Wie is Alban Berg?
Alban Berg
componist
Alban Berg was een Oostenrijkse componist. Met Arnold Schönberg en Anton Webern behoorde hij tot de kern van de Tweede Weense school.
Jonge jaren
Alban Maria Johannes Berg werd geboren op 9 februari te Wenen, de stad waar hij de rest van zijn leven zou blijven wonen.
Hij groeide op in een middenklassengezin, waar het maken van muziek een reguliere bezigheid was. Tot zijn sociale kring behoorden vooruitstrevende intellectuelen en kunstenaars, waaronder Gustav Klimt, Oscar Kokoschka, Peter Altenberg, Karl Kraus en Stefan Zweig.
Aangespoord door zijn vader en zijn oudere broer begon Berg op autodidactische wijze met componeren. De meesten van deze vroege werken – ruim honderd liederen en pianoduetten – zijn (nog) niet uitgegeven.
Ondanks de grote intellectuele en artistieke stimulatie van zijn jeugd was Berg geen geweldige schoolleerling. Hij slaagde pas bij zijn tweede poging, negentien jaar oud, voor zijn examens.
Schoenberg
Datzelfde jaar, 1904, ontmoette Berg Arnold Schönberg en trad bij hem in de leer. De erfenis van zijn vader (overleden in 1900) en een salaris als financieel ambtenaar leverden weinig op, maar Schönberg was bereid de talentvolle Berg gratis les te geven.
Hoewel de studie formeel zes jaar duurde, bleef Berg ook hierna zijn leermeester nog vaak om raad vragen.
Samen met Anton Webern vormden Berg en Schönberg de ruggegraat van de Tweede Weense school, een avant-gardistische groep componisten die – met Schönberg voorop – expressionistische, atonale en twaalftoonsmuziek de wereld in hielp.
Werk
Ondanks de atonaliteit en het gebruik van twaalftoonsmuziek, zijn Bergs compositities altijd dichtbij het idioom van de late Romantiek gebleven. De vrijheid van atonaliteit speelt zich af in vertrouwde, klassieke, vormen. Dit is weliswaar typerend voor de gehele Tweede Weense school, maar bij Berg was deze band met de ‘oude’ muziek het sterkst.
Berg wist met atonaliteit uiterst expressief te zijn, wat de muziek een soort rauwe menselijkheid verleent. In de woorden van de filosoof en kennis van de Tweede Weense school, Theodor W. Adorno: ‘Geen andere muziek uit onze tijd is zo menselijk als die van Berg, en daar schrikken de mensen van.’
De mensen schrokken misschien wel het ergst van de opera Wozzeck (1925), over een soldaat die zijn overspelige vrouw vermoord. Berg weet de ijzingwekkende mentale toestand van de hoofdrolspeler perfect te vatten, iets waar zelfs de critici niet omheen konden.
Een recensent van de Deutsche Zeitung schreef: ‘Terwijl ik het Staats-Theater verliet had ik het idee niet net een publiek theater, maar een gekkenhuis te hebben bezocht… ik zie Alban Berg als een muzikale kwakzalver en een gevaar voor de gemeenschap.’
Berg was al sinds 1914 met deze opera bezig, maar was enigszins vertraagd door militaire dienst. Na de première van Wozzeck componeerde Berg voornamelijk kamermuziek, alvorens hij in 1929 aan de opera Lulu begon. In 1935 componeerde hij zijn laatste werk, een vioolconcert dat dienstdeed als requiem voor de overleden achttienjarige dochter van Alma Mahler, de weduwe van Gustav Mahler.
Latere jaren
In de jaren 1920 kon Berg redelijk goed verdienen met zijn muziek, maar de toenemende macht van de fascisten in de jaren 1930 maakte het hem en zijn vrienden van de Tweede Weense school – ontaarde (‘entarte’) muziek volgens extreem-rechts – niet makkelijk.
In de nacht van 23 op 24 december 1935 overleed Berg aan een bloedvergiftiging; met iets meer financiële ruimte had hij wellicht eerder een arts bezocht.
Berg wist met atonaliteit uiterst expressief te zijn, wat de muziek een soort rauwe menselijkheid verleent. In de woorden van de filosoof en kennis van de Tweede Weense school, Theodor W. Adorno: ‘Geen andere muziek uit onze tijd is zo menselijk als die van Berg, en daar schrikken de mensen van.’
De mensen schrokken misschien wel het ergst van de opera Wozzeck (1925), over een soldaat die zijn overspelige vrouw vermoord. Berg weet de ijzingwekkende mentale toestand van de hoofdrolspeler perfect te vatten, iets waar zelfs de critici niet omheen konden.
Een recensent van de Deutsche Zeitung schreef: ‘Terwijl ik het Staats-Theater verliet had ik het idee niet net een publiek theater, maar een gekkenhuis te hebben bezocht… ik zie Alban Berg als een muzikale kwakzalver en een gevaar voor de gemeenschap.’
Berg was al sinds 1914 met deze opera bezig, maar was enigszins vertraagd door militaire dienst. Na de première van Wozzeck componeerde Berg voornamelijk kamermuziek, alvorens hij in 1929 aan de opera Lulu begon. In 1935 componeerde hij zijn laatste werk, een vioolconcert dat dienstdeed als requiem voor de overleden achttienjarige dochter van Alma Mahler, de weduwe van Gustav Mahler.
Latere jaren
In de jaren 1920 kon Berg redelijk goed verdienen met zijn muziek, maar de toenemende macht van de fascisten in de jaren 1930 maakte het hem en zijn vrienden van de Tweede Weense school – ontaarde (‘entarte’) muziek volgens extreem-rechts – niet makkelijk.
In de nacht van 23 op 24 december 1935 overleed Berg aan een bloedvergiftiging; met iets meer financiële ruimte had hij wellicht eerder een arts bezocht.
Bijgewerkt op donderdag 10 oktober 2019