Zo ontstond kerstmuziek
door Anne Stuart 18 dec. 2019 18 december 2019
Kerstliedjes zijn nog altijd mateloos populair. Maar net als bij iedere andere traditie geldt: we zijn er een keer mee begonnen. Wat ging er vooraf aan Midden in de winternacht?
Katholieken versus protestanten
Het hoogtepunt van kerst valt nog niet zo lang op 25 december. Tot het invoeren van de gregoriaanse kalender in 1582 vierden de katholieken feestdagen rondom het kerstverhaal gedurende de hele maand december én de eerste helft van januari.
Katholieken versus protestanten
Het hoogtepunt van kerst valt nog niet zo lang op 25 december. Tot het invoeren van de gregoriaanse kalender in 1582 vierden de katholieken feestdagen rondom het kerstverhaal gedurende de hele maand december én de eerste helft van januari.
In de verschillende protestantse gebieden in Nederland en Duitsland werd de gregoriaanse kalender pas een eeuw (!) later ingevoerd (rond 1700). Al die tijd liepen de Christelijke liturgieën en feestdagen compleet uiteen. Als het in de ene regio al oudjaarsavond was geweest, moest het in de andere regio nog kerst worden.
Ambachtslieden uit de Elzas versierden dennenbomen met ‘papieren rozen, appels, wafels en klatergoud’
Voor al deze feestdagen bestond van oudsher muziek op Latijnse teksten. In Zuid-Europese landen ontstond voor veel gelegenheden ook volks- en dansmuziek, waar latere Britse carols hun oorsprong in vinden.
Een mix van andere decembertradities
Het bestaan van allerlei andere Europese wintertradities maakte de feestverwarring in compleet. In december werd namelijk niet alléén het Christelijke kerstverhaal gevierd.
Al sinds de Middeleeuwen was het Scandinavische en Germaanse ‘joelfeest’ populair: een feest rondom de winterzonnewende, waarbij ‘joelblokken’ werden aangestoken (grote boomstammen), en ‘joelbokken’ werden opgetuigd (bokjes gemaakt van stro).
Op Germaans grondgebied werd aan het einde van het jaar allerlei groen naar binnen gehaald om het einde van het oogstseizoen te vieren. Een kroniek uit Straatsburg (1604) beschrijft hoe de protestantse ambachtslieden uit de Elzas dennenbomen hun huis in sleepten en versierden met ‘papieren rozen, appels, wafels en klatergoud’. De allereerste kerstboom was een feit.
Kerstkindje als kerstcadeau
En nog vóór het ontstaan van de Kerstman – die kwam pas kijken in de vroege Romantiek – werden Duitse kinderen al bezocht door uiteenlopende ‘cadeautjesbrengers’, waaronder parades van ‘gemaskerde wilde jonge mannen’, de katholieke Sint Nicolaas uit Myra en zijn ‘satanische knecht Ruprecht’, of het monster Klaubauf (ook wel Krampus genoemd).
In de verschillende protestantse gebieden in Nederland en Duitsland werd de gregoriaanse kalender pas een eeuw (!) later ingevoerd (rond 1700). Al die tijd liepen de Christelijke liturgieën en feestdagen compleet uiteen. Als het in de ene regio al oudjaarsavond was geweest, moest het in de andere regio nog kerst worden.
Ambachtslieden uit de Elzas versierden dennenbomen met ‘papieren rozen, appels, wafels en klatergoud’
Voor al deze feestdagen bestond van oudsher muziek op Latijnse teksten. In Zuid-Europese landen ontstond voor veel gelegenheden ook volks- en dansmuziek, waar latere Britse carols hun oorsprong in vinden.
Een mix van andere decembertradities
Het bestaan van allerlei andere Europese wintertradities maakte de feestverwarring in compleet. In december werd namelijk niet alléén het Christelijke kerstverhaal gevierd.
Al sinds de Middeleeuwen was het Scandinavische en Germaanse ‘joelfeest’ populair: een feest rondom de winterzonnewende, waarbij ‘joelblokken’ werden aangestoken (grote boomstammen), en ‘joelbokken’ werden opgetuigd (bokjes gemaakt van stro).
Op Germaans grondgebied werd aan het einde van het jaar allerlei groen naar binnen gehaald om het einde van het oogstseizoen te vieren. Een kroniek uit Straatsburg (1604) beschrijft hoe de protestantse ambachtslieden uit de Elzas dennenbomen hun huis in sleepten en versierden met ‘papieren rozen, appels, wafels en klatergoud’. De allereerste kerstboom was een feit.
Kerstkindje als kerstcadeau
En nog vóór het ontstaan van de Kerstman – die kwam pas kijken in de vroege Romantiek – werden Duitse kinderen al bezocht door uiteenlopende ‘cadeautjesbrengers’, waaronder parades van ‘gemaskerde wilde jonge mannen’, de katholieke Sint Nicolaas uit Myra en zijn ‘satanische knecht Ruprecht’, of het monster Klaubauf (ook wel Krampus genoemd).
Maarten Luther haakte handig aan bij al deze bestaande festiviteiten, en introduceerde tijdens de reformatie (1517) ook het kerstkind als ‘Gabenbringer’ – in de vorm van een soort engeltje. Zo probeerde hij de focus van de diverse tradities te verleggen naar de geboorte van Jezus. Ook was hij naar verluid de eerste die de kerstboom versierde met kaarsjes. Het schijnt dat hij op het idee kwam toen hij tijdens een nachtelijke boswandeling de sterren zag twinkelen in de hemel.
De herdertjes lagen bij nachte…
Katholieke kerstmuziek heeft nogal eens een ‘pastoraal’ thema: met muziek wordt de vredige, landelijke scène verbeeld waarin de herders het kindje Jezus in zijn kribbe aantreffen.
Met de instrumenten, vaak met fluit of kistorgel, wordt verwezen naar de ongerepte natuur waarin de herders zich begaven. En dat komt weer uit een Griekse mythe: de god Pan – de god van de herders en hun kudden, wordt altijd afgebeeld met een houten fluit.
Maarten Luther haakte handig aan bij al deze bestaande festiviteiten, en introduceerde tijdens de reformatie (1517) ook het kerstkind als ‘Gabenbringer’ – in de vorm van een soort engeltje. Zo probeerde hij de focus van de diverse tradities te verleggen naar de geboorte van Jezus. Ook was hij naar verluid de eerste die de kerstboom versierde met kaarsjes. Het schijnt dat hij op het idee kwam toen hij tijdens een nachtelijke boswandeling de sterren zag twinkelen in de hemel.
De herdertjes lagen bij nachte…
Katholieke kerstmuziek heeft nogal eens een ‘pastoraal’ thema: met muziek wordt de vredige, landelijke scène verbeeld waarin de herders het kindje Jezus in zijn kribbe aantreffen.
Met de instrumenten, vaak met fluit of kistorgel, wordt verwezen naar de ongerepte natuur waarin de herders zich begaven. En dat komt weer uit een Griekse mythe: de god Pan – de god van de herders en hun kudden, wordt altijd afgebeeld met een houten fluit.