Opera vermist (3): de geur van het archief
door Erwin Roebroeks 28 nov. 2022 28 november 2022
Musicoloog Erwin Roebroeks zoekt al jaren naar de vermiste opera Arianna van Claudio Monteverdi uit 1608. Op één aria na, is de opera spoorloos. Voor Preludium doet hij maandelijks verslag van zijn zoektocht. ‘Na een paar uur manuscripten doorspitten ben je tureluurs.’
Na enige omzwervingen ben ik vorige maand eindelijk in het Archivio di Stato terechtgekomen, een belangrijk spoor in de zoektocht naar Arianna (lees de vorige column hier). Omdat het gaat om een staatsarchief, kunnen de strapatsen die nodig zijn om in privéarchieven te geraken achterwege blijven. Werken in het staatsarchief nodigt juist uit tot routine. Zowel het archief als de zaligste ontbijtplek van de stad bevindt zich op een steenworp afstand van het Deutsche Studienzentrum in Venedig, van waaruit ik mijn onderzoek verricht.
De even hartelijke als professionele dames van Pasticceria Tonolo onthouden zelfs mijn dagelijks wisselende bestelling. Om hun brioche al pistacchio en alla crema – door Franse barbaren ‘croissants’ genoemd – ga ik welhaast in de Heilige Maagd geloven. Na het ontbijt wandel ik naar de Basilica di Santa Maria Gloriosa dei Frari, waar onderzoekers van het Duits studiecentrum gratis toegang hebben, om Monteverdi, die daar ligt, gedag te zeggen. Een monnik van de kloosterkerk legt dagelijks een witte roos op zijn grafsteen. In het klooster van de Frari bevindt zich ook het staatsarchief. Je moet de dag ervoor reserveren en bij binnenkomst je aanwezigheid registreren.
De fantasieverhalen over Monteverdi zijn talrijk
Hier kan routineus werken tot spannende vondsten leiden. Micky White, een Britse fotografe die het plotseling als haar roeping ervoer om naar Vivaldi te vorsen, doet hier al decennialang onderzoek. Haar werk in het staatsarchief betekende een grote stap voorwaarts in de kennis over de rode priester (lees hier meer). Er valt nog zoveel te ontdekken in de gigantische collectie van zo’n tachtig kilometer. Het is belangrijk om systematisch te werk te gaan – ook bij bronnen die zogenaamd al bekend zijn. De aan de fantasie van musicologen ontsproten verhalen over Monteverdi die voor waar worden gehouden, zijn talrijk.
Na enige omzwervingen ben ik vorige maand eindelijk in het Archivio di Stato terechtgekomen, een belangrijk spoor in de zoektocht naar Arianna (lees de vorige column hier). Omdat het gaat om een staatsarchief, kunnen de strapatsen die nodig zijn om in privéarchieven te geraken achterwege blijven. Werken in het staatsarchief nodigt juist uit tot routine. Zowel het archief als de zaligste ontbijtplek van de stad bevindt zich op een steenworp afstand van het Deutsche Studienzentrum in Venedig, van waaruit ik mijn onderzoek verricht.
De even hartelijke als professionele dames van Pasticceria Tonolo onthouden zelfs mijn dagelijks wisselende bestelling. Om hun brioche al pistacchio en alla crema – door Franse barbaren ‘croissants’ genoemd – ga ik welhaast in de Heilige Maagd geloven. Na het ontbijt wandel ik naar de Basilica di Santa Maria Gloriosa dei Frari, waar onderzoekers van het Duits studiecentrum gratis toegang hebben, om Monteverdi, die daar ligt, gedag te zeggen. Een monnik van de kloosterkerk legt dagelijks een witte roos op zijn grafsteen. In het klooster van de Frari bevindt zich ook het staatsarchief. Je moet de dag ervoor reserveren en bij binnenkomst je aanwezigheid registreren.
De fantasieverhalen over Monteverdi zijn talrijk
Hier kan routineus werken tot spannende vondsten leiden. Micky White, een Britse fotografe die het plotseling als haar roeping ervoer om naar Vivaldi te vorsen, doet hier al decennialang onderzoek. Haar werk in het staatsarchief betekende een grote stap voorwaarts in de kennis over de rode priester (lees hier meer). Er valt nog zoveel te ontdekken in de gigantische collectie van zo’n tachtig kilometer. Het is belangrijk om systematisch te werk te gaan – ook bij bronnen die zogenaamd al bekend zijn. De aan de fantasie van musicologen ontsproten verhalen over Monteverdi die voor waar worden gehouden, zijn talrijk.
Als ik de stukken van het Palazzo Dandolo die ik wil bestuderen in handen heb, kan het secure speurwerk beginnen, gespitst op elk spoor dat mogelijk naar Monteverdi voert. Nu ben ik niet opgeleid in het lezen van oude handschriften, maar van de behulpzame collega Christine Follmann, die hier onderzoek naar de schilder Veronese doet, leer ik veel. Het zeventiende-eeuwse handschrift dat ik moet ontcijferen is al wat eenvoudiger dan het zestiende-eeuwse waar zij zich over buigt. Na een paar uur manuscripten doorspitten ben je tureluurs. De vraag wat en waar te lunchen, maakt de geest weer fris.
Bronnenonderzoek doen is geen historische ervaring. Je duikt niet zozeer in de geschiedenis, je wekt het verleden tot leven. Een eerste selectie is daarbij al gemaakt; alleen dat wat destijds belangrijk werd gevonden, is genoteerd. Geur speelt ook een rol. Het is niet uitzonderlijk dat archiefstukken lichte waterschade vertonen. Documenten met sporen van brak water hebben een zacht zilte, specifiek Venetiaanse geur – die gezien de hedendaagse problemen met overstromingen in de lagunestad voor een tijdloze ervaring zorgt. Zo opereer je als onderzoeker in een eeuwig heden.
Musicoloog Erwin Roebroeks werkt als schrijver, onderzoeker en curator op het gebied van muziek en opera. Hij was criticus voor de Neue Zeitschrift für Musik, schreef programmatoelichtingen en essays voor onder meer het Concertgebouworkest en de Bayerische Staatsoper, en programmeerde diverse muziekfestivals, waaronder als gastcurator bij La Biennale di Venezia. Sinds oktober 2022 is hij festivalleider van Musica Sacra Maastricht. Hij ontving een Duits staatsstipendium om in Venetië te zoeken naar Monteverdi’s verdwenen opera Arianna.
Als ik de stukken van het Palazzo Dandolo die ik wil bestuderen in handen heb, kan het secure speurwerk beginnen, gespitst op elk spoor dat mogelijk naar Monteverdi voert. Nu ben ik niet opgeleid in het lezen van oude handschriften, maar van de behulpzame collega Christine Follmann, die hier onderzoek naar de schilder Veronese doet, leer ik veel. Het zeventiende-eeuwse handschrift dat ik moet ontcijferen is al wat eenvoudiger dan het zestiende-eeuwse waar zij zich over buigt. Na een paar uur manuscripten doorspitten ben je tureluurs. De vraag wat en waar te lunchen, maakt de geest weer fris.
Bronnenonderzoek doen is geen historische ervaring. Je duikt niet zozeer in de geschiedenis, je wekt het verleden tot leven. Een eerste selectie is daarbij al gemaakt; alleen dat wat destijds belangrijk werd gevonden, is genoteerd. Geur speelt ook een rol. Het is niet uitzonderlijk dat archiefstukken lichte waterschade vertonen. Documenten met sporen van brak water hebben een zacht zilte, specifiek Venetiaanse geur – die gezien de hedendaagse problemen met overstromingen in de lagunestad voor een tijdloze ervaring zorgt. Zo opereer je als onderzoeker in een eeuwig heden.
Musicoloog Erwin Roebroeks werkt als schrijver, onderzoeker en curator op het gebied van muziek en opera. Hij was criticus voor de Neue Zeitschrift für Musik, schreef programmatoelichtingen en essays voor onder meer het Concertgebouworkest en de Bayerische Staatsoper, en programmeerde diverse muziekfestivals, waaronder als gastcurator bij La Biennale di Venezia. Sinds oktober 2022 is hij festivalleider van Musica Sacra Maastricht. Hij ontving een Duits staatsstipendium om in Venetië te zoeken naar Monteverdi’s verdwenen opera Arianna.