Het Concertgebouworkest als olietanker
door Anna de Vey Mestdagh 18 dec. 2023 18 december 2023
Tweede violiste in het Concertgebouworkest Anna de Vey Mestdagh laat in haar maandelijkse column weten wat haar zoal bezighoudt. Deze maand: hoe blijven we op koers?
Vaak wordt het Koninklijk Concertgebouworkest vergeleken met een olietanker die gestaag doorvaart en moeilijk van koers wijzigt. En toch, of misschien juist wel daarom, blijven we altijd alert op behaalde resultaten en proberen tegelijkertijd te anticiperen op mogelijke nieuwe ontwikkelingen. Werkt de programmering goed, zijn we blij met de dirigenten, is er ruimte voor innovatie? Waar het beleid in eerste instantie de verantwoordelijkheid van de directie is, hebben ook de musici behoorlijk wat in de melk te brokkelen.
Zij worden daarbij vertegenwoordigd door de Artistieke Commissie, bestaande uit gekozen leden van het orkest. In de wandelgangen kunnen we de commissieleden aanspreken over wat er op artistiek gebied speelt en geregeld is er een vergadering met het hele orkest waarbij het er vaak heftig aan toe gaat. Zoveel orkestleden, zoveel meningen. Behalve dan bij de zoektocht naar een nieuwe chef-dirigent, daarover waren we verassend unaniem.
Er zijn natuurlijk ook organisatorische zaken te bespreken zoals werkdruk, reisschema’s en salaris. Daarvoor hebben we dan weer het Verenigingsbestuur, bestaande uit een aantal gekozen orkest- en stafleden. In de jaren 70 had het VB een soort vakbondfunctie en veel van onze arbeidsvoorwaarden zijn toen zwaar bevochten. Ik herinner me een tijd waarin orkestleden op tournee met zijn tweeën op een kamer sliepen en deeltijdwerken een belediging voor het beroep was. In de huidige tijd van bezuinigingen en cultuurfobie is het eerder uitkijken dat die arbeidsvoorwaarden niet worden uitgekleed. Of erger.
In het hedendaagse politieke landschap zijn behoorlijke aardverschuivingen gaande, boven én onder water. Des te belangrijker om gezamenlijk de vinger aan de pols te houden, want ook een olietanker kan ten onder gaan. Meer dan een kleine tsunami is daar niet voor nodig.
Vaak wordt het Koninklijk Concertgebouworkest vergeleken met een olietanker die gestaag doorvaart en moeilijk van koers wijzigt. En toch, of misschien juist wel daarom, blijven we altijd alert op behaalde resultaten en proberen tegelijkertijd te anticiperen op mogelijke nieuwe ontwikkelingen. Werkt de programmering goed, zijn we blij met de dirigenten, is er ruimte voor innovatie? Waar het beleid in eerste instantie de verantwoordelijkheid van de directie is, hebben ook de musici behoorlijk wat in de melk te brokkelen.
Zij worden daarbij vertegenwoordigd door de Artistieke Commissie, bestaande uit gekozen leden van het orkest. In de wandelgangen kunnen we de commissieleden aanspreken over wat er op artistiek gebied speelt en geregeld is er een vergadering met het hele orkest waarbij het er vaak heftig aan toe gaat. Zoveel orkestleden, zoveel meningen. Behalve dan bij de zoektocht naar een nieuwe chef-dirigent, daarover waren we verassend unaniem.
Er zijn natuurlijk ook organisatorische zaken te bespreken zoals werkdruk, reisschema’s en salaris. Daarvoor hebben we dan weer het Verenigingsbestuur, bestaande uit een aantal gekozen orkest- en stafleden. In de jaren 70 had het VB een soort vakbondfunctie en veel van onze arbeidsvoorwaarden zijn toen zwaar bevochten. Ik herinner me een tijd waarin orkestleden op tournee met zijn tweeën op een kamer sliepen en deeltijdwerken een belediging voor het beroep was. In de huidige tijd van bezuinigingen en cultuurfobie is het eerder uitkijken dat die arbeidsvoorwaarden niet worden uitgekleed. Of erger.
In het hedendaagse politieke landschap zijn behoorlijke aardverschuivingen gaande, boven én onder water. Des te belangrijker om gezamenlijk de vinger aan de pols te houden, want ook een olietanker kan ten onder gaan. Meer dan een kleine tsunami is daar niet voor nodig.