Simon Rattle en de Berliner Philharmoniker in 5 hoogtepunten
door Frederike Berntsen 01 jun. 2018 01 juni 2018
‘Will you still need me, when I’m 64?’ Met deze Beatles-woorden kondigde Simon Rattle zijn vertrek aan als chef-dirigent van de Berliner Philharmoniker, aan het einde van dit seizoen. Onder zijn invloed transformeerde de Berliner in een orkest van de toekomst.
1.
Binnen de rijke traditie van de Berliner Philharmoniker ontbrak er iets, volgens Simon Rattle: het idee om iedereen met klassieke muziek in aanraking te brengen, ook mensen voor wie dat niet vanzelfsprekend is. Al snel na Rattles aantreden werd een educatieprogramma op poten gezet. ‘We hebben bijzondere ervaringen gehad op scholen, in gevangenissen, in buitenwijken van Berlijn, in bejaardentehuizen’, aldus Rattle.
‘We hebben gewerkt met dansers, choreografen, poppenmakers, noem maar op. Als orkest hebben we minstens zoveel geleerd als de mensen met wie we hebben samengewerkt en voor wie we hebben gespeeld. Het onderwijsprogramma herinnert ons eraan dat muziek geen luxe is, maar een fundamentele behoefte. Muziek moet een vitaal en essentieel element zijn in het leven van elk individu.’
2.
De neuzen werden gepoederd en de camera’s in gereedheid gebracht: op 6 januari 2009 was de Digital Concert Hall een feit. Voor Rattle was het duidelijk: dit is de toekomst. Vanaf nu kon concertbezoek na aankoop van een digitaal ticket ook via het computerscherm plaatsvinden, door middel van livestreaming. Een paar jaar later ging de Digital Concert Hall-app voor smartphone en tablet de lucht in. De uitvoeringen van de Berliner Philharmoniker zijn terug te horen via het archief, dat ieder seizoen met meer dan veertig concerten wordt aangevuld. Het archief bevat ook films, portretten en interviews over en met grote musici.
3.
Onder Simon Rattle verkende de Berliner Philharmoniker nieuwe horizonten, zoals tijdens een uitgebreide Azië-tournee eind 2005. Voor het eerst in zijn geschiedenis speelde het orkest in Shanghai, Hongkong en Taiwan. Tijdens deze tournee werd Peking na zesentwintig jaar opnieuw aangedaan, en Korea zag het orkest terug na eenentwintig jaar.
In 2010 had de Berliner zijn primeur in Abu Dhabi. Dichter bij huis deed men ook een stap: na jarenlange optredens tijdens de Salzburgse Osterfestspiele heeft het orkest zijn eigen operafestival met de Osterfestspiele in Baden-Baden. De eerste editie in 2013 werd geopend met een uitvoering van Mozarts Die Zauberflöte, tevens de eerste keer dat de Berliner Philharmoniker deze opera live op de bühne bracht.
4.
Tijdens zijn chefschap trok de Brit specialisten aan op het gebied van de historische uitvoeringspraktijk, richtte hij zijn aandacht op de Weense Klassieken en op hedendaagse componisten. Tot de hoogtepunten behoort Bachs Matthaüs-Passion, in 2010 geregisseerd door Peter Sellars. Rattle: ‘Het belangrijkste wat we tot nu toe hier gedaan hebben.’ Vier jaar later volgde Sellars’ Johannes-Passion. De lijst kan aangevuld worden met een Schumann-, Sibelius- en Beethoven-cyclus, en een trits wereldpremières van onder anderen Thomas Adès, Jörg Widmann, Marc-André Dalbavie en Wynton Marsalis.
5.
Sinds 2014 geeft de Berliner Philharmoniker cd’s uit op het eigen label: Berliner Philharmoniker Recordings. Een natuurlijk vervolg op de Digital Concert Hall, volgens Rattle. Zelf kunnen bepalen wat je opneemt, en niet de voorkeuren volgen van een commerciële cd-maatschappij, is een must. Dat bleek direct al uit de eerste uitgave, met de vier symfonieën van Schumann, gedirigeerd door Rattle.
Berliner Philharmoniker Recordings richt zich op grote orkestrale cycli en bracht ook de symfonieën van Sibelius en Beethoven onder Rattle uit. Uitzonderlijke gebeurtenissen krijgen ook aandacht, waaronder het slotconcert van de vorige chef, Claudio Abbado. De jongste uitgave vormt een box met daarin de recente Azië-tournee van de Berliner in beeld en geluid.
1.
Binnen de rijke traditie van de Berliner Philharmoniker ontbrak er iets, volgens Simon Rattle: het idee om iedereen met klassieke muziek in aanraking te brengen, ook mensen voor wie dat niet vanzelfsprekend is. Al snel na Rattles aantreden werd een educatieprogramma op poten gezet. ‘We hebben bijzondere ervaringen gehad op scholen, in gevangenissen, in buitenwijken van Berlijn, in bejaardentehuizen’, aldus Rattle.
‘We hebben gewerkt met dansers, choreografen, poppenmakers, noem maar op. Als orkest hebben we minstens zoveel geleerd als de mensen met wie we hebben samengewerkt en voor wie we hebben gespeeld. Het onderwijsprogramma herinnert ons eraan dat muziek geen luxe is, maar een fundamentele behoefte. Muziek moet een vitaal en essentieel element zijn in het leven van elk individu.’
2.
De neuzen werden gepoederd en de camera’s in gereedheid gebracht: op 6 januari 2009 was de Digital Concert Hall een feit. Voor Rattle was het duidelijk: dit is de toekomst. Vanaf nu kon concertbezoek na aankoop van een digitaal ticket ook via het computerscherm plaatsvinden, door middel van livestreaming. Een paar jaar later ging de Digital Concert Hall-app voor smartphone en tablet de lucht in. De uitvoeringen van de Berliner Philharmoniker zijn terug te horen via het archief, dat ieder seizoen met meer dan veertig concerten wordt aangevuld. Het archief bevat ook films, portretten en interviews over en met grote musici.
3.
Onder Simon Rattle verkende de Berliner Philharmoniker nieuwe horizonten, zoals tijdens een uitgebreide Azië-tournee eind 2005. Voor het eerst in zijn geschiedenis speelde het orkest in Shanghai, Hongkong en Taiwan. Tijdens deze tournee werd Peking na zesentwintig jaar opnieuw aangedaan, en Korea zag het orkest terug na eenentwintig jaar.
In 2010 had de Berliner zijn primeur in Abu Dhabi. Dichter bij huis deed men ook een stap: na jarenlange optredens tijdens de Salzburgse Osterfestspiele heeft het orkest zijn eigen operafestival met de Osterfestspiele in Baden-Baden. De eerste editie in 2013 werd geopend met een uitvoering van Mozarts Die Zauberflöte, tevens de eerste keer dat de Berliner Philharmoniker deze opera live op de bühne bracht.
4.
Tijdens zijn chefschap trok de Brit specialisten aan op het gebied van de historische uitvoeringspraktijk, richtte hij zijn aandacht op de Weense Klassieken en op hedendaagse componisten. Tot de hoogtepunten behoort Bachs Matthaüs-Passion, in 2010 geregisseerd door Peter Sellars. Rattle: ‘Het belangrijkste wat we tot nu toe hier gedaan hebben.’ Vier jaar later volgde Sellars’ Johannes-Passion. De lijst kan aangevuld worden met een Schumann-, Sibelius- en Beethoven-cyclus, en een trits wereldpremières van onder anderen Thomas Adès, Jörg Widmann, Marc-André Dalbavie en Wynton Marsalis.
5.
Sinds 2014 geeft de Berliner Philharmoniker cd’s uit op het eigen label: Berliner Philharmoniker Recordings. Een natuurlijk vervolg op de Digital Concert Hall, volgens Rattle. Zelf kunnen bepalen wat je opneemt, en niet de voorkeuren volgen van een commerciële cd-maatschappij, is een must. Dat bleek direct al uit de eerste uitgave, met de vier symfonieën van Schumann, gedirigeerd door Rattle.
Berliner Philharmoniker Recordings richt zich op grote orkestrale cycli en bracht ook de symfonieën van Sibelius en Beethoven onder Rattle uit. Uitzonderlijke gebeurtenissen krijgen ook aandacht, waaronder het slotconcert van de vorige chef, Claudio Abbado. De jongste uitgave vormt een box met daarin de recente Azië-tournee van de Berliner in beeld en geluid.