Concertprogramma
Het Schumann Quartett in werken uit drie eeuwen
Kleine Zaal 02 maart 2023 20.15 uur
Schumann Quartett:
Erik Schumann viool
Ken Schumann viool
Veit Hertenstein altviool
Mark Schumann cello
Dit concert maakt deel uit van de serie Strijkkwartetten.
Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791)
Strijkkwartet in Es gr.t., KV 428 (1783)
Allegro ma non troppo
Andante con moto
Menuetto: Allegro
Allegro vivace
Charles Ives (1874-1954)
Strijkkwartet nr. 1 (ca. 1897-1900) ‘From the Salvation Army’
Andante con moto
Allegro
Adagio cantabile
Allegro marziale
pauze ± 21.05 uur
Felix Mendelssohn (1809-1847)
Strijkkwartet nr. 4 in e kl.t., op. 44 nr. 2 (1837)
Allegro assai appassionato
Scherzo: Allegro di molto
Andante
Presto agitato
einde ± 22.00 uur
Schumann Quartett:
Erik Schumann viool
Ken Schumann viool
Veit Hertenstein altviool
Mark Schumann cello
Dit concert maakt deel uit van de serie Strijkkwartetten.
Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791)
Strijkkwartet in Es gr.t., KV 428 (1783)
Allegro ma non troppo
Andante con moto
Menuetto: Allegro
Allegro vivace
Charles Ives (1874-1954)
Strijkkwartet nr. 1 (ca. 1897-1900) ‘From the Salvation Army’
Andante con moto
Allegro
Adagio cantabile
Allegro marziale
pauze ± 21.05 uur
Felix Mendelssohn (1809-1847)
Strijkkwartet nr. 4 in e kl.t., op. 44 nr. 2 (1837)
Allegro assai appassionato
Scherzo: Allegro di molto
Andante
Presto agitato
einde ± 22.00 uur
Toelichting
Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791)
Strijkkwartet in Es groot
Het Strijkkwartet in Es groot, KV 428 van Wolfgang Amadeus Mozart behoort tot de zes zogenoemde Haydn-kwartetten die ontstaan in de eerste helft van de jaren tachtig van de achttiende eeuw. Mozart woont reeds enkele jaren in Wenen, hij is eind twintig. De kwartetten zijn opgedragen aan zijn bewonderde leermeester Joseph Haydn. ‘Papa Haydn’, zoals Mozart zijn oudere collega noemde, voelde zich vereerd, want de bewondering was wederzijds.
Mozart schreef in zijn leven tientallen kwartetten, kwintetten en divertimento’s, waarmee hij beantwoordde aan de grote vraag naar huismuziek in met name adellijke kringen. Anders dan vaak wordt aangenomen waren dat niet voornamelijk ‘zonnige’ werken, zoals ook blijkt uit dit Strijkkwartet in Es groot. Misschien bij wijze van hommage maakt Mozart in het eerste deel gebruik van een thema van Haydn uit het langzame deel van diens Strijkkwartet opus 20 nr. 1 (1782). Maar bij Mozart, die dit thema omgeeft met chromatische halve tonen, klinkt het iets spannender. Hij is zijn leermeester ontgroeid. Over het algemeen komt het vierdelige kwartet overeen met de toenmalige standaardvormen. In het Menuet, waarin de componist gebruikmaakt van een volksachtig, ‘boers’, aandoend ostinato, en in het afsluitende Allegro vivace, een rondo, openbaart zich Mozarts speelse en onuitputtelijke fantasie.
Het Strijkkwartet in Es groot, KV 428 van Wolfgang Amadeus Mozart behoort tot de zes zogenoemde Haydn-kwartetten die ontstaan in de eerste helft van de jaren tachtig van de achttiende eeuw. Mozart woont reeds enkele jaren in Wenen, hij is eind twintig. De kwartetten zijn opgedragen aan zijn bewonderde leermeester Joseph Haydn. ‘Papa Haydn’, zoals Mozart zijn oudere collega noemde, voelde zich vereerd, want de bewondering was wederzijds.
Mozart schreef in zijn leven tientallen kwartetten, kwintetten en divertimento’s, waarmee hij beantwoordde aan de grote vraag naar huismuziek in met name adellijke kringen. Anders dan vaak wordt aangenomen waren dat niet voornamelijk ‘zonnige’ werken, zoals ook blijkt uit dit Strijkkwartet in Es groot. Misschien bij wijze van hommage maakt Mozart in het eerste deel gebruik van een thema van Haydn uit het langzame deel van diens Strijkkwartet opus 20 nr. 1 (1782). Maar bij Mozart, die dit thema omgeeft met chromatische halve tonen, klinkt het iets spannender. Hij is zijn leermeester ontgroeid. Over het algemeen komt het vierdelige kwartet overeen met de toenmalige standaardvormen. In het Menuet, waarin de componist gebruikmaakt van een volksachtig, ‘boers’, aandoend ostinato, en in het afsluitende Allegro vivace, een rondo, openbaart zich Mozarts speelse en onuitputtelijke fantasie.
Charles Ives (1874-1954)
Eerste strijkkwartet
Charles Ives, de ‘vader’ van de Amerikaanse moderne muziek, bezat eigenschappen die tot op de dag van vandaag in het ‘land van de onbegrensde mogelijkheden’ niet met elkaar in tegenspraak zijn. Hij was een brave burger én rebel, een trouwe patriot én een libertijn. Bovenal was hij doordrongen van de geest van de pioniers. Ives experimenteerde al vroeg met collagetechnieken, polytonaliteit en -metriek, kwarttonen en ruimtelijke opstellingen. Zijn werken weerspiegelen de idealen en tegenstrijdigheden van het burgerlijke Amerika aan het begin van de twintigste eeuw.
In Ives’ muziek trekken de marsen, hymnen en liederen van feestelijke parades en kerkdiensten voorbij, soms gebundeld tot groteske collages en vervormd als in een lachspiegel. Ives’ Strijkkwartet nr. 1 ‘From the Salvation Army’ (‘Leger des Heils’) is gelardeerd met citaten van kerkelijke melodieën. De thema’s van de delen zijn gebaseerd op onder andere Missionary Hymn, From Greenlands Icy Mountains (deel 1), Shining Shore (deel 2, 3 en 4) en Webb (Stand Up, Stand Up for Jesus, deel 4). De melodieën zijn enerzijds ingebed in een klassiek-romantische formele context; in deel 2 komt ook de fugatechniek van Johann Sebastian Bach om de hoek kijken. Anderzijds wijzen de combinaties van twee of meer melodieën vooruit naar Ives’ latere onmiskenbaar eigen collagestijl.
Charles Ives, de ‘vader’ van de Amerikaanse moderne muziek, bezat eigenschappen die tot op de dag van vandaag in het ‘land van de onbegrensde mogelijkheden’ niet met elkaar in tegenspraak zijn. Hij was een brave burger én rebel, een trouwe patriot én een libertijn. Bovenal was hij doordrongen van de geest van de pioniers. Ives experimenteerde al vroeg met collagetechnieken, polytonaliteit en -metriek, kwarttonen en ruimtelijke opstellingen. Zijn werken weerspiegelen de idealen en tegenstrijdigheden van het burgerlijke Amerika aan het begin van de twintigste eeuw.
In Ives’ muziek trekken de marsen, hymnen en liederen van feestelijke parades en kerkdiensten voorbij, soms gebundeld tot groteske collages en vervormd als in een lachspiegel. Ives’ Strijkkwartet nr. 1 ‘From the Salvation Army’ (‘Leger des Heils’) is gelardeerd met citaten van kerkelijke melodieën. De thema’s van de delen zijn gebaseerd op onder andere Missionary Hymn, From Greenlands Icy Mountains (deel 1), Shining Shore (deel 2, 3 en 4) en Webb (Stand Up, Stand Up for Jesus, deel 4). De melodieën zijn enerzijds ingebed in een klassiek-romantische formele context; in deel 2 komt ook de fugatechniek van Johann Sebastian Bach om de hoek kijken. Anderzijds wijzen de combinaties van twee of meer melodieën vooruit naar Ives’ latere onmiskenbaar eigen collagestijl.
Felix Mendelssohn (1809-1847)
Vierde strijkkwartet
Felix Mendelssohn werd beschouwd als de Mozart van de negentiende eeuw. Het leek of ‘de Gelukkige’, zoals hij ook op grond van zijn voornaam werd genoemd, alles in de schoot geworpen kreeg. Het gezin Mendelssohn was een welvarende, kosmopolitisch georiënteerde en kunstzinnige Duits-joodse familie, die de talenten van zoon Felix altijd stimuleerde. Reeds als vijfjarige kreeg de jongen pianoles van zijn moeder. Hij werd meegenomen naar Parijs en Weimar met daaraan verbonden een bezoek aan Goethe. In hun Berlijnse villa ontvingen de Mendelssohns de grootheden van hun tijd, de zondagconcerten in hun tuinhuis waren legendarisch. Felix ontwikkelde zich tot een uitstekend pianist, hij componeerde, las veel, tekende en maakte kunstreizen naar Italië en Engeland. Hij was een romanticus pur sang.
In hun Berlijnse villa ontvingen de Mendelssohns de grootheden van hun tijd
In de Romantiek en de empfindsame Biedermeiertijd stonden poëzie, beeldende pianostukken en liederen op de voorgrond. Zo ook in het oeuvre van Mendelssohn en bijvoorbeeld zijn collega Robert Schumann. Nog altijd zijn Mendelssohns fameuze Lieder ohne Worte voor piano populairder dan zijn symfonieën, net als zijn zes strijkkwartetten, waarvan het vierde vandaag klinkt. Daarin knoopt de componist aan bij de klassieke traditie van Ludwig van Beethoven. Toch heeft het kwartet een poëtisch-dramatisch, ‘romantisch’ karakter.
Na een opgewonden openingsdeel en een levendig Scherzo volgt een langzaam lyrisch Andante. Dit wordt beheerst door een betoverende melodie van de eerste viool die uitstijgt boven een gelijkblijvend ostinato van de overige instrumenten. Tot slot komen de stemmen in een koraal samen. Energiek, ja opgejaagd presenteert zich de finale. Daarin keert Mendelssohn terug naar de sombere begintoonsoort e klein. In het verloop van het deel lijkt het alsof de componist naar een optimistisch, euforisch slot toewerkt. Maar uiteindelijk trekt hij een krachtige en orkestraal aandoende slotstreep. In mineur.
Felix Mendelssohn werd beschouwd als de Mozart van de negentiende eeuw. Het leek of ‘de Gelukkige’, zoals hij ook op grond van zijn voornaam werd genoemd, alles in de schoot geworpen kreeg. Het gezin Mendelssohn was een welvarende, kosmopolitisch georiënteerde en kunstzinnige Duits-joodse familie, die de talenten van zoon Felix altijd stimuleerde. Reeds als vijfjarige kreeg de jongen pianoles van zijn moeder. Hij werd meegenomen naar Parijs en Weimar met daaraan verbonden een bezoek aan Goethe. In hun Berlijnse villa ontvingen de Mendelssohns de grootheden van hun tijd, de zondagconcerten in hun tuinhuis waren legendarisch. Felix ontwikkelde zich tot een uitstekend pianist, hij componeerde, las veel, tekende en maakte kunstreizen naar Italië en Engeland. Hij was een romanticus pur sang.
In hun Berlijnse villa ontvingen de Mendelssohns de grootheden van hun tijd
In de Romantiek en de empfindsame Biedermeiertijd stonden poëzie, beeldende pianostukken en liederen op de voorgrond. Zo ook in het oeuvre van Mendelssohn en bijvoorbeeld zijn collega Robert Schumann. Nog altijd zijn Mendelssohns fameuze Lieder ohne Worte voor piano populairder dan zijn symfonieën, net als zijn zes strijkkwartetten, waarvan het vierde vandaag klinkt. Daarin knoopt de componist aan bij de klassieke traditie van Ludwig van Beethoven. Toch heeft het kwartet een poëtisch-dramatisch, ‘romantisch’ karakter.
Na een opgewonden openingsdeel en een levendig Scherzo volgt een langzaam lyrisch Andante. Dit wordt beheerst door een betoverende melodie van de eerste viool die uitstijgt boven een gelijkblijvend ostinato van de overige instrumenten. Tot slot komen de stemmen in een koraal samen. Energiek, ja opgejaagd presenteert zich de finale. Daarin keert Mendelssohn terug naar de sombere begintoonsoort e klein. In het verloop van het deel lijkt het alsof de componist naar een optimistisch, euforisch slot toewerkt. Maar uiteindelijk trekt hij een krachtige en orkestraal aandoende slotstreep. In mineur.
Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791)
Strijkkwartet in Es groot
Het Strijkkwartet in Es groot, KV 428 van Wolfgang Amadeus Mozart behoort tot de zes zogenoemde Haydn-kwartetten die ontstaan in de eerste helft van de jaren tachtig van de achttiende eeuw. Mozart woont reeds enkele jaren in Wenen, hij is eind twintig. De kwartetten zijn opgedragen aan zijn bewonderde leermeester Joseph Haydn. ‘Papa Haydn’, zoals Mozart zijn oudere collega noemde, voelde zich vereerd, want de bewondering was wederzijds.
Mozart schreef in zijn leven tientallen kwartetten, kwintetten en divertimento’s, waarmee hij beantwoordde aan de grote vraag naar huismuziek in met name adellijke kringen. Anders dan vaak wordt aangenomen waren dat niet voornamelijk ‘zonnige’ werken, zoals ook blijkt uit dit Strijkkwartet in Es groot. Misschien bij wijze van hommage maakt Mozart in het eerste deel gebruik van een thema van Haydn uit het langzame deel van diens Strijkkwartet opus 20 nr. 1 (1782). Maar bij Mozart, die dit thema omgeeft met chromatische halve tonen, klinkt het iets spannender. Hij is zijn leermeester ontgroeid. Over het algemeen komt het vierdelige kwartet overeen met de toenmalige standaardvormen. In het Menuet, waarin de componist gebruikmaakt van een volksachtig, ‘boers’, aandoend ostinato, en in het afsluitende Allegro vivace, een rondo, openbaart zich Mozarts speelse en onuitputtelijke fantasie.
Het Strijkkwartet in Es groot, KV 428 van Wolfgang Amadeus Mozart behoort tot de zes zogenoemde Haydn-kwartetten die ontstaan in de eerste helft van de jaren tachtig van de achttiende eeuw. Mozart woont reeds enkele jaren in Wenen, hij is eind twintig. De kwartetten zijn opgedragen aan zijn bewonderde leermeester Joseph Haydn. ‘Papa Haydn’, zoals Mozart zijn oudere collega noemde, voelde zich vereerd, want de bewondering was wederzijds.
Mozart schreef in zijn leven tientallen kwartetten, kwintetten en divertimento’s, waarmee hij beantwoordde aan de grote vraag naar huismuziek in met name adellijke kringen. Anders dan vaak wordt aangenomen waren dat niet voornamelijk ‘zonnige’ werken, zoals ook blijkt uit dit Strijkkwartet in Es groot. Misschien bij wijze van hommage maakt Mozart in het eerste deel gebruik van een thema van Haydn uit het langzame deel van diens Strijkkwartet opus 20 nr. 1 (1782). Maar bij Mozart, die dit thema omgeeft met chromatische halve tonen, klinkt het iets spannender. Hij is zijn leermeester ontgroeid. Over het algemeen komt het vierdelige kwartet overeen met de toenmalige standaardvormen. In het Menuet, waarin de componist gebruikmaakt van een volksachtig, ‘boers’, aandoend ostinato, en in het afsluitende Allegro vivace, een rondo, openbaart zich Mozarts speelse en onuitputtelijke fantasie.
Charles Ives (1874-1954)
Eerste strijkkwartet
Charles Ives, de ‘vader’ van de Amerikaanse moderne muziek, bezat eigenschappen die tot op de dag van vandaag in het ‘land van de onbegrensde mogelijkheden’ niet met elkaar in tegenspraak zijn. Hij was een brave burger én rebel, een trouwe patriot én een libertijn. Bovenal was hij doordrongen van de geest van de pioniers. Ives experimenteerde al vroeg met collagetechnieken, polytonaliteit en -metriek, kwarttonen en ruimtelijke opstellingen. Zijn werken weerspiegelen de idealen en tegenstrijdigheden van het burgerlijke Amerika aan het begin van de twintigste eeuw.
In Ives’ muziek trekken de marsen, hymnen en liederen van feestelijke parades en kerkdiensten voorbij, soms gebundeld tot groteske collages en vervormd als in een lachspiegel. Ives’ Strijkkwartet nr. 1 ‘From the Salvation Army’ (‘Leger des Heils’) is gelardeerd met citaten van kerkelijke melodieën. De thema’s van de delen zijn gebaseerd op onder andere Missionary Hymn, From Greenlands Icy Mountains (deel 1), Shining Shore (deel 2, 3 en 4) en Webb (Stand Up, Stand Up for Jesus, deel 4). De melodieën zijn enerzijds ingebed in een klassiek-romantische formele context; in deel 2 komt ook de fugatechniek van Johann Sebastian Bach om de hoek kijken. Anderzijds wijzen de combinaties van twee of meer melodieën vooruit naar Ives’ latere onmiskenbaar eigen collagestijl.
Charles Ives, de ‘vader’ van de Amerikaanse moderne muziek, bezat eigenschappen die tot op de dag van vandaag in het ‘land van de onbegrensde mogelijkheden’ niet met elkaar in tegenspraak zijn. Hij was een brave burger én rebel, een trouwe patriot én een libertijn. Bovenal was hij doordrongen van de geest van de pioniers. Ives experimenteerde al vroeg met collagetechnieken, polytonaliteit en -metriek, kwarttonen en ruimtelijke opstellingen. Zijn werken weerspiegelen de idealen en tegenstrijdigheden van het burgerlijke Amerika aan het begin van de twintigste eeuw.
In Ives’ muziek trekken de marsen, hymnen en liederen van feestelijke parades en kerkdiensten voorbij, soms gebundeld tot groteske collages en vervormd als in een lachspiegel. Ives’ Strijkkwartet nr. 1 ‘From the Salvation Army’ (‘Leger des Heils’) is gelardeerd met citaten van kerkelijke melodieën. De thema’s van de delen zijn gebaseerd op onder andere Missionary Hymn, From Greenlands Icy Mountains (deel 1), Shining Shore (deel 2, 3 en 4) en Webb (Stand Up, Stand Up for Jesus, deel 4). De melodieën zijn enerzijds ingebed in een klassiek-romantische formele context; in deel 2 komt ook de fugatechniek van Johann Sebastian Bach om de hoek kijken. Anderzijds wijzen de combinaties van twee of meer melodieën vooruit naar Ives’ latere onmiskenbaar eigen collagestijl.
Felix Mendelssohn (1809-1847)
Vierde strijkkwartet
Felix Mendelssohn werd beschouwd als de Mozart van de negentiende eeuw. Het leek of ‘de Gelukkige’, zoals hij ook op grond van zijn voornaam werd genoemd, alles in de schoot geworpen kreeg. Het gezin Mendelssohn was een welvarende, kosmopolitisch georiënteerde en kunstzinnige Duits-joodse familie, die de talenten van zoon Felix altijd stimuleerde. Reeds als vijfjarige kreeg de jongen pianoles van zijn moeder. Hij werd meegenomen naar Parijs en Weimar met daaraan verbonden een bezoek aan Goethe. In hun Berlijnse villa ontvingen de Mendelssohns de grootheden van hun tijd, de zondagconcerten in hun tuinhuis waren legendarisch. Felix ontwikkelde zich tot een uitstekend pianist, hij componeerde, las veel, tekende en maakte kunstreizen naar Italië en Engeland. Hij was een romanticus pur sang.
In hun Berlijnse villa ontvingen de Mendelssohns de grootheden van hun tijd
In de Romantiek en de empfindsame Biedermeiertijd stonden poëzie, beeldende pianostukken en liederen op de voorgrond. Zo ook in het oeuvre van Mendelssohn en bijvoorbeeld zijn collega Robert Schumann. Nog altijd zijn Mendelssohns fameuze Lieder ohne Worte voor piano populairder dan zijn symfonieën, net als zijn zes strijkkwartetten, waarvan het vierde vandaag klinkt. Daarin knoopt de componist aan bij de klassieke traditie van Ludwig van Beethoven. Toch heeft het kwartet een poëtisch-dramatisch, ‘romantisch’ karakter.
Na een opgewonden openingsdeel en een levendig Scherzo volgt een langzaam lyrisch Andante. Dit wordt beheerst door een betoverende melodie van de eerste viool die uitstijgt boven een gelijkblijvend ostinato van de overige instrumenten. Tot slot komen de stemmen in een koraal samen. Energiek, ja opgejaagd presenteert zich de finale. Daarin keert Mendelssohn terug naar de sombere begintoonsoort e klein. In het verloop van het deel lijkt het alsof de componist naar een optimistisch, euforisch slot toewerkt. Maar uiteindelijk trekt hij een krachtige en orkestraal aandoende slotstreep. In mineur.
Felix Mendelssohn werd beschouwd als de Mozart van de negentiende eeuw. Het leek of ‘de Gelukkige’, zoals hij ook op grond van zijn voornaam werd genoemd, alles in de schoot geworpen kreeg. Het gezin Mendelssohn was een welvarende, kosmopolitisch georiënteerde en kunstzinnige Duits-joodse familie, die de talenten van zoon Felix altijd stimuleerde. Reeds als vijfjarige kreeg de jongen pianoles van zijn moeder. Hij werd meegenomen naar Parijs en Weimar met daaraan verbonden een bezoek aan Goethe. In hun Berlijnse villa ontvingen de Mendelssohns de grootheden van hun tijd, de zondagconcerten in hun tuinhuis waren legendarisch. Felix ontwikkelde zich tot een uitstekend pianist, hij componeerde, las veel, tekende en maakte kunstreizen naar Italië en Engeland. Hij was een romanticus pur sang.
In hun Berlijnse villa ontvingen de Mendelssohns de grootheden van hun tijd
In de Romantiek en de empfindsame Biedermeiertijd stonden poëzie, beeldende pianostukken en liederen op de voorgrond. Zo ook in het oeuvre van Mendelssohn en bijvoorbeeld zijn collega Robert Schumann. Nog altijd zijn Mendelssohns fameuze Lieder ohne Worte voor piano populairder dan zijn symfonieën, net als zijn zes strijkkwartetten, waarvan het vierde vandaag klinkt. Daarin knoopt de componist aan bij de klassieke traditie van Ludwig van Beethoven. Toch heeft het kwartet een poëtisch-dramatisch, ‘romantisch’ karakter.
Na een opgewonden openingsdeel en een levendig Scherzo volgt een langzaam lyrisch Andante. Dit wordt beheerst door een betoverende melodie van de eerste viool die uitstijgt boven een gelijkblijvend ostinato van de overige instrumenten. Tot slot komen de stemmen in een koraal samen. Energiek, ja opgejaagd presenteert zich de finale. Daarin keert Mendelssohn terug naar de sombere begintoonsoort e klein. In het verloop van het deel lijkt het alsof de componist naar een optimistisch, euforisch slot toewerkt. Maar uiteindelijk trekt hij een krachtige en orkestraal aandoende slotstreep. In mineur.
Biografie
Schumann Quartett, ensemble
De broers Ken, Mark en Erik Schumann maken sinds hun vroege jeugd samen muziek, en hun strijkkwartet wordt gecompleteerd door altviolist Veit Hertenstein. Les hadden ze van Eberhard Feltz en het Alban Berg Quartett.
Pianist Menahem Pressler was een belangrijke mentor, en met hem speelden de strijkers in april 2018 het Pianokwintet van Franck in de Kleine Zaal. Onder de huidige kamermuziekpartners zijn de klarinettisten Sharon Kam, Andreas Ottensamer en Sabine Meyer, pianist Kit Armstrong en cellist Alexey Stadler.
In de afgelopen seizoenen verzorgde het Schumann Quartett een serie in Wigmore Hall in Londen, stond het op festivals als het Mozartfest Würzburg en de Schubertiade Schwarzenberg/Hohenems en maakte het een tournee naar Singapore en Australië.
Hoogtepunten van het huidige seizoen zijn een Amerikaanse tournee en een Beethovencyclus in Suntory Hall in Tokio. Na de bekroonde albums Mozart – Ives – Verdi, Landscapes (Jahrespreis der deutschen Schallplattenkritik) en Intermezzo (Opus Klassik 2018) verscheen in 2020 het Schubert-album Fragment. Bij de honderdste verjaardag van de radio wijdde het Schumann Quartett zich aan muziek van rond 1923.
Het Concertgebouwdebuut van het Schumann Quartett dateert van 2013, en de laatste optredens waren op 2 en 4 maart 2023 met muziek van Mozart, Ives en Mendelssohn.
De kwartetleden bespelen respectievelijk een viool uit 1690 van Joseph Guarneri filius Andrea, een anonieme Italiaanse viool uit de achttiende eeuw, een altviool van de broers Amati uit 1616 en een cello uit 1680 van Giovanni en Francesco Grancino.