100 jaar Toots Thielemans
door Rolf Hermsen 24 okt. 2022 24 oktober 2022
Onder de noemer ‘100 jaar Toots Thielemans’ brengt de serie Dutch Jazz Heritage een ode aan de grote wereldster op de kleine mondharmonica. In 2009 kreeg hij de Concertgebouw Jazz Award en op 5 oktober 2011 trad hij – tijdens het Brasil Festival Amsterdam– voor het laatst op in Het Concertgebouw.
Een nette Belg met een stevige bril en dito snor die in een broodje hapt, dat is een beklijvend beeld van Toots Thielemans (1922-2016). Het ‘broodje’ in kwestie is zijn mondharmonica, ooit zo genoemd door presentator Willem Duys. Toots kon een grapje wel waarderen en bleef het koosnaampje de rest van zijn leven gebruiken voor het instrument dat zijn handelsmerk werd. Jazzgrootheid en topproducer Quincy Jones noemde Thielemans ‘one of the greatest soloists that ever fucking lived’. Dan heeft een Brusselse volksjongen het ver geschopt.
Jean-Baptiste Frédéric Isidor Thielemans werd in 1922 geboren en kreeg drie jaar later een accordeon op schoot. Mondharmonica en gitaar kwamen in beeld toen hij zeventien was. Rond zijn twintigste raakte hij in de ban van de jazz, de muzieksoort die de toenmalige Duitse overheerser het liefst had uitgeroeid. Django Reinhardt was zijn rolmodel op gitaar en Jean-Baptiste werd Toots, lekker jazzy.
In 1952 emigreerde Toots Thielemans naar de Verenigde Staten. Die sprong waagde hij na zijn succesvolle rol als gitarist bij jazzklarinettist Benny Goodman op diens Europese tournee twee jaar eerder. In Stockholm kwam Charlie Parker luisteren, waarna Toots werd uitgenodigd om te komen spelen bij diens All Stars. En ineens deelde een eenvoudige Brusselaar het podium met trompettist Miles Davis en vibrafonist Milt Jackson. Hij stak wat wit af, maar ‘the Bird took me under his wings’, zoals hij het in 2002 in Het Parool omschreef. Ook muzikaal was Parker een soort vader voor Toots: ‘Die man heeft mij opnieuw leren praten. Hij heeft me de taal geleerd die bebop heet.’
Voor het inspelen van het Sesamstraat-deuntje ontving hij 37 dollar.
Meten is weten, maar de grootheden waarmee Toots Thielemans heeft gespeeld, de plaatopnamen waaraan hij meewerkte, de soundtracks, de prijzen die hij in de wacht sleepte – ze zijn nauwelijks telbaar. Name-dropping spreekt boekdelen in dit geval: George Shearing, Ella Fitzgerald, Pat Metheny, Jaco Pastorius, Stephane Grappelli, Oscar Peterson, Dina Washington, Shirley Horn, Peggy Lee, Quincy Jones, Eliane Elias, Astrud Gilberto, Paul Simon, John Denver, Billy Joel – the list goes on. Als een van zijn persoonlijke favorieten noemt Thielemans zijn opnamen met het trio van jazzpianist Bill Evans, in 1979 verschenen als Affinity.
Een nette Belg met een stevige bril en dito snor die in een broodje hapt, dat is een beklijvend beeld van Toots Thielemans (1922-2016). Het ‘broodje’ in kwestie is zijn mondharmonica, ooit zo genoemd door presentator Willem Duys. Toots kon een grapje wel waarderen en bleef het koosnaampje de rest van zijn leven gebruiken voor het instrument dat zijn handelsmerk werd. Jazzgrootheid en topproducer Quincy Jones noemde Thielemans ‘one of the greatest soloists that ever fucking lived’. Dan heeft een Brusselse volksjongen het ver geschopt.
Jean-Baptiste Frédéric Isidor Thielemans werd in 1922 geboren en kreeg drie jaar later een accordeon op schoot. Mondharmonica en gitaar kwamen in beeld toen hij zeventien was. Rond zijn twintigste raakte hij in de ban van de jazz, de muzieksoort die de toenmalige Duitse overheerser het liefst had uitgeroeid. Django Reinhardt was zijn rolmodel op gitaar en Jean-Baptiste werd Toots, lekker jazzy.
In 1952 emigreerde Toots Thielemans naar de Verenigde Staten. Die sprong waagde hij na zijn succesvolle rol als gitarist bij jazzklarinettist Benny Goodman op diens Europese tournee twee jaar eerder. In Stockholm kwam Charlie Parker luisteren, waarna Toots werd uitgenodigd om te komen spelen bij diens All Stars. En ineens deelde een eenvoudige Brusselaar het podium met trompettist Miles Davis en vibrafonist Milt Jackson. Hij stak wat wit af, maar ‘the Bird took me under his wings’, zoals hij het in 2002 in Het Parool omschreef. Ook muzikaal was Parker een soort vader voor Toots: ‘Die man heeft mij opnieuw leren praten. Hij heeft me de taal geleerd die bebop heet.’
Voor het inspelen van het Sesamstraat-deuntje ontving hij 37 dollar.
Meten is weten, maar de grootheden waarmee Toots Thielemans heeft gespeeld, de plaatopnamen waaraan hij meewerkte, de soundtracks, de prijzen die hij in de wacht sleepte – ze zijn nauwelijks telbaar. Name-dropping spreekt boekdelen in dit geval: George Shearing, Ella Fitzgerald, Pat Metheny, Jaco Pastorius, Stephane Grappelli, Oscar Peterson, Dina Washington, Shirley Horn, Peggy Lee, Quincy Jones, Eliane Elias, Astrud Gilberto, Paul Simon, John Denver, Billy Joel – the list goes on. Als een van zijn persoonlijke favorieten noemt Thielemans zijn opnamen met het trio van jazzpianist Bill Evans, in 1979 verschenen als Affinity.
Fumu
Wie een sleutelrol speelde in Thielemans’ carrière was de Nederlandse toetsenist Rob Franken (1941-1983). De twee ontmoetten elkaar bij de opnames van de filmmuziek van Turks Fruit (1973) en vormden sindsdien een duo dat zich onder meer stortte op zogenaamde Fumu-opnamen: ‘Functionele Muziek’ voor supermarkten, hotellobby’s en liften ingespeeld door de beste Nederlandse jazzmusici. Het ‘tribute’ in de Kleine Zaal deze maand staat in het teken van de tienjarige samenwerking van Franken en Thielemans, die ooit over zijn kompaan zei: ‘Zijn spel is het belangrijkste geworden van wat ze de typische Toots-stijl noemen.’
Hits
Nederland kent Toots Thielemans vooral van de herkenningsmelodie van de tv-serie Baantjer en natuurlijk van Paul Verhoevens bioscoopsucces Turks Fruit. Internationale filmhits waren bijvoorbeeld Midnight Cowboy, The Getaway en The Sugarland Express. Componeren deed Toots niet veel, maar zijn Bluesette (1962) – door hemzelf fluitend en gitaarspelend vertolkt – werd een wereldwijd succes. De auteursrechten van dit eigen nummer zorgden voor een langdurige geldstroom en Toots grapte vaak dat Bluesette zijn ‘social security number’ was. Zet dat af tegen de vergoeding die hij ontving voor het inspelen van het wereldwijd meegezongen Sesamstraat-deuntje: eenmalig 37 dollar.
Mondharmonica
De mondharmonica is net als de trekharmonica, waarvan hij afstamt, een lamellofoon, dat wil zeggen dat een luchtstroom lamellen (‘tongen’) tot klinken brengt. Bij de mondharmonica gebeurt dat door blazen en zuigen. We onderscheiden twee typen: diatonisch en chromatisch. Toots Thielemans speelde op een chromatisch instrument. Daarop zijn alle tonen te produceren. Halve tonen ontstaan door het indrukken van een schuifje aan de zijkant. De diatonische mondharmonica heeft geen schuif en is gestemd in één toonsoort. Dit type is eenvoudiger te bespelen en wordt veel gebruikt in blues en popmuziek.
Sterfelijkheid
In 1980 bracht een hersenbloeding Toots’ carrière tot stilstand. Tijdelijk, want zijn muzikaliteit bleef onaangetast. Sommige schade was blijvend; goed gitaar spelen lukte niet meer. Maar na enige tijd was hij wel weer heer en meester op de mondharmonica. Hij pakte de draad op en ging door met werken – spelen, optreden, opnemen – op het hoogste niveau. Toots’ laatste optreden was op Jazz Middelheim, Antwerpen, in augustus 2014. Hij was toen 92. Twee jaar later stierf hij in zijn slaap.
Fumu
Wie een sleutelrol speelde in Thielemans’ carrière was de Nederlandse toetsenist Rob Franken (1941-1983). De twee ontmoetten elkaar bij de opnames van de filmmuziek van Turks Fruit (1973) en vormden sindsdien een duo dat zich onder meer stortte op zogenaamde Fumu-opnamen: ‘Functionele Muziek’ voor supermarkten, hotellobby’s en liften ingespeeld door de beste Nederlandse jazzmusici. Het ‘tribute’ in de Kleine Zaal deze maand staat in het teken van de tienjarige samenwerking van Franken en Thielemans, die ooit over zijn kompaan zei: ‘Zijn spel is het belangrijkste geworden van wat ze de typische Toots-stijl noemen.’
Hits
Nederland kent Toots Thielemans vooral van de herkenningsmelodie van de tv-serie Baantjer en natuurlijk van Paul Verhoevens bioscoopsucces Turks Fruit. Internationale filmhits waren bijvoorbeeld Midnight Cowboy, The Getaway en The Sugarland Express. Componeren deed Toots niet veel, maar zijn Bluesette (1962) – door hemzelf fluitend en gitaarspelend vertolkt – werd een wereldwijd succes. De auteursrechten van dit eigen nummer zorgden voor een langdurige geldstroom en Toots grapte vaak dat Bluesette zijn ‘social security number’ was. Zet dat af tegen de vergoeding die hij ontving voor het inspelen van het wereldwijd meegezongen Sesamstraat-deuntje: eenmalig 37 dollar.
Mondharmonica
De mondharmonica is net als de trekharmonica, waarvan hij afstamt, een lamellofoon, dat wil zeggen dat een luchtstroom lamellen (‘tongen’) tot klinken brengt. Bij de mondharmonica gebeurt dat door blazen en zuigen. We onderscheiden twee typen: diatonisch en chromatisch. Toots Thielemans speelde op een chromatisch instrument. Daarop zijn alle tonen te produceren. Halve tonen ontstaan door het indrukken van een schuifje aan de zijkant. De diatonische mondharmonica heeft geen schuif en is gestemd in één toonsoort. Dit type is eenvoudiger te bespelen en wordt veel gebruikt in blues en popmuziek.
Sterfelijkheid
In 1980 bracht een hersenbloeding Toots’ carrière tot stilstand. Tijdelijk, want zijn muzikaliteit bleef onaangetast. Sommige schade was blijvend; goed gitaar spelen lukte niet meer. Maar na enige tijd was hij wel weer heer en meester op de mondharmonica. Hij pakte de draad op en ging door met werken – spelen, optreden, opnemen – op het hoogste niveau. Toots’ laatste optreden was op Jazz Middelheim, Antwerpen, in augustus 2014. Hij was toen 92. Twee jaar later stierf hij in zijn slaap.