Horen en/of zien
door Vrouwkje Tuinman 29 apr. 2019 29 april 2019
Vroeger zat ik uren voor een concert begon al voor de toegangsdeur te wachten, zodat ik zodra die opende naar voren kon rennen, naar het midden. Geweldig! Maar vooraan krijg je dus niet echt de finesses van de muziek mee.
Een hardnekkig misverstand wil dat het geluid bij een voorstelling het beste klinkt op de voorste rij. Dicht bij de bron. Ik heb het zelf ook heel lang gedacht. Uren voor een concert begon zat ik al voor de toegangsdeur te wachten, zodat ik zodra die opende naar voren kon rennen, naar het midden. Als ik theaterkaarten kocht, was ik verguld als er nog plek was op rij 1. Geweldig!
Naarmate ik ouder werd, leerde ik bij. In veel zalen houdt op de eerste rij zitten vooral in dat je de rand van het podium erg goed kunt zien. In het geval van staanplaatsen krijg je met name de eerste golf bassen uit de versterkers in je gezicht. Je middenrif voelt alles, maar om nou te zeggen dat je de finesses van de muziek meekrijgt…
Waar zich akoestisch gezien de ultieme plek bevindt, verschilt per zaal en heeft te maken met de weerkaatsing van geluid op muren, op bezoekers, op andere weerkaatsingen zelfs, en op nog wat zaken waar ik te dom voor ben. De simpelste manier om de toplocatie te achterhalen is vaak: zoeken waar de man met het mengpaneel staat, en daar dan naast of voor plaatsnemen. Of eersterang-kaarten aanschaffen, die dan toch echt op rij 18 blijken te zijn.
Echter. Dan mis je toch wat. Een substantieel deel van muziekbeleving heeft te maken met wat je met je ogen hoort. Wat je lipleest, hoe iemand zijn instrument aanslaat, wat je tussen musici ziet gebeuren, hoe je druppels zweet op de planken ziet vallen. Juist door dingen van dichtbij te zien, hoor je de bijbehorende details die je anders misschien had gemist.
Dilemma’s, vooral als je niet langer veertien bent en dichtbij je idool wilt staan.
Misschien is de eenvoudigste oplossing wel om elk concert twee keer te bezoeken.
Een hardnekkig misverstand wil dat het geluid bij een voorstelling het beste klinkt op de voorste rij. Dicht bij de bron. Ik heb het zelf ook heel lang gedacht. Uren voor een concert begon zat ik al voor de toegangsdeur te wachten, zodat ik zodra die opende naar voren kon rennen, naar het midden. Als ik theaterkaarten kocht, was ik verguld als er nog plek was op rij 1. Geweldig!
Naarmate ik ouder werd, leerde ik bij. In veel zalen houdt op de eerste rij zitten vooral in dat je de rand van het podium erg goed kunt zien. In het geval van staanplaatsen krijg je met name de eerste golf bassen uit de versterkers in je gezicht. Je middenrif voelt alles, maar om nou te zeggen dat je de finesses van de muziek meekrijgt…
Waar zich akoestisch gezien de ultieme plek bevindt, verschilt per zaal en heeft te maken met de weerkaatsing van geluid op muren, op bezoekers, op andere weerkaatsingen zelfs, en op nog wat zaken waar ik te dom voor ben. De simpelste manier om de toplocatie te achterhalen is vaak: zoeken waar de man met het mengpaneel staat, en daar dan naast of voor plaatsnemen. Of eersterang-kaarten aanschaffen, die dan toch echt op rij 18 blijken te zijn.
Echter. Dan mis je toch wat. Een substantieel deel van muziekbeleving heeft te maken met wat je met je ogen hoort. Wat je lipleest, hoe iemand zijn instrument aanslaat, wat je tussen musici ziet gebeuren, hoe je druppels zweet op de planken ziet vallen. Juist door dingen van dichtbij te zien, hoor je de bijbehorende details die je anders misschien had gemist.
Dilemma’s, vooral als je niet langer veertien bent en dichtbij je idool wilt staan.
Misschien is de eenvoudigste oplossing wel om elk concert twee keer te bezoeken.
Vrouwkje Tuinman publiceerde vijf dichtbundels en vier romans. Als journalist werkt ze voor onder meer Trouw. Na de zomer verschijnt haar nieuwe bundel Lijfrente. Ook brengt ze samen met Ingmar Heytze Wie is u? uit, over Wim T. Schippers.
Vrouwkje Tuinman publiceerde vijf dichtbundels en vier romans. Als journalist werkt ze voor onder meer Trouw. Na de zomer verschijnt haar nieuwe bundel Lijfrente. Ook brengt ze samen met Ingmar Heytze Wie is u? uit, over Wim T. Schippers.