Radio
door Anna de Vey Mestdagh 15 apr. 2024 15 april 2024
Tweede violiste in het Concertgebouworkest Anna de Vey Mestdagh laat in haar maandelijkse column weten wat haar zoal bezighoudt. Deze maand: de geborgenheid en intimiteit van radio.
‘Alles wat leeft en bloeit en ons altijd weer boeit’. Het zegt u misschien niets, maar voor mij zijn deze woorden onlosmakelijk verbonden met een diep gevoel van geborgenheid. Als kind, we hebben het nu over een halve eeuw geleden, kroop ik iedere zondagochtend bij mijn ouders in bed. Mijn verkleumde linoleumvoetjes tussen mamma’s benen, de radio afgestemd op Hilversum 2. En dan hoorden we Fop I. Brouwer tijdens zijn natuurprogramma Weer of geen weer die onvergetelijke woorden uitspreken.
Radio, misschien juist wel doordat het visuele aspect ontbreekt en de programma’s vaak live worden opgenomen, heeft iets intiems. Hoe zou dat 100 jaar geleden zijn geweest, toen de aller-allereerste radio-uitzending van het Concertgebouworkest plaatsvond? Zaten de mensen die zo gelukkig waren een radio te bezitten met de hele buurt rond het toestel? En hoe klonk het, krakerig, verrassend, wonderlijk dichtbij? Helaas is die eerste uitzending waarin Karl Muck de Negende van Schubert dirigeerde niet bewaard gebleven.
Tegenwoordig worden onze concerten bijna wekelijks opgenomen, en op zondagmiddag vaak live uitgezonden. Op de vraag of dat niet veel extra spanning oplevert voor de orkestleden, kan ik antwoorden: dat valt wel mee. Een concert is een concert, of het nou voor 200 of voor 200.000 man publiek is. En het enige wat we ervan zien zijn de microfoons die aan lange kabels vanaf het plafond boven het orkest hangen. Onze vaste opnameleider Everett Porter houdt vanaf zijn goed verstopte ‘kantoor’ op de zolder van Het Concertgebouw, vol met geluidsapparatuur en monitors, in de gaten of alles naar wens gaat.
Gaat radio ooit verdwijnen ten gunste van de vele andere media die zich in de loop der tijd hebben ontwikkeld? Ik denk het niet. Dat overal in Nederland de spanning van het moment en in ons geval de kracht van de muziek door zovelen meegevoeld kan worden, of je nu lekker in bed ligt of in de auto onderweg bent, het blijft een bijzonder en onmisbaar goed.
‘Alles wat leeft en bloeit en ons altijd weer boeit’. Het zegt u misschien niets, maar voor mij zijn deze woorden onlosmakelijk verbonden met een diep gevoel van geborgenheid. Als kind, we hebben het nu over een halve eeuw geleden, kroop ik iedere zondagochtend bij mijn ouders in bed. Mijn verkleumde linoleumvoetjes tussen mamma’s benen, de radio afgestemd op Hilversum 2. En dan hoorden we Fop I. Brouwer tijdens zijn natuurprogramma Weer of geen weer die onvergetelijke woorden uitspreken.
Radio, misschien juist wel doordat het visuele aspect ontbreekt en de programma’s vaak live worden opgenomen, heeft iets intiems. Hoe zou dat 100 jaar geleden zijn geweest, toen de aller-allereerste radio-uitzending van het Concertgebouworkest plaatsvond? Zaten de mensen die zo gelukkig waren een radio te bezitten met de hele buurt rond het toestel? En hoe klonk het, krakerig, verrassend, wonderlijk dichtbij? Helaas is die eerste uitzending waarin Karl Muck de Negende van Schubert dirigeerde niet bewaard gebleven.
Tegenwoordig worden onze concerten bijna wekelijks opgenomen, en op zondagmiddag vaak live uitgezonden. Op de vraag of dat niet veel extra spanning oplevert voor de orkestleden, kan ik antwoorden: dat valt wel mee. Een concert is een concert, of het nou voor 200 of voor 200.000 man publiek is. En het enige wat we ervan zien zijn de microfoons die aan lange kabels vanaf het plafond boven het orkest hangen. Onze vaste opnameleider Everett Porter houdt vanaf zijn goed verstopte ‘kantoor’ op de zolder van Het Concertgebouw, vol met geluidsapparatuur en monitors, in de gaten of alles naar wens gaat.
Gaat radio ooit verdwijnen ten gunste van de vele andere media die zich in de loop der tijd hebben ontwikkeld? Ik denk het niet. Dat overal in Nederland de spanning van het moment en in ons geval de kracht van de muziek door zovelen meegevoeld kan worden, of je nu lekker in bed ligt of in de auto onderweg bent, het blijft een bijzonder en onmisbaar goed.