Elvis leeft en Beethoven is God
door Anne Stuart 26 dec. 2018 26 december 2018
Het Japanse popidool Hatsune Miku heeft zo’n 50.000 liedjes op haar naam staan. Haar tour door de Verenigde Staten was compleet uitverkocht, ze deelde het podium met Pharrell Williams en trad onlangs in het huwelijk. Maar Hatsune Miku bestaat niet. Ze is een stukje software.
In december vond in Amsterdam een congres over ‘imaginaire musici’ plaats. Op het programma: immer populaire imitaties van Elvis en Diana Ross, postmortale heldenverering van Bowie en Prince, holografische supersterren als Hatsune Miku, religieuze cults rondom Michael Jackson (michaeling) en superman Beethoven. Alle sprekers wijzen in één richting: om een muziekidool te zijn maakt het blijkbaar niet uit of je bestaat. Of leeft.
In december vond in Amsterdam een congres over ‘imaginaire musici’ plaats. Op het programma: immer populaire imitaties van Elvis en Diana Ross, postmortale heldenverering van Bowie en Prince, holografische supersterren als Hatsune Miku, religieuze cults rondom Michael Jackson (michaeling) en superman Beethoven. Alle sprekers wijzen in één richting: om een muziekidool te zijn maakt het blijkbaar niet uit of je bestaat. Of leeft.
Tussen de onderwerpen prijken prikkelende voorbeelden van ondode supersterren in de klassieke muziek. Beethoven bijvoorbeeld is al lang niet meer onder ons, maar aan zijn imago boetseren we nog steeds. Boeken, concerten en films – een van de sprekers gaat in op Stanley Kubricks A Clockwork Orange – scheppen zijn karakter opnieuw en opnieuw. De lezing They All Fell to Quarrelling Over Tchaikovsky behandelt wijdverspreide geruchten over Tsjaikovski’s geaardheid, die al kort na zijn dood een eigen leven zijn gaan leiden in uiteenlopende sociale kringen.
Pas een paar maanden na Joyce Hatto’s dood bleken alle opnamen gekopieerd
Misschien het meest absurd is de zaak Joyce Hatto: een matig bekende pianiste die op latere leeftijd – toen haar carrière eigenlijk al voorbij was – plots in honderden fantastische opnamen verscheen. Op het hoogtepunt van de hype beschreef The Boston Globe haar als ‘The greatest living pianist that almost no one has ever heard of’. Pas een paar maanden na Hatto’s dood in 2006 bleken alle opnamen gekopieerd van collega-pianisten, compleet met frauduleuze aanbevelingen van grootheden die al niet meer in leven waren. Fake news.
En wat te denken van de Britse cafetariamedewerkster Rosemary Brown die op paranormale wijze wonderschone composities van Liszt ingefluisterd kreeg? Ook hier hebben we geen levende Liszt meer nodig. Tijd voor een hologram.
Tussen de onderwerpen prijken prikkelende voorbeelden van ondode supersterren in de klassieke muziek. Beethoven bijvoorbeeld is al lang niet meer onder ons, maar aan zijn imago boetseren we nog steeds. Boeken, concerten en films – een van de sprekers gaat in op Stanley Kubricks A Clockwork Orange – scheppen zijn karakter opnieuw en opnieuw. De lezing They All Fell to Quarrelling Over Tchaikovsky behandelt wijdverspreide geruchten over Tsjaikovski’s geaardheid, die al kort na zijn dood een eigen leven zijn gaan leiden in uiteenlopende sociale kringen.
Pas een paar maanden na Joyce Hatto’s dood bleken alle opnamen gekopieerd
Misschien het meest absurd is de zaak Joyce Hatto: een matig bekende pianiste die op latere leeftijd – toen haar carrière eigenlijk al voorbij was – plots in honderden fantastische opnamen verscheen. Op het hoogtepunt van de hype beschreef The Boston Globe haar als ‘The greatest living pianist that almost no one has ever heard of’. Pas een paar maanden na Hatto’s dood in 2006 bleken alle opnamen gekopieerd van collega-pianisten, compleet met frauduleuze aanbevelingen van grootheden die al niet meer in leven waren. Fake news.
En wat te denken van de Britse cafetariamedewerkster Rosemary Brown die op paranormale wijze wonderschone composities van Liszt ingefluisterd kreeg? Ook hier hebben we geen levende Liszt meer nodig. Tijd voor een hologram.