Connie Palmen: ‘Elk gesprek is voor mij een muziekstuk’
door Anja Sicking 26 nov. 2024 26 november 2024
In de rubriek Luisterkunstenaars spreekt Preludium mensen die in hun dagelijks leven op een bijzondere manier hun oren gebruiken. Deze maand: schrijver Connie Palmen.
Wat betekent luisteren voor jou?
‘Luisteren is voor mij een onderdeel van mijn werk. Ik luister naar stemmen, of ze me bevallen, wat stemmen met me doen, of mensen melodieus praten, of verzorgd, of op een bijzondere manier, of dat spreken ze enorm kenmerkt of niet. Ik ben er voortdurend mee bezig hoe een stem bij een personage past, of bij een persoon die later een personage wordt. Het gaat daarbij ook over woordgebruik, elk gesprek is voor mij een muziekstuk. Een stem verraadt voor mij heel veel over iemands persoonlijkheid.’
Luister je anders dan anderen?
‘Ik luister heel specifiek, vanuit een heel gek beroep. Als ik schrijf probeer ik wat ik hoor om te zetten in woorden. Ik ben voortdurend bezig om datgene wat ik hoor te interpreteren. Waarom verraadt deze stem voor mij een onzeker of juist een arrogant iemand? Het gaat bij arrogantie om een mengeling van aspecten, zoals de hoogte of kracht van een stem, of om de tijd die iemand opeist voor wat die wil zeggen. Hoe onbegrijpelijker mensen praten, hoe dommer ze zijn. Een echt intelligent iemand legt jou in twee minuten de relativiteitstheorie van Einstein uit, zodanig dat je die op z’n minst één minuut begrijpt. Pas als ik naar vogels luister, of naar de zee, ben ik vrij.’
Wat hoor je graag?
‘Ik ben een heel eclectische luisteraar, ik hou enorm van popmuziek maar ook van Duitse schlagers. Ik heb het ongelooflijk grote geluk gehad dat ik in de klassieke en de modern klassieke muziek ben opgevoed door Reinbert de Leeuw, die vijfentwintig jaar een van mijn beste vrienden was.
Reinberts uitvoeringen zijn belevenissen die ik nooit zal vergeten.
Hij sprak altijd enthousiast over alles waar hij mee bezig was, over de stukken die hij probeerde te doorgronden, over hoe hij die wilde dirigeren. Ik wilde dan alles horen, of het nu muziek van Benjamin Britten was of de Gurre-Lieder van Arnold Schönberg. Een bevlogener meester in de muziek kun je niet hebben.’
Wat wil je liever niet horen?
‘Heel nare stemmen, daar kan ik allergisch voor zijn. Van sommige stemmen krijg ik kippenvel en dan loop ik weg. Er zijn zo veel nare geluiden, vliegtuigen, jonge meisjes die een wedstrijd doen in hoog gillen. Als ik werk kan ik me er goed voor afsluiten, dat is het loon van de concentratie die het schrijven oplevert. Ik werk met mijn ramen open.’
Wat is het mooiste dat je ooit gehoord hebt?
‘Uitvoeringen van Reinbert, bijvoorbeeld van de Gurre-Lieder, in 2011, of Bachs Matthäus-Passion met Holland Baroque. Dat was een van de mooiste uitvoeringen van de Matthäus die ik ooit heb gehoord, en ik kende de Matthäus goed. Het was niet alleen mooi vanwege Reinberts interpretatie, maar door onze vriendschap, door alle verhalen die hij over het stuk had verteld, doordat hij me had uitgelegd hoe hij Bachs muziek had bestudeerd, wat hij in de partituur las. Reinberts uitvoeringen zijn belevenissen die ik nooit zal vergeten. Alles kwam samen. Ik kan het ook hebben over James Brown, toen ik hem voor het eerst live hoorde en zag optreden. Het gaat dan niet langer over mooi maar over groots. Voor zulke belevenissen is het woord mooi te klein.’
Wat zou je ooit nog willen laten horen en aan wie?
‘Ik wil altijd alles aan mensen laten horen. Als iemand nog nooit van Leonard Cohen heeft gehoord, dan draai ik dat eindeloos. Heeft iemand nog nooit van Billie Eilish gehoord, dan zet ik dat op. Heeft iemand nog nooit een aria van Maria Callas gehoord, dan kies ik daarvoor. Ik deel wat ik zelf al ken met een ander.’
Wie is Connie Palmen?
Met haar debuutroman De wetten (1991) vestigde Connie Palmen in één klap haar naam in de Nederlandse literatuur. Op woensdag 18 december treedt ze op met zeven strijkers van Amsterdam Sinfonietta. Het getal zeven en de thematiek rondom de metamorfose staan in dit programma centraal.
Wat betekent luisteren voor jou?
‘Luisteren is voor mij een onderdeel van mijn werk. Ik luister naar stemmen, of ze me bevallen, wat stemmen met me doen, of mensen melodieus praten, of verzorgd, of op een bijzondere manier, of dat spreken ze enorm kenmerkt of niet. Ik ben er voortdurend mee bezig hoe een stem bij een personage past, of bij een persoon die later een personage wordt. Het gaat daarbij ook over woordgebruik, elk gesprek is voor mij een muziekstuk. Een stem verraadt voor mij heel veel over iemands persoonlijkheid.’
Luister je anders dan anderen?
‘Ik luister heel specifiek, vanuit een heel gek beroep. Als ik schrijf probeer ik wat ik hoor om te zetten in woorden. Ik ben voortdurend bezig om datgene wat ik hoor te interpreteren. Waarom verraadt deze stem voor mij een onzeker of juist een arrogant iemand? Het gaat bij arrogantie om een mengeling van aspecten, zoals de hoogte of kracht van een stem, of om de tijd die iemand opeist voor wat die wil zeggen. Hoe onbegrijpelijker mensen praten, hoe dommer ze zijn. Een echt intelligent iemand legt jou in twee minuten de relativiteitstheorie van Einstein uit, zodanig dat je die op z’n minst één minuut begrijpt. Pas als ik naar vogels luister, of naar de zee, ben ik vrij.’
Wat hoor je graag?
‘Ik ben een heel eclectische luisteraar, ik hou enorm van popmuziek maar ook van Duitse schlagers. Ik heb het ongelooflijk grote geluk gehad dat ik in de klassieke en de modern klassieke muziek ben opgevoed door Reinbert de Leeuw, die vijfentwintig jaar een van mijn beste vrienden was.
Reinberts uitvoeringen zijn belevenissen die ik nooit zal vergeten.
Hij sprak altijd enthousiast over alles waar hij mee bezig was, over de stukken die hij probeerde te doorgronden, over hoe hij die wilde dirigeren. Ik wilde dan alles horen, of het nu muziek van Benjamin Britten was of de Gurre-Lieder van Arnold Schönberg. Een bevlogener meester in de muziek kun je niet hebben.’
Wat wil je liever niet horen?
‘Heel nare stemmen, daar kan ik allergisch voor zijn. Van sommige stemmen krijg ik kippenvel en dan loop ik weg. Er zijn zo veel nare geluiden, vliegtuigen, jonge meisjes die een wedstrijd doen in hoog gillen. Als ik werk kan ik me er goed voor afsluiten, dat is het loon van de concentratie die het schrijven oplevert. Ik werk met mijn ramen open.’
Wat is het mooiste dat je ooit gehoord hebt?
‘Uitvoeringen van Reinbert, bijvoorbeeld van de Gurre-Lieder, in 2011, of Bachs Matthäus-Passion met Holland Baroque. Dat was een van de mooiste uitvoeringen van de Matthäus die ik ooit heb gehoord, en ik kende de Matthäus goed. Het was niet alleen mooi vanwege Reinberts interpretatie, maar door onze vriendschap, door alle verhalen die hij over het stuk had verteld, doordat hij me had uitgelegd hoe hij Bachs muziek had bestudeerd, wat hij in de partituur las. Reinberts uitvoeringen zijn belevenissen die ik nooit zal vergeten. Alles kwam samen. Ik kan het ook hebben over James Brown, toen ik hem voor het eerst live hoorde en zag optreden. Het gaat dan niet langer over mooi maar over groots. Voor zulke belevenissen is het woord mooi te klein.’
Wat zou je ooit nog willen laten horen en aan wie?
‘Ik wil altijd alles aan mensen laten horen. Als iemand nog nooit van Leonard Cohen heeft gehoord, dan draai ik dat eindeloos. Heeft iemand nog nooit van Billie Eilish gehoord, dan zet ik dat op. Heeft iemand nog nooit een aria van Maria Callas gehoord, dan kies ik daarvoor. Ik deel wat ik zelf al ken met een ander.’
Wie is Connie Palmen?
Met haar debuutroman De wetten (1991) vestigde Connie Palmen in één klap haar naam in de Nederlandse literatuur. Op woensdag 18 december treedt ze op met zeven strijkers van Amsterdam Sinfonietta. Het getal zeven en de thematiek rondom de metamorfose staan in dit programma centraal.