tijd van massale evenementen omlijstte met Liszts Via crucis.
Reinbert de Leeuw is veel gelauwerd. Zo is hij Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw en won hij in 2013 de Edison Oeuvreprijs. In 2018 ontving hij een eredoctoraat van de Katholieke Universiteit Leuven, en ontving hij de Prins Bernhard Cultuurfonds Prijs uit handen van koningin Máxima. Dit jaar nog werd zijn cd-box Kurtág: Complete Works for Ensemble & Choir genomineerd voor een Grammy Award.
In Reinbert de Leeuw verliezen we een bevlogen en onvermoeibaar pleitbezorger van tegendraadse muziek.
In het seizoen 1995/1996 kreeg hij Carte Blanche van toenmalig Concertgebouwdirecteur Martijn Sanders. Deze opende hij door ‘alle leuke musici bij elkaar’ te halen voor een uitvoering van Stockhausens Gruppen: 109 musici afkomstig uit Nieuw Sinfonietta Amsterdam, het Nederlands Blazers Ensemble, Asko Ensemble, Slagwerkgroep Den Haag en het Nieuw Ensemble deelden het podium.
Zijn laatste concert in Het Concertgebouw was op 16 maart 2016, toen hij in de Kleine Zaal een relaas van regisseur Peter Sellars over het belang van persoonlijke ervaringen in een tijd van massale evenementen omlijstte met Liszts Via crucis.
Reinbert de Leeuw is veel gelauwerd. Zo is hij Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw en won hij in 2013 de Edison Oeuvreprijs. In 2018 ontving hij een eredoctoraat van de Katholieke Universiteit Leuven, en ontving hij de Prins Bernhard Cultuurfonds Prijs uit handen van koningin Máxima. Dit jaar nog werd zijn cd-box Kurtág: Complete Works for Ensemble & Choir genomineerd voor een Grammy Award.
In Reinbert de Leeuw verliezen we een bevlogen en onvermoeibaar pleitbezorger van tegendraadse muziek.