De oorsprong van muziek
door Erwin Roebroeks 09 dec. 2020 09 december 2020
De wetenschap staat nooit stil – ook in de muziek niet. In Preludium duiken we de nieuwste onderzoeken op. Deze maand: waar komt de muziek eigenlijk vandaan?
Dat is een hondsmoeilijke vraag. Het nadeel van muzikale klanken is namelijk dat ze niet fossiliseren. Daarom is er, voordat het schrift zijn intrede doet, weinig tastbaar bewijs voorhanden. Wat het onderzoek extra moeilijk maakt, is dat geluid nog vele andere functies vervult dan muziek.
Dat is een hondsmoeilijke vraag. Het nadeel van muzikale klanken is namelijk dat ze niet fossiliseren. Daarom is er, voordat het schrift zijn intrede doet, weinig tastbaar bewijs voorhanden. Wat het onderzoek extra moeilijk maakt, is dat geluid nog vele andere functies vervult dan muziek.
Geluid lijkt een belangrijke waarschuwingsfunctie te vervullen: denk aan een tsunami, een lawine of een brullende leeuw.
Centraal in de oorsprongsvraag van muziek staat de betekenis(verlening) van muzikaal geluid. Het is aannemelijk dat het niet-muzikale betekenisvolle geluid eerder bestond dan de muzikale variant. Sterker, het is waarschijnlijk dat muziek een relatief recent fenomeen in de ontwikkeling van het genus Homo is; de oudste gedateerde muziekinstrumenten, in Duitsland gevonden fluiten, zijn slechts 40.000 jaar oud. Omdat mens en dier vooral instinctief lijken te reageren op bepaalde harde en zachte geluiden – dat wil zeggen: op mogelijke aankondigers van gevaar – lijkt geluid een belangrijke waarschuwingsfunctie te vervullen. Denk aan een tsunami, een lawine of een brullende leeuw. De instinctieve reactie is dan: wegwezen! Maar ook het zachte of nauwelijks hoorbare geluid kan een signaal van mogelijke bedreiging zijn, omdat de veroorzaker van het geluid, zoals een slang, de prooi zo geluidloos mogelijk probeert te benaderen. Andersom kan de mens op dat soort geluiden afgaan om prooi te vinden.
Omdat deze geluiden niet intentioneel zijn, is er hier geen sprake van geluid als communicatie. Dat is wel het geval bij sommige niet-menselijke primaten, zoals de resusaap en de groene meerkat, die zich bedienen van verschillende kreten om te waarschuwen voor verschillende roofdieren. Daarmee bedienen zij zich van semantiek. Bij de menselijke taal – dat wil zeggen een vertaalbaar tekensysteem – worden klanken in een bepaalde volgorde en infrastructuur geplaatst, die van taal tot taal verschilt. De menselijke taal vertoont daarmee trekken van muziek, met dit verschil, dat muziek niet te vertalen is. En dan zijn er ook nog aanwijzingen dat muziek niet exclusief menselijk is.
Gezegend is degene die binnen deze veelheid aan functies – geluid als waarschuwing, als communicatie en als taal – kan vaststellen hoe en in reactie op welke omgevingsfactoren de muzikale capaciteiten van de mens zich hebben kunnen ontwikkelen. Zelfs bij de als muziekinstrumenten vastgestelde fluiten weten we niet waartoe de gespeelde muziek diende. Gelukkig kan het ook nog zo zijn dat muziek enkel een toevallig bijproduct van de evolutie is. Dat er zingeving valt te putten uit iets dat mogelijk zinloos is, is een van de wonderen van de evolutie.
Geluid lijkt een belangrijke waarschuwingsfunctie te vervullen: denk aan een tsunami, een lawine of een brullende leeuw.
Centraal in de oorsprongsvraag van muziek staat de betekenis(verlening) van muzikaal geluid. Het is aannemelijk dat het niet-muzikale betekenisvolle geluid eerder bestond dan de muzikale variant. Sterker, het is waarschijnlijk dat muziek een relatief recent fenomeen in de ontwikkeling van het genus Homo is; de oudste gedateerde muziekinstrumenten, in Duitsland gevonden fluiten, zijn slechts 40.000 jaar oud. Omdat mens en dier vooral instinctief lijken te reageren op bepaalde harde en zachte geluiden – dat wil zeggen: op mogelijke aankondigers van gevaar – lijkt geluid een belangrijke waarschuwingsfunctie te vervullen. Denk aan een tsunami, een lawine of een brullende leeuw. De instinctieve reactie is dan: wegwezen! Maar ook het zachte of nauwelijks hoorbare geluid kan een signaal van mogelijke bedreiging zijn, omdat de veroorzaker van het geluid, zoals een slang, de prooi zo geluidloos mogelijk probeert te benaderen. Andersom kan de mens op dat soort geluiden afgaan om prooi te vinden.
Omdat deze geluiden niet intentioneel zijn, is er hier geen sprake van geluid als communicatie. Dat is wel het geval bij sommige niet-menselijke primaten, zoals de resusaap en de groene meerkat, die zich bedienen van verschillende kreten om te waarschuwen voor verschillende roofdieren. Daarmee bedienen zij zich van semantiek. Bij de menselijke taal – dat wil zeggen een vertaalbaar tekensysteem – worden klanken in een bepaalde volgorde en infrastructuur geplaatst, die van taal tot taal verschilt. De menselijke taal vertoont daarmee trekken van muziek, met dit verschil, dat muziek niet te vertalen is. En dan zijn er ook nog aanwijzingen dat muziek niet exclusief menselijk is.
Gezegend is degene die binnen deze veelheid aan functies – geluid als waarschuwing, als communicatie en als taal – kan vaststellen hoe en in reactie op welke omgevingsfactoren de muzikale capaciteiten van de mens zich hebben kunnen ontwikkelen. Zelfs bij de als muziekinstrumenten vastgestelde fluiten weten we niet waartoe de gespeelde muziek diende. Gelukkig kan het ook nog zo zijn dat muziek enkel een toevallig bijproduct van de evolutie is. Dat er zingeving valt te putten uit iets dat mogelijk zinloos is, is een van de wonderen van de evolutie.