Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier
column

Waar zitten we?

door Anna de Vey Mestdagh
01 okt. 2017 01 oktober 2017

Vroeger auditeerden tweede violisten regelmatig voor de eerste violen. Ook had je als violist een vaste plaats. Nu zit dat anders. 

Heel vroeger, tot zo’n veertig jaar geleden, begon je als vers aangenomen violist in het orkest standaard achteraan bij de tweede violen. Als er een vacature was bij de eerste violen kwam er een intern proefspel. De halve tweede violengroep gooide zich dan soms in de strijd.

Ik heb me laten vertellen dat dat er heel collegiaal aan toe ging. In de aanloop naar het proefspel speelden de betreffende tweede violisten het auditieprogramma aan elkaar voor om vervolgens welgemeende adviezen in ontvangst te nemen. Mooi! Tegenwoordig zijn alle proefspelen open en kan iemand van buiten dus direct worden aangenomen bij de eerste violen, wat niet wegneemt dat er regelmatig tweede violisten uit eigen gelederen met succes meedoen aan zo’n auditie.

Heel vroeger, tot zo’n veertig jaar geleden, begon je als vers aangenomen violist in het orkest standaard achteraan bij de tweede violen. Als er een vacature was bij de eerste violen kwam er een intern proefspel. De halve tweede violengroep gooide zich dan soms in de strijd.

Ik heb me laten vertellen dat dat er heel collegiaal aan toe ging. In de aanloop naar het proefspel speelden de betreffende tweede violisten het auditieprogramma aan elkaar voor om vervolgens welgemeende adviezen in ontvangst te nemen. Mooi! Tegenwoordig zijn alle proefspelen open en kan iemand van buiten dus direct worden aangenomen bij de eerste violen, wat niet wegneemt dat er regelmatig tweede violisten uit eigen gelederen met succes meedoen aan zo’n auditie.

  • Anna de Vey Mestdagh

    foto: Milagro Elstak

    Anna de Vey Mestdagh

    foto: Milagro Elstak

  • Anna de Vey Mestdagh

    foto: Milagro Elstak

    Anna de Vey Mestdagh

    foto: Milagro Elstak

Toen ik 25 jaar geleden in het orkest kwam, auditeerde je nog voor een vaste plaats. In mijn geval was dat de vijfde stoel van de tweede violen. In principe zat je dus altijd naast dezelfde collega’s. Ook dat is twintig jaar geleden met algemene instemming veranderd: afgezien van de aanvoerders wordt er nu in de strijkersgroepen gerouleerd.

Dat betekent dat de tutti-spelers ieder programma weer naast iemand anders zitten, de ene keer wat meer naar voren en de andere keer wat meer naar achteren in de groep. De bedoeling daarvan is om de orkestbeleving voor iedereen diverser te maken. Het is namelijk een wereld van verschil, alleen al qua volume, of je direct onder de neus van de dirigent zit of achterin tussen hoorns en harp.

Met de opstelling van de verschillende instrumentengroepen wordt de laatste tijd ook nogal eens geëxperimenteerd. Tijdens de laatste zomertournee zaten de tweede violen bijvoorbeeld niet naast maar tegenover de eerste violen en de cello’s en contrabassen op de plaats van de tweede violen. Dat heeft als voordeel dat vraag- en antwoordspel tussen eerste en tweede viool veel duidelijker te horen én te zien is, terwijl het fundament van de contrabassen en de cello’s juist recht de zaal in wordt geprojecteerd.

De meest opvallende opstelling dateert echter uit het pre-Stopera-tijdperk, toen het orkest zijn opera’s nog in de Stadsschouwburg speelde. Door ruimtegebrek in de orkestbak moesten de strijkers aan de achterste lessenaars op de gang zitten, met een spiegel schuin voor zich om de dirigent om de hoek heen toch nog te kunnen volgen.

Anna de Vey Mestdagh is tweede violiste in het Koninklijk Concertgebouworkest. Maandelijks schrijft ze openhartig over het orkestleven.

Lees meer columns

Toen ik 25 jaar geleden in het orkest kwam, auditeerde je nog voor een vaste plaats. In mijn geval was dat de vijfde stoel van de tweede violen. In principe zat je dus altijd naast dezelfde collega’s. Ook dat is twintig jaar geleden met algemene instemming veranderd: afgezien van de aanvoerders wordt er nu in de strijkersgroepen gerouleerd.

Dat betekent dat de tutti-spelers ieder programma weer naast iemand anders zitten, de ene keer wat meer naar voren en de andere keer wat meer naar achteren in de groep. De bedoeling daarvan is om de orkestbeleving voor iedereen diverser te maken. Het is namelijk een wereld van verschil, alleen al qua volume, of je direct onder de neus van de dirigent zit of achterin tussen hoorns en harp.

Met de opstelling van de verschillende instrumentengroepen wordt de laatste tijd ook nogal eens geëxperimenteerd. Tijdens de laatste zomertournee zaten de tweede violen bijvoorbeeld niet naast maar tegenover de eerste violen en de cello’s en contrabassen op de plaats van de tweede violen. Dat heeft als voordeel dat vraag- en antwoordspel tussen eerste en tweede viool veel duidelijker te horen én te zien is, terwijl het fundament van de contrabassen en de cello’s juist recht de zaal in wordt geprojecteerd.

De meest opvallende opstelling dateert echter uit het pre-Stopera-tijdperk, toen het orkest zijn opera’s nog in de Stadsschouwburg speelde. Door ruimtegebrek in de orkestbak moesten de strijkers aan de achterste lessenaars op de gang zitten, met een spiegel schuin voor zich om de dirigent om de hoek heen toch nog te kunnen volgen.

Anna de Vey Mestdagh is tweede violiste in het Koninklijk Concertgebouworkest. Maandelijks schrijft ze openhartig over het orkestleven.

Lees meer columns

Dit artikel wordt u gratis aangeboden door Preludium. Meer lezen? Abonneer dan nu.