Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier
interview

Het Nationaal Kinderkoor bij het Concertgebouworkest

door Henriette Posthuma De Boer
16 aug. 2023 16 augustus 2023

Het Concertgebouworkest werkt regelmatig samen met het Nationaal Kinderkoor – in september in Mahlers Derde symfonie. Wat komt er kijken bij het trainen van zo’n groep jonge talenten? Hoe haal je het beste in hen naar boven? We spreken met artistiek leider Wilma ten Wolde.

  • Nationaal Kinderkoor

    Foto: Irene Verburg

    Nationaal Kinderkoor

    Foto: Irene Verburg

  • Nationaal Kinderkoor

    Foto: Irene Verburg

    Nationaal Kinderkoor

    Foto: Irene Verburg

Aanvankelijk wilde ze psychiater worden, maar ze volgde toch haar hart en koos voor koordirectie. ‘Ik was veertien toen ik lid werd van het Voorburgs Jongerenkoor en meteen het gevoel kreeg thuis te komen’, vertelt Wilma ten Wolde. ‘Muziek, dat was wat ik wilde. Na de middelbare school ging ik muziekwetenschap studeren, maar dat was me te theoretisch. Inmiddels dirigeerde ik al een kamerkoor, ontdekte daar dat ik professioneel koordirigent wilde worden en heb me daarvoor ingeschreven op het Rotterdams Conservatorium.

Je wordt opgeleid om Bachs Matthäus-Passion te dirigeren, maar pas toen ik in Engeland een jongenskoor hoorde zingen, wist ik waar mijn roeping lag: kinderen aan het zingen krijgen. Ik werd zo getroffen door de kwaliteit: ze zongen literatuur, wat in ons land nauwelijks gedaan werd, hier bleef het toch bij populaire lie­djes. Maar daar hoorde ik klassieke muziek op mooie gedichten. En er werd professioneel met de kinderen gewerkt, waar ze duidelijk van genoten. Toen dacht ik: dat moet dus kunnen en daar wil ik me sterk voor maken.’

‘Een derde van al onze zangers zijn jongens of mannen en daar zijn we heel trots op.’

Het Nationaal Kinderkoor was in 1998 opgericht door Silvère van Lieshout. Tien jaar later werd hij opgevolgd door Wilma ten Wolde, die als directeur van de Stichting Vocaal Talent Nederland het zangaanbod voor kinderen en jongeren verder ontwikkelde en uitbouwde tot ruim 200 vocalisten, verdeeld over verschillende koren. Behalve aan het Nationaal Kinderkoor (11 t/m 15 jaar), biedt de stichting ook onderdak aan het Nationaal ­Vrouwen Jeugdkoor (16 t/m 29 jaar, begin dit jaar onderscheiden met de Concertgebouw Young Talent Award), het Nationaal Gemengd Jeugdkoor (16 t/m 29 jaar) en het Nationaal Jongenskoor (10 jaar tot de stemmutatie), dat onder leiding staat van Irene Verburg, die ook vocal coach is van de andere koren. Jongere kinderen, vanaf 6 jaar, de junioren, zijn welkom in speciale opleidingsklassen.

‘Het jongenskoor kwam er omdat bleek dat jongens toch liever met elkaar zingen. Afhankelijk van hun achtergrond, en of ze muziekles op school hebben of niet, ervaren ze zingen soms als niet stoer. Een collega maakte me ooit attent op een heel muzikale jongen, acht jaar oud, met een prachtige stem. Hij heeft een keer meegezongen, maar kwam daarna nooit meer terug. Bleek dat hij het op school had verteld en toen enorm gepest werd. Dat zegt iets over de cultuur in de klas en het gebrek aan goede muziek­lessen op de scholen. Een derde van al onze zangers zijn jongens of mannen en daar zijn we heel trots op. Het kinderkoor dat bij het Concertgebouworkest in Mahlers Derde symfonie zingt, bestaat toevallig alleen uit meisjes.’

Aanvankelijk wilde ze psychiater worden, maar ze volgde toch haar hart en koos voor koordirectie. ‘Ik was veertien toen ik lid werd van het Voorburgs Jongerenkoor en meteen het gevoel kreeg thuis te komen’, vertelt Wilma ten Wolde. ‘Muziek, dat was wat ik wilde. Na de middelbare school ging ik muziekwetenschap studeren, maar dat was me te theoretisch. Inmiddels dirigeerde ik al een kamerkoor, ontdekte daar dat ik professioneel koordirigent wilde worden en heb me daarvoor ingeschreven op het Rotterdams Conservatorium.

Je wordt opgeleid om Bachs Matthäus-Passion te dirigeren, maar pas toen ik in Engeland een jongenskoor hoorde zingen, wist ik waar mijn roeping lag: kinderen aan het zingen krijgen. Ik werd zo getroffen door de kwaliteit: ze zongen literatuur, wat in ons land nauwelijks gedaan werd, hier bleef het toch bij populaire lie­djes. Maar daar hoorde ik klassieke muziek op mooie gedichten. En er werd professioneel met de kinderen gewerkt, waar ze duidelijk van genoten. Toen dacht ik: dat moet dus kunnen en daar wil ik me sterk voor maken.’

‘Een derde van al onze zangers zijn jongens of mannen en daar zijn we heel trots op.’

Het Nationaal Kinderkoor was in 1998 opgericht door Silvère van Lieshout. Tien jaar later werd hij opgevolgd door Wilma ten Wolde, die als directeur van de Stichting Vocaal Talent Nederland het zangaanbod voor kinderen en jongeren verder ontwikkelde en uitbouwde tot ruim 200 vocalisten, verdeeld over verschillende koren. Behalve aan het Nationaal Kinderkoor (11 t/m 15 jaar), biedt de stichting ook onderdak aan het Nationaal ­Vrouwen Jeugdkoor (16 t/m 29 jaar, begin dit jaar onderscheiden met de Concertgebouw Young Talent Award), het Nationaal Gemengd Jeugdkoor (16 t/m 29 jaar) en het Nationaal Jongenskoor (10 jaar tot de stemmutatie), dat onder leiding staat van Irene Verburg, die ook vocal coach is van de andere koren. Jongere kinderen, vanaf 6 jaar, de junioren, zijn welkom in speciale opleidingsklassen.

‘Het jongenskoor kwam er omdat bleek dat jongens toch liever met elkaar zingen. Afhankelijk van hun achtergrond, en of ze muziekles op school hebben of niet, ervaren ze zingen soms als niet stoer. Een collega maakte me ooit attent op een heel muzikale jongen, acht jaar oud, met een prachtige stem. Hij heeft een keer meegezongen, maar kwam daarna nooit meer terug. Bleek dat hij het op school had verteld en toen enorm gepest werd. Dat zegt iets over de cultuur in de klas en het gebrek aan goede muziek­lessen op de scholen. Een derde van al onze zangers zijn jongens of mannen en daar zijn we heel trots op. Het kinderkoor dat bij het Concertgebouworkest in Mahlers Derde symfonie zingt, bestaat toevallig alleen uit meisjes.’

  • Wilma ten Wolde

    Wilma ten Wolde

  • Wilma ten Wolde

    Wilma ten Wolde

‘Met kinderstemmen kun je als zangdocent heel veel kanten op: je kunt een voller of lichter stemgebruik ontwikkelen, zoals in Engeland, waar veel met kopstem wordt gezongen. Hoe jong de kinderen ook zijn, hun stemmen verschillen sterk in kleur en kwaliteit: ze vormen als het ware een bont boeket: de een is meer een ­viooltje, de ander een lelie, of een roos. Onze vocal coach Irene Verburg is nauw betrokken bij de ontwikkeling van de stem – in welke ligging klinkt die het meest natuurlijk? Heel belangrijk, want dat is de ligging waarin de zangers zich muzikaal het best kunnen uiten. Dat bepaalt ook hun plaats in het koor: bij de alten of bij de sopranen.

Elk half jaar bekijken we samen of de indeling nog klopt, en of het misschien niet beter zou zijn van partij te wisselen. Behalve zangles krijgen de kinderen ook onderwijs in solfège, met muzikale spelletjes, zang en dans en van blad zingen. En sinds mijn samenwerking met de Deense professor Inge Ma­rstal, die heel fysiek met kinderen werkt, letten we ook extra goed op hun motoriek. Kinderen genieten van het samen zingen, maar er wordt wel wat van ze gevraagd: zoals van blad kunnen lezen en in vreemde talen zingen. Daarvoor werken we met native speakers die de tekst inspreken, zodat de kinderen zelf kunnen oefenen.’

‘Als je kinderen mooie muziek aanbiedt, hoe moeilijk soms ook, blijkt dat ze er enorm van kunnen genieten’

‘Onze zangers komen uit alle delen van het land en er zijn tien locaties waar ze lessen kunnen volgen. We werken volgens een vast repetitieschema en komen eens in de maand voor een gezamenlijke repetitiedag bij elkaar. Het repertoire hangt af van de uitnodigingen die we krijgen, zoals deze Mahlersymfonie of, heel vaak, de Matthäus-Passion, maar ook van de concerten die we in eigen beheer organiseren. Kinderen zijn heel puur en open, als je ze mooie muziek aanbiedt, hoe moeilijk soms ook, blijkt dat ze er enorm van kunnen genieten.

Een groot aantal musici is hun carrière begonnen in een van onze koren: Lucie Horsch, Nora Fischer, zangers uit het Nederlands Kamerkoor en uit Cappella Amsterdam.’

‘Het gaat goed met onze koren, er is geen gebrek aan kinderen die graag klassieke muziek zingen, maar er is wel een tekort aan vakmensen die dat op hoog niveau kunnen ontwikkelen. Op alle scholen zou dan ook goed muziek­onderwijs moeten zijn. In muziek kunnen kinderen zich uitdrukken en vergeet niet: ze zijn ook nog eens het publiek van de toekomst. Mijn missie is kinderen vertrouwd te maken met de schoonheid van alles: de natuur, het leven, en vooral de muziek.’

Meer weten over Mahlers Derde symfonie? Bekijk de infographic hier.

‘Met kinderstemmen kun je als zangdocent heel veel kanten op: je kunt een voller of lichter stemgebruik ontwikkelen, zoals in Engeland, waar veel met kopstem wordt gezongen. Hoe jong de kinderen ook zijn, hun stemmen verschillen sterk in kleur en kwaliteit: ze vormen als het ware een bont boeket: de een is meer een ­viooltje, de ander een lelie, of een roos. Onze vocal coach Irene Verburg is nauw betrokken bij de ontwikkeling van de stem – in welke ligging klinkt die het meest natuurlijk? Heel belangrijk, want dat is de ligging waarin de zangers zich muzikaal het best kunnen uiten. Dat bepaalt ook hun plaats in het koor: bij de alten of bij de sopranen.

Elk half jaar bekijken we samen of de indeling nog klopt, en of het misschien niet beter zou zijn van partij te wisselen. Behalve zangles krijgen de kinderen ook onderwijs in solfège, met muzikale spelletjes, zang en dans en van blad zingen. En sinds mijn samenwerking met de Deense professor Inge Ma­rstal, die heel fysiek met kinderen werkt, letten we ook extra goed op hun motoriek. Kinderen genieten van het samen zingen, maar er wordt wel wat van ze gevraagd: zoals van blad kunnen lezen en in vreemde talen zingen. Daarvoor werken we met native speakers die de tekst inspreken, zodat de kinderen zelf kunnen oefenen.’

‘Als je kinderen mooie muziek aanbiedt, hoe moeilijk soms ook, blijkt dat ze er enorm van kunnen genieten’

‘Onze zangers komen uit alle delen van het land en er zijn tien locaties waar ze lessen kunnen volgen. We werken volgens een vast repetitieschema en komen eens in de maand voor een gezamenlijke repetitiedag bij elkaar. Het repertoire hangt af van de uitnodigingen die we krijgen, zoals deze Mahlersymfonie of, heel vaak, de Matthäus-Passion, maar ook van de concerten die we in eigen beheer organiseren. Kinderen zijn heel puur en open, als je ze mooie muziek aanbiedt, hoe moeilijk soms ook, blijkt dat ze er enorm van kunnen genieten.

Een groot aantal musici is hun carrière begonnen in een van onze koren: Lucie Horsch, Nora Fischer, zangers uit het Nederlands Kamerkoor en uit Cappella Amsterdam.’

‘Het gaat goed met onze koren, er is geen gebrek aan kinderen die graag klassieke muziek zingen, maar er is wel een tekort aan vakmensen die dat op hoog niveau kunnen ontwikkelen. Op alle scholen zou dan ook goed muziek­onderwijs moeten zijn. In muziek kunnen kinderen zich uitdrukken en vergeet niet: ze zijn ook nog eens het publiek van de toekomst. Mijn missie is kinderen vertrouwd te maken met de schoonheid van alles: de natuur, het leven, en vooral de muziek.’

Meer weten over Mahlers Derde symfonie? Bekijk de infographic hier.

Dit artikel wordt u gratis aangeboden door Preludium. Meer lezen? Abonneer dan nu.