Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier
achtergrond

Hazes’ hits

door Lonneke Tausch
27 aug. 2019 27 augustus 2019

André Hazes zong één keer in Het Concertgebouw, op 28 december 1982. Dit legendarisch geworden concert verdient een ode.

De bioscoopfilm Bloed, zweet en tranen (2015) – met in de hoofdrol Martijn Fischer – laat je voelen hoe het in 1982 daar in die Grote Zaal moet zijn geweest voor André Hazes: 31 jaar oud, voor een deinend publiek, eindelijk op de magische plek waar hij als Amsterdams jongetje zijn eigen idolen had bewonderd. Eerder kroop Martijn Fischer ook al in de huid van André Hazes, voor de musical Zij gelooft in mij (2012-15). Op maandagavond 23 september trapt Hazes-vertolker Fischer zijn nieuwe Hazes-tournee af op de plek waar de echte Hazes in 1982 de lange trap naar het podium afdaalde.

De bioscoopfilm Bloed, zweet en tranen (2015) – met in de hoofdrol Martijn Fischer – laat je voelen hoe het in 1982 daar in die Grote Zaal moet zijn geweest voor André Hazes: 31 jaar oud, voor een deinend publiek, eindelijk op de magische plek waar hij als Amsterdams jongetje zijn eigen idolen had bewonderd. Eerder kroop Martijn Fischer ook al in de huid van André Hazes, voor de musical Zij gelooft in mij (2012-15). Op maandagavond 23 september trapt Hazes-vertolker Fischer zijn nieuwe Hazes-tournee af op de plek waar de echte Hazes in 1982 de lange trap naar het podium afdaalde.

  • André Hazes op de Albert Cuypmarkt in Amsterdam (22 oktober 1959)

    foto: Henk Blansjaar

    André Hazes op de Albert Cuypmarkt in Amsterdam (22 oktober 1959)

    foto: Henk Blansjaar

  • André Hazes op de Albert Cuypmarkt in Amsterdam (22 oktober 1959)

    foto: Henk Blansjaar

    André Hazes op de Albert Cuypmarkt in Amsterdam (22 oktober 1959)

    foto: Henk Blansjaar

Het repertoire van de volkszanger uit De Pijp is geënt op het Amsterdamse levenslied. Met zijn kenmerkende heldere tenor en zijn vaak sentimentele nummers op eenvoudige maar rake teksten bereikte Hazes een miljoenenpubliek. Onder zijn grootste hits zijn Een beetje verliefd (1981), Ik meen ’t (1985), de voetbalhymne Wij houden van Oranje (1988), Kleine jongen (1990), Bloed, zweet en tranen (2002) en Zij gelooft in mij (1981; in 2004 postuum alsnog op één).

Hazes’ doorbraak liet even op zich wachten. Hij had betrekkingen als – onder meer en in alfabetische volgorde – bloemenbezorger, boekbinder, bouwvakker, diskjockey, fabrieksarbeider, fietsenmaker, kelner, marktkoopman, matroos, schoorsteenveger en slagersknecht. Als zingende barman van buurtkroeg De Krommerdt in Amsterdam-West bracht hij in 1976 met hulp van Willy Alberti de single Eenzame Kerst uit – vergezeld van een videoclip die was opgenomen in datzelfde café. Het werd Hazes’ eerste hit, gevolgd door Mamma en De vlieger. In 1981 werd het groeiende succes aangewakkerd door een Zilveren Harp.

Minstens 300 verschillende nummers zou Hazes uitbrengen, op 36 albums (exclusief compilatie-cd’s). Ook zijn optreden in Het Concertgebouw kwam in de loop der tijd beschikbaar op plaat, cd en dvd. Grote the­ma’s als liefde en eenzaamheid werden door Hazes bezongen, geliefd zijn zijn vele liedjes over het alledaagse leven. Fischer: ‘Wat Hazes zo bijzonder maakte is moeilijk in woorden te vatten of uit te leggen maar wel voelbaar. Heel veel mensen zijn dol op zijn muziek en bewonderen hem als mens. Toch bleef hij een zoekende man die voorafgaand aan elk optreden zijn faalangst moest overwinnen. Van de zingende barkeeper tot een fenomeen. Een grootheid van 1,68 meter wiens muziek troost geeft en verbroedert.’  

Wat is een smartlap?

Het woord ‘smartlap’ als ironische aanduiding voor het levenslied kwam pas in de jaren 1960 in zwang en is verwant aan het Duitse ‘Schmachtlappen’, dat zwijmelaar betekent (of letterlijk: smachtlap). In de katholieke liturgie is een smartlap een vastendoek, een doek met afbeeldingen van de kruisweg en de kruisiging van Jezus waarmee in de passietijd het altaar wordt afgedekt.

Blues 

De eerste keer dat André Hazes in Het Concertgebouw kwam, hij was een jaar of acht, was hij naar binnen geglipt onder de lange regenjas van buurjongen Karel. Hazes in een Volkskrant-interview uit 1997: ‘Muddy Waters zat tegenover me op een kruk. Als ik mijn ogen dichtdoe, zie ik hem nog zo voor me. […] Het droevige, het leven en de waarheid.’

Het beeld van die zwarte man die zong over zijn eigen leven – hij zou het nooit meer vergeten, de blues had hem te pakken. Vele jaren later zette André Hazes een bluesbrother-hoed op en een zonnebril en liet hij een ringbaardje staan. ‘Ik denk dat ik droefheid en ellende van me afschrijf. Je kunt wel naar de psychiater gaan, maar met zingen heb je meteen een hoger (sic) bereik.’

Amsterdam 

André Hazes werd op 30 juni 1951 geboren in het Wilhelmina Gasthuis in de Eerste Helmersstraat. Het gezin met vijf jongens en een meisje woonde in de Gerard Doustraat, driehoog op nummer 67. Als klein jochie zingend op de Albert Cuypmarkt – middenin De Pijp, op een steenworp afstand van zijn geboortehuis – werd hij op Bevrijdingsdag 1959 ontdekt door Johnny Kraaykamp sr..

Deze zorgde al snel voor een tv-optreden in Avro’s Weekendshow, maar met de single Droomschip brak de kleine André toch niet door als kindsterretje. Toch beschouwde de zanger zelf later zijn straatoptredens als de bakermat van zijn succes. Op diezelfde Albert Cuyp werd op 23 september 2005 een standbeeld van André Hazes onthuld, precies een jaar na zijn overlijden. De uitvaartceremonie had plaatsgevonden in een bomvolle Amsterdam ArenA, waar de Amsterdammer in 2003 zijn zilveren jubileum had gevierd.

Het repertoire van de volkszanger uit De Pijp is geënt op het Amsterdamse levenslied. Met zijn kenmerkende heldere tenor en zijn vaak sentimentele nummers op eenvoudige maar rake teksten bereikte Hazes een miljoenenpubliek. Onder zijn grootste hits zijn Een beetje verliefd (1981), Ik meen ’t (1985), de voetbalhymne Wij houden van Oranje (1988), Kleine jongen (1990), Bloed, zweet en tranen (2002) en Zij gelooft in mij (1981; in 2004 postuum alsnog op één).

Hazes’ doorbraak liet even op zich wachten. Hij had betrekkingen als – onder meer en in alfabetische volgorde – bloemenbezorger, boekbinder, bouwvakker, diskjockey, fabrieksarbeider, fietsenmaker, kelner, marktkoopman, matroos, schoorsteenveger en slagersknecht. Als zingende barman van buurtkroeg De Krommerdt in Amsterdam-West bracht hij in 1976 met hulp van Willy Alberti de single Eenzame Kerst uit – vergezeld van een videoclip die was opgenomen in datzelfde café. Het werd Hazes’ eerste hit, gevolgd door Mamma en De vlieger. In 1981 werd het groeiende succes aangewakkerd door een Zilveren Harp.

Minstens 300 verschillende nummers zou Hazes uitbrengen, op 36 albums (exclusief compilatie-cd’s). Ook zijn optreden in Het Concertgebouw kwam in de loop der tijd beschikbaar op plaat, cd en dvd. Grote the­ma’s als liefde en eenzaamheid werden door Hazes bezongen, geliefd zijn zijn vele liedjes over het alledaagse leven. Fischer: ‘Wat Hazes zo bijzonder maakte is moeilijk in woorden te vatten of uit te leggen maar wel voelbaar. Heel veel mensen zijn dol op zijn muziek en bewonderen hem als mens. Toch bleef hij een zoekende man die voorafgaand aan elk optreden zijn faalangst moest overwinnen. Van de zingende barkeeper tot een fenomeen. Een grootheid van 1,68 meter wiens muziek troost geeft en verbroedert.’  

Wat is een smartlap?

Het woord ‘smartlap’ als ironische aanduiding voor het levenslied kwam pas in de jaren 1960 in zwang en is verwant aan het Duitse ‘Schmachtlappen’, dat zwijmelaar betekent (of letterlijk: smachtlap). In de katholieke liturgie is een smartlap een vastendoek, een doek met afbeeldingen van de kruisweg en de kruisiging van Jezus waarmee in de passietijd het altaar wordt afgedekt.

Blues 

De eerste keer dat André Hazes in Het Concertgebouw kwam, hij was een jaar of acht, was hij naar binnen geglipt onder de lange regenjas van buurjongen Karel. Hazes in een Volkskrant-interview uit 1997: ‘Muddy Waters zat tegenover me op een kruk. Als ik mijn ogen dichtdoe, zie ik hem nog zo voor me. […] Het droevige, het leven en de waarheid.’

Het beeld van die zwarte man die zong over zijn eigen leven – hij zou het nooit meer vergeten, de blues had hem te pakken. Vele jaren later zette André Hazes een bluesbrother-hoed op en een zonnebril en liet hij een ringbaardje staan. ‘Ik denk dat ik droefheid en ellende van me afschrijf. Je kunt wel naar de psychiater gaan, maar met zingen heb je meteen een hoger (sic) bereik.’

Amsterdam 

André Hazes werd op 30 juni 1951 geboren in het Wilhelmina Gasthuis in de Eerste Helmersstraat. Het gezin met vijf jongens en een meisje woonde in de Gerard Doustraat, driehoog op nummer 67. Als klein jochie zingend op de Albert Cuypmarkt – middenin De Pijp, op een steenworp afstand van zijn geboortehuis – werd hij op Bevrijdingsdag 1959 ontdekt door Johnny Kraaykamp sr..

Deze zorgde al snel voor een tv-optreden in Avro’s Weekendshow, maar met de single Droomschip brak de kleine André toch niet door als kindsterretje. Toch beschouwde de zanger zelf later zijn straatoptredens als de bakermat van zijn succes. Op diezelfde Albert Cuyp werd op 23 september 2005 een standbeeld van André Hazes onthuld, precies een jaar na zijn overlijden. De uitvaartceremonie had plaatsgevonden in een bomvolle Amsterdam ArenA, waar de Amsterdammer in 2003 zijn zilveren jubileum had gevierd.

Dit artikel wordt u gratis aangeboden door Preludium. Meer lezen? Abonneer dan nu.