Opera vermist (9): slecht nieuws
door Erwin Roebroeks 25 mei 2023 25 mei 2023
Musicoloog Erwin Roebroeks zoekt al jaren naar de vermiste opera Arianna van Claudio Monteverdi uit 1608. Op één aria na, is de opera spoorloos. Voor Preludium doet hij maandelijks verslag van zijn zoektocht. Deze maand: een tegenvaller.
Er is ‘news on the Rialto’, zoals men in het Duitse Studiecentrum in Venetië (naar Shakespeare’s The Merchant of Venice) pleegt te zeggen. Ik probeer nu al een tijdje toegang te krijgen tot een aantal oude kisten die werden aangetroffen in het depot van het Conservatorio Benedetto Marcello (lees mijn vorige column hier). Het conservatorium heeft een besluit genomen: ik krijg geen toegang tot de kisten.
De reden is dat ik niet over de benodigde ‘zeer specifieke competenties’ zou beschikken. Welke competenties dat zouden zijn, wordt in het midden gelaten. Er bestaat geen diploma ‘zorgvuldig naar manuscripten zoeken.’ Diploma’s zijn sowieso niet doorslaggevend of je wel of geen toegang krijgt tot bijzondere handschriften. Er wordt altijd een persoonlijke afweging gemaakt of iemand wel of niet voorzichtig met zulke stukken zou kunnen omgaan. Die afweging is tot nu toe telkens goed uitgevallen. Bij de Biblioteca Nazionale Marciana kreeg ik toegang tot kwetsbare manuscripten die niet zomaar mogen worden ingezien, zoals Francesco Cavalli’s Xerse (1654), met knip- en plakwerk van de componist zelf.
Toen Ton Koopman, lid van het petit comité van aanbeveling van mijn onderzoek, zijn schitterende bibliotheek nog aan huis had (gelukkig is ze nu veilig bij het Gentse Orpheus Instituut) mocht ik zelfs van alles lenen. Op de foto hierboven zien we nota bene een manuscript van Benedetto Marcello uit Koopmans collectie.
De dirigent ontvreemdde manuscripten uit de bibliotheek en ging de stempels met scheermesjes en zuur te lijf
Bovendien is het ironisch dat een bericht als dat ik niet over de juiste competenties zou beschikken uitgerekend van het conservatorium komt. Daar – in dat voor Venetiaanse begrippen hoge gebouw – werden in 2019 namelijk manuscripten van Beethoven, Marcello en Vivaldi door het acqua alta getroffen, terwijl Venetianen die de ruimte hebben niets van waarde stallen op verdiepingen die door dat hoogwater kunnen worden bereikt.
Maar ik kan moeilijk boos worden op Venetianen. En een zekere gereserveerdheid is, gezien mijn herkomst uit de Nederlanden, te verklaren. Niet zozeer omdat Franco-Vlaamse componisten die zich vanaf de vijftiende eeuw in het noorden van Italië vestigden vanwege hun onverstaanbare meerstemmige liederen als barbaren werden beschouwd, als wel omdat een bekende levende Vlaamse dirigent van die muziek een barbaar bleek te zijn en daarvan geen consequenties ondervond in België en Nederland.
De dirigent kreeg in Bologna toegang tot bijzondere zeventiende-eeuwse manuscripten – om ze vervolgens in België te verkopen – waarvoor hij de bibliotheekstempels met scheermesjes en zuur te lijf ging. Daarvoor moet hij nog een paar jaar brommen in Bologna. Af en toe krijg ik in Italië de vraag waarom zo’n voortvluchtig crimineel nog steeds op prestigieuze Belgische en Nederlandse podia en festivals mag optreden.
Maar de echte reden dat ik niet in de kisten van het conservatoriumdepot mag, zo vermoed ik, is dat de conservatoriumbibliotheekdirecteur – nu hij een lading manuscripten van barokcomponist Baldassare Galuppi heeft gevonden – de smaak te pakken heeft gekregen en zélf wil gaan zoeken. Ik geef hem geen ongelijk. Maar ik geef ook niet op.
Erwin Roebroeks neemt een welverdiende pauze en zal zijn zoektocht begin volgend jaar weer vervolgen.
Musicoloog Erwin Roebroeks werkt als schrijver, onderzoeker en curator op het gebied van muziek en opera. Hij was criticus voor de Neue Zeitschrift für Musik, schreef programmatoelichtingen en essays voor onder meer het Concertgebouworkest en de Bayerische Staatsoper, en programmeerde diverse muziekfestivals, waaronder als gastcurator bij La Biennale di Venezia. Sinds oktober 2022 is hij festivalleider van Musica Sacra Maastricht. Hij ontving een Duits staatsstipendium om in Venetië te zoeken naar Monteverdi’s verdwenen opera Arianna.
Er is ‘news on the Rialto’, zoals men in het Duitse Studiecentrum in Venetië (naar Shakespeare’s The Merchant of Venice) pleegt te zeggen. Ik probeer nu al een tijdje toegang te krijgen tot een aantal oude kisten die werden aangetroffen in het depot van het Conservatorio Benedetto Marcello (lees mijn vorige column hier). Het conservatorium heeft een besluit genomen: ik krijg geen toegang tot de kisten.
De reden is dat ik niet over de benodigde ‘zeer specifieke competenties’ zou beschikken. Welke competenties dat zouden zijn, wordt in het midden gelaten. Er bestaat geen diploma ‘zorgvuldig naar manuscripten zoeken.’ Diploma’s zijn sowieso niet doorslaggevend of je wel of geen toegang krijgt tot bijzondere handschriften. Er wordt altijd een persoonlijke afweging gemaakt of iemand wel of niet voorzichtig met zulke stukken zou kunnen omgaan. Die afweging is tot nu toe telkens goed uitgevallen. Bij de Biblioteca Nazionale Marciana kreeg ik toegang tot kwetsbare manuscripten die niet zomaar mogen worden ingezien, zoals Francesco Cavalli’s Xerse (1654), met knip- en plakwerk van de componist zelf.
Toen Ton Koopman, lid van het petit comité van aanbeveling van mijn onderzoek, zijn schitterende bibliotheek nog aan huis had (gelukkig is ze nu veilig bij het Gentse Orpheus Instituut) mocht ik zelfs van alles lenen. Op de foto hierboven zien we nota bene een manuscript van Benedetto Marcello uit Koopmans collectie.
De dirigent ontvreemdde manuscripten uit de bibliotheek en ging de stempels met scheermesjes en zuur te lijf
Bovendien is het ironisch dat een bericht als dat ik niet over de juiste competenties zou beschikken uitgerekend van het conservatorium komt. Daar – in dat voor Venetiaanse begrippen hoge gebouw – werden in 2019 namelijk manuscripten van Beethoven, Marcello en Vivaldi door het acqua alta getroffen, terwijl Venetianen die de ruimte hebben niets van waarde stallen op verdiepingen die door dat hoogwater kunnen worden bereikt.
Maar ik kan moeilijk boos worden op Venetianen. En een zekere gereserveerdheid is, gezien mijn herkomst uit de Nederlanden, te verklaren. Niet zozeer omdat Franco-Vlaamse componisten die zich vanaf de vijftiende eeuw in het noorden van Italië vestigden vanwege hun onverstaanbare meerstemmige liederen als barbaren werden beschouwd, als wel omdat een bekende levende Vlaamse dirigent van die muziek een barbaar bleek te zijn en daarvan geen consequenties ondervond in België en Nederland.
De dirigent kreeg in Bologna toegang tot bijzondere zeventiende-eeuwse manuscripten – om ze vervolgens in België te verkopen – waarvoor hij de bibliotheekstempels met scheermesjes en zuur te lijf ging. Daarvoor moet hij nog een paar jaar brommen in Bologna. Af en toe krijg ik in Italië de vraag waarom zo’n voortvluchtig crimineel nog steeds op prestigieuze Belgische en Nederlandse podia en festivals mag optreden.
Maar de echte reden dat ik niet in de kisten van het conservatoriumdepot mag, zo vermoed ik, is dat de conservatoriumbibliotheekdirecteur – nu hij een lading manuscripten van barokcomponist Baldassare Galuppi heeft gevonden – de smaak te pakken heeft gekregen en zélf wil gaan zoeken. Ik geef hem geen ongelijk. Maar ik geef ook niet op.
Erwin Roebroeks neemt een welverdiende pauze en zal zijn zoektocht begin volgend jaar weer vervolgen.
Musicoloog Erwin Roebroeks werkt als schrijver, onderzoeker en curator op het gebied van muziek en opera. Hij was criticus voor de Neue Zeitschrift für Musik, schreef programmatoelichtingen en essays voor onder meer het Concertgebouworkest en de Bayerische Staatsoper, en programmeerde diverse muziekfestivals, waaronder als gastcurator bij La Biennale di Venezia. Sinds oktober 2022 is hij festivalleider van Musica Sacra Maastricht. Hij ontving een Duits staatsstipendium om in Venetië te zoeken naar Monteverdi’s verdwenen opera Arianna.