Muziek terwijl u werkt
door Vrouwkje Tuinman 27 nov. 2018 27 november 2018
Heel soms zit ik wel eens ergens op kantoor, of werk ik samen met iemand. Dat geeft allerlei problemen waar ik u niet mee zal vermoeien, maar die ermee te maken hebben dat ik nog nooit ergens in dienst ben gegaan. Eentje ervan is het allerergste: ‘muziek terwijl u werkt’.
Het gelijknamige radioprogramma bestaat niet meer, maar dat weerhoudt de mensen er niet van om allerhande deuntjes op te zetten terwijl ze dakpannen leggen / de boekhouding doen / je haar knippen.
Het probleem met muziek is dat je ernaar moet luisteren. Hoewel vrouwen naar verluidt enorm goed kunnen multitasken, gaat dat bij mij in dit geval niet op. Als ik in de stoel van de mondhygiënist lig (het haakje danst op de maat van niks-aan-de-hand-jazz) maakt dat niet uit, maar als ik word geacht na te denken, dan wel.
Iets presteren terwijl er een radio aan staat, misschien niet eens die van mij maar die van de winterschilder / buurman / persoon naast me in de trein / collega waarmee ik aan een project werk – het lukt me niet.
In het gunstigste geval vind ik de muziek niks, en doet het me niks, en ergert me dat.
In een minder gunstig geval gaat mijn innerlijke Shazam aan en wil ik weten wat het is, van wie, en uit welk jaar, en rust ik niet tot ik er zelf, zonder Shazam dus, achter ben gekomen.
En in de meeste gevallen ga ik luisteren, en gaat mijn werkhoofd uit. Mijn collega vraagt iets over het artikel dat we schrijven, en ik antwoord in muziekfeitjes.
Nu ga ik iets verklappen. Soms ben ik wel eens beroepsmatig op kantoor bij Het Concertgebouw. Daar zit dus iedereen, jong en oud, de hele dag met grote dikke koptelefoons op. Ik durf te wedden dat de meeste alleen maar stilte laten horen.
Vrouwkje Tuinman (1974) publiceerde vijf dichtbundels en vier romans. Ze studeerde Algemene Letteren en Muziekwetenschap. Als journalist werkt ze voor onder meer Trouw. Na Afscheidstournee werkt ze nu aan diverse nieuwe boeken.
Het gelijknamige radioprogramma bestaat niet meer, maar dat weerhoudt de mensen er niet van om allerhande deuntjes op te zetten terwijl ze dakpannen leggen / de boekhouding doen / je haar knippen.
Het probleem met muziek is dat je ernaar moet luisteren. Hoewel vrouwen naar verluidt enorm goed kunnen multitasken, gaat dat bij mij in dit geval niet op. Als ik in de stoel van de mondhygiënist lig (het haakje danst op de maat van niks-aan-de-hand-jazz) maakt dat niet uit, maar als ik word geacht na te denken, dan wel.
Iets presteren terwijl er een radio aan staat, misschien niet eens die van mij maar die van de winterschilder / buurman / persoon naast me in de trein / collega waarmee ik aan een project werk – het lukt me niet.
In het gunstigste geval vind ik de muziek niks, en doet het me niks, en ergert me dat.
In een minder gunstig geval gaat mijn innerlijke Shazam aan en wil ik weten wat het is, van wie, en uit welk jaar, en rust ik niet tot ik er zelf, zonder Shazam dus, achter ben gekomen.
En in de meeste gevallen ga ik luisteren, en gaat mijn werkhoofd uit. Mijn collega vraagt iets over het artikel dat we schrijven, en ik antwoord in muziekfeitjes.
Nu ga ik iets verklappen. Soms ben ik wel eens beroepsmatig op kantoor bij Het Concertgebouw. Daar zit dus iedereen, jong en oud, de hele dag met grote dikke koptelefoons op. Ik durf te wedden dat de meeste alleen maar stilte laten horen.
Vrouwkje Tuinman (1974) publiceerde vijf dichtbundels en vier romans. Ze studeerde Algemene Letteren en Muziekwetenschap. Als journalist werkt ze voor onder meer Trouw. Na Afscheidstournee werkt ze nu aan diverse nieuwe boeken.