De bijzondere bazuinen van operahuis La Scala
door Lonneke Tausch 22 aug. 2023 22 augustus 2023
Het orkest van operahuis La Scala neemt een paar bijzondere instrumenten mee voor de seizoensopening. Dat moesten we zien! Hoofdredacteur Lonneke Tausch reisde af naar Milaan.
Foto’s: Dominique Slegers en Lonneke Tausch | Klik op de foto’s voor een grotere versie.
Milaan ademt opera, geen enkel operahuis staat dichter bij Giuseppe Verdi dan La Scala. Een geval apart is Aida: La Scala presenteerde dan wel de Europese première op 8 februari 1872, maar de allereerste uitvoering was op 24 december 1871 in Caïro. Opdrachtgever was de Egyptische onderkoning Ismail Pasha, die daar het eerste operatheater van Afrika had laten bouwen. Verdi was razend populair, en binnen een paar jaar zou zijn Egyptische opera de wereld over gaan (1873 Buenos Aires en New York; 1874 Berlijn en Wenen; 1875 Boedapest; 1876 Parijs en Londen; 1877 Melbourne).
Egypte was hot: de hiërogliefen werden ontcijferd, Egyptische motieven sierden juwelen, serviezen en mode, in 1869 was het Suezkanaal in gebruik genomen. Een van de eerste professionele egyptologen, de Fransman Auguste Mariette, werd geraadpleegd voor het verhaal van Aida, over liefdesverwikkelingen (tussen de tot slaaf gemaakte Ethiopische prinses Aida, de Egyptische legerkapitein Radamès en faraodochter Amneris) en vaderlandsliefde. Karakteristiek is de Triomfmars uit de massascène ‘Gloria all’Egitto’, met in de banda [bühne-orkest, red.] een glansrol voor zes ‘Aida-trompetten’.
Die couleur locale is essentieel, zo leer ik backstage in La Scala van Dave Kutz. Hij is tubaïst van het Nederlands Philharmonisch Orkest en remplaceerde er een paar weken. Hij introduceert me bij Francesco Tamiati en Nicola Martelli – twee van de trompettisten die straks in de Grote Zaal deze speciale instrumenten zullen bespelen. Martelli: ‘Verdi wilde het oude Egypte tot leven brengen, zo authentiek mogelijk. Inclusief historische trompetten, in zijn partituur tromba egiziana genoemd. De bespelers waren onderdeel van de enscenering.’
Bevlogen doen de twee koperblazers de ontstaansgeschiedenis uit de doeken. Dat Verdi naar de firma Pelitti stapte, een familiebedrijf in koperinstrumenten. Dat hij trompetten bestelde die konden doorgaan voor faraonisch. Dat het een lange rechte buis moest zijn, uitlopend in een wijde beker – voor een warme, ronde klank. En dat het misliep toen Verdi de melodie liet zien die hij ervoor gecomponeerd had. Martelli: ‘Die kon helemaal niet worden gespeeld op het instrument dat Verdi voor ogen had! Pelitti legde uit dat er één ventiel nodig was. Verdi ging dan maar akkoord, maar wilde dat de musici een doekje over hun hand legden zodat dat mechaniek niet zichtbaar was.’
De instrumenten die ze me laten zien zijn niet meer de originelen die op kerstavond 1871 schitterden in Caïro: zo lang blijft een metalen blaasinstrument niet in goede conditie. Martelli en Tamiati zijn trots op hun replica’s van de Milanese bouwer Kalison. De mannen moeten zo – met hun gewone trompetten – de Scala-orkestbak in voor Dvořáks Rusalka; maar niet zonder me eerst een Verdi-voorproefje te hebben gegeven!
De tromba egiziana is ongeveer 130 cm lang; de beker is beduidend wijder dan die van een reguliere trompet.
De zes trombe egiziane op een rijtje (linksboven) op een repetitiefoto van de regie van Franco Zeffirelli uit 1963, gebaseerd op de oeruitvoering in Caïro.
Francesco Tamiati (links) en Nicola Martelli geven een demonstratie. De ene hand bedient het ventiel, de andere ondersteunt de lange buis.
Een dwarsdoorsnede van operahuis La Scala.
Cd-tip
Riccardo Chailly is sinds 2017 orkestchef van ’s wereld beroemdste operahuis Teatro alla Scala in Milaan. Dat de geboren Milanees veel affiniteit heeft met Italiaanse opera is een understatement. Met empathie en inzicht maakt hij gebruik van de kwaliteiten van het orkest, dat soms fluisterzacht en dan weer luid en duidelijk speelt, altijd beheerst en expressief. Chailly staat garant voor transparantie en souplesse. Deze potpourri van instrumentale delen uit opera’s opent onze oren voor repertoire waar onterecht weinig aandacht voor is. La bravissima Scala!
Deze cd is op de avond van het concert (6 september) te koop bij de Concertvriendenbalie in Het Concertgebouw.
Foto’s: Dominique Slegers en Lonneke Tausch | Klik op de foto’s voor een grotere versie.
Milaan ademt opera, geen enkel operahuis staat dichter bij Giuseppe Verdi dan La Scala. Een geval apart is Aida: La Scala presenteerde dan wel de Europese première op 8 februari 1872, maar de allereerste uitvoering was op 24 december 1871 in Caïro. Opdrachtgever was de Egyptische onderkoning Ismail Pasha, die daar het eerste operatheater van Afrika had laten bouwen. Verdi was razend populair, en binnen een paar jaar zou zijn Egyptische opera de wereld over gaan (1873 Buenos Aires en New York; 1874 Berlijn en Wenen; 1875 Boedapest; 1876 Parijs en Londen; 1877 Melbourne).
Egypte was hot: de hiërogliefen werden ontcijferd, Egyptische motieven sierden juwelen, serviezen en mode, in 1869 was het Suezkanaal in gebruik genomen. Een van de eerste professionele egyptologen, de Fransman Auguste Mariette, werd geraadpleegd voor het verhaal van Aida, over liefdesverwikkelingen (tussen de tot slaaf gemaakte Ethiopische prinses Aida, de Egyptische legerkapitein Radamès en faraodochter Amneris) en vaderlandsliefde. Karakteristiek is de Triomfmars uit de massascène ‘Gloria all’Egitto’, met in de banda [bühne-orkest, red.] een glansrol voor zes ‘Aida-trompetten’.
Die couleur locale is essentieel, zo leer ik backstage in La Scala van Dave Kutz. Hij is tubaïst van het Nederlands Philharmonisch Orkest en remplaceerde er een paar weken. Hij introduceert me bij Francesco Tamiati en Nicola Martelli – twee van de trompettisten die straks in de Grote Zaal deze speciale instrumenten zullen bespelen. Martelli: ‘Verdi wilde het oude Egypte tot leven brengen, zo authentiek mogelijk. Inclusief historische trompetten, in zijn partituur tromba egiziana genoemd. De bespelers waren onderdeel van de enscenering.’
Bevlogen doen de twee koperblazers de ontstaansgeschiedenis uit de doeken. Dat Verdi naar de firma Pelitti stapte, een familiebedrijf in koperinstrumenten. Dat hij trompetten bestelde die konden doorgaan voor faraonisch. Dat het een lange rechte buis moest zijn, uitlopend in een wijde beker – voor een warme, ronde klank. En dat het misliep toen Verdi de melodie liet zien die hij ervoor gecomponeerd had. Martelli: ‘Die kon helemaal niet worden gespeeld op het instrument dat Verdi voor ogen had! Pelitti legde uit dat er één ventiel nodig was. Verdi ging dan maar akkoord, maar wilde dat de musici een doekje over hun hand legden zodat dat mechaniek niet zichtbaar was.’
De instrumenten die ze me laten zien zijn niet meer de originelen die op kerstavond 1871 schitterden in Caïro: zo lang blijft een metalen blaasinstrument niet in goede conditie. Martelli en Tamiati zijn trots op hun replica’s van de Milanese bouwer Kalison. De mannen moeten zo – met hun gewone trompetten – de Scala-orkestbak in voor Dvořáks Rusalka; maar niet zonder me eerst een Verdi-voorproefje te hebben gegeven!
De tromba egiziana is ongeveer 130 cm lang; de beker is beduidend wijder dan die van een reguliere trompet.
De zes trombe egiziane op een rijtje (linksboven) op een repetitiefoto van de regie van Franco Zeffirelli uit 1963, gebaseerd op de oeruitvoering in Caïro.
Francesco Tamiati (links) en Nicola Martelli geven een demonstratie. De ene hand bedient het ventiel, de andere ondersteunt de lange buis.
Een dwarsdoorsnede van operahuis La Scala.
Cd-tip
Riccardo Chailly is sinds 2017 orkestchef van ’s wereld beroemdste operahuis Teatro alla Scala in Milaan. Dat de geboren Milanees veel affiniteit heeft met Italiaanse opera is een understatement. Met empathie en inzicht maakt hij gebruik van de kwaliteiten van het orkest, dat soms fluisterzacht en dan weer luid en duidelijk speelt, altijd beheerst en expressief. Chailly staat garant voor transparantie en souplesse. Deze potpourri van instrumentale delen uit opera’s opent onze oren voor repertoire waar onterecht weinig aandacht voor is. La bravissima Scala!
Deze cd is op de avond van het concert (6 september) te koop bij de Concertvriendenbalie in Het Concertgebouw.